Auteursarchief: Erik van Praag

Nieuwe Amsterdammers.

Als een statushouder (SH) (zie mijn blog van vorige week) een woning krijgt toegewezen, dan krijgt hij een zogenaamde afsprakenbrief. Daarin wordt hij/zij uitgenodigd om allereerst de woning te bezichtigen en te controleren of alles in orde is en zo ja, het huurcontract te tekenen.

Die woning is dan door de woningbouwcorporatie gerenoveerd, dus als regel in goede staat. Op dezelfde dag dient de SH zich dan te melden bij de gemeente, Dienst Wonen, om huurtoeslag aan te vragen, en contracten af te sluiten voor energie- en waterlevering. Daar wordt hij/zij allereerst van harte gefeliciteerd met de woning en welkom geheten, en vraagt de ambtenaar of de woning hem/haar bevalt (als regel is dat het geval en is de SH er heel erg blij mee). Dan krijgt de SH een bedrag afhankelijk van het woningoppervlak voor aanschaf van vloerbedekking, en krijgt een lening aangeboden van € 1600, € 2250 voor een echtpaar of gezin, voor aanschaf van de benodigde spullen. Die moet worden terugbetaald in 36 maandelijkse termijnen, die van zijn/haar uitkering worden afgetrokken. Hij/zij wordt ingeschreven bij woningnet (entreegeld wordt betaald door de gemeente) en krijgt het adres van vluchtelingenwerk, alsmede een lijst van adressen waar hij/zij zijn/haar woninginrichting kan kopen dan wel tweedehands of gratis kan verkrijgen. Zijn/haar huurtoeslag wordt aangevraagd, en alle formulieren worden door de ambtenaar in overleg met de statushouder ingevuld, zodat hij/zij alleen maar hoeft te ondertekenen. Temslotte wordt hij ingeschreven bij het bevolkingsregister van de gemeente.

Precies een week later moet de sh zich melden bij de dienst Werk, Participatie en Inkomen (WPI), alwaar de uitkering wordt aangevraagd en de ziektekostenverzekering wordt geregeld. Ook daarvoor moeten formulieren worden ingevuld en getekend. Tevens krijgt hij/zij dan een gift van € 600 (alleenstaande) of € 1000 (partners). Dit is in grote lijnen de gang van zaken.Er zijn nog wel enkele details, of uitzonderingen waarbij het anders gaat, maar dat laat ik nu maar rusten. Bij dit hele best gecompliceerde proces proberen we, als er een vrijwilliger beschikbaar is, de statushouder te begeleiden en te adviseren. Zij zijn daar meestal heel blij mee, want het is moeilijk om meteen door de vele bomen het bos te zien.

Zodra de gemeente Amsterdam van het COA (Centraal Opvangorgaan Asielzoekers) opgave heeft gekregen van het aantal statushouders dat ze moeten huisvesten, coördineert de Directie Wonen de hele procedure: overleggen met de woningbouwverenigingen en de logistiek van het hiervoor genoemde proces. Dat loopt bijna altijd op rolletjes. Ook hiervoor wil ik de gemeente graag complimenteren, al ligt hier natuurlijk ook een redelijke rijksregeling aan ten grondslag. Ik ben benieuwd of de nieuwe regering hierop wil bezuinigen; zo ja, dan krijgen we ongetwijfeld binnen afzienbare tijd Belgische toestanden, alwaar de asielzoekers intussen op de openbare weg slapen – bijvoorbeeld in Brussel. We zullen zien. *)

En hiermee besluit ik mijn beschouwing over de gemeente Amsterdam in relatie tot statushouders. Ik wou het even aandacht geven, omdat ik er zo’n goed gevoel over heb. En een mens wil wel eens geprezen wezen.

*) Terzijde: Landelijk gezien gaat slechts maximaal 10 % van de vrijkomende sociale huurwoningen naar statuszoekers. In gemeenten waar niet zo’n woningschaarste is als in Amsterdam is dat geen probleem, maar in Amsterdam, waar de wachttijd voor starters kan oplopen tot 15-20 jaar, is dat wel zo. De toewijzing van verplichting tot huisvesting gaat namelijk evenredig aan het aantal inwoners per gemeente. Daarbij wordt geen rekening gehouden met lokale omstandigheden, die sterk kunnen wisselen.

Welkom.

Vandaag wil ik eens de lofetrompet steken over twee afdelingen van de gemeente Amsterdam: de diensten Wonen (DW) en Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) heb ik frequent met deze diensten te maken. Als aan statushouders een woning is toegewezen, dan begeleid ik ze bij het zich vestigen in de woning en in Amsterdam.

Voor diegenen die niet op de hoogte zijn: statushouders zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen en dus in Nederland mogen wonen. Zij hebben als regel een verblijf van enkele jaren in een AZC (asielzoekerscentrum) – vaak met vele verhuizingen van het ene AZC naar het andere – achter de rug. Eerst een periode tussen asielaanvraag en het verkrijgen van de status; daarna een periode van een half tot twee jaar die verloopt tussen het verkrijgen van de status en de woningtoewijzing. De omstandigheden in het AZC zijn soms okay, maar vaak uitermate sober. Dan krijgen ze de status en de woning en moet er van alles gebeuren: bezichtiging en accepteren van de woning (alles moet werken), tekenen huurcontract, inschrijving bij de gemeente, het kopen en leggen van de vloer, aanschaf van de volledige woninginrichting, aanvraag huur- en zorgtoeslag, afsluiten energie- en watercontract, het afsluiten van een lening, het afsluiten van de zorgverzekering, en nog een aantal details die ik hier maar achterwege laat. Je kunt je voorstellen dat een statushouder die pas uit het AZC komt makkelijk in de brei van al die benodigde activiteiten en formulieren die hij moet tekenen kan verdrinken. Daarom probeert VWN de statushouder bij dit proces te begeleiden, maar helaas hebben we momenteel te weinig vrijwilligers, zodat sommige statushouders het alleen moeten doen. Maar gelukkig is het in Amsterdam zo geregeld dat ze goed worden opgevangen door de gemeente.

In dit verband moeten statushouders zich twee keer melden op het stadhuis (zorgloket). Voordat ik de hele procedure die ze moeten doorlopen ga uitleggen wil ik eerst iets anders zeggen. Ik ben getroffen door de buitengewoon sympathieke wijze waarop de ambtenaren van DW en WPI de statushouders tegemoet treden. Ze worden hartelijk welkom geheten, en gefeliciteerd met de woning. En ook daarna is de hele werkwijze erop gericht de statushouders zoveel mogelijk van dienst te zijn, ze soepel door de bureaucratische procedures heen te helpen en ze zonodig gerust te stellen. Ik heb niets dan lof voor de houding van de ambtenaren. Na alle – vaak terechte – kritiek die we soms hebben op de bureaucratie mag dit ook wel eens gezegd worden.

En ik moet ook zeggen dat de procedure in Amsterdam op zichzelf, hoewel bureaucratisch van karakter, ook bijzonder goed in elkaar zit. Daarover de volgende keer.

De onzichtbare werelden aanroepen.

Het kwaad komt voort uit een tekort aan bewustzijn.
(Boeddha)

Onze wereld wordt gedomineerd door dwazen, schurken, boeven en misdadigers. Zij veroorzaken willens en wetens oorlogen, de destructie van onze leefomgeving, enzovoort – u weet het zelf wel (overigens met de medeplichtigheid van ons allen doordat we het laten gebeuren). Er zijn natuurlijk ook mensen van goede wil, maar die richten weinig uit tegen de rampen die ons, veroorzaakt door de schurken, bedreigen. Dit doet de vraag reizen, of deze boeven ooit kunnen veranderen. Dat kan niet door ze te overtuigen; daarvoor zitten ze te veel vast in starre denkpatronen. Maar misschien kan het door Genade.

De geest van het heden bezoekt Scrooge

In dit verband moest ik recentelijk denken aan A Christmas Carol van Charles Dickens. Daarin wordt de schurk Scrooge bezocht door zijn overleden compagnon, en daarna door drie geesten, die hem meenemen op een reis door verleden, heden en toekomst. Dat is zo’n ingrijpende ervaring, dat Scrooge abrupt verandert in een menslievende man. Je kunt het lezen als een droom van Scrooge, maar het wordt verteld alsof het meer een uitstapje is naar een andere wereld. Hij krijgt de kans daardoor te veranderen – dat is de Genade.

Dit is natuurlijk maar een sprookje, maar zou zoiets ook in werkelijkheid kunnen gebeuren zijn bij een of meer van de schurken? Het lijkt me onwaarschijnlijk, maar onmogelijk is het niet. In het geval van Scrooge gebeurde het in de kerstnacht, en dat is het natuurlijk niet altijd. Hoe meer we er echter in slagen het hele jaar door een sfeer van welwillendheid en vrede uit te stralen, hoe groter de kans dat iets daarvan hen ook bereikt. En daarmee is de kans groter dat de genade hen toevalt. Het uitstralen van welwillendheid en vrede is ook overigens effectiever dan agressief op het kwaad reageren, want daarmee geven we de schurken juist energie.

Wat overigens ook zou kunnen werken is als hen een bijna-doods-ervaring (BDE) toevalt. Het blijkt dat mensen na een BDE meestal diepgaand zijn getransformeerd. Zij voelen zich verantwoordelijker voor de wereld om hen heen en hun persoonlijkheid straalt liefde uit. Dat zou ook zo kunnen werken bij hen die destructief met onze wereld omgaan.

Ik geloof niet dat de dwazen en schurken dit soort diepe ervaringen als droom kunnen hebben – daartegen vormen hun starre denkpatronen een afdoende barrière. Maar ik geloof wel in het bestaan van onzichtbare werelden, van waaruit ze bezocht kunnen worden. Dat geloof geeft me trouwens ook hoop voor onze toekomst, en maakt het mogelijk om op zinnige wijze voor de schurken te bidden en de hulp van de onzichtbare werelden in te roepen. Desgewenst kunt u mijn blogs van oktober en november 2018 over de onzichtbare werelden er nog eens op nalezen.

Overigens: om welwillendheid en vrede uit te stralen is het van belang dat we het kwaad in onszelf herkennen en erkennen, zodat we er voor kunnen kiezen het te parkeren, en het niet in ons gedrag te laten meespelen. We kunnen ons dan verwant voelen met de schurken, die uiteindelijk onze broeders zijn, al hebben we veel moeite hen te accepteren.

Ik heb het altijd al geweten.

Erich From

In de laatste decennia heeft ‘het geweten’ veel aan betekenis ingeboet.
(Erich Fromm)

In Januari 2022 (6, 13, 20) en oktober van dat jaar heb ik uitvoerig over de ziel geschreven. Toch zijn daar enkele essentiële elmenten niet aan de orde gekomen. Ik doel daarbij op de ‘heilige’ wond, het ‘heilig’ contract en het geweten die alle drie deel uitmaken van onze ziel. Dat wil zeggen dat we in aanleg daarmee geboren worden.

De ‘heilige’ wond is de pijn waarmee we ter wereld komen. Ik geloof dat we allemaal met zo’n wond geboren worden. Waar komt die wond vandaan? Dat weten we niet echt, maar een analyse van de voorgeschiedenis van ons geslacht kan er vaak wel enig licht op werpen. Hoe dit zij, de wond is er al voor onze geboorte, en dus afkomstig uit de onzichtbare werelden; vandaar de kwalificatie ‘heilig’. Het is een opgave in dit leven om die wond te (her)ontdekken en te transformeren tot heilzame actie (ons stukje van de planetaire puzzel).

Het ‘heilig’ contract is onze levensmissie. Dit contract is ook al voor de geboorte gesloten, maar dat is aanvankelijk in dit leven vergeten1). Derhalve moet dit ook (her)ontdekt worden, zodat het in je leven uitgevoerd kan worden en je daarvan de voldoening oogst. Vaak is er een verbinding tussen de wond en het contract – ze kunnen fuseren in je hart – en daarmee vervul je je levensopdracht.

