Maandelijks archief: maart 2020

Het begin van ‘The Great Turning’?

“Het wordt nooit meer zoals het geweest is.” Deze uitspraak wordt toegeschreven aan Den Uyl, na de oliecrisis (In werkelijkheid zei hij: “Zo bezien, keert de wereld van voor de oliecrisis niet terug.”). Maar daar had hij toch niet helemaal gelijk in. Na de oliecrsisis was er maar een kleine verandering. Hooguit werden we meer de slippendragers van misdadige regimes, zoals dat van Saoedi-Arabië.

As je er van enige afstand naar kijkt, blijkt de ontwikkeling van na de Tweede Wereld oorlog steeds dezelfde richting te zijn opgegaan, met slechts enkele rimpelingen, zoals de Tsjernobyl crisis. De val van de muur in 1989 versterkte ontwikkelingen die al gaande waren. Alleen de aanslag op de Twin Towers heeft wezenlijk wat veranderd, en niet ten goede: terrorisme, oorlog, achterdocht, polarisatie en overheidscontrole namen toe.

Maar nu: zal de wereld na deze Corona-crisis fundamenteel veranderen? Zou dit het begin kunnen zijn van wat Joanna Macy en David Korten beschrijven als de Great Turning? Alom worden mogelijke veranderingen geschetst, maar een Grote Omwenteling? Die gaat nog wel wat verder en zou volgens Joanna Macy drie dimensies hebben:

  • Het stoppen van ‘business as usual’, van alle handelingen en structuren, individueel en collectief, die onze wereld bedreigen.
  • Het ontwikkelen en (her)uitvinden van een maatschappij die het leven in al zijn facetten ondersteunt.
  • Een collectieve bewustzijnstransformatie in de richting van verbinding (religie) en eenheidsbewustzijn.

Een mooie samenvatting van deze conceptie van Joanna Macy vindt u op: https://www.activehope.info/great-turning.html. In een volgend blog zal ik nader op deze mogelijkheid ingaan. Intussen kunt u luisteren naar wat het Corna-virus daar zelf over te zeggen heeft: https://youtu.be/UEgl_TUYOZo.

© POLITICO MAGAZINE

Onbarmhartigheid.

De grote wereldgodsdiensten hebben vaak grote leraren of wereldleiders voortgebracht. Ik noem Gandhi, bisschop Desmond Tutu, de Dalai Lama. Verder zijn er onder de gelovigen natuurlijk miljoenen, wellicht miljarden mensen van goede wil. De belangrijkste waarden in het Christendom zijn barmhartigheid, rechtvaardigheid en compassie, en dat verschilt niet veel van de centrale waarden in de andere godsdiensten. En ook kunnen godsdienstige rituelen en gebed een heilzame invloed uitoefenen op onze spirituele ontwikkeling. Dit alles valt in te brengen tegen de kritiek op de wereldgodsdiensten die ik in mijn blog twee weken geleden naar voren bracht.

En toch. . . Hoe is het dan te verklaren dat, hoewel in Europa de Christelijke volkspartijen nog steeds domineren, zo’n hardvochtig asielbeleid wordt uitgevoerd? En dat we nog steeds maar doorgaan de bevolkingen in de ontwikkelingslanden uit te buiten? En dat er, met name in de lidstaten, zo onzorgvuldig met de natuur wordt omgegaan? En dat daar geen massaal protest tegen komt vanuit de bevolking? Dat is in vele andere landen waar een godsdienst domineert vaak niet anders. In Nederland hebben de partijen die daar wel meer werk van maken nauwelijks invloed op het beleid.

Terzijde: tijdens de kabinetsformatie van 2017 haakte GroenLinks af vanwege het asielbeleid. Dat wordt ze met name door het CDA en D66 tot op de huidige dag nagedragen. Ze zouden geen verantwoordelijkheid willen nemen voor het regeringsbeleid. Kennelijk impliceert voor het CDA en D66 (en later de CU) het nemen van verantwoordelijkheid het verloochenen van je principes en het sluiten van je hart.

Natuurlijk kun je dit povere natuur- en asielbeleid niet alleen afschuiven op de godsdienst. Het is ingebed in onze post-moderne cultuur – in de moderniteit was het trouwens niet veel beter. Maar een krachtig tegengeluid vormt de godsdienst in elk geval niet. Daarbij komt dat de krachtige structuren van Kerk en dogmatiek een beperkende invloed hebben op het denken van de (ex-) gelovigen, die zich daarvan vaak nauwelijks bewust zijn. Dat kan, minstens ten dele, het uitblijven van protest verklaren.

Alleen nog 2e hands verkrijgbaar

Tot zover mijn vertoog over godsdienst. Zonder geloof, in enigerlei vorm, vaart niemand wel, maar geloof is nog geen godsdienst. Het zou mooi zijn als de kerk zich zou beperken tot het faciliteren van bijeenkomsten waarin verbinding (religie), gebed en rituelen centraal staan, en zich niet zou verliezen in leerstelligheid en eigendunk.

Volgende week een gastcolumn: een reactie op onze collectieve onbarmhartigheid.

Sensus numinis – de beleving van de ‘bovenwereld’.

Vorige week schreef ik over de mijns inziens verderfelijke invloed van godsdiensten. Maar rond mijn veertigste jaar was ik nog niet zover, en trad ik toe tot wat toen nog de Hervormde Kerk heette. Ik had wel een probleem: ik kon de geloofsbelijdenis niet in letterlijke zin onderschrijven. ‘Ach’, zei dominee Ter Linden, ‘je moet hem niet zo letterlijk maar meer symbolisch nemen, en bovendien hoef je hem niet op te lezen – we zingen hem gezamenlijk. Dan voelt het heel anders.’ Een merkwaardig standpunt als je er achteraf over nadenkt.

Ik liet me overtuigen en deed belijdenis. Tijdens het zingen van de geloofsbelijdenis werd ik overvallen door een gevoel van diepe ontroering, deemoed en verbinding. Wonderlijk – gezien het feit dat ik de tekst nog steeds niet pruimen kon. Ik heb die ervaring later, meer of minder diepgaand, nog wel vaker gehad: bij het zingen van psalmen tijdens de completen in een klooster, tijdens een workshop bio-energetica, tijdens een boeddhistische retraite bij het zingen van mantra’s, tijdens een inwijding in de ‘hoge graden’ van de vrijmetselarij, en zeer recent in het Concertgebouw tijdens de liturgie van de heilige Johannes Chrysostomos van Sergej Rachmaninov. En deze opsomming is niet volledig. De teksten van de psalmen (in de op zichzelf prachtige vertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde) en van de liturgie van Rachmaninov roepen evenveel weerstand bij me op als de geloofsbelijdenis. Maar blijkbaar doet dat er niet toe.

Kennelijk zit er in het geloof, of in de rituelen en teksten daarvan, toch iets verborgen wat uitstijgt boven de verderfelijke kant die ik in mijn vorige blog heb belicht.

Het kan aanleiding geven tot wat Rudolf Otto ‘Das Gefühl des Überweltlichen’, sensus numinis, heeft genoemd. Anders gezegd: we komen in contact met het heilige, in de woorden van Otto: iets wat ongrijpbaar buiten de mens is en hem raakt. Het is ontzagwekkend en anders. De vraag hoe we dat element van het geloof kunnen behouden en niet met het verwerpen van de godsdienst het kind met het badwater weggooien (in verband met het Christendom een interessante beeldspraak . . .? ) behandel ik in het volgende blog.