Categoriearchief: Mens en samenleving

In gesprek met de subtiele werelden.

Prachtig, zoals in reactie op de weerstand tegen maatregelen om het klimaatprobleem aan te pakken, er allerlei bewegingen ontstaan die die aanpak juist bevorderen. Protestbewegingen, maar ook nieuwe technologische ontwikkelingen, en bedrijven en overheden die eindelijk bij zinnen komen (onze overheid nog niet, helaas). Niettemin zullen we er niet in slagen de opwarming beneden de twee graden te houden, zoals ik in vorige blogs heb laten zien – het zal eerder drie of vier graden worden – en dat vormt een directe bedreiging voor de mensheid. We hebben hulp nodig van onze partners in de onzichtbare werkelijkheid. Om die hulp kunnen we vragen in gebed.

Gebed is een dialoog met een onzichtbare gesprekspartner. Dat hoeft niet God te zijn, het kan eigenlijk ieder wezen zijn uit de subtiele werelden. Je hoeft in het bestaan van hen niet echt te geloven, maar je moet dan wel doen alsof je gelooft. De kans dat je dan echt gaat geloven is overigens niet denkbeeldig.

Over gebed heb ik eerder geschreven *) maar voor nu beperk ik me tot het volgende. Een gebed is vooral luisteren: wat heeft de subtiele wereld me te zeggen? Die boodschap kan komen in woorden, maar ook in beelden, intuïtie, inspiratie, min of meer vage gevoelens of gewaarwordingen, hoe dan ook. Het kan soms lang duren, maar als je open en verwachtingsvol bent komt die boodschap eigenlijk altijd. Geduld! Het is overigens niet altijd een boodschap die we graag horen. We hebben soms de neiging ons onwelgevallige boodschappen weg te drukken. Daarom is het van belang dat we luisteren met open oor en open geest.

Maar soms willen we ook wat zeggen: iets (mee)delen, of in dit geval iets vragen: hulp bij de genezing van de wereld (de natuur, waarvan we zelf deel uitmaken). Die vraag moet geboren zijn uit gevoelde nood, anders werkt het uiteraard niet. En verder moet de vraag ook een gift inhouden: onze bereidheid om samen te werken met onze partners in de subtiele wereld, en daar zonodig offers voor te brengen. We moeten voorts bereid zijn ons over te geven aan de inzichten en aanwijzingen uit de subtiele wereld. Overgave is, zoals ik vaker heb gezegd, iets heel anders dan onderwerping. Bij overgave blijven we zelf verantwoordelijk, we geven onze autoriteit niet op. In tegendeel: we versterken die juist.

Het is belangrijk dat we de vraag maar één keer stellen. Als we het vaker doen, wordt het al gauw gezeur. We moeten er op vertrouwen dat we gehoord worden. Daarom is het van belang dat we de vraag pas stellen als we er echt klaar voor zijn: de vraag moet komen vanuit ons diepste zelf. Hij moet gesteld worden met hart en ziel. En er moet voldaan zijn aan de voorwaarden die ik in vorige blogs en ook hierboven heb genoemd. Beter wachten, dan de vraag stellen als we er eigenlijk nog niet klaar voor zijn.

Gehoord worden betekent niet dat ons gebed ook verhoord wordt. Vragen staat vrij, maar het recht van weigeren behoort daarbij. Wij weten natuurlijk niet wat de overwegingen zijn van onze partners om al dan niet aan onze wensen te voldoen. We kunnen ook niet weten op welke wijze ons gebed eventueel verhoord wordt. Het kan wel zijn dat het in een heel andere vorm komt dan we verwachten, en zoals gezegd  kan het ook zijn dat we een boodschap krijgen die ons helemaal niet uitkomt.

In elk geval zal een vervulling van onze wensen en verlangens komen door middel van ons zelf. Zoals ik al eerder zei: het is niet zo dat onze onzichtbare partners de zaken wel even voor ons oplossen. Dat zal altijd moeten gaan via ons eigen bewustzijn en ons eigen handelen. Daarmee kom ik op de wetten van manifestatie, waar ik in een volgend blog op zal ingaan.

 

*) https://www.bol.com/nl/p/gebedsboekje-voor-zoekers/1001004010181124/#modal_open

Wij buigen in deemoed het hoofd. . .