Het geweten is datgene wat je altijd al geweten hebt, maar waarvan je je als kind (nog) niet bewust bent. (Terzijde: dat is wat er in het transformatiepel in de de enveloppe van het persoonlijk onbewuste zit). Het bevat twee soorten inhoud: inzicht over hoe de werkelijkheid in elkaar zit (inzicht in het ware2), en richtlijnen over wat je moet doen en laten (inzicht in het goede3). Dit laatste inzicht dient wel onderscheiden te worden van de normen die je met de paplepel zijn ingegoten, want dat zijn de normen van je omgeving waarvan je nog maar moet zien of die ook onveranderd voor jou gelden.

Het geweten moet onderscheiden worden van wat ik eerder (2 juni 2022) de gedachtenafstemmer heb genoemd: de persoonlijke inwoning van de oorsprong van alles. Beide vormen een richtlijn voor je dagelijks leven en voor de principiële keuzes die je in je leven kunt maken. Daarom is het van belang naar hen te luisteren als je bijvoorbeeld een bijdrage wilt leven aan het behoud van de democratie, waarover ik vorige week sprak. Moge de ziel in onze levens naar buiten komen, en zo de uitspraak van Erich Fromm waarmee dit blog begon logenstraffen.

.

1): Dit proces wordt beschreven door Plato in boek 10 van De Republiek, weergegeven door Caroline Myss in Sacred Contracts, 2002
2): Vgl. Immanuel Kant: Kritik der reinen Vernunft (1781)
3): Vgl. Immanuel Kant: Kritik der praktischen Vernunft (1788)

Recht maken wat krom is.

Heel weinig mensen geven echt om vrijheid, om de waarheid, echt heel weinig. Heel weinig mensen hebben lef, het soort lef waarvan een echte democratie afhankelijk moet zijn. Zonder mensen met dat soort lef sterft een vrije samenleving of kan het niet worden gevormd
(Doris Lessing)

Als we actie zouden willen onder nemen ter verdediging van onze democratie, welke actie kunnen we dan ondernemen?

De eerste stap is natuurlijk dat we ons van het gevaar bewust worden. Hoe klein ik toen nog was, ik heb toch nog herinneringen aan de oorlog en weet dus hoe vreselijk het was om onder een autocratisch bewind te leven. Zo erg als toen zal het misschien niet gauw worden, maar leven in een staat als Hongarije lijkt me ook niet fijn. Ter voorkoning daarvan kunnen we de volgende dingen doen:

  1. In de eerste plaats: natuurlijk stemmen op een partij die de rechtstaat 100 % steunt. Onderschat daarbij ook niet het belang van lokale verkiezingen. De VVD en de NSC komen nu niet meer in aanmerking: ze onderschatten het gevaar door de PVV en de BBB te legitimeren en er mee samen te werken.
  2. Lid worden van en actief worden in een partij of een organisatie die staat voor rechtstaat en democratie.
  3. Organisaties steunen, materieel of door actie, die ook van belang zijn voor de democratie, zoals een vakbond of omroep, en je abonneren op een krant of tijdschriften die wat dit betreft ook een belangrijke rol vervullen.
  4. De dialoog of het debat aangaan op je werk, in vrienden- en familiekring, in sociale situaties en op internet. Je stem verheffen als er uitspraken worden gedaan die discriminerend zijn of tegen de rechtstaat ingaan. Niet proberen anderen te overtuigen, maar gewoon je uitspreken en je bezorgdheid delen. Kwalijke verschijnselen signaleren, ook door ingezonden brieven in de mainstream media.
  5. Deelnemen aan demonstraties, bijvoorbeeld van XR of de klimaatbeweging, of voor cultuurbehoud.
  6. In het algemeen: je geweten laten spreken. Je geweten wat is dat eigenlijk? Kan je geweten zich ook uitspreken vóór een autocratie? Daarover volgende week.

Er is ongetwijfeld nog wel meer te bedenken, maar dat laat ik graag aan de lezer over.

Wat kunnen we leren van John Bull?

What could possibly go wrong?
(Engels gezegde)

Engeland mag dan de voetbalwedstrijd gewonnen hebben, met het land als geheel gaat het wat minder. Citaat: In 2015 wat het bbp per hoofd van de bevolking in Engeland volgens de Wereldbank precies gelijk aan dat van Nederland. In 2022 waren de Nederlanders echter bijna 25 % rijker. . . Onder de Conservatieven gaat bijna elke maatstaf de verkeerde kant op. De reële lonen stagneren al meer dan tien jaar. 4,2 miljoen kinderen in Groot-Brittannië leven in armoede. Schoolgebouwen brokkelen af en gevangenissen zijn overvol. Veel gemeenten hebben het faillissement uitgesproken of staan op het punt dat te doen. Bijna de helft van de treindiensten heeft vertraging en het hogesnelheidsspoorproject HS2 is grotendeels geannuleerd. Het ouderenzorgsysteem verkeert in een crisis, net als de universiteiten en de geliefde National Health Service. In Groot-Brittannië staan nu 7,6 miljoen mensen op een wachtlijst voor behandeling in het ziekenhuis, waaronder driehonderdduizend die al meer dan een jaar wachten.*) Dit is doordat de Conservatieven een programma hebben uitgevoerd dat als twee druppels water lijkt op wat onze nieuwe regering van plan is. Dus dit is wat ons te wachten staat als we hier geen stokje voor steken. En dan spreek ik nog niet eens over de schade die het onderwijs, het klimaatbeleid en het cultuurbeleid oplopen.

Het kan allemaal nog erger – dat leren de voorbeelden van Rusland, China, Turkije, Hongarije, Iran en vele andere. Daar staan de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid onder druk. Daar zitten al vele mensen in de gevangenissen of in strafkampen vanwege hun overtuigingen. Het voorbeeld van Polen leert hoe moeilijk het is deze ontwikkelingen ongedaan te maken, als er een regeringswisseling plaats vindt. En denk niet dat deze ontwikkelingen bij ons niet plaats kunnen vinden. Dat kan wel, en daarom is het van belang dat we waakzaam blijven en de democratie actief onderesteunen. De ontwikkelingen in de genoemde landen vonden plaats omdat de bevolking passief bleef, net zoals nu in Nederland.

Wat betreft onze acties betreffende het klimaat weten we wel ongeveer wat we kunnen doen – al valt daar nog wel meer over te zeggen – maar wat kunnen we doen ter verdediging van onze democratie en rechtstaat? Daarover volgende week.

John Bull

*)Uit een artikel van Ben Coates in De Groene Amsterdammer van 4 juli j.l.

Zonnewende

Hij moet wassen, ik moet minder worden.
(Joh. 3:30)

20 juni j.l. was de zomer zonnewende. Ik heb daar altijd een wat dubbel gevoel bij. Enerzijds vieren we in ons deel van de wereld de langste dag waarop het licht tot volle wasdom is gekomen, maar tegelijkertijd worden vanaf die datum de dagen weer korter. Alles gaat voorbij.

Ik was tijdens de zonnewende in Amerika op familiebezoek, maar gelukkig vierde mijn loge om logistieke redenen dit feest pas op 28 juni, zodat ik er bij kon zijn. In de vrijmetselarij is deze dag gewijd aan Johannes de Doper: de wegbereider van het licht. Maar dat is er toch al? Ja, het fysieke licht, dat het symbool is van het oorspronkelijke Licht (een manifestatie van de scheppingskracht, Gen. 3), dat in onze wereld nog zichtbaar moet worden.

In deze St Jan’s viering werd de dubbelheid van deze dag prachtig in een gedicht verwoord door een van onze broeders. Dit gedicht raakte en ontroerde me, en daarom wil ik het graag met u delen.

Zijn wij dieren?

