Categoriearchief: Mens en samenleving

De zoektocht naar waarheid, deel III

Mensen leven in groepsverband. Dat is al zo lang als de mensheid bestaat. Vroeger was er het stamverband. In de landbouwrevolutie ontstond de familie (meer uitgebreid dan het huidige gezin). Daarna de buurt- of dorpsgemeenschap, het hof (graafschap, hertogdom), het klooster, de stad, de natie, de vereniging, de organisatie. En waarschijnlijk vergeet ik nog het een en ander; zeker in landen buiten het Westen.

Al deze collectiviteiten kunnen een bron zijn van waarheid. Algemene kennis over deze organismen kunnen we vinden in de wetenschap: geschiedenis, sociologie, psychologie, organisatieleer, enzovoort. Maar we kunnen ook direct contact maken met de in onze omgeving bestaande collectiviteiten waarvan we al dan niet deel uitmaken, en dat kan ook heel leerzaam zijn.

Aan al deze vormen van groepvorming kunnen we een structuur en een cultuur onderscheiden. De structuur is het netwerk van formele en informele relaties, de cultuur de wijze van met elkaar omgaan en de normen en waarden die daaraan ten grondslag liggen. Ten dele zijn deze structuur en cultuur direct waar te nemen, maar er zijn ook meer verborgen aspecten, en het vereist nauwlettende waarneming, en soms nader onderzoek om die te zien. Denk aan ‘geheime’ bondjes binnen families of organisatie, of aan een onderhuids conflict in families of teams dat gemaskeerd kan worden door oppervlakkige vriendelijkheid. Er zijn vele voorbeelden te bedenken. Als je er eenmaal oog voor krijgt kan je het aanvoelen.

Onder deze cultuur en structuur bevindt zich een diepere laag: de ziel of identiteit van een groep of organisatie. Ik heb daar in januari en februari uitvoerig over geschreven, dus ik wou er nu maar kort over zijn. De identiteit of de ziel kan expliciet geformuleerd zijn, in de vorm van een beginsel of een motto, maar ook een meer verborgen leven leiden als een gevoel van trots om bij de familie, groep of organisatie te behoren. Hieruit blijkt dat de groepsidentiteit een onderdeel is van de persoonlijke identiteit, en alleen al daarom al is het goed om die groepsidentiteit te onderzoeken.

We kunnen concluderen dat er aan groep of organisatie veel valt af te zien. Waarom is het van belang daar aandacht aan te besteden? Waarom zouden we ook hier de waarheid van ‘wat is’ willen onderzoeken? Dat is van belang om ook in deze context schijn en leugen te ontmaskeren, en ook omdat we alleen op die manier ook enige afstand kunnen nemen van de groepsverbanden waartoe we behoren. En dat is weer nodig om in vrijheid de wezenlijke keuzes in ons leven te maken.

Al is de leugen nog zo snel . . .

Jarenlang heb ik persoonlijke en spirituele ontwikkeling beschouwd als de voornaamste betekenis die we aan ons leven kunnen geven: ontdekken wat het is dat je in dit leven te leren, te doen en te geven hebt, en er aan werken de belemmeringen daarvoor weg te nemen en je talenten daarvoor te ontwikkelen. Maar de laatste tijd ben ik daar niet meer zo zeker van. Misschien ligt de opdracht van ons leven veeleer in het zoeken naar Waarheid en ons daarover uitspreken.

Dezer dagen stuitte ik op twee verschillende voor mij gezaghebbende bronnen die dit stellen: Caroline Myss in de online cursus Riding the Phoenix, en Thomas Mann en Albert Camus, geciteerd door Rob Riemen in Adel van de geest, een vergeten ideaal (2009). En inderdaad, in deze week van herdenking en viering van de vrijheid besef je dat het onrecht in de wereld en elke aantasting van de vrijheid altijd gebaseerd is op ontkenning, leugen, bedrog, complottheorieën en nepnieuws.

Maar wat is Waarheid? Jouw waarheid hoeft de mijne niet te zijn. Eeuwenlang hebben filosofen en mystici gezocht naar het Ware, het Goede en het Schone, er daarbij van uitgaande dat er inderdaad zoiets is als het Ware het Goede en het Schone. Daarbij staat het Ware bovenaan, want als het Ware wordt aangetast is het Goede het Schone niet meer te vinden.

Het zijn Nietzsche, en in zijn voetspoor Sartre, geweest die bij hun zoektocht naar het ware uiteindelijk uitkwamen op het Niets: zij kwamen tot de conclusie dat onze zoektocht naar de Waarheid uiteindelijk uitloopt op de conclusie dat er niets anders is dan dit materiële aardse bestaan. Daarna, daarboven, daar waar dan ook is er niets. Nichts! Met name Nietzsche heeft moeite met deze ‘waarheid’. ‘Mijn leven behelst nu enkel nog de wens dat het met alle dingen anders gesteld is dan ik denk, en dat iemand mijn “waarheden” ongeloofwaardig voor mij maakt.” (citaat bij Rob Riemen)

Zelf geloof ik echter dat die Waarheid wel degelijk bestaat en inhoud heeft, al zullen we die Waarheid nooit volledig kennen. Dit geloof is gebaseerd op het gezag van mijn leermeesters, en vooral op mijn eigen innerlijke zoektocht – van zoeker, naar onderzoeker naar ziener – , die uiteindelijk uitliep op enige openbaringen, of, zo u dat te verheven vindt, enige intuïties. In een later blog zal ik daar wat van delen, in het besef dat het nog steeds mijn waarheid is, die u met me kunt delen of vervangen door uw eigen waarheid.

De overwinning van de Waarheid over de eucharistische Heresy van Peter Paul Rubens.

Mijn droom

Velen dromen van een terugkeer naar hoe het was voor de pandemie. Daar verlang ik ook wel naar, maar mijn droom is toch anders. Eigenlijk heb ik die droom al een paar keer gepubliceerd (2008, 2012), en voor wie dat nog eens zou willen lezen heb ik onderaan dit blog een download-link toegevoegd. Ook heb ik er in mijn twee vorige blogs al iets over gezegd. Dus ik kan er nu kort over zijn. Maar ja, als ik kort wil zijn wordt het toch altijd weer wat langer . . . ?

Ik droom van een wereld waarin de Corona crisis heeft gewerkt als een wake-up call. Waarin een groot deel van de mensheid de moed heeft de werkelijkheid onder ogen te zien zoals die is en de moed heeft te blijven kijken. Dan zien we dat alles wat ons dierbaar is in gevaar is, ja, dat we zelf met zijn allen in gevaar zijn – niet zozeer door de pandemie maar door andere oorzaken – jullie wel bekend. Ik hoop dat we dan niet in paniek te raken maar ons laten leiden door wijsheid en mededogen, en dat we dan leiders krijgen die enkele fundamentele keuzes aan ons voorleggen. Kiezen we voor economische groei (voor zover dat nog kan) of voor het algemeen welzijn? Kiezen we ons individuele zelf of voor de gemeenschap? En mijn droom is dan we in meerderheid voor de laatste twee opties kiezen (de scenario’s voor die mogelijkheid liggen al klaar, zie onderaan dit blog). Dat we ruimhartig vluchtelingen (kinderen!) toelaten en landen in nood te hulp komen. Dat we voor een samenleving kiezen waarin kunst en natuur een cruciale plaats innemen, ook als we daar belangrijke andere verworvenheden voor moeten opgeven. Dat we daar gemoedsrust en levensvreugde voor terug krijgen. Misschien zijn we dan wel bereid om, indien noodzakelijk, met onze koopkracht (die sinds 1974 niet is gestegen; zie onderstaande grafiek) terug te gaan naar het niveau van 1960. Misschien zijn we bereid te aanvaarden dat vliegtuigkilometers en benzine op de bon gaan, en zijn we bereid meer te betalen voor ons voedsel, zodat de boeren over de hele wereld een goed leven hebben. Misschien zijn we bereid niet steeds nieuwe kleren te kopen en niet steeds een nieuw mobieltje. Ik noem maar wat mogelijkheden.

Bron: https://economie.rabobank.com/publicaties/2018/februari/besteedbaar-inkomen-huishoudens-nederland-staat-vrijwel-stil/

Zal die droom uitkomen? De eerste tekenen zijn niet bemoedigend, zie bijvoorbeeld De Groene van 16 april:

Aan de andere kant put ik hoop uit de opvatting zoals die onder anderen geformuleerd is door Caroline Myss, een mystica die door mij hogelijk gewaardeerd wordt en die met beide benen op de grond staat. Zij stelt dat, sinds de paradigmaverschuiving die in 1945 is ingezet, we als mensheid evolueren naar een nieuw bewustzijnsniveau wat onder andere zal blijken uit een verscherpt vermogen tot buitenzintuigelijke waarneming en meer verbinding met de niet zintuigelijke wereld(en) achter de zichtbare, materiële wereld. Volgens haar wordt dat proces door de pandemie versneld en vindt dat plaats of we dat nu willen of niet. Als dat waar zou zijn is alles mogelijk. We zullen zien.

A public opinion survey of four future scenarios for Australia in 2050
Robert Costanza e.a.

Hoezo blijf binnen?

Naarmate de Corona crisis langer duurt verlangen steeds meer mensen terug naar de situatie zoals die voor de crisis was. Dat we weer naar het strand kunnen gaan, dat we weer uit kunnen gaan en eten in restaurants. Dat we weer vrijelijk kunnen winkelen en reizen, en fysiek contact maken, enzovoort. En velen hopen dat dit al in juli zal gebeuren. Het krijgt het karakter van een droom. Ikzelf heb een andere droom, maar voor ik daarover begin wil ik eerst een ergernis met u delen.

Het Outbreak Management Team dat de ministers adviseert over de Coronacrisis bestaat uitsluitend uit artsen en deskundigen op het gebied van infectieziekten. Psychologen en andere hulpverleners zitten er niet in. Dat blijkt uit de adviezen die uitgebracht worden aan de verantwoordelijke ministers. Er is weinig idee over wat de schadelijke effecten die het advies om thuis te blijven met zich mee brengen. Gaandeweg worden die effecten duidelijker: huiselijk geweld, achterstand op scholen voor kwetsbare kinderen, enzovoort. Er zijn ook meer verborgen effecten: achteruitgang van de fysieke gezondheid door het gebrek aan lichaamsbeweging, psychische klachten door het gevoel opgesloten te zitten, en zo meer.

Daarbij komt dat het advies om thuis te blijven voor zover ik kan nagaan overbodig is, zolang de mensen zich buitenshuis maar houden aan de 1,5 meter regel. Bovendien is het onduidelijk of het een advies betreft of een voorschrift. Het ene moment zegt onze minister president: blijf thuis; het andere moment zegt hij dat een ommetje wel kan. Het lijkt er op dat de huidige gematigde lockdown hinkt op twee gedachten: controle en voorschriften enerzijds, en vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van de burgers anderzijds. Het gevaar bestaat dat die balans gaat doorslaan naar overmatige controle, want dat is waar de meeste politici dol op zijn.

Als je echter de medewerking en het vertrouwen van de burgers wil behouden, moet je zo min mogelijk controleren. Dan helpt het niet als je borden zoals hieronder in een plantsoen plaatst, waar mensen vredig in de zon zitten en zich keurig houden aan de anderhalve meter afstand als ze niet samenwonen. En dat in een vrijgevochten stad als Amsterdam. Bizar! Ik vraag me trouwens af of die boete juridisch houdbaar is. Zou het stadsbestuur zich dit realiseren?

Over mijn droom de volgende week.

‘ t Sal waerachtigh wel gaen’

“It was the best of times, it was the worst of times, it was the age of wisdom, it was the age of foolishness, it was the epoch of belief, it was the epoch of incredulity, it was the season of Light, it was the season of Darkness, it was the spring of hope, it was the winter of despair, we had everything before us, we had nothing before us, we were all going direct to Heaven, we were all going direct the other way.”
Uit: ‘A tale of two cities’ door Charles Dickens.

De landbouwrevolutie, de industriële revolutie, de digitale revolutie (‘nuclear age’, doorgeschoten kapitalisme, internet, globalisering, en nu de pandemie); daar zitten we nu middenin. Dat schept ruimte voor de pardigmaverschuiving waar ik het de vorige keer over had. Ook daar zitten we al middenin. Tot nu toe was de overheersende trend van die paradigma wisseling het voorop stellen van het naakte eigenbelang , dat weer leidde tot een extreem individualisme en meer polarisatie, resulterend in het uitsluiten van groepen, weinig aandacht voor de ellende elders op de wereld (armoede, honger, vluchtelingencrisis) als we daar persoonlijk geen last van hebben, fundamentalisme, extremisme, haatmail en eng-nationalisme.

Ik zei: dat was de overheersende trend, maar er was ook een onderstroom: een verlangen naar een meer humanere wereld, zich tonend in onbaatzuchtigheid, solidariteit en bevlogen idealisme. Door de Corona crisis wordt die onderstroom meer zichtbaar, met name bij diegenen die voorheen onder de radar bleven.

Welke trend overheersend zal zijn als de pandemie is uitgewoed of succesvol kan worden bestreden door vaccins, over anderhalf jaar of zo, laat zich moeilijk voorspellen. Er verschijnen allerlei publicaties over (on)waarschijnlijke en meer of minder realistische of utopische toekomstbeelden, maar de waarheid is: we weten het niet. Gaan we naar een maatschappij met meer overheidscontrole, of meer eigen verantwoordelijkheid? Naar een maatschappij met een extreem gezondheidsfetisjisme, of een maatschappij waarin we de dood accepteren als datgene wat het leven de moeite waard maakt?

Wij zijn hier volgens mij op de wereld om ons eigen unieke zelf tot uitdrukking te brengen. De angst voor de dood zou wel eens behalve met de angst voor het onbekende te maken kunnen hebben met de angst dat we in dit leven niet van bebetekenis zijn geweest.*) Dus zou ik zeggen: laten we, als we daar niet al lang mee begonnen zijn, doen wat we te doen hebben, geven wat we te geven hebben en leren wat we te leren hebben en daarmee doorgaan als er straks weer maatschappelijke actie van ons gevraagd wordt. Dan ‘sal ’t waerachtigh wel gaen’ (Cornelis Tromp).

*) Dit idee werd dezer dagen nog weer eens benadrukt door Marc Gafni: https://www.youtube.com/watch?v=sCBhSnRel4A

Een ‘Great Turning’? – III

Twee keer heeft er in het afgelopen millennium een fundamentele paradigmaverschuiving plaats gevonden: een andere manier van kijken naar de wereld om ons heen. De eerste keer toen het tot ons doordrong, dat de aarde niet plat was, en niet het centrum van de kosmos was, maar een klein bolletje ergens in een onmetelijk universum. En de tweede keer toen we ons realiseerden, dat de mensheid in staat was zichzelf te vernietigen – dat was na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.

Zal er na deze Corona crisis een derde paradigmawisseling plaats vinden? Twee weken geleden zei ik dat de Great Turning bestaat uit drie elementen, waarvan een collectieve bewustzijnsverandering het derde, en volgens mij het meest essentiële, aspect is. Wat houdt die bewustzijnsverandering in?

  1. Weten dat de aarde met alles erop en eraan een levend organisme is (Gaia), en dat wij daar als ‘celletjes’ een onlosmakelijk deel van uitmaken.
  2. Weten dat er achter de zintuiglijk waarneembare wereld een onzichtbare wereld bestaat, en dat we daar contact mee kunnen maken.
  3. Weten dat we in onze kern allemaal gelijk zijn, en dat deze kern, ons ‘ware zelf, onaantastbaar is.

Deze elementen van bewustzijnsverandering zijn samen te vatten met de begrippen ‘eenheidsbewustzijn’ en ‘overgave aan dat wat groter is dan wij’. Maar dat ontstaat alleen als het ‘weten’ in bovenstaande opsomming niet slechts een verstandelijk weten is, maar een overtuiging, die gegrond is in ervaring(en). Het mooiste is het als die ervaringen gepaard gaan met ‘het licht zien’ (zoals bij Verlichting en in vele BDE’s), maar dat is niet voor iedereen weggelegd. In dat geval volstaat een ontroerende beleving van schoonheid of een allesomvattende liefde, het ervaren van ontzag voor het mysterie van het zijn, een openbaring. Soms kan juist een ‘negatieve’ ervaring die verdieping van het bewustzijn veroorzaken: een schokkende of heel verdrietige gebeurtenis. Als we een dergelijke ervaring doorgemaakt hebben, kunnen we verbinding voelen: met Gaia, met de ‘onzichtbare werelden’, en uiteindelijk met de bron van alles en de universele wet waarmee dit universum bestuurd wordt en die zich in ons diepste zelf openbaart. Daaruit vloeien weer kernwaarden voort: eerbied voor de ‘heiligheid’ van het leven, onbaatzuchtigheid en een open geest.

Ik vermoed (intuïtief) dat we pas kunnen spreken van een nieuw paradigma of een Great Turning als 40 % van de bevolking deze bewustzijnstransformatie heeft doorgemaakt. Zal deze pandemie daar toe leiden? Ik weet het niet. Gunstig is wel dat de gevolgen van deze crisis nog heel lang zichtbaar en voelbaar zullen zijn. Men verwacht dat pas eind oktober de pandemie tot staan is gebracht (althans in Nederland). Maar dan is het virus nog niet uit de samenleving verdwenen, en is er nog geen algemene groepsimmuniteit. Ik zie dus niet hoe er dan massale bijeenkomsten kunnen plaats vinden zoals concerten, theatervoorstellingen, voetbalwedstrijden in volle stadions, evenementen, enz., zonder het risico te lopen op een nieuwe uitbraak. Dat zal pas veilig zijn, als er een werkend vaccin of veilig medicijn gevonden zal worden. En dat verwacht men pas medio 2021. En daarna zullen de economische repercussies nog jaren voortduren. In het slechtste scenario van het CPB – dat mij het meest waarschijnlijk lijkt – zal de economie in 2020 en 2021 inkrimpen met totaal 10 %. Goed voor de CO2- en stikstof uitstoot – maar op den duur helaas niet voldoende. Wel houden al deze repercussies ons bij de les en vergroten zo de kans dat er daadwerkelijk een Great Turning gaat plaats vinden. Ik verwacht het niet op korte termijn, maar op de wat langere duur, als ook de dreiging van de klimaatcrisis (en wellicht een volgende pandemie) dichterbij komt? Wie weet – wie weet overleven we toch nog in een humanere en rechtvaardiger maatschappij. Ik zal het waarschijnlijk niet meer meemaken.

Ik ben bang dat u lijdt aan een paradigmaverschuiving

Een ‘Great Turning?’ – II

In mijn vorige blog schreef ik dat een fundamentele verandering na de Corona crisis alleen plaats zal vinden als het de vorm aanneemt van de ‘Great Turning’. Anders zullen de veranderingen oppervlakkig blijven: wat nieuwe maatregelen, misschien wat nieuwe gewoonten, maar verder ‘business as usual’. Wij mensen vergeten snel de lessen die uit crises zouden kunnen worden getrokken.

Ik heb in mijn vorige blog drie aspecten genoemd van de Great Turning, en beloofd dat ik dat in een volgend blog zou uitwerken. Maar alvorens dat te doen een opmerking vooraf.

In diverse stukken heb ik gelezen dat de Corona-Crisis wordt gezien als iets dat ons overkomt, zoals een natuurramp. Maar zo is het niet. Wij veroorzaken als collectief deze crisis zelf. In de eerste plaats door lokaal gedrag: stropen, eetgewoonten, bijgeloof over de geneeskracht van organen van dieren (inclusief bevordering van de libido). In de tweede plaats doordat we ons niet goed hebben voorbereid op deze crisis. Sars, Mers, en de vogelgriep (als dat virus zou muteren zodat besmettingen ook kunnen plaats vinden van mens tot mens zou de uitwerking veel dodelijker zijn dan nu Sars-Cov-2) gaven waarschuwingen, maar die werden in de wind geslagen. Virologen hebben al jaren een pandemie voorspeld. We hebben wel voorzieningen tegen overstromingen (ondanks het feit dat er sinds 1953 geen ernstige overstroming meer plaats vondt) en een defensieapparaat (hoewel we al decennia niet in oorlog zijn – nou ja, behalve natuurlijk de cyber-oorlog en assistentie bij conflicten elders), maar noodvoorraden van medicijnen en hulpmiddelen voor de zorg hebben we niet – laat staan extra ic-plekken (Duitsland heeft er 34 ic’s op 100.000 inwoners, wij 7). Toenemende particuliere consumptie krijgt al te vaak voorrang boven collectieve voorzieningen. En ten derde: dit virus kon zich zo snel verspreiden door het globale economische systeem dat we hebben gecreëerd. De natuur mag er dan een aandeel hebben, maar deze crisis, hoewel een zoönose, is voornamelijk ‘men-made’.

Een andere mentaliteit, een paradigmawisseling, is een belangrijk onderdeel van de Great Turning. Maar voor alles zullen we ons bewust moeten worden van de uitgangssituatie, en onszelf daarover geen sprookjes vertellen. Anders is een Great Turning niet mogelijk. Vandaar deze uitvoerige beschouwing vooraf. Maar nu heb ik geen ruimte mee om op de Great Turning zelf in te gaan – dat moet dus wachten tot de volgende week.

Onbarmhartigheid.

De grote wereldgodsdiensten hebben vaak grote leraren of wereldleiders voortgebracht. Ik noem Gandhi, bisschop Desmond Tutu, de Dalai Lama. Verder zijn er onder de gelovigen natuurlijk miljoenen, wellicht miljarden mensen van goede wil. De belangrijkste waarden in het Christendom zijn barmhartigheid, rechtvaardigheid en compassie, en dat verschilt niet veel van de centrale waarden in de andere godsdiensten. En ook kunnen godsdienstige rituelen en gebed een heilzame invloed uitoefenen op onze spirituele ontwikkeling. Dit alles valt in te brengen tegen de kritiek op de wereldgodsdiensten die ik in mijn blog twee weken geleden naar voren bracht.

En toch. . . Hoe is het dan te verklaren dat, hoewel in Europa de Christelijke volkspartijen nog steeds domineren, zo’n hardvochtig asielbeleid wordt uitgevoerd? En dat we nog steeds maar doorgaan de bevolkingen in de ontwikkelingslanden uit te buiten? En dat er, met name in de lidstaten, zo onzorgvuldig met de natuur wordt omgegaan? En dat daar geen massaal protest tegen komt vanuit de bevolking? Dat is in vele andere landen waar een godsdienst domineert vaak niet anders. In Nederland hebben de partijen die daar wel meer werk van maken nauwelijks invloed op het beleid.

Terzijde: tijdens de kabinetsformatie van 2017 haakte GroenLinks af vanwege het asielbeleid. Dat wordt ze met name door het CDA en D66 tot op de huidige dag nagedragen. Ze zouden geen verantwoordelijkheid willen nemen voor het regeringsbeleid. Kennelijk impliceert voor het CDA en D66 (en later de CU) het nemen van verantwoordelijkheid het verloochenen van je principes en het sluiten van je hart.

Natuurlijk kun je dit povere natuur- en asielbeleid niet alleen afschuiven op de godsdienst. Het is ingebed in onze post-moderne cultuur – in de moderniteit was het trouwens niet veel beter. Maar een krachtig tegengeluid vormt de godsdienst in elk geval niet. Daarbij komt dat de krachtige structuren van Kerk en dogmatiek een beperkende invloed hebben op het denken van de (ex-) gelovigen, die zich daarvan vaak nauwelijks bewust zijn. Dat kan, minstens ten dele, het uitblijven van protest verklaren.

