Maandelijks archief: januari 2018

Me too! ?

“Could this be it? Might the American Century actually clock out at just 72 years, from 1945 to 2017? No longer than Louis XIV ruled France? Only 36 months more than the Soviet Union lasted, after all that bother? The question sounds preposterous.” (Karl Vick in Time).

After a year of Trump administration and after his presentation in Davos one sees many publications evaluating the first year of his being in office. Most authors who are  opposing his policy – does he have a policy? – come to the conclusion that the damage that Trump is causing generally turns out not so bad as expected. The economy is blooming, , many of President Trump’s intentions are not (yet) executed and he didn’t succeed in getting more than one law through Congress. He doesn’t seem very effective. This is a miscalculation.

In my blog of December 28 I showed the harm caused by the tax reform alone. Butthere is much more. Many departments (Environment, Education, Science, Justice) are headed by cynical opponents of their own department. Trump’s most influential adviser (Stephen Miller)  is an extreme reactionary man. Global warming is actively promoted. The Foreign Secretary is driving away professional diplomats. Tenths of reactionary judges are appointed in federal courts. Economic regulation is abolished wherever possible, and so the base is laid for the next financial crisis. Internet neutrality will be deleted, so that the public has to pay more for many services that are free now, and organizations like Facebook, Google and Spotify can make more profit (as you know they can’t make ends meet withy a free internet). Many foreign leaders are insulted and brutalized. The democracy and the constitutional state is in danger. This government is, through social media and with the help of the extreme right press, poisoning the culture of freedom, justice and dignity that so long dominated the American way of life. America is loosing its moral leadership in the world. What is left is brute military power en economic dominance (as long as we in the rest of the world accept the dollar as international currency). So no potential conflict can be solved by negations anymore – only by force or economic suppression.

Who are these people who have no mercy with the poor and homeless, who miss any decency, and are openly or covertly racist. Well, they are the heirs of all of us, who endorsed a culture in which the market and return on investment were the most important values, instead of beauty, brotherhood and unity. Me too: I must confessthat in the recent past I regularly also preferred matter and immediate satisfaction above mind, spirit and a deeper sense of joy and harmony. And even today this sometimes is a difficult choice.?

Will the democrats win the 2018 an 2020 elections? Maybe, but I am not so sure. They too let themselves corrupt by the present situation. If you use a noble goal – amnesty for the 800.000 ”Dreamers’ –  as a means to obstruct the budget process in Congress, you are doing exactly what the Republicans did during the Obama government: sabotaging. This goal shouldn’t be used to justify the end: obstruction, power play. Then people start thinking: you see: “they are all the same”.

Anyway, let us not be blinded by the people who say: this Trump government is not so serious, not so much of a problem. It is. So let’s stay open and be vigilant. And speak up when necessary. Then maybe not all is lost.

 

 

Source: Frans Verhagen in NRC/Hanelsblad,  january 20.

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

Zo moge het zijn.

De situatie waarin wij als mensheid zijn komen te verkeren doet mij denken aan de tijd dat ik te horen kreeg dat ik kanker had. Ik voelde me niet ziek, maar was wel in levensgevaar. Als de kanker zou uitzaaien zou ik er nu niet meer geweest zijn. Anderzijds was de kans echter reëel dat ik het zou overleven. Zoals u merkt was het laatste het geval, en ik heb er niets aan overgehouden.

Het nam enige tijd in beslag voordat ik destijds zekerheid had, en al die tijd leefde ik in spanning. Tegelijkertijd werd ik me ervan bewust hoe kostbaar het leven is en hoe fragiel mijn lichaam. Ik ging scherper waarnemen. Dat bleek al meteen de eerste week nadat ik het schokkende bericht ontving. Ik moest direct geopereerd worden, maar zou de volgende week op wintersportvakantie gaan. Na enige aarzeling werd me dat toegestaan door de behandelende arts. Zelden heb ik zo intens genoten van een vakantie, en de schoonheid van het winterse berglandschap zo intens ervaren. Tegelijkertijd sloot ik in die tijd vrede met de dood, ook al had ik nog lang geen zin om van het leven afscheid te nemen.

Als mensheid verkeren we thans in een soortgelijke situatie. We verkeren in levensgevaar, maar het zou ook  kunnen dat we het overleven. Natuurlijk gaat de metafoor enigszins mank: de tijdsspanne is heel anders; de meesten van ons zullen de daadwerkelijk extinctie niet meer meemaken en worden niet acuut met de dood bedreigd. En ook zou het kunnen zijn dat een deel van de mensheid het overleeft, terwijl miljarden anderen in de catastrofe omkomen. Het is dus niet: overleven of sterven, maar er is ook een derde mogelijkheid: zwaargewond doorleven. Maar toch,  zodra we tot eenheidsbewustzijn komen en ons identificeren met de ‘family of man’ – en is dat niet het doel van elke spirituele ontwikkeling? – dan is er wel degelijk een overeenkomst te zien tussen de situatie van een individu dat kanker krijgt (en wellicht nog kan overleven) en de situatie waarin we nu collectief verkeren.

In mijn vorige blog heb ik de vraag gesteld of het nog wel zinvol is de werkelijkheid onder ogen te zien, als die er zo grimmig uitziet. Ik heb toen gesteld dat ik denk dat dit wel zo is, maar dat het afhankelijk is van hoe we erop reageren. De analogie met kanker geeft ons wat dat betreft enige aanwijzingen.

In de eerste plaats is het van belang dat we ons de kostbaarheid van het leven realiseren, het ten volle ervaren en genieten, en tegelijkertijd vrienden worden met de dood. Dat lijkt een tegenstrijdigheid, maar is het merkwaardigerwijs niet. Hoe meer we het leven vieren, en des te intenser we het leven,  des te meer kunnen we ons verzoenen met het afscheid als onze tijd is gekomen.

In de tweede plaats is het van belang dat we onze aandacht gaan richten op de  zaken die er wezenlijk toe doen: schoonheid, liefde, eenheid, verwondering, licht, stilte. Omdat van binnenuit te kunnen doen – en niet alleen maar op mentaal niveau – is spirituele groei nodig, en die komt vaak niet vanzelf. Er is aandacht, oefening, tijd en inspanning voor nodig. De werkelijkheid onder ogen zien helpt daarbij.

En in de derde plaats is het natuurlijk niet verkeerd om intussen te doen wat nodig is. Met name niet meer vliegen, met het openbaar vervoer reizen en geen vlees eten verhogen de kans dat het allemaal iets minder erg wordt. Bovendien geven dit soort handelingen onszelf een goed gevoel, ook nooit weg.

Deze drie reacties zijn natuurlijk ook op zichzelf waardevol. Maar ook is deze levenshouding een voorwaarde om tegelijkertijd te leven in vol bewustzijn van wat er gaande is, en toch met vreugde en voldoening in het leven te staan. Het is ook de enige manier om het leven ten volle te leven en in dit leven te doen wat je te doen hebt, en te geven wat je te geven hebt. Zo moge het zijn.

 

 

Leven op het randje

Door niets werd de onbenulligheid van de Nederlandse politiek en (de meeste) televisiejournalistiek beter geïllustreerd dan door de Buitenhof uitzending van afgelopen zondag. In een uur slaagden interviewer Paul Witteman en premier Marc Rutte er in de tijd te vullen met volstrekt nietszeggende prietpraat. Wat bijvoorbeeld niet aan de orde kwam was een vraag in de trant van: ‘meneer Rutte, u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat duurzame groei voorlopig niet mogelijk is en alle groei voorshands bijdraagt tot de klimaatcatastrofe waar we in volle vaart op af stevenen? Kan u dat helemaal niet schelen?’ *)  Of: ‘meneer Rutte: ‘u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat alle groei voorshands bijdraagt tot een steeds grotere ongelijkheid in de wereld? Hoe denkt u dat op te lossen, of althans die trend te keren?’ Enzovoort.

Van premier Rutte kan je je deze onnozelheid nog voorstellen – hij  heeft per slot nog nooit iets anders gezegd en bovendien wordt hem, noch door de journalistiek, noch door de tweede kamerleden ooit het vuur na aan de schenen gelegd. En ook van Paul Witteman had ik niet meer verwacht, na een leven waarin hij voortdurend lof heeft geoogst en zijn ego daardoor uiteraard is gegroeid tot onhanteerbare proporties. Maar van de redactie van Buitenhof. . . ? Treurig.

Ik ben door vrienden, relaties en familieleden vaak getypeerd als een doemdenker of alarmist. Zelf zie ik dat zo niet. Im zie mezelf meer als iemand die de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet, maar daarnaast hoop houdt op een waardige wereld (en dat ook uitdraagt). Eigenlijk ben ik te optimistisch. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het boek dat ik met Jan Paul van Soest in 2008 heb gepubliceerd: De Aarde heeft koorts. Hoewel we weliswaar een doemscenario van 4 graden opwarming als waarschijnlijkheid beschrijven blijken we daarbij op twee manieren veel te optimistisch te zijn geweest. In de eerste plaats is een opwarming van 4 graden of meer inmiddels vrijwel zeker, en in de tweede plaats zijn de door ons aldaar beschreven gevolgen verre onderschat. Bovendien besteden we in dat boek veel aandacht aan wat we er nog aan zouden kunnen doen, en spreken we de hoop uit dat dit ook gaat gebeuren. Maar zoals we allen weten is dat niet gebeurd, en zijn we ook wat dat betreft door de werkelijkheid achterhaald.

Wie echt wil weten hoe het er met de wereld voorstaat leze The Uninhabitable Earth  van David Wallace-Wells uit New York Magazine. **) Als u dat doet moet u wel doorlezen tot het eind, anders eindigt u in een depressie. De laatste alinea biedt nog enige hoop.

Maar de vraag is natuurlijk wel, als het er echt zo rampzalig voorstaat met onze wereld, en er nog maar zo weinig aan te doen lijkt, waarom zouden we daar dan nog aandacht aan geven? Daar worden we dan immers alleen maar treurig van? Waarom zouden we niet leven vanuit een houding van’ Na ons de zondvloed’?

Toch denk ik dat het wel degelijk zinnig is om de werkelijkheid zoals die is onder ogen te zien, hoe beroerd er dat ook uitziet. Maar het hangt er daarbij wel van af hoe we met die waarneming omgaan. Daarover hoop ik de volgende week met u te spreken.

 

*) Zie bijvoorbeeld het interview met Kate Raworth, econoom, in NRC/Handelsblad van 17 Januari j.l.

**) https://nymag.com/daily/intelligencer/2017/07/climate-change-earth-too-hot-for-humans.html

 

 

Homo spiritus, homo mechanicus of homo servus? – III

Er zijn in de geschiedenis van de mensheid altijd perioden en momenten geweest waarin een veelheid van  mensen zich heeft onderworpen aan een externe autoriteit (God, priester, goeroe, demagoog), godsdienst, ideologie of hype ten koste van hun individuele autonomie. Ook heden ten dage zien we dat gebeuren. Het kan zich op massale schaal voordoen (nazisme, fascisme, communisme, godsdienst), of op kleinere schaal (goeroe’s, sektes). Het kan eeuwen duren (middeleeuwen), jaren, of enkele dagen of uren (bijv. in voetbalstadions of bij massademonstraties). Een merkwaardig aspect van dit verschijnsel is dat de mensen in een dergelijk proces in hoge mate hetzelfde gedrag vertonen en hetzelfde denken, maar vaak weinig diepgaand onderling contact hebben (zie bijvoorbeeld: Kurt Baschwitz, Denkend mens en menigte, 1940). Ze blijven relatief geïsoleerde individuen.

De interessante vraag die zich nu voordoet, zullen we ons ook op die manier gaan uitleveren aan de grote, zelflerende intelligenties die in de komende tijd zullen worden ontwikkeld? Zullen we ons in ons dagelijks gedrag laten leiden door de adviezen, of zelfs instructies die deze systemen aan ons voorleggen, met name als blijkt dat die adviezen en instructies veel sneller en veel effectiever tot voor ons heilzame gevolgen leiden dan we dat zelf kunnen doen?

Maar zal het echt zo zijn, dat die adviezen, instructies en ‘handelingen (via ‘cyborgs’) van die systemen altijd heilzaam zijn? Dat hangt van een paar dingen af. In de eerste plaats van hoeveel die systemen van ons weten. Het is nu al zo dat Facebook, Google, Amazon en dergelijk organisaties al meer weten over onszelf dan we zelf op een rijtje hebben, dus dat ze vaak beter lijken te weten wat we in bepaalde situaties moeten doen of kiezen dan wijzelf. Het valt te verwachten dat in de nabije toekomst dit nog verder geperfectioneerd gaat worden.

In de tweede plaats hangt het er van af hoe die systemen geprogrammeerd gaan worden. Wat is het doel waarnaar zij streven? Is het zo dat die systemen altijd werken tot heil van het individu of van de collectiviteit? En wat zullen de systemen doen als er tegenstrijdigheid ontstaat tussen de effecten van verschillende handelingen? Is het bijvoorbeeld geoorloofd mensen te doden om erger onheil te voorkomen, en waar ligt in dat geval de grens? (Een interessante case is aan de orde in het toneelstuk Terror, nog te zien in Juni 2018, zie https://www.ntk.nl/voorstelling/terror. Ook science fiction, zoals de roman Ik, robot, van Isaac Asimov, gratis uitgedeeld door Openbare Bibliotheken, laat zien waar die situatie toe kan leiden ).

Wat zal het worden? Zal de post-humane mens, de homo spiritus, meester blijven over de intelligentie-systemen, of zullen we er slaaf van worden (homo servus)? En in het laatste geval: wie zijn de meesters? De (super-)rijke bezitters van de systemen? Maar zij zijn niet in staat die systemen te programmeren. Dus misschien zijn het de weinige techneuten die deze systemen nog min of meer begrijpen, en ze min of meer kunnen programmeren die de werkelijke meesters zijn. In dat geval mag je hopen dat zij geen cyborgs zijn, want dan is de kans niet uitgesloten dat de zelflerende systemen de macht overnemen, en de techneuten zelf ook slaven worden.

Ik denk dat onze enige hoop gelegen is in de menselijke geest, waarin we dus allereerst moeten geloven, en die we dan vervolgens zo goed mogelijk moeten ontwikkelen. Die geest zal dan beseffen, dat moeilijkheden en pijn een onlosmakelijk deel uitmaken van het leven zelf, en dat we gemakzucht niet boven alles zouden moeten stellen en niet zouden moeten streven naar een uitsluitend soepel en gladjes verlopend bestaan. Een  dergelijk bestaan zou armoedig en leeg zijn. Als velen van ons zich dat realiseren, kan het zijn dat de toekomst niet is aan de systemen, maar aan de homo spiritus, die dan zelf kan beoordelen of, en in welke mate, die systemen bijdragen tot ons welzijn, en in hoeverre en op welke wijze hij van die systemen gebruik wil maken. Intussen raad ik u aan om uiterst kritisch te zijn met het toelaten van gadgets en apparatuur in uw huis of auto, en zeker in uw lichaam (of dat van uw kinderen!), die verbinding heeft met internet. U heeft die apparatuur al (bijvoorbeeld uw navigatiesysteem, thermostaat, telefoon of computer), dus u kunt er maar beter zeker van zijn dat die apparatuur niet op oneigenlijke wijze gebruikt wordt.

 

Verantwoording.

Deze blogs over KI zijn sterk geïnspireerd door: Dorien Pessers, Afscheidscollege op de VU, 7 juli 2017, zie De Groene Amsterdammer, 7 september 2017; het artikel van Christian Jongeneel in Het Technisch Weekblad van 8 dec. 2017: Kunstmatige intelligentie, van hype naar hype; en het boek van Yuval Noah Harari, Homo Deus, 2017.

 

 

 

Homo spiritus, homo mechanicus of homo servus? – II

Gaat kunstmatige intelligentie (KI) ons overheersen?

In een vorig blog (21 december) heb ik gesteld dat het antwoord op deze vraag mede afhangt van hoe we de mens zien: als een elektrochemisch systeem van algoritmen, of als een beest met geest, om Troelstra even te citeren.

In het eerste geval is een uiteindelijke overheersing door zelflerende systemen, zoals die nu al ontwikkeld worden door Google en Amazon, erg waarschijnlijk. Het is in dat geval namelijk heel gemakkelijk om een verbinding te maken tussen mens en machine (het virtuele systeem), door elementen van dat systeem in de mens te implanteren. In feite gebeurt dat nu al in de medische praktijk. Zo worden automaatjes geïmplanteerd, die bij suikerpatiënten de insuline afgifte reguleren, of pacemakers, die de hartritmes regelen. Het is een kleine moeite om die implantaten te verbinden met een virtueel systeem, dat dan vervolgens meer kan regelen dan hetgeen waarvoor die implantaten bedoeld zijn. Zo zullen er ook hersenimplantaten beschikbaar komen, die gestoorde hersenfuncties, als gevolg van een beroerte of herseninfarct,  kunnen overnemen. De volgende stap is dan dat ook meer gecompliceerde stoornissen, zoals Alzheimer, Parkinson of Multiple Sclerose op die manier kunnen worden verholpen. En als laatste niet ondenkbare mogelijkheid kunnen meer mentale hersenfuncties, zoals de gewetens- of wilsfunctie door implantaten worden aangestuurd. Dit is echter zo’n complex proces, dat dit alleen maar zal kunnen als die implantaten met een groot zelflerend systeem zijn verbonden. Voor die mensen is dan de overheersing door KI een feit. En het zou kunnen zijn dat dit zo ‘perfect’ werkt, dat niet alleen zieke mensen, maar ook gezonde mensen op dit soort systemen kunnen worden aangesloten. Het is denkbaar dat daar massaal gebruik van wordt gemaakt. De mensen hebben volgens deze visie immers geen vrije wil, dus als gezien wordt dat de systemen op het eerst gezicht effectiever en succesvoller zijn dan het per definitie beperkte menselijk brein, dan is de ‘keuze’ snel gemaakt. We gaan dan leven in een wereld die overheerst wordt door ‘cyborgs’ (cybernetic organisms): humanoïde robotten, oftewel de posthumane mens, de homo mechanicus.*)

Dit alles zou ook nog kunnen gebeuren via het ‘internet der dingen’. Er worden dan gadgets in je huis of in je auto geplaatst, die behalve datgene doen wat ze moeten doen (thermostaat, zelfsturende auto, enz.) ook opnemen wat er in je huis of in je auto gebeurt. Deze gegevens worden dan weer opgenomen door de zelflerende systemen, die op die manier nog weer meer over je te weten kunnen komen. Vervolgens kunnen vanuit die ‘dingen’ ook weer instructies gestuurd worden naar je hersenen – al zal dat nog vrij lastig zijn als er in je hersenen of elders in je lichaam niet een ‘ontvangsttoestel’ is geplaatst.

Als de mens echter een ‘beest met geest’ is met een vrije wil, dan ligt de zaak wat gecompliceerder. Weliswaar kan ook in dat geval de route van geest via hersenen naar bewustzijn en gedrag geblokkeerd worden door een virtueel systeem, maar dan wordt daar wel bewust voor gekozen. En het is heel wel denkbaar dat een aanzienlijk aantal mensen daar dan niet voor kiest. Zij zien dan willens en wetens af van de voordelen die aansluiting op het virtuele netwerk biedt, omdat ze niet door het netwerk gedomineerd willen worden. Zelfs is het denkbaar dat deze mensen op een bewuste wijze gebruik kunnen maken van KI, terwijl ze zelf meester blijven. Deze mensen zijn dan geen cyborg maar een verbeterde versie van de humane mens: de homo spiritus.**)

Welke kant zal het opgaan, en wat zullen in beide gevallen de consequenties zijn? Daarover in het volgende blog.

 

*) De term is van Dorien Pessers, Afscheidscollege op de VU, 7 juli 2017, zie De Groene Amsterdammer, 7 september 2017.

**) Yuval Noah Harari gebruikt hier de term: Homo Deus, de mens als scheppende God. Zie zijn boek met die titel, 2017.