Er zijn (veel) mensen die kunnen communiceren met dieren of met planten. Zij krijgen soms duidelijke boodschappen door van die dieren of, bij planten, van de ‘deva’s’ (bovennatuurlijke wezens) van hun soort. (Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Deva_(godheid) ). Ik zelf heb die kundigheid niet, al heb ik wel de ervaring van intuïtieve inzichten (openbaring), of innerlijke leiding op mijn levensweg. En ook kan ik door een boom te beschouwen en aan te raken, wel degelijk contact beleven, Maar boodschappen ontvang ik niet. De Findhorn Foundation daarentegen is voor een belangrijk deel gebaseerd op leiding van uit de bovennatuurlijke wereld, de onzichtbare werelden (https://www.findhorn.org).
Een bevriende collega heeft een intensief contact met de deva’s van bomen. Zij heeft nu een boek het licht doen zien, waarin ze de boodschappen die ze de laatste jaren heeft doorgekregen heeft opgeschreven.*) Dat is eigenlijk een wonderlijk proces, als je er over nadenkt. Want het lijkt me niet dat de deva’s direct communiceren in haar taal (Engels). Ze zullen ook niet precies onze manier van denken hebben. Toch komen de boodschappen over in duidelijke zinnen en begrijpelijke denkbeelden. Dat heeft er toe geleid dat sceptici deze boodschappen helemaal niet zien als berichten vanuit de bovennatuurlijke wereld maar als een fantasie van de eigen geest. Ik zelf geloof echter, ook op grond van mijn eigen ervaringen, dat onze geest in een onlosmakelijke verbinding staat met de geest van het al, inclusief de onzichtbare werelden (daarover heb ik eerder geschreven in verscheidene blogs; zoek onder ‘onzichtbare werelden). Het maakt dus eigenlijk niet uit wie die boodschappen vanuit de bomen- of deva-energie ‘vertaalt’ in het Engels: het kan de deva zijn of onze eigen geest.
Hoewel de deva’s van de verschillende bomen (en het bos of woud als geheel) elk unieke eigen boodschappen hebben is er toch een algemene trend te zien. Die kan ik samenvatten als volgt: we zijn allemaal één, de bomen, de natuur, de mensen, maar veel mensen hebben het bewustzijn daarvan verloren. Dat betekent dat ze zich geen deel weten van de natuur maar de natuur zien als een productiemiddel, en haar zelfs in brand steken. Dat heeft er toe geleid dat de levende wereld geheel uit balans is geraakt, en grote delen daarvan nu zelfs in levensgevaar verkeren. Dit proces is nog te keren; met andere woorden, we zijn nog te redden, als wij, de mensen, ons bewust worden van het feit dat we onlosmakelijk deel zijn van de natuur, en met haar, en in het bijzonder met de bomen, contact maken en gaan samenwerken.
Deze boodschap roept drie vragen bij me op. Hoe kunnen we dat doen: contact maken met de bomen en er op een dieper niveau mee in verbinding komen (met name als we daar geen natuurlijk aanleg voor hebben)? En twee: hoe stellen we ons dat in concreto voor: samenwerken met de bomen (en de overige natuur)? En tenslotte: is samenwerken met de natuur, hoewel een noodzakelijke voorwaarde, ook voldoende om de mensheid te redden? Ik denk dat daarvoor ook collectieve, structurele en wellicht ook technische maatregelen nodig zijn – al is het wel van belang dat die genomen worden vanuit de achtergond van eenheidsbewustzijn. Anders leiden die alleen maar tot meer ellende. Vragen om over na te denken en te comtempleren: misschien worden de antwoorden ons dan gegeven.
*)Judy McAllister, Forest Voices, When Nature Speaks, 2018, https://Forest Voices when nature speaks