Alleen nog 2e hands verkrijgbaar

Tot zover mijn vertoog over godsdienst. Zonder geloof, in enigerlei vorm, vaart niemand wel, maar geloof is nog geen godsdienst. Het zou mooi zijn als de kerk zich zou beperken tot het faciliteren van bijeenkomsten waarin verbinding (religie), gebed en rituelen centraal staan, en zich niet zou verliezen in leerstelligheid en eigendunk.

Volgende week een gastcolumn: een reactie op onze collectieve onbarmhartigheid.

Identiteit – slot.

Visie of onrealistische utopie?

Waaraan kan een groep, bijvoorbeeld een natie, zijn identiteit ontlenen (en zo innerlijke verdeeldheid vermijden), anders dan aan ingroup-outgroep attitudes, een sterke man, of een doelstelling die in feite het vermijden van ongewenste situaties (oorlog, watersnood, een klimaatramp) inhoudt? In vorige blogs hebben we gezien dat die niet werken.

Misschien zijn er enkele waarden te vinden die iedereen van nature onderschrijft, en zou een groepsidentiteit ontleend kunnen worden aan een inspirerende slogan die deze waarden bevat. Daarbij denk ik aan waarden als veiligheid, vrijheid en eerbied voor het leven. De geschiedenis leert ons echter dat die waarden niet door iedereen worden gedeeld behalve misschien de waarde ‘veiligheid’, die echter ook een negatieve connotatie heeft: gevaar! Of ze worden zodanig geïnterpreteerd dat de essentie ervan weer verloren gaat en juist verdeeldheid scheppen (denk bijvoorbeeld aan de waarde ‘vrijheid’ na de Franse revolutie, of in de wereld van Trump).

Zij die me kennen en door de jaren heen enigszins gevolgd hebben weten dat ik me zelf, zo goed en zo kwaad als dat ging, heb laten leiden door het volgende devies: We willen streven naar het hoogste, graven naar het diepste en de wereld omspannen met vriendschap. Dit lijkt een simpele uitspraak, maar blijkt, als je er over nadenkt, een grote diepte en inspirerende kracht te hebben. Ik denk dat een dergelijk motto elke groep en ook de samenleving als geheel zou kunnen verbinden. Deze lijfspreuk moet dan wel innerlijk doorleefd worden door diegenen die leiding geven aan die samenleving, en dat vraagt van die leidinggevenden een grote mate van zelfinzicht. Als een dergelijke devies leidend zou kunnen worden voor ons land, dan zou het in de grondwet moeten worden opgenomen. Tevens zou er dan een orgaan moeten worden opgericht dat als taak zou hebben: een voortdurend proces van studie over hoe die uitspraak in de praktijk gerealiseerd zou kunnen worden. Zoiets als de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (de WRR): een principiële raad voor het regeringsbeleid (de PRR). Dat zou een soort burgerforum moeten zijn, waarin naast deskundigen ook vertegenwoordigers van ‘gewone’ oudere en jongere burgers zitting zouden moeten hebben. En de uitspraak (zoals de hele grondwet) zou moeten worden opgenomen en besproken in het curriculum maatschappijleer in het onderwijs.

Daarnaast zouden het beleid en de uit te voeren wetten getoetst moeten worden op hun consistentie met het motto door een speciale afdeling van de Raad van State, zoals dat nu al gebeurt met wetten, die getoetst worden op uitvoerbaarheid en juridische consistentie. Als dit allemaal zou gebeuren, dan zou dat zeker bijdragen tot de groepsidentiteit van dit land, waarmee de burgers zich zouden kunnen vereenzelvigen.

Zou zoiets mogelijk zijn? Of is dit te utopisch en onrealistisch gedacht? Het antwoord op deze vraag laat ik graag bij de lezer. Hiermee eindig ik mijn miniserie over groepsidentiteit. Maar op de diepte en reikwijdte van mijn motto kom ik later nog wel eens terug.

Zonsopgang