Het initiatief van Michiel Zonneveld voor een nieuw Plan van de Arbeid is bijzonder waardevol.*) Een dergelijk Plan, mits aanvaard, is een broodnodige voorwaarde voor een betere samenleving. Als ik er in dit blog een paar kritische kanttekeningen bij plaats, dan is dat dus niet om het Plan af te schieten, maar om een bijdrage te leveren aan een hopelijk brede maatschappelijke dialoog.
Mijn eerste kanttekening betreft de naam. Michiel heeft gekozen voor de naam Plan van de Arbeid. Hij had daarvoor een aantal redenen. De eerste: deze naam verwijst naar het uitzonderlijk succesvolle Plan uit 1935, dat na de oorlog met brede instemming volledig is uitgevoerd. Verder stelt hij dat zinvolle Arbeid een wezenlijke voorwaarde is voor een vervuld bestaan, en daarmee voor het algemeen welzijn. Hij rekent overigens ook vrijwilligers werk en onbetaalde arbeid voor het gezin tot deze zinvolle Arbeid. Ik ben het met deze gedachtengang wel eens, maar stel daar tegenover dat Arbeid, hoe zinvol ook, maar een deel uitmaakt van de samenleving. Genieten van de natuur, kunst (passief en actief, inclusief kookkunst), tuinieren als hobby, sportbeoefening, spel in het algemeen, ontdekken en onderzoeken (ook buiten de wetenschap) enz. enz. zijn eveneens wezenlijk onderdelen van het leven en essentieel voor een waardevolle wereld. Vandaar dat ik zou pleiten voor een ander label: een Plan voor de Toekomst.
Mijn tweede kanttekening betreft de doelstelling van het Plan. Michiel kiest voor ‘ertoe doen’ . Het gaat er om dat iedereen het gevoel heeft ertoe te doen; van betekenis te zijn in de wereld. Dat is zeker een waardevol doel, maar ik heb wat bedenkingen bij hoe hij dat doel uitwerkt. Hij maakt dit gevoel sterk afhankelijk van externe voorwaarden. Daarbij wordt minder aandacht besteed aan wat een ieder daar zelf aan kan doen. In het algemeen wordt, als een reactie op de neo-liberale filosofie, waarbij iedereen maar voor zichzelf moet zorgen, mijns inziens te weinig aandacht besteed aan ieders eigen verantwoordelijkheid. Het Plan is niet alleen een reactie op het neo-liberalisme maar ook op die spirituele stromingen die stellen, dat als we maar aandachtig en bewust (leren te) leven, het met de wereld ‘vanzelf’ goed zal komen. Het plan wijst erop dat daarvoor echt ook structurele projecten en veranderingen nodig zijn. Ik ben het daar van harte mee eens, maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Persoonlijk en spirituele ontwikkeling, met name zelfinzicht en zelfwaardering, zijn mijns inziens net zulke wezenlijke voorwaarden voor een mooie samenleving als systeemveranderingen. Woorden als ‘respect’ of ‘zorg’ (voor jezelf, voor elkaar, voor de dieren en de natuur, en voor de wereld als geheel; en ook van de samenleving voor jou) dekken de intentie van het Plan mijns inziens beter dan ‘ertoe doen’.
Een ander probleem met het Plan is: hoe krijgen we daarvoor de handen van op elkaar als er dit keer niet zo’n concrete ramp als een WO II aan vooraf gaat, en het maatschappelijk middenveld veel zwakker is georganiseerd als destijds. Daarover de volgende keer.
.
*) Zie mijn blog van vorige week, en Michiel Zonneveld, Plan van de Arbeid, 2023