Auteursarchief: Erik van Praag

Terugblik

Hoe kan ik het begrijpen? Begrijp het niet. Dat wat overblijft als er geen begrijpen meer is, is het Zelf. (Panchadasi)

In deze 80+ fase van mijn leven schep ik er soms genoegen in eens terug te kijken op mijn leven. Daarbij merk ik dat mijn persoonlijke ontwikkeling voor een belangrijk deel terug te voeren is op het reflecteren op een een tiental belangrijke levensvragen.

  1. Wie ben ik?
  2. Wat ben ik?
  3. Wat is mijn bestemming?
  4. Wie is de ander?
  5. Bestaat er een niet-materiële, onzichtbare wereld?
  6. Wie of wat is God?
  7. Met welk doel is deze wereld geschapen?
  8. . . .
  9. . . .
  10. . . .

Op de vragen 1 en 2 heb ik dusdoende een paar duidelijke antwoorden gekregen die voor mij voelen als ‘de’ waarheid. Wat me daarbij hielp was deelname aan twee workshops (Enlightenment Intensive), later door mijzelf gefaciliteerd als Quantum Sprong (zie elders op deze website), en ook een boeddhistische retraite. Het antwoord op de derde vraag vond ik door mezelf te af te vragen wat het is dat ik in dit leven te leren, te doen en te geven heb. Wat betreft de vierde vraag: ik heb geen idee; het is een raadsel. Wat betreft vraag vijf heb ik wel sterke vermoedens, maar ik heb er geen directe ervaring mee, anders dan dat ik me geleid en gedragen voel. Bij die vraag ben ik overigens zeer geholpen door mijn ervaringen met en in de Findhorn community, en met name door het transformatiepel (zie elders op deze website). Op mijn 60e ben ik ingewijd als vrijmetselaar, en hoewel ik toen al wel een idee had over de antwoorden op de vragen 6 en 7 heeft de vrijmetselarij me geholpen daar verder klaarheid in te brengen. Op de vragen 8 en 9 (die u zelf mag invullen, ik denk dat u die wel raden kan) heb ik geen definitief antwoord, maar wel een openbaring gehad die tot een duidelijk inzicht (geloof) heeft geleid. En wat vraag 10 tenslotte: het werk daaraan heeft als een rode draad gelopen door mijn blogs van de afgelopen maanden; dus daaraan kunt u die vraag wel afleiden.

Maar uiteindelijk kom ik op deze leeftijd steeds meer uit op het citaat uit de Advaita Vedanta waarmee ik dit blog ben begonnen. Hoe waar sommige antwoorden voor mij ook zijn ik begrijp steeds minder van deze wereld, en daar heb ik vrede mee: ik zit in ‘de wolk van niet-weten’. Ik verwonder me steeds steeds meer over het mysterie dat overal in deze werkelijkheid geopenbaard wordt als je er oog voor hebt, en dat me vervult met ontzag.
Ik vond het leuk om deze overwegingen eens met jullie te delen, maar het is mijn persoonlijke verhaal, dus of jullie er veel aan hebben vraag ik me af. Persoonlijke ontwikkeling is natuurlijk voor een belangrijk gedeelte gebaseerd op (het verwerken van) de eigen levenservaringen. Maar voor hen die houden van geestelijke arbeid, onderzoek en nadenken kan reflecteren en contempleren over deze levensvragen heel bevredigend zijn en leiden tot een verrijking van het bewustzijn. Dus misschien is dit blog voor hen wel een inspiratie.

De zachte krachten.

De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind – dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

(Harriette Roland Holst – van der Schalk)

Wij mogen toch hopen dat bovenstaand visoen van Henriette Roland Holst bewaarheid wordt. Maar vanzelf zal dat niet gaan – wij zullen daar wat aan moeten doen. Wat kunnen we doen om de voortgaande moordpartijen in de wereld te stoppen?

De eerste stap lijkt mij om deze moordzucht onder ogen te zien. Niet alleen in de wereld, maar ook als potentie binnen onszelf. Wat zouden wij doen, als ons land zou worden aangevallen en bezet? Of erger, wanneer onze geliefden met de dood of marteling worden bedreigd? Het is misschien goed om daar eens op te reflecteren.

