Economische groei is goed voor het milieu.
(ecosofische leugen)
Ik beweer al decennia dat economie geen wetenschap is, althans niet een empirische (op waarneming gebaseerde) wetenschap zoals bijvoorbeeld natuurkunde of astronomie. Bij die laatste wetenschap wordt een onderscheid gemaakt tussen astronomie en astrologie. De astronomie gaat over de waarneembare en verifieerbare werkelijkheid, terwijl de astrologie gaat over de betekenis die hemellichamen zouden kunnen hebben voor ons persoonlijke en collectieve leven. De astrologie is dus geen empirische wetenschap en pretendeert dat ook niet.
Het zou goed zijn als er ook een dergelijk onderscheid zou bestaan op het terrein van de ‘huishoudkunde’. Maar het woord ecologie kunnen we niet gebruiken voor het niet-verifieerbare gedeelte van de economie (dat is dus bijna alles! ) want dat woord is al in gebruik voor de biologische deelwetenschap over de relaties tussen en binnen systemen en gemeenschappen. De economie bestaat naar mijn mening in hoofdzaak uit een aantal op bepaalde vooronderstellingen gebaseerde redeneringen, uitmondend in modellen die ontwikkelingen beschrijven gebaseerd op die vooronderstellingen. Omdat die vooronderstellingen als regel niet stroken met wat er werkelijk in de wereld gaande is leiden die modellen in het algemeen tot onjuiste voorspellingen (zoals momenteel goed te zien is aan het verschijnsel inflatie). Een meer bizar voorbeeld is de uitspraak dat een mondiale opwarming van 10˚ geen schadelijk effect op de economie zal hebben en een opwarming van 4˚ zelfs optimaal is voor onze economie en ons welzijn. Deze opvattingen – gebaseerd op het DICE-model en de opvattingen van Nobelprijswinnaar William Nordhaus – liggen ten grondslag aan hoofdstuk 2 van het meest recente IPCC-report, en staan in flagrante tegenstelling met de conclusie van klimatologen en ingenieurs uit hoofdstuk 1.*) In dit hoofdstuk 2 wordt overigens beweerd dat deze opvattingen de conclusie weergeven van vrijwel alle economen ter wereld. Een flagrante leugen.
Ik stel voor dit soort idiotie buiten de wetenschap economie te plaatsten en samen te vatten onder het kopje ecosofie: als wetenschap vermomde opvattingen. Intussen is het vreemd dat deze ecosofen de mainstream van de ‘economie’ beheersen en door politici veelvuldig worden geraadpleegd. Er zijn natuurlijk wel economen te vinden die deze idiotie doorzien, zoals in Nederland onder anderen Dirk Bezemer, Marike Stellinga, Arnoud Boot, Bas Jacobs, Mirjam de Rijk, maar die hebben weinig invloed op de politieke mainstream. Wel geven ze in belangrijke mate goede adviezen op deelterreinen, gebaseerd niet zozeer op wetenschappelijke bevindingen uit de economie, maar gebaseerd op klimaatwetenschap en gezond verstand. Naar die adviezen wordt overigens zelden geluisterd.
Wat zou de eerder genoemde ecosofen motiveren om zulke evidente onzin serieus te nemen en hun reputatie op het spel te zetten? Is het gewoon domheid of kwaadaardigheid? Geloven ze er zelf in? Het zegt in elk geval iets over de goddelijk/religieuze status die deze ecosofie in onze samenleving heeft. Hun theorieën zijn zo schadelijk, dat de promotie ervan iets misdadigs heeft. Ik vond het, toen ik er over vernam zo schandelijk en ridicuul, dat ik het nauwelijks geloven kon. Vandaar mijn disclaimer in mijn voetnoot.*) . Mocht u niettemin op deze theorieën stuiten, handel dan naar bevind van zaken. Waarvoor dank.
.
*) Bron: Matthias van de Heyden, in De Helling, tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, 1-2024). Disclaimer: Ik heb dit helaas niet kunnen verifiëren, omdat verwijzingen naar de bronnen in dit tijdschrift ontbreken en ik de originelen niet kon vinden.