Maandelijks archief: juli 2019

Schuld en schaamte

Het schijnt dat je het woord slaaf niet meer mag gebruiken. Het moet zijn tot slaaf gemaakte. Zo ben ik ook geen Nederlander, maar een in Nederland geborene. Geen psycholoog, maar een in de psychologie opgeleide. Geen blanke, maar een witte man. En ik mag het ook niet meer hebben over arbeiders. Weet u wat? Ik houd het maar gewoon op slaaf.

De discussie over slavernij leeft weer op naar aanleiding van het onderzoek van Brandon en Bosma naar de economische betekenis van de slavernij praktijk voor Nederland in de 18e en 19e eeuw. Daarbij kwam ook nog koti keti (de bevrijding van de ketenen) op 1 juli: de herdenking van het slavernijverleden. De bedoeling van deze discussie is dat we ons voor ons verleden gaan schamen en ons daar schuldig over gaan voelen, en dat er herstelbetalingen worden uitgekeerd aan nabestaanden.

Het is misschien vreemd, maar ik voel me eigenlijk helemaal niet schuldig over dat verleden. De periode waarover het gaat ligt nu 150 jaar achter ons, en voor zover ik weet hebben mijn voorouders geen slaven gehouden en geen slavenhandel bedreven. Maar zelfs als ze dat wel hadden gedaan voel ik me daar nu niet meer verantwoordelijk voor. En wat ons collectieve verleden betreft: er is veel wat daar mooi in is, en ook veel wat minder mooi is. Dat geldt voor iedereen ter wereld, en ons daarover schamen lijkt me dus niet zo zinvol.

Ik denk dat er wel andere dingen zijn waarover we ons schuldig zouden kunnen voelen. Bijvoorbeeld dat we hier in luxe leven op kosten van de boeren en, jawel, de ‘arbeiders’ in ontwikkelingslanden.*) Dat we te weinig betalen voor essentiële grondstoffen. Dat we bijdragen tot het uitputten van de bodem, hier en elders. Dat we mobiele telefoons en andere apparaten kopen waarvoor zeldzame mineralen onder onmenselijke arbeidsomstandigheden worden gedolven. Dat de meeste (goedkope) kleding die we massaal aanschaffen eveneens geproduceerd wordt onder condities die je het best kunt kenschetsen als een hel op aarde. Dat we er maar niet in slagen onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Ikzelf bijvoorbeeld heb een voetafdruk van 4,5 ha, terwijl ik maar recht heb op 1,8 ha.

©NRC

Ik denk wel eens dat de de discussies over het slavernijverleden en ons koloniale verleden de aandacht afleiden van waar die feitelijk op gericht zou moeten zijn: op hoe we NU nog steeds de wereld kolonialiseren en hele bevolkingen uitbuiten.

Om mijn voetafdruk op peil te houden ga ik de komende drie weken op vakantie, met een ongemakkelijk gevoel, dat wel.

IN VERBAND DAARMEE VERSCHIJNT ER DE KOMENDE DRIE WEKEN GEEN BLOG!

*) Oxfam-Novib rapport van 2 juli j.l.: “Nog altijd is uitbuiting een vast ingrediënt van veel supermarkt producten.” (Trouw, 3 juli 2019)

Het onbegrijpelijke mysterie.

Wat is de relatie van ons collectieve bewustzijn met de onzichtbare werelden? Met die vraag beëindigde ik mijn vorige blog. Om op die vraag een antwoord te vinden moeten we ons allereerst realiseren dat ons collectieve bewustzijn zelf deel uit maakt van die werelden. Het bewustzijn manifesteert de fysieke werkelijkheid, maar maakt daar zelf geen deel van uit. Onze vraag wordt dan: wat is de relatie tussen ons collectieve bewustzijn en de overige onzichtbare werelden?

In oktober 2018 heb ik in deze blogs uitvoerige geschreven over de niet zichtbare werelden. Volgens mij is het zo dat die werelden gewoon naast ons bewustzijn kunnen bestaan. Maar misschien is er ook overlap, namelijk als het gaat om de schepping van onze fysieke wereld. Ik heb gesteld dat deze fysieke wereld door ons bewustzijn is geschapen, maar het is waarschijnlijk dat daar een centrale scheppende kracht achter zit, of deel van uitmaakt, die in het Christendom gedefinieerd wordt als God, in de Islam als Allah, in het Jodendom als יהוה, in de gnostiek als de demiurg, in het Taoïsme als Tao, in het Hinduisme als Brahma en en in de Vrijmetselarij als Opperbouwmeester des Heelals.

Sommige mystici hebben verklaard deze scheppende kracht direct of indirect ervaren te hebben. Zelf heb ik de directe ervaring niet, maar wel heb ik een aantal belevenissen gehad die ik als openbaringen van het goddelijke ervaren heb. Je kunt je overigens afvragen of deze kracht, het goddelijke, immanent is aan ons bewustzijn, of daarbovenuit stijgt, transcendent is. In dat laatste geval moeten we onze schepping beschouwen als een co-creatief proces: we scheppen samen met de Eeuwige. Dat laatste geloof ik, samen met bijvoorbeeld iemand als Neale Donald Walsch (Conversations with God). En dat roept dan weer de vraag op wat de Eeuwige motiveerde om onze wereld te scheppen. Het voert te ver om mijn geloof hierover in dit blog uiteen te zetten. Wie wil weten hoe ik daar over denk leze Voor niets gaat de zon op, pagina 94. Maar misschien is het veel interessanter daar voor uzelf op te reflecteren.

Tot slot: stel dat de ziekte waaraan we leiden terminaal is; dat alle leven op aarde ten einde komt en er een levenloze dode planeet, zoals Mars, overblijft. Is die planeet dan nog steeds een schepping van ons bewustzijn? Ik zou zeggen van wel. De consequentie van die gedachte is dat ons bewustzijn ons fysieke bestaan zal overleven. We blijven waarnemen, niet alleen de aarde, maar zelfs de kosmos zoals wij die kennen. Is die dan ook een manifestatie van ons bewustzijn?

Uiteindelijk lopen mijn reflecties over het bewustzijn uit op een voor mij onbegrijpelijk mysterie, en daar sta ik bepaald niet alleen in. En daarom ga ik voorlopig maar weer eens over tot de orde van de dag. Volgende keer over meer tastbare zaken.