Maar zoals ik in mijn blog van twee weken gelden al heb geschreven, zo ver hoeft het niet te komen: ‘Mijn conclusie is dat niemand vrij is van de neiging tot geweld, dat door externe oorzaken geactiveerd kan worden’. De tweede stap is dan ook deze neiging tot geweld in onszelf onder ogen te zien. Daarbij moeten we bedenken dat gedachten op zichzelf al een negatieve uitwerking kunnen hebben. Hun energie straalt uit in de wereld en beïnvloedt, hoe subtiel ook, ons gedrag.

Een derde stap is: nooit partij kiezen bij conflicten en oorlogen waar we zelf niet direct in betrokken zijn. Natuurlijk kan onze sympathie of verontwaardiging aan één kant liggen, of kunnen we een oordeel hebben over wiens handelen al dan niet gerechtvaardigd is. Maar ons oordeel of gevoel maakt, zoals ik in het vorige blog heb betoogd, oorlog, moorden, doden, of zelfs het toebrengen van lichamelijk geweld nog niet rechtvaardig. Om werkelijk bij te dragen tot vrede dienen we onze directe en impulsiever reacties even te parkeren, en het conflict van enige afstand te bezien. Als we daarentegen partij kiezen worden we medeplichtig, aanvankelijk in gedachten, wellicht laten ook in handelen.

Ten vierde: als we zelf in een conflict of oorlog betrokken worden, moeten er keuzes worden gemaakt. Het kan zijn dat we daarbij waarden, zoals de veiligheid van mezelf of mijn dierbaren, vrijheid, zelfbeschikkingsrecht of solidariteit met vervolgden, belangrijker vinden dan het leven van anderen. We hebben de macht en het recht voor die andere waarden te kiezen, maar laten we dat dan doen in ons volle bewustzijn, in volle verantwoordelijkheid en zonder het voor onszelf goed te praten.

Tenslotte: wat kunnen we doen zolang we hier in betrekkelijke rust en vrede leven? In de eerste plaats onze gedachten zuiveren: vijandige gevoelens en oordelen in onszelf waar te nemen; daarnaast ons zoveel mogelijk bewust te worden van onze liefde en compassie, zoveel mogelijk mee te leven met slachtoffers en nabestaanden, in gedachten ondersteunende energie (die we zelf vanuit de kosmos en vanuit de aarde ontvangen en in ons hart kunnen mengen) sturen naar hen die in nood verkeren, en bidden dat zij in hun duisternis nog op enig perspectief kunnen hopen en een lichtpuntje kunnen zien. Solidair zijn met vredesactivisten, al dan niet in de gevangenis. Gebed om vrede kan ook geen kwaad. En tenslotte: zelf zo vredelievend mogelijk leven en ons uitspreken voor vrede, eventueel in demonstraties en petities, en stemmen op de politieke partij die daar het meest aan bijdraagt.

Voldoe ik zelf aan deze hoogstaande normen? Natuurlijk niet, maar ik vind het wel de moeite waard er naar te streven. De mensheid zit collectief in een dark night of the soul, maar we kunnen het lichtpuntje blijven zien. Uiteindelijk zullen we nooit zeker weten wat de toekomst ons zal brengen. De zachte krachten kunnen nog altijd winnen. De dood is nooit het laatste woord, zoals de Paasboodschap luidt. Vredig Pasen!

Het gebroken geweertje

Gij zult doden (vervolg).

. . . dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven,
(Numeri 33:52)

Bestaat er zoiets als een rechtvaardige oorlog? Als we uitgaan van de fundamentele waarde van eerbied voor het leven (AlbertSchweitzer) dan is het antwoord ‘nee’, want oorlog brengt altijd het welbewust doden van mensen, onder wie kinderen, met zich mee; door bombardementen, uithongering, of wat dan ook.

Mijn ouders waren pacifisten (lid van de JVA, Jongeren Vredes Actie). Of ze dit standpunt verlaten hebben na het uitbreken van de tweede wereldoorlog, toen was gebleken dat de internationale solidariteit en het idee van geweldloze weerbaarheid niet bestand bleek tegen het uitbreken van de oorlog, weet ik niet; ik heb het ze helaas nooit gevraagd. Maar zelf ben ik wel blij dat Engeland, Amerika en Canada daadwerkelijk de strijd met Hitler en de zijnen hebben aangebonden. Ik vrees dat anders mijn leven niet zo prettig zou zijn verlopen, om het zachtjes uit te drukken. Maar was de oorlog van hun kant dan rechtvaardig? Ik zou nog steeds denken van niet, maar hij werd wel gerechtvaardigd. En dat nog voordat de omvang van de holocaust bekend werd.

Bij de rechtvaardiging van een oorlog worden andere waarden en de bescherming van mensenrechten tegen ‘eerbied voor het leven’ afgewogen. Waarden zoals vrijheid, zelfbeschikkingsrecht en solidariteit met vervolgden. Althans zo zou het moeten zijn, maar in feite spelen machtsconflicten, economische en geopolitieke overwegingen vaak op de achtergond een doorslaggevende rol. Maar hoe dan ook, het zou mooi zijn als deze afweging meer openlijk en bewust gemaakt zou worden, en dat daarover een publiek debat zou plaats vinden als daar tijd voor is. Dan kun je nog steeds niet spreken van een rechtvaardige oorlog, maar wel van een begrijpelijke of zelfs moreel verdedigbare oorlog. Als deze afweging echter niet expliciet gemaakt word, dan kan een gerechtvaardigde verdedigingsoorlog afglijden in iets wat op geen enkele manier meer te rechtvaardigen is. Men vervalt dan in slogans zoals “Israël heeft het recht zich te verdedigen”.

Picasso, Guernica

Zoals we gezien hebben kan dat tot de meest gruwelijke oorlogsmisdaden leiden. Niet alleen in Palestina, maar bijvoorbeeld ook zoals begaan door de geallieerde mogendheden in de laatste jaren van wereldoorlog II, toen de bombardementen gericht werden op burgerdoelen en hele steden werden plat gebombardeerd, zoals nu ook gebeurt in Gaza.

Dergelijke overwegingen kunnen we ook hanteren bij (gewelddadige) conflicten tussen individuen of subgroepen binnen de samenleving. Het recht heeft hier voorzieningen voor, met name door de concepten ‘oorlogsrecht’ en ‘verzachtende omstandigheden’. Zo maakt het recht onderscheid tussen moord, al dan niet met voorbedachte rade, en doodslag, al dan niet uit noodweer. Maar hoe ‘gerechtvaardigd’ oorlog, moord of doodslag ook kan zijn – het brengt altijd veel leed en enorme schade met zich mee: bij de daders, de medeplichtigen, de slachtoffers en de samenleving als geheel. Tijd om eens te kijken wat we daaraan kunnen doen. Dat is voor volgende week.

Gij zult doden.

De meeste mensen deugen en de meeste mensen deugen niet.
(vrij naar Rutger Bregman)

Mijn vorige blog over geweld en oorlog in de wereld eindigde met drie vragen: waar komt dat massale geweld vandaan, en is er ook zoiets als gerechtvaardigd geweld (rechtvaardige oorlog), en hoe kunnen we het stoppen? Dit blog handelt over de eerste vraag.

Onze neiging tot geweld en moordzucht heeft waarschijnlijk een biologische of evolutionaire wortel (doodsdrift, Freud). Om te overleven in prehistorische en vroeg-historische tijden hadden we geweld nodig, evenals veel andere dieren, met name ook dieren van wie we afstammen. Het kwam vooral tot ontwikkeling als hulpbronnen schaars werden, bijvoorbeeld door klimaatverandering of natuurrampen, of door bevolkingsgroei. In zo’n situatie wordt geweld een kwestie van overleving. Het uitte zich onder meer in territorium drift, stammenstrijd en competitie om het leiderschap. Ook voor de jacht is geweld nodig, weliswaar tegenover dieren, maar ook dat beïnvloedt de cultuur.*)

Als er eenmaal geweld is in een stam of groter verband, dan krijgt het ook een functie in de cultuur. Dan kan het worden geaccepteerd, en zelfs worden verheerlijkt. Er ontstaan dan rituelen rondom het geweld, en grote krijgers worden verheerlijkt. In de voorlopers van alle moderne culturen heeft tijdens de vroegste historie (steen- of bronstijd) een dergelijk proces plaats gevonden. Zodoende is geweld in ons genetisch erfgoed verankerd.

Daarbovenop komen psychologische processen. In alle mensen leven een aantal fundamentele angsten die voortvloeien uit de onzekerheid van het leven zelf: doodsangst (eveneens biologisch gefundeerd), en de angst uit de groep te vallen (dat was in tribale tijden een realistische angst, want als je werd uitgestoten was je ten dode opgeschreven). En als de bestaansonzekerheid groter wordt , door natuurrampen of door ‘ s mensen toedoen (ongelijkheid, angst je baan te verliezen, repressie), dan gaan die natuurlijke angsten opspelen, en die worden meestal gecompenseerd door mimetische begeerte, streven naar bezit, macht, status, kortom door ego-behoeften. Of de angst wordt onderdrukt, met mogelijk ziekte of depressie tot gevolg. We worden in dat geval gevoelig voor leiders die veiligheid beloven maar dat overigens niet waar kunnen maken en dan zelf hun toevlucht zoeken bij (verbaal) geweld. Om hun gezag te handhaven hebben ze een vijand nodig – bijvoorbeeld immigranten, een bepaalde bevolkingsgroep of een ander land. Verbaal geweld loopt uiteindelijk altijd uit op fysiek geweld, waardoor de gevoelens van onveiligheid verder toenemen. Wie zien die processen heden ten dage in Israël, Palestina, Rusland, en op vele plaatsen meer (G.W. Allport, The nature of prejudice, 1954). Mijn conclusie is dat niemand vrij is van de neiging tot geweld, dat door externe oorzaken geactiveerd kan worden.
Tot zover mijn summiere antwoord op de eerste vraag.Volgende week verder.

Thanatos, god van de dood (sculptuur 1e eeuw v.C.)

*) https://www.nemokennislink.nl/publicaties/geweld-in-de-steentijd-en-de-bronstijd/

Zullen wij elkaar altijd doden?

Millennia lang is geworsteld met het voorschrift ‘Gij zult niet doden’, dat in (vrijwel) alle sprituele tradities te vinden is. Hoewel, de Koran is genuanceerder: En doodt niet de ziel die Allah onaantastbaar verklaart, tenzij met wezenlijk recht. (Sura 17, de nachtreize, vers 33). Dat laatste zet natuurlijk de deur open naar alle geweld: zo beschouwen fundamentalisten het als wezenlijk recht om ongelovigen te doden in de Jihad. Maar andere godsdiensten en tradities zijn absoluter: doden, en zeker moorden, is nooit gerechtvaardigd. Beroemd is het voorbeeld van Jezus: En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.(Mat.5:38-39). Hoewel, ook dit is multi-interpretabel. Waarom de rechterwang? De meeste mensen zijn rechtshandig. Het slaan op de rechterwang betekent meer dan een fysieke klap op het gezicht krijgen. Als je iemand op de rechterwang wilt slaan, dan moet je dat met de rug van de hand doen. Zo’n slag werd door de joden en wordt tot op heden in het Oosten nog als de ergste belediging beschouwd. Jezus geeft hier dus geen voorbeeld van een vuistgevecht, maar van een ernstige vernedering en belediging, waarbij fysiek geweld wordt gebruikt. (Gijs van den Brink, studiebijbel.nl). Eigenlijk maakt hij dus met het toekeren van de andere wang de vernedering ongedaan; hij laat zien dat hij zijn waardigheid behoudt en zegt dus eigenlijk: als je me geweld aan wil doen, wees dan een kerel en sla me gewoon op mijn linkerwang.

Het Boeddhisme gaat verder dan een verbod op doden: een van de vijf voorschriften is je te onthouden van schade doen aan alle levende wezens. De Taoïst ziet niet-doden niet zozeer als een voorschrift of gebod, maar als een advies: Doden in plaats van de beul is als hout hakken in plaats van de meester-timmerman; weinigen zullen voorkomen dat ze in hun eigen handen snijden. (Tao teTjing, 39). Het Hindoeïsme ten slotte stelt dat doden altijd schade toebrengt aan je dharma, en daarom dus ten stelligste ontraden moet worden.

We zien dus dat doden, en zeker moorden (doden met voorbedachte rade) in alle tradities wordt verboden of sterk ontraden. Niettemin doen we het als mensen op grote schaal, waarschijnlijk al zolang we bestaan. Deze wereld hangt van geweld en oorlog aan elkaar. Dat leidt tot een aantal vragen: waar komt dat massale geweld vandaan, en is er ook zoiets als gerechtvaardigd geweld (rechtvaardige oorlog), en hoe kunnen we het stoppen. Want stoppen moeten we het, is het niet om humanitaire en morele redenen, dan wel omdat we anders als mensensoort zeker niet overleven. Over deze vragen gaat het volgende week.

Jezus: En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.. (Foto: Courtesy of www.lumoproject.com)



Vastentijd.

Maar ’t gaat voorbij, voorbij
(oud schoolliedje)

In het kerkelijk jaar zijn er twee perioden van speciale bezinning: de advent- en de vastentijd. De advent richt zich op de betekenis en de komst van het licht; de vastentijd gaat over dood en het overwinnen daarvan. Ook als je niet kerkelijk bent (zoals ik) is het wel zinvol je aan deze perioden iets gelegen te laten liggen.

Leven is sterven. Er gaan de hele tijd dingen verloren om plaats te maken voor iets nieuws. Dat geldt zowel buiten ons als binnenin ons. Cellen sterven af; nieuwe cellen ontwikkelen zich. Oude gedachten en ideeën verliezen hun betekenis, nieuwe komen daarvoor in de plaats. Levensfasen gaan voorbij en nieuwe fasen beginnen, en brengen nieuwe ervaringen en avonturen met zich mee. Het leven is een constant afscheid nemen en geboren worden, maar we staan daar niet steeds bij stil. De vastentijd is een periode om dat wel te overwegen en niet krampachtig vast te houden aan het oude. Het is een periode om te beseffen dat alles in dit leven voorbij gaat; het goede en ook het kwade. Daaraan kunnen we drie gemoedsstemmingen ontlenen: gemoedsrust (wat betreft het kwade), weemoed en verwachtingsvolheid. Deze overwegingen geven ook aanleiding om niet alles als absoluut te ervaren, om de relevantie van dit materiële leven te relativeren. Paradoxalerwijs versterkt dat onze veerkracht.

Sterven is het ultieme afscheid. Kenmerkend is dat we niet echt weten wat daarna de nieuwe fase is. We kunnen meer of minder krachtig geloven in een leven na dit leven, maar geloof is nooit een zeker weten, en houdt altijd een twijfel in. De vastentijd is een goede tijd om daarmee vrede te leren hebben.

In de vastentijd doorbreken we gewoonten, de routine. We denken daarbij primair aan eetgewoonten, maar het kan ook op ander gebied. Wat de eetgewoonten betreft, dat kunnen we heel verschillend invullen. We kunnen wat vaker vlees laten staan, of af en toe een dag echt totaal vasten (alleen water drinken), of een vastenkuur van een week volgen in een daartoe strekkend oord, of, zoals ik doe, 40 dagen stoppen met alcohol, snacks en snoep. En wat andere gewoonten betreft: stoppen met impulsaankopen, minder gemakzuchtig reizen, of wat dan ook. Al deze acties helpen ons te onthechten en ons bewust te worden van de kostbaarheid en de vergankelijkheid van ons leven.

Laat ik dit blog beëindigen met de slottekst uit een oud schoolliedje, ‘Hoog op de gele wagen’
(Ik zou dat zeker even beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=YReJIAg8PlM)
Vrienden van liefde en leven
Vangt er mijn laatste groet.
Hoe graag was ik bij u gebleven
Maar ’t gaat voorbij, voorgoed.


Eerbetoon aan Navalny en Navalnaya

. . . met de overdadige kruidengroei in zijn bonte pracht op onopvallende plaatsen tegen muurtjes, tussenvoegen en tegels of op een afdakje. . . (Frans Schouten)

Poetin beschouwt Navalny en Navalnaya vast als een soort onkruid. Als dat zo is zal hij uiteindelijk op de koffie komen.

Lof van het onkruid

Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
breekt door beton en asfalt heen,
bevolkt de voegen van de straat.

Achter de stoomwals valt weer zaad:
de bereklauw grijpt om zich heen.
En waar een bom zijn trechter slaat
is straks de distel algemeen.

Als hebzucht alles heeft geslecht
straalt het klein hoefblad op de vaalt
en wordt door brandnetels vertaald:

‘gij die miljoenen hebt ontrecht:
zij kòmen – uw berekening faalt.’
Het onkruid wint het laatst gevecht.

(Ida Gerhardt, Vijf vuurstenen)

Niet alleen een eerbetoon aan Navalny en Navalnaya, maar ook een bron van hoop voor de klimaatactivisten. Bovendien een gedicht dat past in de vastentijd, waarover volgende week meer.

Video Navalnaya: https://www.bbc.com/news/world-europe-68345057
Laatste woord van Navalny bij zijn laatste rechtszaak: in Trouw van 22 februari: file:///Users/evanpraag/Desktop/‘Laatste%20woord’%20Navalny:%20‘Ik%20voel%20voldoening%20omdat%20ik%20in%20een%20moeilijke%20tijd%20deed%20wat%20goed%20was’.webarchive
Beide zeer aanbevolen om te kijken/lezen.

Wie nadere beschouwingen wil lezen over het gedicht van Ida Gerhardt raad ik aan: https://neerlandistiek.nl/2018/03/godlof-dat-onkruid-niet-vergaat/

Onze missie is nog niet voltooid.

Here is a test to find if your mission on earth is finished. If you are alive, it isn’t.
(Richard Bach, Illusions, 1977)
Wijsheid zonder actie is van weinig betekenis; maar actie zonder wijsheid kan onbedoeld destructieve gevolgen hebben

Mijn vorige blog eindigde in mineur, maar ook met een sprankje hoop. Er zijn nog dingen die we kunnen doen om een catastrofe af te wenden. Hier volgen mijn suggesties. Sommige daarvan heb ik al eerder genoemd, maar voor de volledigheid herhaal ik ze nog maar eens. Daardoor wordt dit blog langer dan normaal.

  1. We kunnen een belangrijke rol spelen door actie te voeren op basis van een grondige zelfkennis. Met name is zelfinzicht in de intenties van onze acties belangrijk. Handelen we uit liefde of spelen andere motieven een rol: angst, aangeleerd plichtsgevoel, woede, streven naar macht, aanzien of wat dan ook. Ik geloof dat alleen handelingen gebaseerd op liefde (voor de de mensheid, voor de natuur, voor de planeet) geen ongewenste neveneffecten hebben. Ook maakt liefde het mogelijk om ons de eenheid van alles bewust te worden, en dan de werkelijkheid onder ogen te kunnen zien zonder tot apathie of machteloosheid te vervallen.
  2. Ontwikkel daarbij openheid van geest. Sta open voor informatie die misschien niet objectief of wetenschappelijk is te verifiëren, zoals bijvoorbeeld de bron van de Kogi profetie (zie twee weken geleden), maar niettemin relevant kan zijn. Openheid kan zeer wel samen gaan met een kritische geest. U hoeft niet iedere complottheorie meteen aan te hangen (zoals de theorie dat het klimaatprobleem helemaal niet bestaat maar alleen een hoax is, gelanceerd door Bill Gates of George Soros met het doel de wereldheerschappij te verwerven) om toch sommige onwaarschijnlijk lijkende informatie te onderzoeken en te waarderen. 
  3. Ontwikkel een ideaal-beeld van de door u gewenste toekomst. Het is goed daarbij realistisch te blijven, maar anderzijds toch ook om ‘uit de doos’ te denken. Een ideaal om voor te leven helpt u de werkelijkheid onder ogen te zien zonder tot al te grote somberheid en machteloosheid te vervallen. Het versterkt uw veerkracht.
  4. Vervolgens is het belangrijk eerst het laaghangend fruit te oogsten. Geen vlees meer eten, niet meer vliegen, zoveel mogelijk reizen per OV en per fiets, veel minder kopen (met name kleren en luxe apparaten), verantwoord voedsel kopen, enfin u weet het zelf wel.
  5. Stelling nemen, in de eerste plaats bij verkiezingen. Kies voor partijen die niet alleen een visie hebben op een duurzame toekomst, maar ook in hun politieke praktijk daadwerkelijk daaraan bijdragen. Dat vraagt om aandacht voor het politieke nieuws. Maar stelling nemen kan ook op andere manieren: door organisaties die voor onze toekomst vechten te steunen, financieel of anderszins, of daarvan lid te worden of er actief in te zijn. En tenslotte kan het ook in de eigen familie- en vriendenkring door heikele onderwerpen ter sprake te brengen, zonder de eigen mening meteen op te dringen. Maak er een dialoog van, geen debat of discussie.
  6. Deelnemen aan collectieve acties: demonstraties, petities, enzovoort. Daarbij is het wel belangrijk dat u ageert vóór iets, en niet protesteert tegen iets, want dat roept altijd tegenkrachten op. Daarom is het goed om bij conflicten of meningsverschillen geen partij te kiezen maar gewoon te pleiten voor humaniteit. En het is ook essentieel om te kiezen voor geweldloosheid en vrede, want geweld en oorlogen verergeren alle problemen, inclusief het klimaatprobleem, op deze wereld.
  7. En tenslotte: richt u op de oorsprong van alles, de scheppingskracht, de Essentie, de goddelijke dimensie, wat voor u maar goed voelt, en laat u daardoor leiden. Dan zal het leven ondanks alles voor u betekenis krijgen. Deze Essentie zal zich in u openbaren als u daarvoor open staat, als dat al niet gebeurd is. Mystici geven daar verschillende namen aan: innerlijke gids, goddelijke inwoning, heilige geest, gedachteafstemmer en zo meer. Een van de redenen waarom politici, bestuurders en aandeelhouders soms zo harteloos zijn (het gaat ze vaak meer om macht, winst of winnen) is dat ze het contact met de Essentie, en daarmee met enkele essentiële waarden, zijn kwijt geraakt.

Nu zo is het wel even genoeg. U ziet, u bent veel minder machteloos dan u denkt. Alle beetjes helpen. Ik heb overigens zelf op bovenstaande punten nog steeds vorderingen te maken. Mijn missie in dit leven is kennelijk nog niet voltooid. Dat geldt trouwens ook voor u, aamgezien u nog in leven bent. Graag wil ik dit blog besluiten met een citaat uit een van mijn eerdere publicaties: 

Stel je bent van het cynische type. Dan vragen we je er eens even op deze manier tegenaan te kijken. Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dat jij degene bent die het verschil maakt tussen een toekomst waarin het verhaal verteld wordt van hoe, op de valreep, nog hele grote veranderingen plaats vonden, of een toekomst waarover gezegd kan worden: “ze hadden het bijna gered.”[1]


[1] Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllister, De Aarde heeft koorts, 2008, pg. 123

Hoogste tijd.

Waar had men het over? Of je je sokken beter staand of zittend aan kunt trekken.
(George Monbiot, over de luchtigheid van het nieuws)
Luchtigheid en onbenulligheid zijn belangrijk. Maar vandaag even niet.
(Stevo Akkerman in Trouw, 17 januari 2024)

De afgelopen maanden hebben er drie nieuwsfeiten plaats gevonden die voor onze toekomst van cruciaal belang zijn. Het is opmerkelijk hoe weinig publiciteit de nieuwsfeiten hebben gekregen, althans hier in Nederland. Ik doel op het aannemen van de disclosure act door het Amerikaanse congres, op de Kogi boodschap, en over het Global Risks report van het World Economic Forum (WEF). Over de eerste twee zaken heb ik in mijn vorige blogs geschreven, nu wil ik aandacht geven aan het verschijnen van het Global Risks report. (https://www3.weforum.org/docs/WEF_The_Global_Risks_Report_2024.pdf)

Dit rapport is gebaseerd op een onderzoek onder 11.000 relaties van het WEF: CEO’s, zakelijke leiders, politici en experts in 113 landen, waaruit een overzicht is samengesteld over de risico’s, lokaal, regionaal en mondiaal, die we als mensheid lopen. Dit overzicht is vervolgens voorgelegd aan een steekproef van 1500 van hen met de vraag: hoe groot is de kans dat we in de komende twee jaar een wereldwijde catastrofe zullen ondergaan. 30 % van hen acht die kans aanzienlijk, terwijl maar 15 % die kans klein acht.

Nu zou je verwachten dat het WEF in zijn bijeenkomst van 15-19 januari veel aandacht aan dit rapport zou besteden. Niets is minder waar. Het forum was ‘business as usual’, met veel aandacht voor het Future of Growth report, zakelijke dealtjes in de achterafzaaltjes, met mooie verhalen voor de Bühne over duurzaamheid, maar met werkelijk geen enkel houtsnijdend idee over hoe we de wereld gaan redden. Marktwerking is nog steeds een heilige koe; de overheden moeten kleiner. Er zijn enkele (in verhouding nog niet veel) miljardairs die wel meer belasting willen betalen, maar alleen maar als ze zelf mogen bepalen waar dat geld aan besteed wordt. Hoe zo democratie? (zie bijvoorbeeld Peter Goodman in Trouw, van 19 januari, de verdieping; en het artikel van Stefan Vermeulen in NRC van 20 januari: Hoe ‘patriottisch’ zijn de superrijken nu werkelijk?)

Er zijn nu dus drie signalen die duiden op het acute gevaar waarin we verkeren (er zijn er meer, maar deze drie zijn nu de opvallendste). Het is om woedend of moedeloos van te worden. Of u kunt u hoofd in het zand steken en denken dat het allemaal wel los zal lopen of dat we het in technische zin wel zullen oplossen, quod non. Maar is dan er nog wel iets wat wij kunnen doen, dat enig effect heeft? Daarover ga ik volgende week graag met u in gesprek.

De Kogi profetie.

Nu ik mijn lezers vorige week uitgenodigd heb eerst zelf de Kogi boodschap te beluisteren, zal ik hem hier samenvatten voor hen die niet in de gelegenheid waren mijn vorige blog en de Kogi video te bekijken. De Kogi is een stam in Noord Colombia, die door de eeuwen heen hun eigen cultuur bewaard heeft en Aluna, De Grote Moeder, vereert. Meer hierover in mijn vorige blog. Zij hebben een boodschap van haar doorgekregen, waarin De Grote Moeder de mensheid waarschuwt dat ze veel pijn en verdriet ervaart van wat de mensheid haar aandoet. In feite is ze ziek. Tot nu toe heeft ze desondanks de mensheid ondersteund en gevoed (ik ben inderdaad verwonderd en dankbaar dat ze ons maar blijft voeden, terwijl we op uiterst destructieve wijze met haar omgaan.). Maar nu is de maat vol. Ze wil zichzelf helen en zal dat ook doen, maar doet dat liefst samen met de mensheid, haar kinderen zoals ze zegt. Maar als de mensheid niet voor juni 2024 haar intentie en gedrag ten aanzien van haar fundamenteel verandert, zal ze vanaf die datum haar handen van ons aftrekken en staat ons de komende twee jaar een catastrofe te wachten die uiteindelijk zal uitlopen op ons uitsterven. Voor de volledige boodschap zie YouTube of https://thefountain.earth/mother/. (Deze boodschap doet denken aan de sombere profetieën van de profeten in het Oude Testament; alleen gingen die niet over de aarde als geheel. Aan die waarschuwingen werd weinig gevolg gegeven, weshalve die profetieën in het algemeen vervuld werden).

Wat moeten we nu met zo’n boodschap? We kunnen hem natuurlijk ter zijde leggen. Daarvoor hebben we verschillende argumenten, zoals: bestaat De Grote Moeder wel? En zo ja, is deze boodschap echt door haar zelf doorgegeven of is het een verbeelding van de priesters van de stam? En is het wel waarschijnlijk dat we al binnen twee jaar op zo’n ramp uitlopen? Dat weten we natuurlijk niet, maar wat voor de echtheid van de boodschap pleit is dat eenzelfde waarschuwing komt van vele kanten: van andere inheemse stammen, van buitenaardse wezens (volgens vele getuigen), en van heel andere zijde: 1500 experts, CEO’s, politici en wetenschappers, die binnen twee jaar een wereldwijde catastrofe voorspellen (Global Risk Rapport van het World Economic Forum, waarover volgende week meer), en van Maarten Loonen, wetenschapper van de Universiteit Groningen en expert op het gebied van de klimaatontwikkeling op Spitsbergen, die twee weken geleden in Buitenhof bijna in tranen was (https://www.youtube.com/watch?v=i-VmsK4v3Ug).

Als we dit alles tot ons door laten dringen zijn er in principe twee reacties mogelijk: wanhoop, machteloosheid of apathie, of je gevoelens van pijn toelaten en je realiseren dat deze gevoelens voortkomen uit liefde: voor jezelf, je naasten, de mensheid, de natuur en Gaia als geheel. Hieruit kunnen weer allerlei gedragingen voortkomen, zoals belangeloze vriendelijkheid. Over een paar weken ga ik dieper in op de vraag hoe we met de narigheid in de wereld kunnen omgaan.