Bijna onvoorstelbaar.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Is ons met het blote oog of middels instrumenten waarneembare universum het enige universum dat er is? Daar wordt in de natuurkunde en kosmologie verschillend over gedacht.

Zoals ik in mijn blog van 19 augustus heb uiteengezet moeten de natuurkundige condities op een planeet heel specifiek op elkaar zijn afgesteld wil er leven op een planeet mogelijk zijn. Niettemin neemt men heden ten dage aan dat er in een universum, waarin zich honderden miljarden planeten bevinden, het uiterst onwaarschijnlijk is dat er niet nog meerdere planeten zijn waarop leven mogelijk en zelfs realiteit is. Evenzo kan men stellen dat het in de onmetelijke kosmische ruimte uiterst onwaarschijnlijk is dat daarin slechts één biofiel universum is ontstaan, temeer daar het ons bekende universum, hoewel nog steeds uitdijend, ruimtelijk begrensd is. De meerderheid van de kosmologen gaat uit van het bestaan van ontelbare universa naast het onze (tezamen multiversum geheten), hoewel er ook kosmologen zijn die een kleiner aantal of in het geheel geen parallel universum poneren. Hoe we ons zo’n multiversum ruimtelijk moeten indenken gaat mijn voorstellingsvermogen te boven.

Zelf ga ik uit van de werkhypothese dat er naast ons waarneembare universum nog zes andere soortgelijke universa bevinden, roterend om een centraal volmaakt universum dat de zetel bevat van de oorsprong. Er kunnen later meer universa geschapen worden, maar voorshands zijn er dus zeven plus het centrale andersoortige universum. Interessant aan deze these is dat de oorsprong dus een ruimtelijke plek heeft. Wij kunnen deze universa (nog) niet direct waarnemen – de afstanden zijn te groot. Het centrale gedeelte van ons eigen universum kunnen we wel waarnemen: dat is de melkweg. Vanaf nu zal ik trachten de termen universum en heelal niet meer door elkaar te gebruiken. Het woord universum beperk ik dan voor de acht genoemde universa, terwijl ik het woord heelal zal gebruiken voor de totale ruimte waarin die universa zijn ontstaan en waarin wellicht weer nieuwe universa zullen ontstaan. Hoe kom ik aan deze ideeën?

Mijn ideeën over de universa en de oorsprong daarvan zijn, behalve op mijn innerlijk weten en openbaringen (waarover later meer), gebaseerd op vele schriftelijke bronnen, met name op geschriften die duidelijk geïnspireerd zijn vanuit een boven-natuurlijke werkelijkheid. Hoewel aan deze geschriften een ‘hogere’ waarheid ten grondslag ligt, zijn ze toch allemaal opgeschreven (en vaak later bewerkt) door mensen. Dat betekent dat de ‘hogere’ waarheid nooit ongefilterd tot ons komt. Deze geschriften bevatten allemaal menselijke ruis. Daarom maak ik geen onderscheid tussen de oude wijsheidsgeschriften onderling, en tussen die geschriften en een aantal andere in trance of door een spirituele gids geschreven boeken. Boeken die me in de loop van mijn leven bijzonder geïnspireerd hebben zijn (onder vele, vele, andere): de bijbel, de Bhagavad Gita, de Seth-boeken (Jane Roberts), de Tao te Tjing (Lao Tse), Jonathan Livingstone Seagull (Richard Bach), Conversations with God (Neale Walsh), Laat het verleden los (Krishnamurti) en recentelijk: The Urantia Book. Temidden van de parels van wijsheid bevatten al deze schrifturen ook metaforen die je niet letterlijk hoeft te nemen, en soms zelfs zaken die niet waar zijn. Het is dus van belang ze altijd ook kritisch te bekijken.

De werkhypothese waarvan hierboven sprake was komt uit The Urantia Book, dat me de laatste tijd zeer heeft geboeid en dat mede de aanzet was tot het schrijven van deze serie blogs. Niettemin staan er in Urantia een aantal feitelijke onwaarheden, feiten die overeenkomen met de stand van de wetenschap uit de tijd waarin Urantia werd geschreven (de twintiger jaren), maar die door de moderne wetenschap zijn achterhaald. Urantia zegt daar zelf over:

Wij weten heel goed dat, terwijl de historische feiten en religieuze waarheden van deze serie openbaringspresentaties zullen blijven staan in de archieven van de komende eeuwen, binnen een paar jaren veel van onze verklaringen met betrekking tot de natuurwetenschappen zullen moeten worden herzien als gevolg van aanvullende wetenschappelijke ontwikkelingen en nieuwe ontdekkingen. Deze nieuwe ontwikkelingen voorzien wij zelfs nu al, maar het is ons verboden dergelijke door mensen nog niet ontdekte feiten in de openbaringsverslagen op te nemen. Laat het duidelijk zijn dat openbaringen niet noodzakelijkerwijs geïnspireerd zijn. De kosmologie van deze openbaringen is niet geïnspireerd.

Misschien kom ik later nog eens op Urantia terug*). Maar eerst volgende week: hoe kan de oorsprong zich aan ons openbaren, anders dan indirect middels geschriften?

*) Voor wie voordien al meer willen weten over het Urantia Book, verwijs ik weer naar https://en.wikipedia.org/wiki/The_Urantia_Book.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *