Maandelijks archief: oktober 2015

The growth file, summary for English speaking readers. No economic growth anymore.

This is a summary in English of my last five blogs for my English speaking readers. I started an endeavor four weeks ago to write a series of blogs about the questions: is continuing economic growth, as measured by Gross Domestic Product (GDP), possible and desirable, and if not, what then should replace it? This series of blogs will go on for some time, but because it is time for an English blog in between, I’ll now summarize the first five ones.

In the first blog I introduced the concept of GDP and defined how this is measured. In the second blog I showed what the GDP is not measuring: the black economy (in Holland 10 % of our economy), the informal economy (volunteers, kid education , domestic work), production of non-materialistic values (happiness, silence, leisure), the effects of NOT doing something (nature conservation by not building or not mining), the  social and ecological costs of measures, and so on. Also in that blog I exposed the measures by which governments continually  are trying to promote the growth of the GDP, and showed that those measures had negative social, financial en ecological consequences as well.

In the third blog I showed that a raise in GDP leads to an higher average income and promotes employment opportunities. However, it has none or a negative effect on income and wealth distribution, ecology and the non-material values I mentioned above. Why then are we so addicted to economic growth? It is because our desires and our greed, especially in comparison with others – the lawn of the neighbor is always greener – make us wanting more material goods again and again, and also because governments don’t know alternative means to improve employment opportunities.

In the fourth blog I showed that material economic growth will come to an end anyway, if we like it or not. No organism or system can grow endlessly with a certain percentage, because in the end that will result in an exponential growth curve that will lead to the collapse of the system. And even before that happens the planet will set limits to growth, because of global warming and the running out of resources (raw materials). So the only choice we have is an abrupt collapse, or a controlled stopping of our growth by transforming our economy.

images-1

In the fifth blog I show that green growth or a circular economy (cradle to cradle) is no alternative for economic growth, because, in order to get there, we will have to do quite a bit of material investments that in itself are promoting growth. Nevertheless this is a way we have to go, but then in the mean time we have to limit all other investments, so that the growth of the GDP will stop or will be diminishing.

No living organism, no society can do without growth. So we are stuck. How to go further? That I’ll deal with in the next blogs. After the tenth blog I shall summarize them again. So long!

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

Het groeidossier, deel 5. De groene illusie en werk, werk, werk. . .

Zou een alternatief voor de stijging van het BBP niet kunnen zijn groene groei? Een economische groei gericht op vergroening en verduurzaming van de samenleving, die niet gepaard zou gaan met eens stijging van het BBP? Of een economische ‘steady state’, een circulaire economie, waarbij alle energie duurzaam wordt opgewekt en alle grondstoffen worden hergebruikt, vaak aangeduid met de term ‘cradle to cradle’ – van de wieg naar de wieg?

Helaas vrienden, dat is allemaal een illusie. Technisch is een dergelijke economie misschien nog wel denkbaar en mogelijk, maar de weg daarheen vergt grote investeringen en innovaties. Deze weg is lang (dan moeten we denken aan vele tientallen jaren), en kost op zichzelf veel grondstoffen en energie, die we voorlopig nog niet allemaal duurzaam kunnen opwekken. Niettemin moet die weg voor zover mogelijk begaan worden, vooral om redenen die te maken hebben met de opwarming van de aarde. Dat zal op zichzelf bijdragen tot economische groei, en daar is ook weinig mis mee. Ik ben niet tegen noodzakelijke economische groei voor ecologische doeleinden; ik ben tegen het streven naar economische groei om zichzelfs wille. En overigens zou het wel goed zijn als we in deze periode van geleidelijke verduurzaming van de economie – transitie zoals Jan Rotmans dat noemt – tegelijkertijd niet zouden investeren of zelfs zouden desinvesteren in niet duurzame technologie, zodat de economische groei zo laag mogelijk blijft.

Maar de werkgelegenheid dan? Eerder heb ik laten zien dat het enige waar een groei van het BBP nog goed voor is is een bescheiden positief effect op de werkgelegenheid. En ik heb ook al gewezen op de waarde van werk.

hAls de economische groei ten einde komt (of beperkt wordt tot de minimale groei benodigd voor de transitie) zullen we op andere manieren de werkgelegenheid moeten bevorderen. Dit is een lastig vraagstuk, dat uitvoerige studie vereist, en waarvoor ik in mijn eentje en in de haastigheid van het schrijven van blogs natuurlijk ook niet de definitieve oplossing weet te vinden. Maar ik heb wel enkele suggesties:

  • Grondige arbeidstijdverkorting en deeltijdarbeid. Niet halfslachtig, zoals eerder wel is geprobeerd, maar structureel. We zijn ooit vrijwel probleemloos van de 16 urige werkdag naar de achturige werkdag gegaan, en van de zevendaagse werkweek via de zesdaagse naar de vijfdaagse. Ik zie niet in waarom we nu niet naar een werkweek zouden kunnen gaan van vier dagen van zes of later zelfs vijf uur.
  • Het toestaan of zelfs verplichten van het doen van vrijwilligerswerk voor uitkeringstrekkers die dat kunnen, in plaats van de huidige sollicitatieplicht.
  • Het weer invoeren van dienstplicht, voor mannen en vrouwen, waarbij tot op zekere hoogte kan worden gekozen tussen militaire en sociale dienstplicht. Dit lijkt juist werkloosheid te bevorderen, totdat men zich realiseert dat hierdoor werk geschapen wordt, dat niet het al bestaande werk vervangt. En het haalt een aantal jeugdigen van de arbeidsmarkt – dus het aantal werkzoekenden wordt kleiner.

Waarschijnlijk vergeet ik nog een aantal mogelijkheden die ik zo gauw niet kan bedenken. Misschien allemaal nogal ‘far out’, maar ik bedoel maar: als we werkelijk willen kunnen we van alles bereiken – en wel zonder economische groei. Misschien zal het zelfs leiden tot een lager materieel consumptieniveau en daardoor een zekere krimp, wat weer goed is voor het klimaatprobleem.

U zult zich intussen afvragen: dat nieuwe groeiconcept, waar die man het over heeft, dat leuke alternatief voor economische groei, komt daar nog wat van? Uw geduld zal beloond worden, lieve lezer – in het volgende blog ga ik daarmee beginnen.

Wordt vervolgd.

Het groeidossier, deel 4: de grote kladderadatsch?

Geen enkel organisme of systeem kan eindeloos doorgroeien met een zeker percentage. Althans niet als we groei definiëren in materiële en kwantitatieve zin. Dat geldt voor planten, dieren, mensen, organisaties, samenlevingen. Een groei van een zeker percentage op percentage wordt uiteindelijk een cumulatieve groei, zo leert een eenvoudig wiskundig model ons. De bomen groeien dus niet tot in de hemel. Daarom is bijvoorbeeld een bedrijfsdoel als: ieder jaar een winststijging van x % onzinnig en tot mislukken gedoemd.

Dit eenvoudige inzicht is al geformuleerd door economen als Adam Smith, John Stuart Mills en John Maynard Keynes, de grondleggers van de moderne economie. Maar de boodschap schijnt tot de hedendaagse politici en economen nog niet te zijn doorgedrongen.

Onze economische groei zal dus ophouden, maar waarschijnlijk nog eerder dan doordat ons economisch systeem op wiskundige gronden uit de bocht vliegt. Dat komt, zoals destijds al door de Club van Rome voorspeld, door de grenzen aan de groei die de planeet ons oplegt (het opraken van grondstoffen, waarschijnlijk sneller dan we ze kunnen recyclen, de opwarming van de aarde, de  toenemende schaarste van landbouwgrond door de bevolkingsgroei, de toenemende welvaart, de klimaatverandering, en verkeerd gebruik van de landbouwgrond: monoculturen, overbemesting en pesticiden). Volgens Paul Gilding zal de groei een dezer dagen stagneren, maar ook als het nog wat langer duurt: het komt nu wel heel dichtbij. Marc Naamloos 2Craney, het hoofd van de Britse Centrale Bank heeft tegen de BBC verklaard dat er slechts twee opties zijn: of we transformeren de economie gecontroleerd (en snel!), of het financieel-economisch  systeem zal binnenkort bezwijken. Maar ook deze waarheid is nog niet tot de politici en de meeste economen doorgedrongen. Ik zie althans nog geen enkele visie over hoe we een steady state economy kunnen bereiken. Het gaat nog steeds om groei, groei, groei.

Als we nog enige controle zouden willen houden over het proces waarbij de groei tot een einde komt, zouden we eens kunnen beginnen met private instellingen (banken) het recht tot geldschepping weer te ontnemen. Het is onze stadhouder Willem III die in 1688 als koning Willem III  van Engeland het privilege van geldschepping door het centrale gezag – toen in Engeland de koning – uit handen gaf. Hij moest wel: het was een voorwaarde waaronder hem de troon werd aangeboden. Sindsdien is een aanzienlijk deel van de geldschepping in particuliere handen, en vindt het plaats met een winstoogmerk. Te overwegen ware dit privilege opnieuw bij de overheid te leggen, en wel bij een van de politici onafhankelijk orgaan zonder winstoogmerk. We zagen eerder dat geldschepping de groei van het BBP bevordert – het beperken van de geldhoeveelheid remt het af. Bovendien zou een dergelijke centrale geldschepping bij kunnen dragen tot meer financiële stabiliteit.

Een heel andere maatregel om de groei af te remmen is om wettelijk en door internationale overeenkomsten de prijs per uitgestoten ton CO2 emissierechten te verhogen van de huidige  € 5 per ton (marktprijs)  naar bijvoorbeeld  € 30 per ton (gereguleerde prijs), dan wel de uitstoot van CO2 substantieel te belasten. En er zijn wel meer maatregelen denkbaar, die je kan afleiden aan de in het vorige blog beschreven pogingen om de groei van het BBP juist te bevorderen. Maar dergelijke maatregelen zouden natuurlijk nooit genomen worden zonder een volslagen omslag in het denken over wat de gewenste economie is – met name bij politici.

boom Fraxinus excelsiorMaar hoe dan ook, gecontroleerd of ongecontroleerd en abrupt: de economische  groei zal stoppen. Echter, een systeem of organisme dat niet kan groeien gaat dood. Groeien komt van het Middelnederlandse gro(e)yen, dat groenen, groen worden betekent. Groeien kan geassocieerd worden met het groen in de natuur: gras, planten, bladeren aan de bomen. Groeien is een symptoom van vitaliteit, levenskracht. Dus als we niet economisch kunnen groeien, dan zullen we iets anders moeten verzinnen. De vraag is dus: hoe kan de samenleving groeien zonder economische groei? En wat is groei dan eigenlijk? Deze vragen komen in het zesde blog aan de orde. Maar eerst zal ik nog aandacht besteden aan twee andere vragen: is groene groei of een circulaire economie niet een goed alternatief? en: Hoe lossen we het werkloosheidsprobleem op als we het niet kunnen doen door economische groei?

Wordt vervolgd.

Het groeidossier, deel 3. Economische groei: een typisch geval van verslaving.

images-1Economische groei zoals gemeten door het BBP vraagt bij tot een hoger gemiddeld inkomen, en in bescheiden mate tot de werkgelegenheid. Het draagt niet bij tot een meer gelijke inkomens- en vermogensverdeling, een verbetering van het milieu, een tegengaan van de  opwarming van de aarde, of alle non-materiële waarden die ik in het vorige blog heb genoemd: geluk, stilte, vrije tijd, enzovoort. Onderzoek toont aan dat eerder het omgekeerde het geval is: een hoger BBP leidt tot een grotere ongelijkheid, meer milieu- en klimaatproblematiek, minder geluk, stilte en vrije tijd. Voorts leidt economische groei aantoonbaar tot collectieve en private schulden en tot instabiliteit van het economisch-financiële systeem (zoals bevestigd door Klaas Knot, de president vande Nederlandse Bank. Bron: NRC/Handelsblad, 8/10/2016). Dit laatste doordat het streven naar groei in de praktijk altijd leidt tot volatiliteit (grote beweeglijkheid) op de financiële markten en oververhitting van de economie, en tot zeepbellen, waarna een terugslag volgt in de vorm van economische depressie, waardoor het streven naar groei weer wordt aangewakkerd. Deze economische instabiliteit en de grotere ongelijkheid ondermijnt ook de maatschappelijke stabiliteit, en is mondiaal een belangrijke oorzaak van geweld.

TTIP-8-afbeelding-1Als de kosten van economische groei zo hoog zijn, waarom houden we er dan zo fanatiek aan vast? Ik zie daarvoor twee redenen: mimetische begeerte en werkgelegenheid. En misschien is er nog een meer fundamentele reden waarom we zo verslaafd zijn aan economische groei: als sublimatie van de behoefte aan maatschappelijke groei. Daar wil ik nu niet verder op ingaan – dat komt in een later blog aan de orde als we het begrip groei nader onder de loep nemen.

Om met de eerste reden te beginnen: wij mensen willen altijd meer. Toch is aangetoond dat boven een zeker welstandsniveau het hebben van meer materiële goederen niet bijdraagt tot ons geluk. Maar wat wel afbreuk doet aan ons geluk: als we minder hebben dan een ander met wie we ons vergelijken. Dat leidt tot mimetische begeerte: het willen nabootsen van de ander. Deze begeerte wordt door ongelijkheid in inkomen en vermogen aangewakkerd, en is dus een van de gevolgen van economische groei, die zodoende zichzelf in stand houdt. Het gras bij de buurman is altijd groener. In de rijkere landen is het streven naar een hoger gemiddeld inkomen dus niet alleen niet nodig, maar ook schadelijk. Voor arme te ontwikkelen landen ligt dit natuurlijk anders.

Groei leidt ook tot werkgelegenheid, en dat is een groot goed. Niet zozeer vanwege de inkomsten die men door werk verwerft – dat kan op andere manieren gerealiseerd worden – maar doordat werk een gelegenheid bij uitstek is om zichzelf te ontwikkelen en daar een levensvervulling uit te halen. Voorts is het idee dat men een waardevolle bijdrage levert aan de samenleving een bron van levensvreugde. En tenslotte is werk een bron van sociaal contact. Het behoren tot een werkteam kan, afgezien van bepaalde ontsporingen, eveneens zeer bijdragen tot menselijk geluk. Omdat werk zo belangrijk is, is het streven naar volledige werkgelegenheid een begrijpelijke reden waarom we vasthouden aan economische groei. Als we vanwege de nadelen af willen zien van het streven naar economische groei zullen we dus voor het werkloosheidsprobleem een oplossing moeten vinden. Ik kom daar nog op terug.

Alles overziende zal ieder weldenkend, mens – zoals u en ik – afzien van het streven naar economische groei (althans in het rijke Westen) als we een oplossing vinden voor het werkgelegenheidsprobleem (overigens bewijst de praktijk dat ook het streven naar economische groei het werkgelegenheidsprobleem niet echt bevredigend oplost). Concluderend: economische groei is dus ongewenst. Maar eigenlijk is dat een academische kwestie. Want economische groei is in de nabije toekomst feitelijk niet meer mogelijk. Daarover in het volgende blog.

Wordt vervolgd

 

 

 

Het groeidossier, deel 2. Groei tot elke prijs: folie à communauté.

DTWLogoIn mijn vorige blog heb ik gesteld dat het streven naar economische groei, zoals gemeten aan de groei van het BBP (bruto binnenlands product), schadelijk is. (In latere blogs zal ik er op ingaan waarom we  dan toch aan dit streven vasthouden en alternatieven aandragen.)

Voordat ik deze stelling nader ga onderbouwen een opmerking over wat het BBP niet meet:

  • de zwarte economie (in Nederland naar schatting 10% van de economie)
  • de informele economie: vrijwilligerswerk, huishoudelijk werk en opvoeding van kinderen
  • alles wat leidt tot niet-materiële waardevermeerdering: zoals menselijk geluk, stilte, vrije tijd, enzovoort
  • alles wat de kwaliteit van het leven bevordert door iets NIET te doen, zoals bijvoorbeeld het niet bebouwen van een natuurgebied of het niet boren naar schaliegas
  • het houdt geen rekening met de maatschappelijke kosten van maatregelen – het onderscheidt überhaupt niet duidelijk tussen kosten en baten

Waarschijnlijk vergeet ik nog iets, maar het idee is duidelijk. Als we welzijn willen bevorderen is de groei van het BBP een middel met beperkte werking. Niettemin heeft het als politieke doelstelling de hoogste prioriteit.

Terug naar de stelling waarmee ik dit blog begon. Alvorens ik aan de hand van wetenschappelijk onderzoek de juistheid van deze stelling ga aantonen wil ik eerst iets zeggen over hoe we economische groei proberen te bevorderen. Daaruit zal al blijken hoe vreemd we bezig zijn, ’to say the least’. Als ik het hierna over economische groei heb, dan heb ik het over de groei van het BBP. Hoe bevorderen we de groei van het BBP? Een aantal maatregelen in willekeurige volgorde:

  • Het verlagen van de rente waartegen de centrale bank geld uitleent. Daardoor wordt er makkelijker geleend, komt er meer geld in omloop, en stijgt het BBP (hoopt men – er kan ook meer gespaard worden)
  • Directe geldschepping door centrale banken (‘quantitative easing’) met hetzelfde doel
  • Het stimuleren van investeringen door subsidies, direct of verkapt (met name op fossiele brandstoffen)
  • Bevordering van lenen, zowel door bedrijven (goedkoop geld, gunstige leningsvoorwaarden; dat zit ook al in de voorgaande punten) als door particulieren (bijvoorbeeld door een hypotheekrenteaftrek)
  • Lonen laag houden (dat bevordert de export en daarmee de productie, hoopt men. Overigens leidt dit tot een overschot op de betalingsbalans, waar tegenover natuurlijk een tekort in andere landen moet staan, zoals bijvoorbeeld Griekenland)
  • Lonen verhogen (dat bevordert de consumptie; en dan maar hopen dat de productiekosten niet navenant meestijgen, hoewel dat voor de groei van het BBP niet verkeerd is – maar het kan wel leiden tot een te hoge inflatie, waardoor het geld minder waard wordt. Dat bevordert weer het maken van schulden).
  • Investeren door de overheid
  • Dereguleren van het financiële systeem, in de hoop dat daardoor de banken en andere financiële instellingen groeien, en er daardoor meer geld in omloop komt. Dat heeft tot 2008 uitstekend gewerkt, tot, net zoals in 1929, het hele systeem dreigde in te storten, waardoor er weer iets meer gereguleerd werd. Dus is er nu een lobby vanuit de bankwereld om weer minder te reguleren. Dat zal op zekere termijn ook wel gebeuren.
  • Zo min mogelijk beperkende regels voor multinationals, zoals de olie industrie en de autoindustrie (Volkswagen!)
  • Het afsluiten van Internationale handelsverdragen (zoals het Trans-Atlantisch handelsverdrag, TTIP. Interessant dat er een sterke weerstand bestaat tegen het afstaan van soevereiniteit aan de democratisch gecontroleerde Europese Unie, maar dat met name politici er bijzonder weinig moeite mee hebben om soevereiniteit af te staan aan (vooral Amerikaanse) multinationals, die via arbitrage of het dreigen daarmee onze overheid aan banden kunnen leggen. Deze handelsverdragen zouden de investeringen bevorderen, maar in landen als Brazilië en Australië, die het zonder arbitrage doen, blijkt dat het weinig verschil maakt)
  • Belastingverlaging.

Samenvattend zien we dat al deze maatregelen, voor zover ze al een effect hebben op de groei van het BBP, ook aanzienlijke nadelen met zich meebrengen, zoals stijging van schulden (particulier en collectief), onevenwichtigheden in het economisch systeem, enzovoort. Wat betreft de overheidstekorten op de begroting: gehoopt wordt altijd op zogenaamde inverdieneffecten door de toenemende economische groei – maar die zijn vaak lastig aantoonbaar. Ook zien we dat sommige maatregelen volledig tegen elkaar inwerken. Het toont alleen hierdoor al aan hoe raar we bezig zijn (collectieve waanzin).images Maar het wordt nog erger. In een volgend blog zal ik dieper op de relatie tussen de groei van het BBP en enkele andere cruciale variabelen ingaan. Lees en huiver. Pas daarna zal ik aandacht besteden aan de vraag: hoe of wat dan wel?

Wordt vervolgd.

 

© 2009-2015  De Totale Waanzin

 

Het groeidossier. Deel 1. Het kan niet meer.

Het is merkwaardig. Ieder politiek regiem in de hele wereld streeft economische groei na. Vrijwel iedere econoom acht dit een begerenswaardig doel. Terwijl we daar toch al jaren meer schade dan voordeel van hebben. Ik vond dat zo opmerkelijk, en ook zo bizar, dat ik besloten heb – mede op aanraden van een vriend, Jan Paul voor de insiders –  er eens wat dieper in te duiken. Van het een kwam het ander, en intussen heb ik over dit fenomeen een heel dossier opgebouwd. Ik ga u daar stapje voor stapje deelgenoot van maken. Het zal de komende tien blogs wel in beslag nemen – dus als u er niet in geïnteresseerd bent, jammer dan. Misschien zal ik naar aanleiding van de actualiteit deze serie af en toe onderbreken, maar vaak zal dat niet zijn.

Behalve een analyse van economische groei zal ik ook alternatieven aandragen, die veel verder gaan en ook fundamenteler zijn dan begrippen als groene groei, circulaire of duurzame economie. Ik zal namelijk aantonen dat we het heil daarvan op korte termijn niet kunnen verwachten.

Alle blogs zullen op elkaar aansluiten, en ongeveer eens per week verschijnen. Maar als u er een keer niet toe komt om het blog van de week te lezen, ze staan allemaal op deze site, dus u zult uw verzuim altijd kunnen goedmaken.

Economische groei wordt gemeten aan de hand van het BBP: bruto binnenlands product. Zelf wordt dit gedeeltelijk gemeten aan de hand van de marktwaarde van de in een land geproduceerde goederen en diensten, maar voor zover dit niet mogelijk is, ook aan de hand van de inkomens. Dat zijn bijvoorbeeld de salarissen bij overheidsdiensten die niet direct in marktwaarde zijn uit te drukken, zoals bijvoorbeeld brandweer, politiediensten, onderwijs, natuurbehoud, thuiszorg, enzovoort.

In het volgende blog zal ik er op ingaan waarom dit BBP een bijzonder onnauwkeurige maat is de-economische-groei-van-de-reactie-27287389voor welzijn, zelfs voor welvaart, en wat we teweegbrengen door de nadruk te leggen op de groei daarvan. Ook zal ik dan, in het voetspoor van economen als Adam Smith, John Stuart Mills en John Maynard Keynes, de grondleggers van het huidige economische systeem,  aantonen dat voortgaande economische groei in deze zin onmogelijk is.

Wat het economische deel van het betoog heb ik me onder andere gebaseerd op de publicatie van Jeroen van den Bergh voor WWWfor Europe (welfare, wealth, work), waarop eerder gemelde Jan Paul van Soest me attendeerde.  Zie:  https://www.foreurope.eu/fileadmin/documents/pdf/PolicyPapers/WWWforEurope_Policy_Paper_019.pdf. Voor hen die zich meer in de technische details van mijn betoog willen verdiepen kan ik deze publicatie zeer aanbevelen.

Wordt vervolgd.