Wij mensen hebben een collectieve structuur ontworpen die schadelijk is voor de wereld waarin we leven. Dat is al begonnen met de landbouwrevolutie, en daar zijn de industriële revolutie en de informatie-revolutie op gevolgd. Dat is gepaard gegaan met maatschappelijke en economische ontwikkelingen – natiestaten, kapitalisme, neoliberalisme -, die  geleid hebben en nog steeds leiden tot geweld, ongelijkheid in vermogen en inkomen en tenslotte uitputting van de aarde. Dat neemt de individuele verantwoordelijkheid niet weg, maar het is niettemin voor een individu bijzonder moeilijk zich aan ‘het systeem’ te onttrekken. Weshalve we allemaal medeplichtig zijn aan de negatieve effecten van het systeem.

Het heeft weinig zin om ons daarover schuldig te gaan voelen, maar enige bescheidenheid  en nederigheid is daarentegen wel op zijn plaats. We mogen blij en trots zijn op de mooie dingen die we als mensheid bereikt hebben: kunst, wetenschap, democratie en een toenemende welvaart voor velen van ons, maar moeten tegelijkertijd de ogen niet sluiten voor wat we elkaar en de planeet aandoen.

“Gezegend zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven”. Het ontwikkelen van zachtmoedigheid is de tweede voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp aan onze partners in de transcendente werkelijkheid, waarover ik in mijn vorige blog kwam te spreken. Hulp die we nodig hebben om de klimaat problematiek te overleven.

Het woord zachtmoedigheid bevat twee aspecten: zachtheid en (ge)moed. Als we zachtmoedigheid in onszelf willen ontwikkelen, zullen we zachter moeten worden. Ons hart zal open moeten staan voor mededogen voor en verdriet om de pijn van de wereld en de onmacht van de mensheid. Tegelijkertijd zullen we moed moeten ontwikkelen: moed om de werkelijkheid waarin we ons bevinden onder ogen te zien.

Als we dusdoende ons geloof in de transcendente wereld, in de mogelijkheid van wonderen en een leefbare toekomst (zie mijn vorige blog),  en zachtmoedigheid hebben ontwikkeld zijn we klaar om hulp te vragen aan de wezens in de ‘subtle realms’. We doen dit in gebed.  Velen van ons zijn niet gewend te bidden – daarom ga ik daar in een volgend blog op in. Maar nu al vast dit: we kunnen niet verwachten dat onze partners in de ‘subtle worlds’ dit eventjes voor ons gaan oplossen. We moeten zelf ook een substantieel aandeel leveren. Wat en hoe? Ook daarover kom ik later te spreken.

Be realistic, plan for a miracle.

Zoals ik in mijn vorige blog zei ziet het er niet naar uit dat de mensheid op eigen kracht het klimaatprobleem gaat oplossen. Daarom hebben we hulp nodig, hulp van buiten, van boven, vanuit de transcendente werkelijkheid. Maar die hulp komt niet vanzelf. We zullen daarom moeten vragen. En omdat op een effectieve manier en vanuit een bescheiden houding te kunnen doen zullen we ons moeten voorbereiden.

Een van de eerste voorwaarden voor een effectief verzoek om hulp is dat we in de mogelijkheid daarvan moeten geloven. Geloven we in een transcendente wereld van waaruit ons hulp kan worden geboden? Voor velen van ons is dat pure fantasie, wensdenken. Anderen, die de mogelijkheid van het bestaan van een transcendente wereld niet uitsluiten worden niettemin geplaagd door twijfel: bestaat die wereld wel, en bekommeren de wezens daar zich ons om ons lot? Zelfs diegenen die gelovig of godsdienstig zijn kennen die twijfel: geloof zonder twijfel is per definitie onmogelijk (wat niet betekent dat gelovigen  zich steeds van die twijfel bewust zijn).

Hoe gaan we om met twijfel? In elk geval niet het wegstoppen of onderdrukken; daar wordt het alleen maar sterker van. Het beste is deze twijfel rustig onder ogen te zien, maar ons tegelijkertijd te realiseren, dat we ook nooit zeker kunnen weten dat de transcendente wereld niet bestaat, en dat de daarin levende wezens zich niet om ons bekommeren. Het is dus niet realistisch niet te hopen, zoals mijn goede vader reeds zei. Wonderen zijn altijd mogelijk. En als we met deze houding naar de wereld om ons heen kijken, dan zien we hiervoor ook de bewijzen. In mijn vorige blog noemde ik al de praktijk van de Findhorn community, maar er is veel meer. De wereld, het leven als geheel, is een wonder, dat nooit geheel door de natuurwetten kan worden beschreven en begrepen. Er is altijd ruimte voor het mysterie en wonderbaarlijke gebeurtenissen. ‘Miracles are natural. When they do not occur, something has gone wrong.” (A Course in Miracles)

Deze houding van een open staan voor de toekomst, verwachtingsvol zijn zonder pessimisme maar ook zonder irrealistisch optimisme, is de eerste voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp. Over de tweede voorwaarde kom ik in een volgend blog te spreken.

 

 

Preparing for the second coming.

Too bad! Humanity on their own will not succeed in confining global warming to 2 degrees centigrade. If the Paris agreement om Climate Change will be carried out completely, global warming shall be 3 degrees, experts are telling us. But, as we all can see, the Paris agreement will not be executed completely. Moreover, many of the agreements within the overall agreement are merely suggestions or well meant intentions, no deals with sanctions if not performed. James Hansen, a world-famous  climate expert called te Paris agreement ‘bullshit’. Very strange that here in Europe almost all politicians still are going by the assumption that 2 degrees is still feasible. I call this mystification. But that is not as bad as what the Trump administration is doing: denying that the climate problem exists. I call that a serious crime.

Already a global warming of two degrees will cause disasters, the beginning of which we already can see today (one degree temperature rise): draughts, floods, melting of icecaps and glaciers, sea level rise, dead of vital ecosystems (f.i. the Great Barrier Rif), etc. Let alone the effects of three or more degrees – these are unimaginable and a serious threat to the survival of mankind.

So mankind is not going to make it. Unless we get help form ‘above’, the subtle world, the unseen realms. For many of us this is pure phantasy, wishful thinking, daydreaming, but in fact there are already many examples of extraterrestrial help. One of the best documented examples is the decennia old practice of the Findhorn community (see https://www.findhorn.org).

How will this support from the unseen world manifest? It will manifest through us. The entities (deva’s, angels, spirits) in the subtle realms only very rarely intervene directly in the material world, but they can guide us and tell us what to do, and in that way collaborate with us. Then we can create miracles: events that transcend the physical laws. In this way we cannot solve the global warming problem, but maybe we can limit its consequences.

This won’t happen automatically. We have to prepare for this in two ways: developing the belief that this is possible (faith), and at the same time knowing we do not deserve this support, becoming meek and still expectant (like children). “Blessed are the meek, for they shall inherit the earth” (Matth:5:6) . Then we are ready for prayer: “Thy will be done, on earth as it is in heaven.” Needless to say that it is not necessary to practice this in an orthodox christian way.  If you want to approach this attitude from a Christian viewpoint you should rather think of gnosis (https://en.wikipedia.org/wiki/Gnosis). Although in the Findhorn community, as far as I know, this term is not in use, this is what they are practicing there. However, it can be done out of any spiritual practice (Islam, Buddhism, Hinduism, Judaism, whatever) and also without any religious background.

So this is our assignment for the immediate future: preparing for the second coming of the Christ energy. A hugh task, but very rewarding. Blessed be you all!

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

 

Niet van brood alleen. . .

In 2015 heb ik in een serie blogs aannemelijk gemaakt dat duurzame materiële economische groei op enigszins acceptabele termijn onmogelijk is. Het zal altijd leiden tot een aanzienlijke overschrijding van de twee graden limiet voor de concentratie van CO2 in de atmosfeer, en dus tot een sterke opwarming van de aarde. Dit standpunt werd me vandaag nog weer eens bevestigd door een bekende bankdirecteur. Niettemin hoor je daarover geen enkele politicus, ook niet van groene zijde . In tegendeel: economische (materiële) groei is nog steeds het mantra van elke politieke partij, van links tot rechts, nationaal en internationaal (met uitzondering van de Partij voor de Dieren).

Omdat er niet naar beperking van de economische groei gestreefd, wordt – in tegendeel – zal de wal het schip wel keren, en zullen we in een ongekende economische crisis belanden. Ik kan niet voorspellen wanneer dat zal gebeuren. Twee jaar, vijf jaar, tien jaar, twintig jaar? Een van de consequenties zal zijn een structureel grote werkloosheid. Dit proces zal nog versterkt worden door de ongekende digitalisering en robotisering van de samenleving. De genoemde bankier dacht trouwens dat dit niet allen tot werkloosheid zou leiden, maat ook tot een geheel nieuwe tweedeling in de samenleving: een kleine groep die nog zeggenschap heeft over eigen leven en werk, en daar ook plezier in kan hebben, en een grote meerderheid die geheel gestuurd wordt door de automatisering, en voor wie alleen geestdodend werk overblijft. De scheiding tussen beide groepen wordt gevormd door de digitale structuur van de samenleving. Het hoeft nauwelijks betoog dat dit zal leiden tot een grote onvrede en woede in de samenleving en een directe bedreiging vormt voor de democratie (tot op zekere hoogte zien we dat nu al). Het zou in feite het einde betekenen van de mensheid als eenheid: het is dan een tweeheid geworden.

Werk kan een aantal fundamentele menselijke behoeften bevredigen: het gevoel een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving, het samenwerken in een werkgemeenschap met een gemeenschappelijk doel, het gevoel ergens bij te horen, het ontplooien van je talenten, het scheppen van een vaste structuur in je leven, en tenslotte: waardering, onder meer uitgedrukt in een beloning. Bovendien is ‘juiste’ arbeid een weg  naar persoonlijke en spirituele ontwikkeling, zoals de Boeddha al zei. Als de mogelijkheid voor zinvol werk weg zou vallen kunnen deze behoeften ook op een andere manier dan door werk bevredigd worden, maar daarvoor is een totale omslag in onze cultuur nodig. En dat kan alleen maar bereikt worden via het onderwijs, waar kinderen en jongeren kunnen worden voorbereid op een nieuwe manier van leven en werken. Uiteraard vraagt dit allereerst een omscholing van de leraren

Hoewel, zoals gezegd, geen van de politici die nu om de formatietafel zitten bovenstaande problemen lijkt te onderkennen, zijn hun partijen alle vier wel voorstander van het verhogen van het onderwijsbudget. Interessant. Te hopen valt dat dit budget niet lukraak wordt uitgegeven, maar dat het althans gedeeltelijk ten dienste komt van de genoemde om- en bijscholing van leraren. We zullen zien.

 

 

 

Dood en herrijzenis, de wereldcrisis in een wonder (Pasen 2017).

In de oude Esseense en Iers-Keltische tradities is de periode voor Kerstmis (voorafgaand aan de winterzonnewende) er een van inkeer en bezinning,  om dan in de periode naar Pasen toe de aandacht weer meer op het handelen in de buitenwereld te richten, in harmonie met de ontluikende natuur (Essene Book of Days). Maar in de Christelijke traditie is de vastentijd vanaf aswoensdag, culminerend in de stille of lijdens-week voor Pasen, eveneens een periode van bezinning.

Zelf heb ik wel wat me beide periodes. In de vastenperiode onthoud ik me van snoepen en alcohol, zoals tegenwoordig velen doen, om me wat los te maken van de routine van alledag. Bij  de avondmeditatie draaien we klaagliederen of passiemuziek. Dit alles culmineerde dit jaar in een aantal bijzondere gebeurtenissen, die ik hier kort zal memoreren (voor een meer uitvoerige rapportage is dit blog niet geschikt, helaas).

Afgelopen zondag woonde ik een uitvoering bij van de Kanon Pokajanen van Arvo Pärt, een boetekanon gebaseerd op teksten uit de traditie van de Russisch-orthodxe kerk. Meestal vind ik het bijzondere van goede vocale muziek dat tekst en muziek elkaar zo prachtig kunnen versterken, maar hier werkte dat niet voor mij. De muziek was prachtig en werd schitterend uitgevoerd door Cappella Amsterdam, maar de tekst was zo zwaar van schuld en boete, dat ik er door werd afgeleid, en begon na te denken over wat wij (ikzelf incluis)  zo verschrikkelijk verkeerd doen in de wereld. Ter illustratie:

Ik las eergisteren  in Trouw dat het ‘Great Barrier Reef’, een van de 20  cruciale ecosystemen in de wereld, op sterven na dood is ten gevolge van de opwarming. Dit kan een kettingreactie inluiden van de ineenstorting van de andere ecosystemen, en als dat gebeurt helpe God ons de brug over. Tegelijkertijd las ik dat de Australische regering eigenlijk niets doet om dit rif te beschermen. Net als Trump ontkent die regering het klimaatprobleem, en staat op het punt een nieuwe kolenmijn te openen. We kunnen hier in Nederland erg verontwaardigd over doen, maar intussen zijn we hier verwikkeld in complexe onderhandelingen over het klimaatbeleid, waarbij Rutte en Buma er alles aan zullen doen om het programma van GroenLinks af te zwakken, dat op zichzelf al onvoldoende is om de opwarming tot 2 graden te beperken (zelfs als het zou worden overgenomen door de rest van de wereld).

Andere gebeurtenissen in onze  vastentijd: Eerder deze maand woonde ik een Mattheus Passie bij van de IJ-salon in een scenische uitvoering. Ook geen vrolijk werkje, maar toch beter te verdragen, omdat er een duidelijke verhaallijn in zit en Bach’s muziek veel minder zwaar is dan die van Pärt. Ontroerende uitvoering. En gisteravond zongen we met ons koor de Johannes Passion in het Concertgebouw. Ongeloofijk hoe actueel dat werk is, als je kijkt naar de volkswoede en de vreselijkste dingen die worden gezegd en gedaan.

