Schaarste

We leven in toenemende mate in het “rijk van de schaarste” . Ondanks de steeds toenemende welvaart in dit deel van de wereld lijken we steeds meer schaarste te scheppen: schaarste aan grondstoffen, aan schone lucht en water, aan ruimte, aan tijd, aan natuur, aan voedsel voor de hongerenden, aan geld voor openbare orde, onderwijs en gezondheidszorg. Ook binnen de organisatie rukt de schaarste op: aan tijd, aan persoonlijke aandacht, aan geld (we moeten voortdurend meer produceren met minder mensen en voor lagere kosten), aan zowel hooggeschoold als ongeschoold personeel – of, in een andere periode, aan werkgelegenheid – , aan visionair leiderschap, en zo meer. Is dat een obiectieve wetmatigheid of scheppen we deze schaarste zelf? Zouden competitie, afgunst en nabootsing misschien een motor zijn van de schaarsteschepping? Of de eenzijdige aandacht die we hebben voor “shareholders”? Welke prijs betalen we daarvoor, zowel persoonlijk als in de organisatie? En hoe kunnen we met de schaarste omgaan? En als we deze ontwikkeling willen doorbreken, hoe kunnen we dat dan doen? De antwoorden op dit soort vragen zijn zelden algemene recepten, maar dienen toegesneden te zijn op ieders persoonlijke situatie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *