Categoriearchief: Economie

Mythes in de economie

Toen ik onderzoek deed in verband met mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op – een blauwdruk voor een waardige wereld’ (2012) kwam ik tot de ontdekking dat vele veronderstellingen die in de economie voor waarheid doorgaan, in feite niet gebaseerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Zij zijn in feite een gevolg van keuzen die in de economie en in de politiek gemaakt worden – keuzen die voortvloeien uit het kapitalisme en de neo-liberale ideologie. Maar ze worden wel als waarheden gepresenteerd, zowel door economen als door politici.

Het blijkt echter nog veel erger te zijn dan ik toen had ontdekt. Er is een prachtige serie artikelen in de Groene Amsterdammer verschenen van de hand van Mirjam de Rijk waarin ze niet minder dan 43 mythes over de economie ontzenuwt (12 maart, 2 en 16 april 2015). De term mythe gebruikt ze in de betekenis van een kletsverhaal zonder grond. Het voert uiteraard te ver om die allemaal hier uit de doeken te doen, maar ik noem er, verkort, toch enkele.

1. Werkloosheid is slecht voor de economie.

2. Lastenverlichting op arbeid zorgt voor meer werk.

3. Arbeidstijdverkorting leidt NIET tot meer werk.

4. Flexibilisering van de arbeidsmarkt is goed voor de economie.

5. Een grote publieke sector is slecht voor de economie.

6. Nederland leeft van de export.

7. Het is de markt, niet de overheid,  die zorgt voor de innovatie.

8. De markt is altijd efficiënter.

9. De publieke sector is te groot.

10. Een overheidstekort is onwenselijk.

11. De vergrijzing is niet te betalen.

12. Economische groei is goed voor de economie,  en iedereen profiteert ervan.

13. De crisis is (bijna) voorbij.

14. Als bedrijven geld hebben gaan ze investeren.

15. Hervormingen zijn nodig om de crisis te bestrijden.

Al deze stellingen zijn dus of onwaar, of hooguit gedeeltelijk waar onder bepaalde voorwaarden, die als regel niet vervuld zijn. Vaak is juist het omgekeerde het geval – en iedereen zou dat kunnen zien, want de economische gegevens staan dagelijks in de krant. Overigens zijn er hier en daar wel economen die de onzin van deze stellingen inzien, en daar ook over spreken of publiceren.

De vraag rijst hoe het komt dat, hoewel iedereen kan zien dat deze stellingen allemaal flauwe kul zijn, de politici, de mensen die wij kiezen, daar toch koppig aan vast houden. Dat komt omdat we in meerderheid hardnekkig bijven kiezen, direct of verkapt, voor een neo-liberale moraal. Deze stellingen zijn helemaal niet de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek, maar van morele keuzes. Het komt er op neer dat we vrijhheid zonder aanziens des persoons verkiezen boven rechtvaardigheid, en dat leidt tot een amorele wereld (de wet van de jungle), zoals Luyendijk heeft aangetoond binnen de wereld van de banken.

Het lijkt me wel goed als wij, ieder voor zich,  onderzoeken in hoeverre wij zelf bijdragen tot deze wereld. Dan worden we bewuster en weten we tenminste wat we doen. Intussen zouden we ons ook eens moeten verdiepen in de economie; in wat er werkelijk gaande is, en welke consequenties dat heeft. Iemand heeft eens gezegd – ik weet helaas niet meer wie – dat economie te belangrijk is om aan economen en beleidsmakers over te laten. Het gaat ons allemaal aan, en het bepaalt in vergaande mate ons leven. Daarom zou iedereen met een beetje opleiding zich er eens in moeten verdiepen, en niet maar denken: dat gaat me boven de pet. Maar om het allemaal te begrijpen moet je er soms wel wat voor doen. Met geestelijke luiheid, onze menselijke erfzonde, komen we er niet.

Dat gezegd hebben wou ik nu maar eens even aan mijn luiheid toegeven. Tot eind juni ben ik met vakantie en verschijnt er geen blog. Ik wens onszelf en jullie een fijne tijd toe.

Summary.

This blog refers to a series of three articles in a Dutch magazine, in which 43 presumptions of economic science are refuted by observable facts. Nevertheless these presumptions by most economists and policymakers are presented as scientific laws, and authorities hang on to it like a miser to his money. Why is this so? It is because these presumptions actually are based upon moral choices, that are made more or less openly by most of us. Basically it implies that we prefer unlimited personal freedom above justice. The blog ends with a plea that we all should study some economics. Quote: “Economy is too important to leave it to economists and policymakers”. It concerns us all, and is shaping our world. 

I am on vacation until the end of June. So long!

 

Zo leef ik een hybride leven.

Wat hebben de volgende bedrijven met elkaar gemeen? Apple, Pfizer, Wal-mart, Exxon, McDonald’s, General Motors, ASML, Ahold, Shell, Reed Elsevier, ING, en, tot voor kort, KPN? Even nadenken, voordat u het antwoord leest. Ik zou het antwoord niet meteen geweten hebben.

Deze bedrijven hebben met elkaar gemeen dat ze de belangen van de aandeelhouders en het topmanagement (op korte termijn) stellen boven de belangen van de werknemers en de consumenten. Hoe doen ze dat? Door op grote schaal eigen aandelen in te kopen, waardoor de aandeelhouders op twee manieren bevoordeeld worden: door de stijgende aandeelprijzen, en door hogere dividenden. Het dividend kan dan immers verdeeld worden over minder aandelen. Zo gaan de (gigantische) winsten van die bedrijven naar de aandeelhouders, in plaats van naar investeringen en innovaties,  hogere lonen voor de werknemers of lagere prijzen voor de consumenten. Daarmee dragen deze bedrijven bij tot een toename van de vermogensongelijkheid, de inkomensongelijkheid, de stagnatie van de economie (omdat de grootvermogensbezitters en – verdieners verhoudingsgewijs minder besteden dan de overige consumenten, zeker als die meer inkomen zouden hebben),  en brengen ze de continuïteit van hun bedrijf in gevaar (doordat ze minder investeren en innoveren, en doordat hun eigen vermogen afneemt. Dat laatste hebben General Motors, ING  en KPN al een keer tot hun en onze schade ondervonden: de eersten moesten aankloppen bij de staat en KPN bij zijn aandeelhouders om nieuw geld. De portokosten werden intussen substantieel verhoogt). En zo dragen die bedrijven bij aan het ontstaan van nieuwe economische crises (wat op zichzelf wel weer goed is voor het tegengaan van het broeikaseffect) en de ontwrichting van de samenleving.

Dat zou allemaal nog tot daaraantoe zijn ware het niet dat de laagstbetaalde werknemers in deze bedrijven niet of nauwelijks van hun loon kunnen rondkomen (dat geldt overigens niet voor alle bedrijfstakken, maar met name wel voor supermarkten, McDonald’s, KPN en vele anderen). Ondertussen profiteren de hoogstbetaalden van de bonussen die de aandeleninkoop opleveren. Wij praten dan over ‘compensaties’  van enkele tot tientallen miljoenen per manager.

In dit verband is het interessant dat onderzoek heeft aangetoond dat er geen enkel verband is tussen de capaciteiten en productiviteit van de topmanagers enerzijds en hun ‘compensatie’ anderzijds. Het argument dat je als bedrijf hoge beloningen moet betalen omdat je anders geen goede mensen kunt krijgen is dus een fabeltje, wat we natuurlijk allemaal al wisten.  Hoogstens kun je zeggen dat je niet zo makkelijk niet-Nederlanders kunt krijgen. Buitenlanders betalen we òf heel veel (aan de top) òf heel weinig (de meestal  allochtone vakkenvullers, krantenbezorgers, postbodes en vuilnismannen aan de basis). Het enige dat de hoogte van de compensatie aan de top beïnvloedt zijn de beurskoersen. In de volksmond noemen we dat ‘mazzel’.

Je zou verwachten dat we dit alles een ongewenste toestand vinden, maar dat is toch niet het geval. We worden geregeerd door politici die met de mond belijden dat inkomen niet onverdiend mag zijn (en dus korten op bijstand en sociale uitkeringen) maar intussen er naar streven de erfbelasting te verlagen, de erfpacht af te schaffen (zodat je weer vrijelijk kunt verdienen aan grondspeculatie in stedelijke gebieden), en weigeren de vrije markt te reguleren, opdat bovengenoemde misstanden niet meer voortkomen. Ruttes liberale voorgangers op wie hij zich beroept, zoals Cort van der Linden (die een verklaard tegenstander was van onverdiend inkomen in het algemeen en het erfrecht in het bijzonder) en Willem Treub (die in Amsterdam het erfpachtstelsel invoerde, en zodoende de grond  beschouwde als een ‘common good’) zouden zich in hun graf omdraaien.

En wij? Wij kiezen deze politici en gedragen ons als brave consumenten die in meerderheid kritiekloos de producten van de bovengenoemde bedrijven afnemen. Ik ook. En daarmee houden we deze inhumane en krankzinnige wereld in stand. Ik vind het wonderbaarlijk dat zoveel mensen kiezen tegen hun eigenbelang in. We noemen dat democratie.

Roepen we ook tegenkrachten op, die dus eigenijk juist geen tegenkracht, reactie, maar een liefdevolle creatie zijn? Bijdragen tot een waardige wereld? Dat moet iedereen voor zichzelf uitmaken. En of die creatie sterk genoeg is, zodat ‘amor vincit’? Ik weet het niet. Maar mijn verlangen naar die waardige wereld opgeven? Dat is voor mij geen optie. Dan laat ik me liever door dat verlangen leiden, en zo leef ik een hybride leven.

 

Bronnen: Trouw, Letter en Geest, 28 maart, 21 april, Groene Amsterdammer, 9 april.

 

 

 

 

 

 

Naar een efficiënte samenleving. . . zou dat kunnen?

De Nederlandse politiek maakt zich erg druk over de noodzaak tot belastingherziening. Een vereenvoudiging en verlaging van de inkomstenbelasting zou de economie stimuleren. Dat moet natuurlijk juist niet gebeuren, maar ik kan wel enkele andere voordelen van belastingherziening zien, niet de minste waarvan is dat het zou kunnen bijdragen tot de grote kentering, waarover ik eerder heb gesproken (zie het voor-vorige blog).

Men zegt dat er voor een belastingherziening geld nodig is, en daaraan zou het nu juist ontbreken. Dat zou niet zo zijn, als we niet zouden besluiten tot belastingverlaging maar tot verhoging,  tegelijkertijd met een verschuiving van de  directe naar de indirecte belastingen. Het effect daarvan op de economie zou waarschijnlijk neutraal zijn, omdat het zou leiden tot een verschuiving van bestedingen van de particuliere sector naar de overheidssector. Hier een aantal suggesties.

Eerstens zou men de symbiotische relatie kunnen verbreken tussen politici, ambtenaren en ict-bedrijven, die er voor zorgt dat vrijwel alle ict projecten bij de overheid mislukken of veel duurder uitpakken dan begroot. Dat zou € 5 miljard kunnen opleveren. De reactie van minister Blok op het onlangs uitgebrachte rapport-Elias laat echter zien dat dit niet zal gebeuren – het rapport dringt er ook trouwens niet op aan.

De directe of verkapte subsidies op fossiele brandstoffen zouden met onmiddellijke ingang kunnen worden afgeschaft, hetgeen eveneens € 5 miljard kan opleveren. Het geld dat dit oplevert zou kunnen worden geïnvesteerd in de ontwikkkeling van duurzame energiebronnen. Het zou er toe kunnen bijdragen dat we onze achterstand in het gebruik van duurzame energie zouden kunnen inlopen (In Europa komt 15 % van de energie uit duurzame bronnen – in Nederland is dit nog geen 5 %; NRC/Handelsblad  van 19 februari).

Een geleidelijke totale afschaffing van de hypotheekrenteaftrek  levert € 10 miljard op (prof. Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus-universiteit,  in P+, jaargang 13, nummer 3).

Een veel radicalere ingreep zou zijn een substantiële belasting op grondstoffen en fossiele energie in te voeren. Dat kan, afhankelijk van hoe ver men durft te gaan, miljarden opleveren. Dat zou leiden tot een verhoging van de indirecte belastingdruk, en daar durven maar weinig politici voor te pleiten. Begrijpelijk als we denken aan alle ’tea parties’ uit heden en verleden.

Een verhoging van het btw tarief tot 25 % zou, samen met de afschaffing van het 6 % tarief € 25 miljard opveren (Prof. Kavelaars).

Afschaffing van alle toeslagen en  aftrekposten, behalve de huursubsidie en de zorgtoeslag (omdat die voorzien in centrale levensbehoeften), levert natuurlijk ook een aanzienlijk bedrag op (prof. Arnoud Boot op BNR nieuwsradio, 10/9/2014).

Er zijn nog wel meer bronnen van geld (een verhoging van de vermogensbelasting op topvermogens bijvoorbeeld, of een reële belastingdruk voor multinationals, of het annuleren van de aanschaf van de langzamerhand onbruikbaar wordende Joint Strike Fighter, terwijl een vereenvoudiging van het belastingstelsel op den duur ook nog geld zou opleveren) maar hier laat ik het maar bij.  Wat zouden de economische effecten zijn van een dergelijk radicale ingreep? Je hoeft geen econoom te zijn om dat te kunnen bedenken, een beetje gezond verstand volstaat.

Het zou de ontwikkeling van een circulaire economie bevorderen, en zodoende bijdrage tot het reduceren van de klimaatproblematiek. Het zou de balans tussen consumptie en de investering in ‘commons’ (collectieve goederen) verschuiven ten gunste van het laatste. En het zou de positie van de overheid versterken, en als zodanig een belangrijk tegengif zijn tegen de mogelijkheid van een financiële en maatschappelijke ontwrichting.

Maar de zojuist voorgestelde maatregelen zullen, ook al zou het gepaard kunnen gaan met een substantiële verlaging van de inkomstenbelasting, op aanzienlijke weerstand stuiten, zowel bij belanghebbenden als bij de bevolking in het algemeen. Daarom kan een dergelijke belastingherziening alleen maar worden gerealiseerd, als het ingekaderd is in een inspirerende toekomstvisie. Mensen willen, zo geloof ik, best (veel) belasting betalen, als het hen maar duidelijk wordt dat ze er veel voor terug krijgen. Weerstand tegen belasting betalen vindt zijn oorzaak – behalve in ideologie – in een gevoel dat de overheid niet levert  in verhouding tot onze bijdrage.

Aan ons de taak om gezamenlijk die toekomstvisie te ontwikkelen en uit te dragen, zodat er draagvlak ontstaat voor een wezenlijke transitie naar een waardige samenleving. Wie weet zullen er dan enkele politici opstaan die de kracht, de wijsheid en de moed hebben om dergelijke ingrepen te bepleiten.

 

 

 

 

Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm dat wil.

In mijn laatste blogs ben ik uitvoerig ingegaan op de ecologische rampspoed die ons bedreigt. Maar er bedreigt ons nog een veel directer gevaar. Maar voor dat ik daar op inga: waarom richt ik mijn aandacht toch voortdurend op de ons bedreigende ellende? Het zal wel een persoonlijke karaktertrek zijn, en ook een middel om mijn gevoelens van woede en onmacht te sublimeren, zodat ze niet leiden tot destructief gedrag, maar dat rationaliseer ik met de volgende overweging: als we de werkelijkheid, inclusief de bedreigingen, niet echt onder ogen willen zien kunnen we er ook niets aan doen. En wie goed leest ziet dat er in mijn blogs toch ook altijd een element zit van een mogelijk alternatief perspectief.

250px-Raderwerkstil

De titel van dit blog komt uit een affiche van Albert Hahn voor de spoorwegstaking van 1903 (zie hiernaast). Maar de machtige arm is nooit zover geheven, dat het raderwerk, de hele samenleving, echt tot stilstand kwam. Altijd waren er instanties en burgers, de overheid, het leger, die het raderwerk min of meer gaande hielden. Maar nu dreigt toch in de nabije toekomst het raderwerk volledig tot stilstand te komen. Ik zie twee mogelijke oorzaken.

Één: het internet. De wet van Murphy luidt: als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis. Tot nu toe gaan er op internet alleen nog maar relatief kleine dingen mis, zoals het op grote schaal gehackt zijn van banksystemen, waardoor geld aan de banken onttrokken wordt (een probleem dat nog steeds niet is opgelost!). De volgende stap zijn waarschijnlijk cyberaanvallen op de infrastructuur (electriciteitsvoorzieningen, waterbedrijven, logistieke systemen), wellicht niet door criminelen maar door terroristen. Tenslotte kan wellicht het gehele internet in het ongerede raken. Dat dit mogelijk is wordt door sommige deskundigen tegengesproken, zoals altijd gedaan wordt in het geval van kwetsbare, sterk beveiligde systemen. Ik heb daar weinig vertrouwen in, net zomin als de heer Murphy.

Twee,  het financiële systeem. Joris Luyendijk heeft in zijn studie over de Londense city de conclusie opgetekend, dat in 2008 niet alleen het hele financiële systeem bijna ten onder ging, maar dat dit een totale verlamming van het maatschappelijk verkeer ten gevolge zou kunnen hebben.* Vergelijkbaar dus met de ineenstorting van het internet.  Denkt u zich dat eens in: geen geldverkeer, geen transport, geen bevoorrading (dus geen voedsel), geen elektriciteit, geen drinkwater, geen communicatie – we kunnen ons dit nauwelijks voorstellen. Het zou waarschijnlijk maanden duren voordat een en ander weer min of meer zou functioneren, en bij wat er dan intussen zou zijn gebeurd wil ik maar liever niet stilstaan. Het meest griezelige in het boek van Luyendijk is dat de conclusie van hemzelf en zijn zegslieden is, dat er in het financiële systeem sinds 2008 maar heel weinig is veranderd. Alles gaat weer precies zo als het voor 2008 ging. De dreiging van de totale instorting bestaat dus nog steeds, met name doordat het hele systeem draait op schulden, de omvang waarvan sinds 2008 nog aanzienlijk is toegenomen (zie bijvoorbeeld ook de voorpagina van NRC/Handelsblad van afgelopen vrijdag). Het is jammer dat Luyendijk “zich niet ook nog grondig  heeft verdiept in argumenten om de verzwakte politiek tot ingrijpen te dwingen. . . . Van deze koene ontdekkingsreiziger en journalistiek vernieuwer hoop je stiekem dat hij zo diep in het onderwerp is gedoken dat hij het definitieve en onweerlegbare actieplan ook op het spoor komt” ((Marc Chavannes in NRC/Handelsblad, 10/2/2015).

Hoe we de gevaren van internet zouden moeten voorkomen zou ik op dit moment niet weten, maar voor  betreft  het financiële systeem heb ik wel een idee. In 2012 heb ik mijn gedachten daarvoor uiteengezet in mijn boek: Voor niets gaat de zon op, blauwdruk voor een waardige wereld. Omdat ik niet deskundig ben op het gebed van economie heb ik het desbetreffende hoofdstuk voorafgaand aan de publicatie voorgelegd aan twee vooraanstaande experts: Herman Wijffels (ex-voorzitter Rabo bank) en Peter Blom, voorzitter RvB Triodosbank). Beiden kwamen tot de conclusie dat ik geen onzin had geschreven, al waren ze het niet in alle opzichte met me eens.

Het voert te ver om alle maatregelen die ik daar heb genoemd hier te herhalen, maar ik wil er twee uitlichten. In de eerste plaats vind ik dat het eigen vermogen van banken verhoogd moet worden tot tenminste  20 % van hun balanstotaal. Dit eigen vermogen was in 2008 2-3 %, wordt nu verhoogd tot 4 % en gestreefd wordt naar het ophogen tot 7 % in 2019. Een lachertje; te weinig en te laat. Volgens het Sustainable Finance Lab zou het minstens 12-15 % moeten zijn; andere deskundigen noemen percentages van 20-30 %. Dat zal zonder politieke en maatschappelijke druk niet gebeuren, want dat zal het rendement van banken tot onder de 10 % doen dalen. Daar zijn banken uiteraard niet voor, want wie doet er vandaag de dag nog zaken voor een armzalige 9 %? Dus: hef uw machtige arm!

Terzijde: Voor een werkelijk verfrissende kijk op de economie van vandaag: lees de nieuwe minister van financiën van Griekenland in de Guardian: https://www.theguardian.com/news/2015/feb/18/yanis-varoufakis-how-i-became-an-erratic-marxist. Geen makkelijk artikel, dus het vergt enig doorzettingsvermogen.

Een tweede maatregel ligt op het gebied van belastingen. Daarover een volgende keer. Als de volgende crisis tenminste niet intussen al is uitgebroken.

* Joris Luyendijk, Dit kan niet waar zijn. Onder bankiers, 2015

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Nadat ik het eerst vluchtig had doorgekeken heb ik nu het boek van Naomi Klein – This Changes Everything, Nederlands: No Time – eens grondig doorgelezen. Zeer goed geschreven, goed gedocumenteerd, en derhalve zeer overtuigend. Zij laat zien dat we in moordend tempo afkoersen op een ecologische ramp van onvoorstelbare omvang. De nog steeds eenzijdige gerichtheid op economische groei en de ideologie van de vrije markt hebben dat als noodzakelijk gevolg. Goedkope arbeid in China en andere landen, de onbeperkte beschikbaarheid van fossiele brandstoffen, en ons wereldhandelssysteem (handelsverdragen) dragen daar eveneens toe bij. (In verband met dit laatste: het bijna afsluiten van een nieuw handelsverdrag tussen Europa en Amerika, het TTIP, vormt wat dit betreft een sluitstuk, en zal waarschijnlijk de democratische bevoegdheden van regeringen, bijvoorbeeld om ecologische maatregelen die hout snijden te nemen, verder uithollen. Zie bijvoorbeeld Bas Eickhout in NRC/Handelsblad, 9 februari 2015). Op één punt wijkt mijn mening af van die van Klein: zij denkt dat we de opwarming nog binnen de grens van 2 graden kunnen houden, als we nu massaal zouden handelen. Afgezien van het feit dat dit niet zal gebeuren lijkt me dat al een gepasseerd station. Reeds in 2008 stelde Jan Paul van Soest op goede gronden dat een opwarming tot 4 graden veel waarschijnlijker zou zijn. Intussen lijkt dat vrijwel zeker, en gaat het dus meer om de vraag of we binnen de vier graden blijven of niet, en misschien wel om heel andere vragen.  Klein draagt daarmee bij tot de mythes die zij zegt juist te willen bestrijden.

Ze laat zien dat we het voor de oplossingen niet moeten hebben van onze politieke en zakelijke leiders. In tegendeel. Door de mythe dat (duurzame) economische groei samen kan gaan met de oplossing van het klimaat probleem dragen ze niet bij tot de duurzaamheid van deze wereld maar verergeren ze de probleem juist. Een goed voorbeeld daarvan treffen we in NRC/Handelsblad van 28 januari – Red het klimaat en de economie. In dit artikel betogen Andrew Steer (World Resources Institute) en Chad Holliday (Commissaris bij Shell) dat er maatregelen mogelijk zijn die zowel de economische groei bevorderen als het klimaatprobleem oplossen. Hoewel hun voorstellen op zichzelf niet onzinnig zijn, is hun conclusie volstrekte onzin. Dat weten ze zelf natuurlijk ook wel (of niet?). Hoe dom kun je zijn – of is dit gewoon kwade trouw?

Ook van onze mecenassen, de Bill Gatesen en de Richard Bransons van deze wereld, moeten we het niet hebben, evenmin als van een deel van de Milieubeweging of de groene politieke partijen.  Zij allen gaan uit van de zojuist omschreven misvatting. Te onzent zien we dat recentelijk weer bij de plannen voor een gasboring op en bij Terschelling, plannen  die gesteund worden door milieuactivist Wouter van Dieren. De man lijkt zelf wel een fossiel geworden. Hij is in elk geval niet erg met zijn tijd mee gegaan.

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Dit kan niet vaak genoeg gezegd worden. Dat schept natuurlijk wel een gigantisch probleem (naast het ecologische) want hoe kunnen we dan een wereld scheppen waarin iedereen in zekere welstand leeft en een zinvolle bijdrage kan leveren? En hoe kunnen we in een krimpende economie onze democratische rechtstaat behouden? Omdat dit probleem werkelijk heel lastig oplosbaar is wordt het niet benoemd. Dan hoeft er dus ook niet over te worden nagedacht. Sterker nog, alle politici overal te wereld blijven streven naar economische groei.

Natuurlijk is een bloeiende economie denkbaar die zowel het wereldwijde armoede vraagstuk als het klimaatprobleem oplost. Dan moeten we denken aan een circulaire economie, die ALLE grondstoffen hergebruikt (cradle to cradle) en geheel draait op duurzame energiebronnen (wind, zon en water). Maar daar zijn we zowel technisch als economisch nog lang niet, en om daar te komen zijn enorme investeringen nodig. Die dragen op zichzelf nog geruime tijd bij aan het klimaatprobleem en vragen grote opofferingen. Niettemin moet dat toch gebeuren – en dat betekent dat de rest van de economie nog verder moet krimpen. We zullen er niet komen zonder desinvesteringen.

Kortom, we zitten vast. Wat nu? Daarover de volgende keer.

 

 

 

Banken echt niet gezond na deze stresstest.

In mijn boek’ Voor niets gaat de zon op’ pleit ik op pagina 299 voor een eigen vermogen bij banken van 20 – 30 % van het balanstotaal. Het sustainable finance lab (Herman Wijffels, Peter Blom, Klaas van Egmond e.a.) acht dat wel erg ideaal en denkt dat 12-15 % in de praktijk zal voldoen. Ter vergelijking: een gemiddeld bedrijf heeft een eigen vermogen (bedrijfskapitaal) dat ergens ligt tussen de 40 en 100 %. Maar banken hebben eigenlijk nauwelijks eigen vermogen nodig om zaken te doen, want ze kunnen beschikken over al het geld van de aan hun toevertrouwde kredieten. Daarom hadden de banken in 2008, voor de kredietcrisis, slechts een eigen vermogen van rond de 4 %. Daarmee kun je rendementen maken van 30 % of meer!. Maar als het mis gaat – je debiteuren kunnen niet meer aan hun verlichtingen voldoen – dan ben je kwetsbaar. Zo moest de Nederlandse staat de ING, ABN-Amro, SNS en DSB te hulp schieten. Uiteindelijke kosten voor de Nederlandse belastingbetalers: ca. 60 miljard, dat is ongeveer € 4000 per belastingbetaler. (Voor mij en mijn vrouw dus samen € 8.000). Daarmee reken ik nog niet mee de bijdragen die alle banken moesten leveren voor  het deposito-garantiestelsel; ook mijn bank Triodosbank, die aan het debacle part noch deel had. Hoeveel me dat uiteindelijk kost weet ik eigenlijk niet. In elk geval zal het klein bier zijn in verband met wat we nog moeten ophoesten als het schandaal van de woekerpolissen uiteindelijk juridisch wordt besloten. Dat zal me direct of indirect ook veel geld gaan kosten, hoewel ik zelf geen woekerpolis had aangeschaft. Vreemde wereld.

Nu is er eind oktober door de EU een stresstest uitgevoerd waarbij de soliditeit van de banken werd getest. Zoals voorspeld werd kwamen alle Europese baknen, op 13 na, positief uit deze test. Dit aantal stond van te voren vast. Zou je de test strenger maken, zodat meer banken niet aan de test zouden voldoen, dan creëer je daarmee de nieuwe bankencrisis die je met de test juist wilde vermijden. Zou je de test makkelijker maken, zodat alle banken voor de test zouden slagen, dan zou de test niet meer geloofwaardig zijn. Dus was tevoren bekend dat 10 % van de banken de test niet zou moeten doorstaan. En zowaar, van de 130 geteste banken hebben er 13 de test niet doorstaan. Q.E.D.

De Nederlandse banken doorstonden de test met glans. Dat gaf Arnoud Boot, voorzitter van de bankraad van toezichthouder De Nederlandsche Bank, aanleiding in de NRC van 28 oktober een artikel te publiceren met als kop dezelfde kop die boven dit blog staat. Interessant, omdat je kunt zeggen dat de Nederlandsche Bank mede opdrachtgever is van de stresstest. Als een van de redenen waarom deze test niets zegt noemt ook Boot het lage eigen vermogen  van de Nederlandse banken: tussen de 3 en de 4 %. Minister Dijsselbloem wil de eis voor de eigen vermogen van banken verhogen van 3 naar 4 %. Een krachtige maatregel. Komisch.

Ik wil dit blog graag beëindigen met Arnout Boort uitvoerig te citeren.

Het is niet moeilijk om in te zien dat als straks het weer even mee zit, de euforie zal toeslaan. Risico ’s worden dan onderschat. Al die mooie modellen suggereren dan dat het nog beter staat met het risicogewogen eigen vermogen, banken worden dan aangemoedigd te expanderen. Financiële markten zien goud, bankiers rennen er achteraan als goudzoekers.
Bij de volgende omslag blijken we niets geleerd te hebben. Iedereen zit verkeerd met dezelfde risico’s – en het hele systeem staat weer op springen. En met alle complexiteit valt er niet gericht in te grijpen en voelen we ons weer genoodzaakt om als belastingbetaler garant te staan voor het bancaire systeem. Dus we zijn er nog lang niet, naast buffers en diversiteit is iets doen aan de complexiteit een absolute must.
Hoe mooi ook de exercitie in Frankfurt was, meer dan een begin van het nadenken is het niet.

Zo, bent u ook weer op de hoogte.  Misschien goed om er eens over na te denken wat dit alles betekent voor onze wereld. Aan ons geld, inkomen en vermogen, kunnen we onze zekerheid en gevoelens van veiligheid in elk geval niet ontlenen. Die zullen van binnenuit moeten komen.

 

 

 

De regering past op de winkel.

De bekende Gestalt therapeut Fritz Perls heeft eens gezegd: “Er zijn drie soorten shit: chicken shit, bull shit en elephant shit. Met ‘chicken shit’ bedoelde hij de cliché’s die we in het dagelijks spraakverkeer bezigen, zoals: “Mooi weer, vandaag,” of “Hoe gaat het me je?”. Met ‘bullshit’ bedoelde hij de redeneringen waarmee we ons eigen gedrag verklaren, meestal met de bedoeling het goed te praten of om onze verantwoordelijkheid weg te redeneren. Onder ‘elephant shit’ verstond hij de semi-wetenschappelijke theorieën van psychologen en psychiaters. Mijns inziens is er nog een soort shit: dinosaurus shit: de taal die politici bezigen om het nut van hun werk te verdedigen.

Neem de Troonrede. Omdat andere zaken mijn aandacht vroegen kom ik er nu pas over te spreken, wat het voordeel heeft dat ik het nu ook kan hebben over de Algemene Beschouwingen. De Troonrede is een prachtig voorbeeld van dinosaurus shit. Dat blijkt uit het feit, dat hij in drie woorden is samen te vatten: Business as usual. In het Nederlands heb ik trouwens zes woorden nodig om de Troonrede (ruwweg 2000 woorden) samen te vatten: De regering past op de winkel. Ik overdrijf, er staat, in een bijzinnetje, ook nog een maatregel in: het nieuwe deltaplan. En ook worden er enkele behartenswaardige woorden gezegd over de bescherming van de rechtsstaat. Maar daarmee is het wel gezegd.

Deze volstrekte nietszeggendheid roept bij de kamerleden een viertal reacties op: 1. Tevredenheid, zelfgenoegzaamheid 2. Het kabinet bakt er niets van (Wilders en Roemers), 3. Het kabinet heeft geen visie,  en 4. Meer daadkracht is nodig. Zo wil Buma een nieuwe kerncentrale en Pechtold belastinghervorming, en wel NU. Over het idee van Buma is een vernietigend  en humoristisch artikel geschreven door Jan Paul van Soest in Trouw, zie https://www.trouw.nl/tr/nl/4500/Politiek/article/detail/3749428/2014/09/17/Op-welke-vraag-is-nieuwe-kerncentrales-het-antwoord.dhtml). En wat de haast bij de belastinghervorming betreft: we hebben nog steeds, wonderlijk genoeg, een redelijk functionerende belastingdienst. Wat te snelle en ondoordachte ingrepen kunnen uitrichten leert ons bijvoorbeeld het bizarre declaratiestelsel in de gezondheidszorg, of de desastreuze effecten van alle maatregelen die de heer Dekker nu weer over het onderwijs uitstort (geheel in tegenstelling tot het advies van de commissie Dijsselbloem). Voor deze onzin hebben Kamer en Kabinet dan twee volle werkdagen nodig  (Wiebes: volhouden hoor! Laat je niet opjutten!) .

Maar wat staat er niet in de Troonrede? Er wordt gezegd dat dit kabinet geen visie heeft. (Wat is er trouwens mis met het oude woord beleidsvoornemens?). What’s new? Maar inderdaad, in de Troonrede had bijvoorbeeld kunnen staan:

1. De regering neemt zich voor het energiebeleid grondig te herzien. Het pas afgesloten energie-akkoord zien we als een eerste stap, maar er moet veel meer gebeuren: een totale transitie naar een ander energiessysteem is nodig. De regerling stelt een denkgroep in om daarvoor een plan te ontwikkelen.

2. Hetzelfde geldt voor de klimaat politiek. De regering zal er in de EU op (blijven) aandringen de kosten van CO2 emissies aanzienlijk te verhogen.

3. De regering zal zich in eigen land en in Europa inzetten voor een drastische hervorming van de landbouw en de eetgewoonten. Er moet een absoluut verbod komen op het toedienen van antibiotica aan gezonde dieren. Vleesproductie en -consumptie zullen ontmoedigd moeten worden (door voorlichting en wellicht fiscale maatregelen), boeren moeten ondersteund worden in het omschakelen van vleesproductiebedrijven naar akkerbouw (niet voor veevoer, maar voor menselijke consumptie).

4. Het blijkt dat de wetenschap nog geen oplossing kan aandragen voor het vraagstuk van hoe een werkelijk duurzame economie in te richten (volledige werkgelegenheid, ecologisch neutraal). Er is nog geen oplossing voor het bereiken van werkelijk duurzame groei, al zijn er wel al enige aanzetten (circulaire economie). De regering zal bevorderen, zowel binnenslands als internationaal, dat de bestudering van dit vraagstuk de hoogste prioriteit krijgt, bijvoorbeeld door het oprichten van een panel naar analogie van het klimaatpanel (IPCC).

Enzovoorts, en zo verder. Een dergelijk beleid zal niet makkelijk te verdedigen zijn, en er zullen vele maatschappelijke discussies losbarsten. Dat zou mooi zijn. Hoezo geen betrokkenheid bij de politiek? Als het maar ergens over gaat, dan komt die betrokkenheid er wel – zie bijvoorbeeld het referendum in Schotland. Maar het vraagt wel dat politici hun nek uitsteken, zoals de Schotse premier heeft gedaan. En ja, dan kan je ook verliezen, en met ere en vlag en wimpel het veld ruimen. Altijd handig als je bij de hemelpoort komt en Petrus vraagt: “Wat heb je gedaan?”, dat je dan naar eer en geweten kunt zeggen: “mijn best”. Ja, dan verdien je wel een plekje in de Hemel. Dat geldt trouwens niet alleen voor politici.

The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams.

Unknown“I know not with what weapons World War III will be fought, but World War IV will be fought with sticks and stones.” ― Albert Einstein.

Our economy system is a mess. Inequality in personal wealth is a threat to our democracy and to peace. The unemployment rates all over the world are a threat to our democracy as well. Banks and financial institutions do exactly the same things as before the 2008 financial crisis. (In the London city they are certain that the next crisis is nearby, and this time the governments will not have the money to ‘solve’ it). Economic interests create war all over the place. There is no answer to the question how to grow without aggravating the ecological crisis. There is no agreement among experts about how to solve all these problems. Political parties , left and right, are failing to turn up. We simply DON’T KNOW. In the meantime governments frantically try to promote economic growth to no avail.

Research, both in the US and in the Netherlands show that the vast majority of the well-to-do don’t give a damn. As long als they can accumulate wealth in the short term, more, more, more, they don’t care. This is especially true for the very rich ones (there are exceptions of course). Montesquieu, the great philosopher about the political system and democracy, already said it: ‘Love for democracy is love for equality.’  But in this society another value completely pushes this value of equality aside: the value of absolute freedom, the right to act as one pleases no matter what.

The ecological and  economical problems and the problems of war and peace are all interconnected. No improvement or sustainable progress can be reached in one of these areas separately. What to do?

I think the first step is to make explicit which is the society we want. Not in general terms, but in concrete images and concepts. That we have to do each for him or herself, and then also on a collective level. This issue should be the object of dialog in each school, in each firm, in each political party and in each institution. There should be one or more special think tanks to discuss this matter and to develop a vision. Then the next step should be to develop ideas about how to get there. Then, at last, we probably have assembled enough courage to look at the present situation as it is in all its horror. We then do not have to talk about it anymore in vague, non committing terms, as we do now. And then, probably, we’ll develop the political will to move. Many problems will show itself on our way, but in the end a radiant future then may lie before us.

All big changes of our time started with movements  bottom up: the French revolution, the fall of the Berlin Wall and the Soviet Empire, the fall of the apartheid regime of South Africa, the liberation of India and Pakistan. Then great leaders understood the signs of the time and could pick up and channel the energy of the masses. Something like that could happen today. Big crises could catalyze that process.

Our responsibility is to start each for ourselves. Let’s start today, and develop our vision about the future, and share that with everyone, wherever we come, and whoever we meet. As Eleanor Roosevelt said: “The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams.” And John F. Kennedy: “We have come too far, we have sacrificed too much, to disdain the future now”.

By the way: a good way to start is to go to the nearby MasterPeace concert on Peaceday, september 1st. In 40 countries in the world. The Dutch concert is in Ziggo Dome, Amsterdam. See: https://www.masterpeace.org

For this blog I heavily rely on the article of Marcel ten Hooven in NRC/Handelsblad of August 24. 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

In het kwade zit het goede.

Leks Verzijlbergh, € 67 mio; Erik Staal, € 2,1 miljard; Martien Kromwijk, € 225 mio; Hubert Möllenkamp, ruim 30 mio (6 mio privé opgenomen, reed een tweede auto van de zaak, een Maserati, voor € 8500 per maand); Peter Span, 118 mio: Rinie Teuben, 67 mio. Dit zijn de namen van de directeuren van woningbouwcorporaties die verhoord werden door de enquête commissie van de 2e Kamer, met achter hun namenn de onder hun verantwoordelijkheid veroorzaakte verliezen (die ten laste komen van de huurders, dan wel sociale woningbouwprojecten).  Volgens hun eigen zeggen zijn ze niet verantwoordelijk voor deze verliezen. Het schijnt een soort natuurverschijnsel te zijn geweest, en als er al iemand verantwoordelijk moet worden gesteld is het de overheid, die onvoldoende controleerde. Hun salarissen: sommigen werden erg slecht betaald (ca. € 200.00), anderen kregen een half miljoen, plus hoge vertrekpremies.

De woningbouwcorporaties zijn aan het begin van de vorige eeuw opgericht door sociaal voelende burgers, die vonden dat er absoluut iets moest worden gedaan aan de erbarmelijke huisvesting van de onbemiddelden. (Eigen Haard, Patrimonium, Rochdale). Deze burgers deden dat als vrijwillers, en hadden geen enkel materieel belang bij de woningbouwverenigingen of corporaties. Hun motivatie was simpel: bijdragen aan een betere wereld en de verheffing van de arbeidersklasse. Als je hun motivatie vergelijkt met de motivatie van bovengenoemde directeuren, wat zijn we dan ongelofelijk ver verwijderd van de toen heersende moraal.

De NZA bestuurders Theo Langejan en Eitel Homan(salarissen omngeveer € 300.000) treden af omdat NRC/Handelsbad in  een uitvoerige publicatie hun declaratiegedrag (buitenlandse reizen, door commerciële bedrijven betaalde ‘dienstreizen’, lease-auto’s van ca, € 3200 per maand, verblijf in prachtige ‘seaside resorts’; enfin lees het zelf en huiver, https://www.nrc.nl/nieuws/2014/06/17/de-nza-zorgt-goed-voor-zichzelf/) aan de kaak heeft gesteld. Daarvoor was echter al gebleken dat de NZA, die toezicht moet houden op de tarieven en prestaties in de zorg, volstrekt gefaald heeft. Een voorbeeld: aan het Sint Antonius ziekenhuis, dat een miljoenenfraude pleegde (€ 24,5 mio), werd slechts een bescheiden boete opgelegd, en geen aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. De bestuurders achtten zichzelf daarvoor echter niet verantwoordelijk. De directeur van het St. Antonius ziekenhuis verklaarde van niets te hebben geweten, en verklaarde zich derhalve ook niet verantwoordelijk.

In de loop van de 19e eeuw werden er in Nederland honderden ziekenfondsen opgericht. Sommige daarvan waren commercieel, maar de meeste fondsen waren filantropische fondsen (bijvoorbeeld van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen), fondsen opgericht door medici, en onderlinge (coöperatieve) fondsen. Vaak werden deze fondsen opgericht door vrijwilligers, die dit deden uit menslievende motieven en daarvoor geen vergoeding ontvingen. Als je die ethiek vergelijkt met de ethiek uit bovenstaande voorbeelden, dan is onze cultuur een heel stuk verder voortgeschreden.

Intussen stijgen de salarissen van bankbestuurders en medewerkers over de hele linie (24 % hoger sinds de aanvang van de kredietcrisis, tegenover ca. 10 % in de rest van de samenleving). De verplichte afschaffing van de bonussen heeft geleid tot compenserende salarisverhogingen. De bankmedewerkers, met name ook in de top en subtop, behoren tot de best betaalde gesalarieerden in Nederland. Het argument hiervoor is dat anders deze deskundige medewerkers naar het buitenland vertrekken. Deze deskundigheid bestaat uit: 1 het veroorzaken van de kredietcrisis, en 2, het er in slagen de maatregelen die een volgende crisis zouden moeten voorkomen zoveel mogelijk te omzeilen, 3. het uitvinden van nieuwe ondoorzichtige financiële producten (het kapitaal moet toch ergens heen, niewaar?). Maar afgezien daarvan: het staat wel vast dat deskundigheid niet leidt tot een hoger salaris, maar omgekeerd, een hoger salaris leidt tot de reputatie van deskundigheid. Lees hierover het artikel van Rob Wijnberg in: https://decorrespondent.nl/1330/abn-amro-en-het-iets-te-creatieve-zelfbeeld-van-de-bankier/34087900-b07173c2 of de column van Maarten Schinkel in NRC/Handelblad (25 juni), en huiver.

Het bovenstaande geldt ook voor ABN/AMRO, waarvan ik dacht dat de overheid eigenaar was, en waarvan ik dacht dat de overheid dit dus had kunnen tegenhouden (en had moeten tegenhouden, want als belastingbetalers betalen we dit). En het bovenstaande geldt niet voor ASN bank en Triodosbank, daar zijn ze kennelijk minder deskundig (maar ik stal er wel graag mijn geld)

Natuurlijk is het zo dat er een eeuw geleden ook ‘crooks’ waren, en dat er heden ten dag ook heel veel fatsoenlijke mensen tegen een redelijke vergoeding hun werk doen en verantwoordelijkheid nemen. Maar toch . . . waar is de culturele vooruitgang waar we ook vaak over horen spreken?

Er wordt wel gezegd dat het leven zo in elkaar zit, dat het bestaat uit antinomieën: onzichtbaar verbonden tegenstellingen. In mijn boekje ‘Wij zij open’ (geschreven voor de opening van het logegebouw van de vrijmetselarij in Amsterdam, te bestellen bij de Vrijmetselaarsstichting in Amsterdam), schrijf ik daarover het volgende:

In onze tempel ligt een zwart/wit geblokte vloer, die ook op het tableau is afgebeeld. Dat herinnert ons er aan dat het leven ondenkbaar is zonder de tegendelen waaraan wij zijn blootgesteld, zoals licht en duisternis, goed en kwaad, mooi en lelijk, tijdelijkheid en eeuwigheid, keuzevrijheid en bepaald zijn, enzovoort. Als regel zijn deze tegenstellingen antinomieën, hetgeen betekent dat ze beide realiteit zijn, hoewel ze elkaar lijken uit te sluiten, en dat er een onderliggend principe is dat ze verbindt. Wij kunnen de werkelijkheid alleen maar in deze tegenstellingen waarnemen – daarom  spreken we van het antinomiale karakter van de werkelijkheid. . . . Er zijn zwarte en witte blokken, maar er is één vloer. (dat is dus het verbindende principe)

Hoe sterker het kwade in de wereld, hoe krachtiger het goede (je kunt dat goed zien in een oorlog).  Zo bekeken  kunnen we de bovenomschreven misstanden bij de woningcorporaties, de zorg en de banken zien als iets goeds.  Zullen we het daar dan maar op houden?

En de schoonmakers, zij staken voort. . .

De schoonmakers staken. Voor hoger loon en betere arbeidsomstandigheden. Daar hebben wij niets mee te maken, zeggen de opdrachtgevers, want de arbeidsvoorwaarden worden door de werkgevers vastgesteld. Maar wij kunnen niet aan de eisen van de werknemers voldoen, zeggen de werkgevers, want volgens de Europese aanbestedingsregels moet het werk gegund worden aan de aanbieder met de laagste prijs. Zouden wij meer willen betalen en gunstigere arbeidsvoorwaarden willen invoeren, dan moeten wij hogere offertes uitbrengen, en dan verliezen we de aanbestedingen en hebben wij – en de werknemers – helemaal geen werk meer. Daar kunnen we niets aan doen, zeggen de opdrachtgevers, want de Europese regels schrijven voor dat we het werk moeten gunnen aan het bedrijf met de laagste bieding. Het is allemaal de schuld van ‘Europa’. Daar kunnen we niets aan doen zegt de Europese commissie, want het is de Raad van Ministers die de beslissingen neemt. Maar wij kunnen er ook niets aandoen, zeggen de ministers, want wij voeren gewoon het beleid van de nationale parlementen uit. Die hebben gekozen voor een terughoudende overheid, en de markt die zijn werk moet doen.*) En de parlementariërs zeggen: wij kunnen er ook niets aandoen, want wij voeren naar eer en geweten de keuzes van de kiezers uit. Dat zijn wij, maar wij kunnen er ook niets aan doen, behalve wat vaker de troep achter onze kont opruimen.

En de schoonmakers, zij staken voort. . .

 

*) Voor Nederland klopt dat in elk geval. Het is begonnen met de paarse kabinetten, geleid door VVD, PvdA en D’66, en voortgezet door de kabinetten Balkenende, waar steeds het CDA en de VVD, of soms de PvdA deel van uit maakten.