Hoe nu verder?

In mijn vorige blog vroeg ik me af waarom het humanisme niet in staat is gebleken een dam op te werpen tegen nihilisme, racisme, populisme en nationalisme. Ik zie hiervoor een aantal redenen, en beperk me daarbij tot de situatie in Nederland (van andere landen weet ik onvoldoende af).

In de eerste plaats heeft het humanisme in Nederland zich onder invloed van het Humanistisch Verbond  (HV) sterk rationalistisch ontwikkeld. Daarmee spreekt het minder tot het hart, en voldoet het niet aan de behoeften van diegenen die niet gewend zijn aan redeneren en analyseren.

In de tweede plaats is het HV er niet in geslaagd een plek van veiligheid en geborgenheid te bieden voor diegenen die door de het wegvallen van de vooroorlogse structuren en de verzakelijking van de werkomstandigheden geïsoleerd in de wereld zijn komen te staan. Dat hangt samen met het eerste punt: de bijeenkomsten van het Verbond zijn voor grote groepen mensen te intellectualistisch. Ook mist het HV rituelen, die tot verdieping en verbinding zouden kunnen leiden.

In de derde plaats is het Nederlandse humanisme (en zelfs het internationale humanisme) sterk beïnvloed door de uitgangspunten (de zogenaamde postulaten) van Jaap van Praag (medeoprichter en jarenlang voorzitter van het HV). Die vindt men op de website van het Humanistisch Verbond. Het zijn vijf stellingen over het wezen van de mens, en vijf stellingen over de aard van de werkelijkheid. Hier zijn ze in beknopte samenvatting: De mens is volgens de postulaten van Van Praag: natuurlijk (in plaats van bovennatuurlijk), verbonden (in plaats van geïsoleerd), gelijk (in plaats van ongelijk), vrij (in plaats van onvrij), redelijk (in plaats van onredelijk). In het wereldbeeld van Van Praag is de wereld: ervaarbaar (in plaats van gedacht), bestaand (in plaats van een verschijning), volledig (in plaats van onvolledig of verwijzend naar iets anders), toevallig (in plaats van bedoeld) en dynamisch (in plaats van onveranderlijk). Deze stellingen zijn zeer interessant en het overdenken waard, maar ze spreken niet iedereen aan. Met name de stellingen  over het redelijke karakter van de mens, en over de volledigheid en de toevalligheid van de ervaarbare wereld roepen vragen op.

In de vierde plaats mist het humanisme een concrete visie op waar we met zijn allen naar toe zouden moeten gaan. Er zijn wel humanistische idealen die voortvloeien uit de humanistische waarden: verantwoordelijkheid voor de medemens, de samenleving en de natuur; rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en persoonlijke vrijheid. Maar die waarden zijn niet vertaald in een concrete visie die grote groepen mensen aanspreekt. En daarmee heeft het humanisme ook geen slogan die mensen in beweging brengt.

En tenslotte: het humanisme in Nederland heeft niet een leider voortgebracht die in staat was de brede massa te bereiken en in beweging te brengen. Van Praag, die jarenlang gezichtsbepalend was voor het Nederlandse humanisme, heeft samen met anderen veel tot stand gebracht: met name de emancipatie van de buitenkerkelijken. Hij heeft vele mensen geïnspireerd, is persoonlijk veel mensen tot steun geweest en heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van geestelijke verzorging en humanistische vorming. Maar een leider die grote volksmassa’s aansprak, zoals bij ons Den Uijl en in America Obama,  is hij niet geweest.

Het naoorlogs humanisme, hoe beloftevol ook, heeft zijn eigen doelstelling (nog) niet gehaald. Hoe nu verder? Het stelt diegenen die met de humanistische waarden en doelstellingen sympathiseren voor een interessante uitdaging: wat nu? Wordt vervolgd.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *