Categoriearchief: Mens en samenleving

Verwachtingsvol

.

Op a.s. zaterdag is het winterzonnewende. Volgens het Essene Book of days verandert dan de seizoen focus van ‘Outer darkness calls for nourishment within’ naar ‘The seed stirs in the Earth’. Je kunt ook zeggen: van ‘zelfreflectie’ naar ‘verwachtingsvolheid.’ Dat laatste moet wel onderscheiden worden van verwachtingen. Het is een open staan voor alles wat er kan gebeuren; met name in de buitenwereld. We keren dus onze aandacht van binnen naar buiten. In die zin loopt de winterzonnewende vooruit op het kerstfeest en nieuwjaar. Dat komt omdat het feest van winterzonnewende al dateert van ver voor de Christelijke godsdienst en jaartelling, het valt min of meer samen met het joelfeest.

Verwachtingsvolheid is een mooi tegengif tegen een gevoel van somberheid dat ons overvalt als we kijken naar wat er in de wereld gebeurt. Het confronteert ons met het feit dat we de toekomst niet kennen. Je weet nooit wat er kan gebeuren; welke onverwachte ontwikkelingen er kunnen plaats vinden. Daarom is doemdenken niet op zijn plaats. Wat wel op zijn plaats is, is ons bewust zijn van de schoonheid in de wereld, en van de de bedreigingen die we daarin met zijn allen aanrichten. Als we ons dan vervolgens in ons gedrag laten leiden door onze innerlijke gids, dan kan verwachtingsvolheid een kans krijgen om ons bewustzijn te beïnvloeden. Onze geest is een complex geheel: wanhoop en hoop, verdriet, woede, vreugde en dankbaarheid – het kan allemaal naast elkaar bestaan. Wij zijn de manager van die gevoelens en beslissen welke gevoelens we op een bepaald moment aandacht geven en welke we even parkeren. Als goede managers moeten we wel alle gevoelens op hun tijd aandacht geven, want anders gaan ze indirect opspelen en ons hinderen.

Na de winterzonnewende is kerstmis een feest met een vergelijkbare overgang. Kerstavond is voor mij een avond van bezinning en gebed. De kerstdagen zijn dan een viering van het goede leven – voor ons dan! Bidden is wat mij betreft ook zinvol als je niet godsdienstig bent. Je bidt dan tot het mysterie waaruit alles voortkomt. Misschien kom ik er nog toe om voor kerstavond een gebed te sturen. Maar in elk geval wens ik je goede feestdagen!

Hubris.

Onwetendheid is de moeder der hoogmoed. (Erasmus)

U kent waarschijnlijk wel de mythe van Icarus. Die de raad van zijn vader in de wind sloeg, en met zijn in was gezette vleugels te hoog naar de zon vliegt, zodat de was smelt en hij te pletter stort (zie Wikipedia). In de oudheid was dit een populaire mythe die hoogmoed (hubris) aan de kaak stelde.

Maar u kent waarschijnlijk niet de organisatie van die naam: International Cooperation for Animal Research Using Space, afgekort ICARUS. Een organisatie die zich bezig houdt met het onderzoeken van ecosystemen (via minieme cameratjes), met het doel die ecosystemen voor ons te laten werken. Ik ben enigszins bijgelovig, dus ik zou een organisatie die zich dit ten doel stelt nooit zo noemen. Het is de goden verzoeken. Er wordt van vele kanten gewaarschuwd voor het knutselen aan ecosystemen, omdat alle technische ingrepen die we ooit hebben gedaan altijd naast de positieve ook negatieve gevolgen blijken te hebben. Dat geldt in het bijzonder voor ingrepen in de natuur. Hoogmoed komt voor de val! We kunnen de klimaat catastrofe echt niet op deze schijnbaar gemakkelijke manier oplossen – daarvoor is toch echt een bewustzijnsomslag nodig. Maar die is niet te bereiken als we niet bereid zijn er iets (misschien zelfs wel veel) voor op te geven en geestelijk risico te nemen.

Er zijn ook hedendaagse Icarussen in ons midden. Trump is misschien nog wel het opvallendste voorbeeld. En met hem stijgen ook de cryptomunten Bitcoin en Doge tot astronomische hoogten. Ik ontleen mijn hoop echter aan het feit dat we leven in een wereld van tegenstellingen. Alles wat stijgt daalt ook weer, hetzij geleidelijk hetzij door een val, of het nu Elon Musk is, Hitler, Assad of de tulpenmanie. Het is bij mijn weten nog nooit vertoond dat iets of iemand die tot grote hoogte stijgen niet ook weer neerdalen op de aarde. We weten echter niet van te voren wanneer en op welke wijze. Dat daarbij grote schade kan optreden is wel waarschijnlijk, maar uiteindelijk ontstaat er wel weer een balans, voor zolang als het duurt. Ik zal het wellicht niet meer meemaken, maar mijn kinderen of kleinkinderen misschien wel.

De val van Icarus door Peter Paul Rubens

Arrogantie.

In mijn werkzame leven heb ik heel veel plezier beleefd aan het schrijven en publiceren van vele artikelen en een dertiental boeken (een drietal in samenwerking met anderen). Helaas zijn deze boeken op twee na slecht verkocht. De twee die goed zijn verkocht zijn De Professionele Manager en Spiritueel Leiderschap. Het eerstgenoemde boek is eigenlijk een losbladige leergang, en het enige boek waaraan ik goed verdiend heb (ƒ 80.000 !) Het is echter nergens meer te verkrijgen en zelfs niet meer te vinden op Internet. Spiritueel Leiderschap is daarentegen nog steeds in de handel. Na de eerste twee drukken heeft de uitgever het omgezet in printing on demand. Ik beschouw dat zelf als mijn magnum opus. Het boek dateert al van 1996 maar gaat nog steeds af en toe over de (virtuele) toonbank.

Ik heb vaak gezegd dat ik in al die boeken nooit iets origineels heb beweerd. Alles wat ik heb geschreven is al eens eerder gezegd, en vaak aanzienlijk beter – soms al duizenden jaren geleden. Waarom heb ik die boeken dan geschreven? Wel, een belangrijke reden heb ik al genoemd: ik had er plezier in. Maar bovendien heb ik door mijn toegankelijke stijl*) vele denkbeelden opnieuw onder de aandacht gebracht of op een nieuwe manier met elkaar in verband gebracht. Ik vergelijk die denkbeelden wel eens met stukjes in een kaleidoscoop. Ik schud die dan, en een nieuw patroon wordt zichtbaar. En ik had met de meeste boeken ook nog wel een specifiek doel. Enerzijds zijn er boeken die een hulp bieden bij persoonlijke en spirituele ontwikkeling, en anderzijds boeken die een maatschappelijk probleem aan de orde stellen, vaak met een suggestie van de richting waarin een oplossing moet worden gezocht. Overigens hangen die twee thema’s in mijn opinie samen, omdat ik geloof dat de oplossing van de meeste maatschappelijke problemen begint bij persoonlijke bewustwording, ook al is dat niet voldoende. Ook structurele systeemveranderingen zijn noodzakelijk.

Ik heb nooit de pretentie gehad dat ik de wereld kon verbeteren, maar wel dat ik een steentje kon bijdragen. Ik vind het daarom teleurstellend dat een aantal van mijn (onze) boeken zo slecht verkocht zijn. Ik ben namelijk wel zo arrogant om te denken dat enkele passages een ruimer lezerspubliek hadden verdiend. (Gelukkig wordt mijn arrogantie wat getemperd door de slechte verkoopcijfers – dat voorkomt dat ik rondloop met een opgeblazen ego.) Ik weet ook wel dat je de invloed van je boeken niet uitsluitend aan het aantal verkochte exemplaren kunt afmeten, maar een aanwijzing is het toch wel. Terzijde: dat een goede verkoop niet altijd veel invloed betekent toont het geval van Herman Tjeenk Willink aan. Zijn boeken Groter denken, kleiner doen en Kan de overheid crises aan? bereikten veel lezers. Maar de kritiek en de analyse van Tjeenk Willink op de overheid en het bestuur heeft tot nu toe, ondanks de ruime instemming zie zijn boeken oogsten, nog nauwelijks effect gehad. In volgende blogs ga ik sommige van de passages uit mijn boeken niettemin nog eens onder de aandacht brengen, al zal ik ze niet uitvoerig citeren.

*) Die heb ik te danken aan Eli Whitlau († 2013) die me het wetenschappelijk jargon heeft afgeleerd. Dat is een verhaal op zich, maar voert voor nu te ver.

Mijn blogs worden altijd aangekondigd op Facebook, LinkedIn en mastodon.

Kantelpunten

Op dit moment zijn er negen plekken op aarde waar slapende reuzen zich roeren. Het zijn de angstaanjagende tipping points, kantelpunten. De meeste zijn bekend: de teloorgang van koraalriffen, het stilvallen van de Atlantische golfstroom, het verdwijnen van het regenwoud in het Amazonegebied. Een aantal van deze reuzen is misschien al wakker geworden, andere staan op het punt te ontwaken. Sommige wetenschappers gaan ervan uit dat een aantal van deze tipping points, zoals het verdwijnen van de koraalriffen, niet meer te stoppen is.
Een dergelijk kantelpunt brengt een ecosysteem in korte tijd naar een fundamenteel andere staat. Onomkeerbaar. Neem het smelten van de Groenlandse ijskap. Eenmaal gesmolten krijg je die voorlopig niet meer terug. Ook niet als de temperatuur na het smelten opeens weer drastisch zou dalen. Bovendien kunnen verschillende kantelpunten, als ze eenmaal in gang zijn gezet, elkaar ook nog eens versterken, een nachtmerriescenario.

Sanne Bloemink, Groene Amsterdammer 12 juni 2024, nr. 24

Deze kantelpunten laten zien op welke klimaatramp we in volle vaart afstevenen. De verkiezing van Trump helpt daarbij niet; evenmin de opmars van rechts over de hele wereld. Maar ook regeringen in het midden van het politieke spectrum, die het verdrag van Parijs hebben ondertekend, doen veruit onvoldoende om het tij te keren. Waaraan kunnen we dan nog hoop ontlenen?

Die hoop kunnen we ontlenen aan de mogelijkheid van kantelpunten op het gebied van norm- en gedragsverandering, vaak voorafgegaan of ondersteund door technische ontwikkelingen of overheidsmaatregelen. Daarvan zijn een aantal voorbeelden. Zo werd het van de ene dag op de andere ‘not done’ om in gezelschap te roken. Andere voorbeelden: de plotselinge populariteit van elektrische auto’s, de energietransitie naar duurzame energie, de abrupte opkomst van de Black Matter beweging. Kantelpunten die nog niet hebben plaats gevonden zijn die op het gebied van vleesconsumptie en vlieggedrag of op het gebied van klimaatbewustzijn in het algemeen (beseffen, hoe groot en acuut het gevaar is). Maar wat niet is kan komen.

Kantelpunten worden als regel voorafgegaan door geleidelijke, nog niet zo zichtbare processen in de richting van de omslag, die dan ineens kan plaats vinden. En dat is het niveau waarop we zelf invloed kunnen hebben. Wij kunnen de voorlopers zijn op klimaatgebied (zie voor enkele ideeën mijn blog van 15 februari). Niet alleen dat u daarmee de wereld vooruit helpt, het versterkt ook uw hoop en veerkracht. Aanbevolen literatuur, behalve het artikel van Sanne Bloemink, hierboven vermeld, ook een artikel van Maurice Timmermans in Trouw van 15 augustus j.l.: https://www.trouw.nl/religie-filosofie/kun-je-depressie-voorkomen-als-dit-met-je-stemming-gebeurt-nader-je-een-kantelpunt~b595ec03/

Hoop, veerkracht en voldoening.

Mijn vorige blog eindigde ik met de volgende zin: Als je er achter komt wat er werkelijk aan de hand is, en dat confronteert met je heilig contract, dan kom je vanzelf in beweging. Daaraan kan je zien hoe belangrijk het is op twee niveau’s te werken aan je persoonlijke en spirituele groei: aan je binnenwereld en aan je relatie met de buitenwereld. Als je door de problemen in de buitenwereld geraakt wordt zonder dat je aan je innerlijke wereld hebt gewerkt, word je boos en verdrietig, en ook wanhopig omdat je je machteloos voelt. En als je als reactie daarop de buitenwereld uit je bewustzijn buitensluit, en alleen werkt aan je eigen persoonlijke ontwikkeling, voel je je op den duur ook niet goed. Want die buitenwereld gaat daarmee niet weg, en op de achtergond van je bewustzijn zul je je daar altijd onbehaaglijk over voelen. Bovendien mis je dan het contact met de schoonheid, die er in de buitenwereld ook is.

Maar als je verbonden met je social contract, ligt dat anders.

Je heilige contract is vrijwel nooit zo geformuleerd dat het rechtstreeks verwijst naar een van de grote maatschappelijke problemen (klimaatverandering, extinctie, oorlog en geweld, verlies van biodiversiteit, racisme, de bedreiging van de democratie, enz.). Het gaat meer over je hogere levensdoel: wat jij persoonlijk te doen, te leren en bij te dragen hebt. Die bijdrage kan je altijd leveren, ongeacht het effect daarvan. En als je die levert creëer je als bijproduct hoop, veerkracht en voldoening. Het is niet jouw en mijn taak en functie de wereldproblemen op te lossen. De oplossing daarvan zal alleen maar gebeuren als er we in het collectieve bewustzijn een kantelpunt bereiken.*) Wij kunnen daar alleen maar een druppeltje aan bijdragen.

Ons dit alles te realiseren geeft innerlijke rust en maakt het mogelijke blijmoedig in het leven te staan ondanks onze collectieve crisis. Verdriet en zelfs woede kan dan tegelijkertijd met die blijmoedigheid bestaan. We zullen dan ook wat makkelijker onze schouders kunnen ophalen over wat onze ‘leiders’ (nou ja. . . ) doen of juist nalaten, en ons ergernissen kunnen loslaten. In ons eigen leven kunnen we onze missie, of minder plechtig, onze opdracht, vervullen, en zodoende verschil maken.

*) Interessante artikelen over kantelpunten zijn:
1. Interview met Maurice Timmermans, Trouw,  15 augustus 2024, waarin hij een verbinding legt tussen kantelpunten in natuurlijke ecosystemen en maatschappelijke kantelpunten; en
2. Sanne Bloemink, Wachten op de big push, De Groene Amsterdammer, 12 juni 2024
Hoopvolle artikelen.Ik kom er misschien later nog eens op terug.

Wat houdt bewustwording eigenlijk in?

Zij die er naar streven hun bewustzijn te ontwikkelen kunnen niet volstaan met de ontwikkeling van zelfinzicht. Je kunt in dat geval niet uitsluitend je aandacht naar binnen richten, maar moet ook aandacht besteden aan de buitenwereld. Je moet je dan zoveel als mogelijk is bewust worden van wat daar gaande is. Je zult verbinding moeten maken met de natuur, waar je deel van uit maakt, en met de schoonheid in de wereld en open staan voor het mysterie. Maar je zult ook de grote wereldproblemen onder ogen moeten zien: atoomdreiging, oorlog, de klimaatcatastrofe, het verlies van biodiversiteit, de dreiging van extinctie, de VRESELIJKE armoede, en zo meer. Als je dat allemaal niet doet, dan zal het nooit veel worden met je persoonlijke groei. (Het ‘moeten’ in de vorige zinnen is dus geen moreel voorschrift, maar een voorwaardelijk ‘moeten’)

Zoals allen die mijn blog vaak lezen al weten: Wat betreft de binnenwereld is het van belang je levensdoel te vinden: wat is dat je in dit leven te leren, te doen en bij te dragen hebt? Het is niet altijd makkelijk om dit levensdoel, je bestemming, je heilig contract te vinden en expliciet te maken, maar als je er voor open staat lukt het eigenlijk altijd *). En als je dit eenmaal gevonden hebt (of er dichter bij komt) dan wil wil je er ook mee werken, en iets doen aan een of meer van de wereld problemen die ik boven heb aangestipt. Maar om daar effectief mee om te gaan moet je ze doorgronden; er dieper in duiken, nagaan wat er eigenlijk aan de hand is. Dat vraagt inspanning: googelen, artikelen of boeken bestuderen, het nieuws volgen en leren echte informatie van nep te onderscheiden (bijvoorbeeld door bijeenkomsten te bezoeken en er met anderen over te praten).

Voor mijn vakantie heb ik het gehad over het armoede/rijkdom probleem, en ook daarvoor geldt: als je daar wat aan wilt doen, dan moet je het eerst bestuderen. Nagaan hoe wijdverbreid (wereldwijd) en hoe ingrijpend het is (bronnen onder andere: artikelen van Ingrid Robeyn en Dick Timmer, te vinden op internet) . En je los maken van je morele oordelen, die het zicht op de realiteit vertroebelen. Maar als je er achter komt wat er werkelijk aan de hand is, en dat confronteert met je heilig contract, dan kom je vanzelf in beweging. En dat is een solide basis voor hoop, ongeacht je resultaten. Ik kom daarover volgende week verder te spreken.

*) Een paar hulpmiddelen staan in mijn boek Op weg naar jezelf, pg. 74-77.

Geld macht nicht glücklich, aber es beruhigt kolossal.

Als armoede een probleem is, dan is het de vraag of rijkdom niet ook een probleem is.
https://www.human.nl/lees/boekgesprek/dick-timmer.html

Vorige week schreef ik over de schade die rijke mensen ons berokkenen. Maar wat in dit verband is rijk? En wat is nog moreel verdedigbaar? Daarover zijn vele beschouwingen geschreven, en daaruit komt naar voren dat een inkomen boven de 1,5 miljoen niet meer extra bijdraagt tot het persoonlijk welzijn, en dat de meeste mensen een inkomen/vermogen boven de 2-3 miljoen niet meer ethisch verantwoord vinden. (ongeacht hoe het is verkregen). En vorige week lieten Jamal Quarachi en Ingrid Robeyns zien dat extreme rijkdom ronduit schadelijk is voor de samenleving. Maar er ligt een grijs gebied tussen extreme rijkdom en een redelijk inkomen van € 40.000 tot € 60.000 bruto per jaar.*). En eveneens tussen de bovengenoemde miljoenen en de echt superrijken.

Het komt er eigenlijk op neer dat dat iedereen met een inkomen vanaf ca. € 50.000 bruto en/of een vermogen van ca. € 100.000 of meer, de overwaarde van het huis inbegrepen (zoals ik), welgesteld moet worden genoemd. Daarmee hebben we kennelijk voldoende belangen om het overheidsbeleid en het bedrijfsleven te ondersteunen in het huidige beleid, dat er op gericht is de rijken steeds rijker en de armen steeds armer te maken. (Met name in het bedrijfsleven zijn er wel bedrijven die hierop een uitzondering vormen, maar het is vooralsnog een kleine minderheid). Het wonderlijke is echter dat dit beleid ook op grote schaal door de minder welgestelden gesteund wordt. VVD, PVV, CDA, CU en D66, en zelfs korte tijd de PvdA, voeren al jaren een beleid dat inkomensverschillen bevordert. Zij worden en masse door de kiezer gesteund. Bizar. Het is trouwens in het buitenland niet anders.

Ik ga nu even niet in op hoe dat komt, maar vraag me liever af of we die trend zullen kunnen doorbreken. Daarover wordt verschillend gedacht. Ingrid Robeyns en Jane Goodall zijn voorbeelden van mensen die denken van wel, maar iemand als Dick Timmer twijfelt. Het is eigenlijk net als met het klimaatprobleem: de overgrote meerderheid van de bevolking is zich van het probleem bewust, maar niet bereid zich daar echt voor in te zetten. De oplossing moet nog van anderen komen, maar zijn we bereid zelf een stap te zetten buiten onze eigen comfort zone? En wat zou dat dan betekenen?

Met deze vragen laat ik u even alleen, want zelf ga ik de volgende week op vakantie en verschijnt er dus geen blog.

*) Deze grens is natuurlijk heel arbitrair. Hij geldt voor de Westerse wereld, voor twee personen, in normale omstandigheden.

De rijke mensen crisis.

Extreme rijkdom is funest voor de samenleving, democratie en het klimaat.
(Ingrid Robeyns)

Op 1 augustus had ik het over de schurken die deze wereld kapot maken. Ik dacht daarbij vooral aan oorlogshitsers, onverantwoordelijke dictatoren, CEO’s en populisten. Éen categorie zag ik daarbij over het hoofd: De categorie van de rijkaards en zij die de tegenstelling tussen arm en rijk instandhouden en bevorderen. Daarover is een schitterende column geschreven door Jamal Ouariachi, die ik beschouw als een van de beste columnisten in Nederland. Omdat hij het beter kan verwoorden dan ik het zou kunnen, laat ik hem in dit blog aan het woord, ook al wordt dit blog daardoor veel langer dan u van mij gewend bent.

Column Trouw (Zomertijd)

Nederland is een verzorgingsstaat voor de rijken, gefinancierd door de armen

9 augustus 2024

We bevinden ons midden in een gigantische rijke-mensencrisis.

Nou ja zeg! Respectloos! Zo praat je over asielzoekers of over daklozen, maar toch niet over mensen die keihard hebben gewerkt voor hun fortuin? Wees gewoon dankbaar! Uiteindelijk profiteert iedereen, óók jij, mee van de welverdiende welvaart van die uitzonderlijk harde werkers.

Hardnekkig idee is dat toch: dat de rijkdom van een kleine groep op den duur positieve economische effecten oplevert voor een veel grotere groep. Hardnekkig, maar het klopt niet. Oxfam rapporteerde in januari dat de vijf rijkste mensen ter aarde hun fortuin in de afgelopen vier jaar hadden verdubbeld, terwijl de 60 procent armsten ter wereld — bijna vijf miljard mensen — erop achteruitgingen. Er bestaan veel van zulke statistieken, en allemaal laten ze hetzelfde zien: de ongelijkheid neemt toe.

Niet alleen in inkomen. Rijke mensen wonen in grote huizen die enorm veel energie slurpen en als ze niet thuis zijn, vliegen ze de wereld rond in privéjets, die gemiddeld per passagier tien keer zoveel CO2 uitstoten als commerciële vliegtuigen.

Bruikbare idioten

In Nederland betalen de allerrijksten fors minder belasting dan andere bevolkingsgroepen, zoals het Centraal Planbureau afgelopen mei nog aantoonde.

Rijke mensen zuigen de rest van de bevolking uit.

De bruikbare idioten die hen daarbij helpen, noemen we populisten.

De populist zal nooit naar de werkelijke veroorzaker van de problemen wijzen (rijke mensen!), maar naar een makkelijke zondebok. Zo wordt de ene groep mensen met weinig inkomen opgestookt tegen de andere groep mensen met weinig inkomen: de arme autochtoon versus de arme migrant.

Zo werkt ook het kabinet-Schoof. Migratie als hoofdobsessie, terwijl alle beloftes gedaan aan arme PVV-stemmers verdwenen into thin air of werden uitgesteld. Ondertussen wordt het geld van rijke mensen goed bewaakt: de verhoging van de brandstofaccijns is uitgesteld (rijken gebruiken nu eenmaal meer brandstof dan armen), de vermogensbelasting gaat omlaag, er komt belastingvrije inkoop van eigen aandelen, en zo zijn er nog meer luxe-cadeautjes.

Nederland is een verzorgingsstaat voor de rijken, gefinancierd door de armen.

Leuke regeling

Hoe moet het ook anders, want als je rijke mensen hoger wil belasten, dreigen ze met vluchten naar het buitenland. Maar willen we zulke mensen wel hier houden? Zijn we ze niet beter kwijt dan eh… rijk?

Italië heeft sinds 2017 een leuke regeling voor vermogende buitenlanders: wie zich daar vestigt, kan voor 100.000 euro belastingen over inkomsten uit het buitenland afkopen. Lijkt veel, is niks als je miljardair bent. Ik stel dan ook voor dat we alle superrijke Nederlanders die niet willen meewerken aan een eerlijker verdeling van de rijkdom, op een boot zetten, vooruit, een superjacht, linea recta naar Italië. Daar zijn ze toch al gewend aan bootvluchtelingen. Iedereen tevreden.

Jamal Ouariachi is schrijver van ­romans en verhalen en maakt de ­wekelijkse podcast Schrijven met Ouariachi. Lees hier eerdere columns van Ouariachi terug.

Nieuwe Amsterdammers.

Als een statushouder (SH) (zie mijn blog van vorige week) een woning krijgt toegewezen, dan krijgt hij een zogenaamde afsprakenbrief. Daarin wordt hij/zij uitgenodigd om allereerst de woning te bezichtigen en te controleren of alles in orde is en zo ja, het huurcontract te tekenen.

Die woning is dan door de woningbouwcorporatie gerenoveerd, dus als regel in goede staat. Op dezelfde dag dient de SH zich dan te melden bij de gemeente, Dienst Wonen, om huurtoeslag aan te vragen, en contracten af te sluiten voor energie- en waterlevering. Daar wordt hij/zij allereerst van harte gefeliciteerd met de woning en welkom geheten, en vraagt de ambtenaar of de woning hem/haar bevalt (als regel is dat het geval en is de SH er heel erg blij mee). Dan krijgt de SH een bedrag afhankelijk van het woningoppervlak voor aanschaf van vloerbedekking, en krijgt een lening aangeboden van € 1600, € 2250 voor een echtpaar of gezin, voor aanschaf van de benodigde spullen. Die moet worden terugbetaald in 36 maandelijkse termijnen, die van zijn/haar uitkering worden afgetrokken. Hij/zij wordt ingeschreven bij woningnet (entreegeld wordt betaald door de gemeente) en krijgt het adres van vluchtelingenwerk, alsmede een lijst van adressen waar hij/zij zijn/haar woninginrichting kan kopen dan wel tweedehands of gratis kan verkrijgen. Zijn/haar huurtoeslag wordt aangevraagd, en alle formulieren worden door de ambtenaar in overleg met de statushouder ingevuld, zodat hij/zij alleen maar hoeft te ondertekenen. Temslotte wordt hij ingeschreven bij het bevolkingsregister van de gemeente.

Precies een week later moet de sh zich melden bij de dienst Werk, Participatie en Inkomen (WPI), alwaar de uitkering wordt aangevraagd en de ziektekostenverzekering wordt geregeld. Ook daarvoor moeten formulieren worden ingevuld en getekend. Tevens krijgt hij/zij dan een gift van € 600 (alleenstaande) of € 1000 (partners). Dit is in grote lijnen de gang van zaken.Er zijn nog wel enkele details, of uitzonderingen waarbij het anders gaat, maar dat laat ik nu maar rusten. Bij dit hele best gecompliceerde proces proberen we, als er een vrijwilliger beschikbaar is, de statushouder te begeleiden en te adviseren. Zij zijn daar meestal heel blij mee, want het is moeilijk om meteen door de vele bomen het bos te zien.

Zodra de gemeente Amsterdam van het COA (Centraal Opvangorgaan Asielzoekers) opgave heeft gekregen van het aantal statushouders dat ze moeten huisvesten, coördineert de Directie Wonen de hele procedure: overleggen met de woningbouwverenigingen en de logistiek van het hiervoor genoemde proces. Dat loopt bijna altijd op rolletjes. Ook hiervoor wil ik de gemeente graag complimenteren, al ligt hier natuurlijk ook een redelijke rijksregeling aan ten grondslag. Ik ben benieuwd of de nieuwe regering hierop wil bezuinigen; zo ja, dan krijgen we ongetwijfeld binnen afzienbare tijd Belgische toestanden, alwaar de asielzoekers intussen op de openbare weg slapen – bijvoorbeeld in Brussel. We zullen zien. *)

En hiermee besluit ik mijn beschouwing over de gemeente Amsterdam in relatie tot statushouders. Ik wou het even aandacht geven, omdat ik er zo’n goed gevoel over heb. En een mens wil wel eens geprezen wezen.

*) Terzijde: Landelijk gezien gaat slechts maximaal 10 % van de vrijkomende sociale huurwoningen naar statuszoekers. In gemeenten waar niet zo’n woningschaarste is als in Amsterdam is dat geen probleem, maar in Amsterdam, waar de wachttijd voor starters kan oplopen tot 15-20 jaar, is dat wel zo. De toewijzing van verplichting tot huisvesting gaat namelijk evenredig aan het aantal inwoners per gemeente. Daarbij wordt geen rekening gehouden met lokale omstandigheden, die sterk kunnen wisselen.

Welkom.

Vandaag wil ik eens de lofetrompet steken over twee afdelingen van de gemeente Amsterdam: de diensten Wonen (DW) en Werk, Participatie en Inkomen (WPI). Als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) heb ik frequent met deze diensten te maken. Als aan statushouders een woning is toegewezen, dan begeleid ik ze bij het zich vestigen in de woning en in Amsterdam.

Voor diegenen die niet op de hoogte zijn: statushouders zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen en dus in Nederland mogen wonen. Zij hebben als regel een verblijf van enkele jaren in een AZC (asielzoekerscentrum) – vaak met vele verhuizingen van het ene AZC naar het andere – achter de rug. Eerst een periode tussen asielaanvraag en het verkrijgen van de status; daarna een periode van een half tot twee jaar die verloopt tussen het verkrijgen van de status en de woningtoewijzing. De omstandigheden in het AZC zijn soms okay, maar vaak uitermate sober. Dan krijgen ze de status en de woning en moet er van alles gebeuren: bezichtiging en accepteren van de woning (alles moet werken), tekenen huurcontract, inschrijving bij de gemeente, het kopen en leggen van de vloer, aanschaf van de volledige woninginrichting, aanvraag huur- en zorgtoeslag, afsluiten energie- en watercontract, het afsluiten van een lening, het afsluiten van de zorgverzekering, en nog een aantal details die ik hier maar achterwege laat. Je kunt je voorstellen dat een statushouder die pas uit het AZC komt makkelijk in de brei van al die benodigde activiteiten en formulieren die hij moet tekenen kan verdrinken. Daarom probeert VWN de statushouder bij dit proces te begeleiden, maar helaas hebben we momenteel te weinig vrijwilligers, zodat sommige statushouders het alleen moeten doen. Maar gelukkig is het in Amsterdam zo geregeld dat ze goed worden opgevangen door de gemeente.

In dit verband moeten statushouders zich twee keer melden op het stadhuis (zorgloket). Voordat ik de hele procedure die ze moeten doorlopen ga uitleggen wil ik eerst iets anders zeggen. Ik ben getroffen door de buitengewoon sympathieke wijze waarop de ambtenaren van DW en WPI de statushouders tegemoet treden. Ze worden hartelijk welkom geheten, en gefeliciteerd met de woning. En ook daarna is de hele werkwijze erop gericht de statushouders zoveel mogelijk van dienst te zijn, ze soepel door de bureaucratische procedures heen te helpen en ze zonodig gerust te stellen. Ik heb niets dan lof voor de houding van de ambtenaren. Na alle – vaak terechte – kritiek die we soms hebben op de bureaucratie mag dit ook wel eens gezegd worden.

En ik moet ook zeggen dat de procedure in Amsterdam op zichzelf, hoewel bureaucratisch van karakter, ook bijzonder goed in elkaar zit. Daarover de volgende keer.