Duurzaam leven zit niet in de aard van het beestje, zoals een hond ook niet in staat is om een deel van de biefstuk in zijn etensbak tot de volgende ochtend te bewaren.
(Frank Ankersmit in Trouw van 3 juni 2024)
Begeerte heeft ons aangeraakt.
(uit de Internationale, socialistisch strijdlied)

Zijn wij dieren? Ja, natuurlijk. Maar zijn we ook in staat onze dierlijke instincten te overstijgen? Als je kijkt naar de uitslag van de Europese verkiezingen lijkt dat niet zo. Het grootste gevaar dat ons bedreigt, de extinctie door de opwarming van de aarde, blijkt bij de verkiezingen voor het Europees parlement geen rol van betekenis te hebben gespeeld. En het blijkt ook uit onze leefstijl. We zijn nog niet bereid onze instant bevrediging een beetje te verminderen voor het klimaat, of voor onze veiligheid. Toch geloof ik dat we daartoe wel in staat zijn – wat blijkt als we sparen voor een grote uitgave (reis of aanschaf). We moeten er dus maar het beste van hopen.

Ik zit met een probleem. Men zegt dat als we ons te pessimistisch uiten over de klimaatcatastrofe we de meeste ontvangers van onze boodschap van ons vervreemden. Zij willen het niet horen. Men zegt ook dat als onze politici en andere invloedrijke figuren zich zouden uiten als doemdenkers ze hun kiezers en invloed zouden verliezen. Als reactie wordt de klimaatramp als een wat minder ernstig en urgent probleem voorgesteld. En schetst men een mogelijke en leefbare toekomst, ook al is die onwaarschijnlijk. Maar als onze ‘leiders’ daarmee ons gedrag en onze keuzen willen beïnvloeden, blijkt dat ook onvoldoende te werken, getuige wat ik hierboven heb gezegd.

Anderzijds zijn er toch ook wel veel gezaghebbenden die stellen dat als je ernst van de situatie niet expliciet duidelijk maakt mensen ook niet in beweging komen.

Ik zit zelf ook met dit dilemma. Als ik ieder blog zou opschrijven wat ik aangaande onze perspectieven als mensheid werklijk denk, verlies ik binnen de kortste tijd al mijn lezers. Maar als ik de feiten verdoezel, ben ik ook niet geloofwaardig. Ik nodig u graag uit te volgen hoe ik in de komende tijd met dit dilemma worstel, en tegelijkertijd om ook zelf over dit probleem na te denken.

Schuldig?

Vergeten te stemmen? Gestemd op populistisch rechts?

Er is geen zonde zo groot als onwetendheid
(Joseph Rudyard Kipling)
Als jij jaarlijks naar Thailand vliegt, staan je kleinkinderen straks in de fik.Wil je dat?
(Frank Ankersmit in Trouw, d.d. 3 mei 2024)

Ik word een beetje moe van de excuus cultuur: excuses over het slavernijverleden, over oude oorlogen in Indonesië en Nieuw Guinea, over het gebrek aan verzet in WO II, kortom, over alles wat we verkeerd deden in het verleden. Ik vind die excuses goedkoop, zolang we niets wezenlijks doen aan de misdaden die we momenteel bedrijven. We brengen de wereld onnoemelijke schade toe door onze leefstijl en consumptiegedrag. Dat geldt ook voor hen die goedwillend zijn ten aanzien van klimaat, biodiversiteit, arbeidsomstandigheden elders in de wereld, of wat dan ook, zoals ik zelf. Ook ik doe mee aan die leefstijl, en zoals ik al vorige week schreef, daardoor voel ik me schuldig.*) Bovendien zijn we, zoals Karl Jaspers en Hanna Arendt stellen, medeplichtig aan het overheidsbeleid, ook al zouden we het zelf anders willen.

Vorige week weet ik onze gevoeligheid voor schuld aan de Christelijke traditie, maar het blijkt dat de beroemde Karel de Grote daar ook sterk aan heeft bijgedragen, met behulp van zijn retoricus Alcuinus. Dit wordt uiteengezet in een artikel in De Groene (15 mei 2024, nr. 20) van Thor Rydin. In dit artikel wordt verder beschreven hoe Karl Jaspers vier vormen van schuld onderscheidt: juridische, morele, metafysische (op grond van ethiek) en politieke. De eerste drie vormen komen alleen op individueel vlak voor, alleen de politieke is collectief. Jaspers stelt dat wij mensen de plicht hebben de politieke schuld om te smelten tot een morele: omdat politieke schuld zonder verdere morele begeleiding maatschappijen ontwricht en democratieën ondermijnt. Korter gesteld: de democratie mag niet alleen aan de politiek worden overgelaten.

Schuldig.

Het blog komt twee dagen eerder in verband met de Europese verkiezingen. Ik ben verantwoordelijk.
(antwoord van zuster Pilothea op de vraag wie er verantwoordlijk was voor de oorlogen in Joegoslavië)
Onwetendheid is geen onschuld maar zonde.
(Robert Browning)

Onze ‘beschaving’ is geworteld in de Christelijke traditie. Zonde speelt in die traditie een centrale rol. ‘De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’ (Heidelbergse catechismus). De erfzonde rust als een last op ons en volgens de hoofdstroom in het Christendom kunnen we van deze last verlost worden door de genade Gods, die we alleen kunnen ontvangen door het geloof in Jezus Christus en diens opstanding uit de dood. Met de secularisatie is de algemene verbreiding van dit dogma sterk afgenomen, maar in het verborgene leeft dit voort in de vorm van het gevoel tekort te schieten. Dat heeft te maken met de klimaat verandering. 96 % van de mensen weet dat de klimaatverandering plaats vindt en geheel of voor een deel door de mens wordt veroorzaakt; dat is dus ook door onszelf (bron: CBS). Tegelijkertijd beseft men dat we daar in feite te weinig tegen doen. We dragen bij tot de klimaatcatastrofe door ons consumptiegedrag en onze leefstijl. (Terzijde: daardoor dragen we ook bij tot uitbuiting en ellende in de wereld.) De meeste mensen zijn zich daar wel van bewust, maar er zijn ook velen die deze kennis over onszelf zo oncomfortabel vinden dat ze het bewustzijn daarvan onderdrukken. Maar uit de psychologie weten we dat de kennis daarmee niet verdwenen is; deze leeft onbewust in ons voort en heeft van daaruit zijn uitwerking. Een van de gevolgen daarvan is het algemene schuldgevoel. Het maakt daarbij niet uit of de wetenschap over de klimaatramp en onze eigen rol daarin volledig bewust is of niet. Ook dit schuldgevoel kan onderdrukt worden, maar is daarmee evenmin verdwenen. Het is in de plaats gekomen van het voorheen bestaand zondebesef, dat ons vatbaar heeft gemaakt voor dit nieuwe gevoel van tekort te schieten.

Het is mijn overtuiging dat we allemaal op de wereld komen met een levensopdracht. Die kan heel simpel zijn of wat meer gecompliceerd. We kunnen deze levensopdracht vinden door het antwoord op de vragen wat ik in dit leven te leren, te doen en te geven heb. Als het ons duidelijk is geworden wat onze levensopdracht is, en we die ook waar maken, leidt dat tot tevredenheid en voldoening, en vormt dat een effectief medicijn tegen de last van ons schuldgevoel. We kunnen dan een bevredigend leven hebben zonder het schuldgevoel te hoeven weg te stoppen. Het schuldgevoel en de voldoening kunnen dan naast elkaar bestaan. Als we daarentegen eigenlijk niet weten wat onze opdracht of bestemming is, of het gevoel hebben deze niet waar te malen, dan wordt het moeilijker. Een volledige levensvervulling is dan niet mogelijk.

llustratie van François Chifflart, voor La conscience van Victor Hugo

Tijdens mijn werkzame leven was ik wat dit betreft goed in balans: ik wist wat mijn levensopdracht was en maakte die zo goed als ik kon ook waar. Dat ik daarbij ook mislukkingen moest incasseren maakte niet uit, al vond ik dat best wel moeilijk. Maar nu ik sinds mijn 75e niet meer werk weet ik niet zo precies meer wat mijn levensopdracht is. Ik geloof in de uitspraak van Richard Bach: Here is a test to find whether your mission on earth is finished: If you are alive, it isn’t. Maar ik mag hangen als ik weet wat mijn missie nu is. En inderdaad, nu heb ik meer last van mijn schuldgevoel. Werk aan de winkel: mijn missie vinden dan wel leren hoe om te gaan met het schuldgevoel. Over dat laatste kom ik nog te spreken.