Maar het hoogtepunt van de afgelopen weken was voor mij het transformatiespel dat ik mocht begeleiden in het kader van de Leiderschapsacademie voor de Energietransitie (zie: https://www.greenbridges.nl/contact/).Voor lezers die het spel niet kennen: het is een bordspel, waarbij de deelnemers symbolisch hun eigen levensweg aflopen, aan de hand van een persoonlijke levensvraag. Zonder uitzondering maakt het op de deelnemers een diepe indruk, en verschaft het baanbrekende inzichten. In dit geval belandden de deelnemers in een wereldcrisis, terwijl er tegelijkertijd een wonder plaats vond. Zij die het spel kennen weten hoe bijzonder dat is. En dat vond ik een prachtige metafoor voor deze tijd.

In mijn ervaring is het spel een spiegel van de werkelijkheid, en ik ontleende dan ook hoop aan deze gebeurtenis. Als we zonder al te veel kleerscheuren de klimaatcrisis willen overleven is er echt een wonder nodig, een transcendente gebeurtenis. Een overwinning van het leven op de dood. En is dat niet precies de betekenis van Pasen? Het transformatiespel laat zien dat dit mogelijk is. Maar we zullen er wel voor moeten werken en een regelmatig gebed op zijn tijd is ook niet weg: Ora et labora (bid en werk).

Ik wens u een hoopvol Pasen!

The roads to beauty.

In this world we need the awareness of beauty. It is everywhere, as Confucius said, but in order to experience it we have to be receptive for it. Beauty is in the eye of the beholder (https://www.phrases.org.uk/meanings/beauty-is-in-the-eye-of-the-beholder.html). So it is a relationship, like Love and Quality (See Robert Pirsich: Zen and the Art of Motorcycle Maintenance). Said differently: Beauty is not a quality of some object, but an inner state.In Dutch Freemasonry the road to Beauty goes through Wisdom and Power (strength). So one way to reach Beauty is to develop ones own wisdom and personal power. Than can be done through self investigation, because wisdom and power is always present in us. Sometimes however it is blocked or underdeveloped. We have to find out what is setting our power and wisdom back, so that we can deal with our setbacks.

Because Beauty is an inner state it is an interesting question if there can be Beauty without an object. I think this is possible. Imagine for example you are in Nature, in a place where is absolute silence. Then it may happen that this silence overwhelms your mind. There is nothing left, no observer, no thinker, even no nature anymore. Then the mind is in a state of complete being alone. That silence is Beauty. It can also be reached in other moments, for instance after total surrender in making love, in deep meditation, while getting lost in a beautiful picture or very moving music. In the end then the object vanishes, like Nature in the first example. Nothing is left. *)

Having said that, the above examples show that external reality (Nature, paintings, a partner, music) can help to reach that state. Focussing with full attention on these external object is a second road to beauty, besides the road of self discovery I mentioned above.

One thing that triggers the experience of Beauty in me is when I am witnessing craftsmanship: a combination of excellent skill sand personal involvement. I can experience that with a musician, choir or orchestra, or with actors, with a carpenter or any profession.

Beauty as far as I am concerned is manifested love, as Plato already saw. Actually, it is the easiest way to reach Love. So let’s go for it: I need it, you need it, we all need it. It will make the world a better place.

 

*) Example inspired by J. Krishnamurti, Freedom of the known.

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

Tja. . .

Als ik vroeger te laat thuis kwam (dat wil zeggen, later dan ik van mijn moeder thuis mocht komen) dan was mijn excuus: ‘Er is iets met de tijd. . . ‘ Dat is binnen onze familie een gevleugeld woord geworden. Maar als je ouder wordt, is er echt iets met de tijd.

Als je ouder wordt gaat alles trager. Ik loop langzamer, ik fiets langzamer, ik kom langzamer uit mijn stoel overeind, ik reageer langzamer en ik denk langzamer. Alles kost meer tijd. Een effect daarvan is dat alles om je heen veel sneller lijkt te gaan. Mensen fietsen sneller en snellen mij lopend voorbij. Auto’s kleven aan mijn bumper en snijden me links en rechts (dat gebeurde me trouwens dezer dagen ook al door een fietser).  En mijn reactiesnelheid is afgenomen. In het verkeer moet ik oplettender zijn. Mensen spreken sneller, in de schouwburg en op tv; ik heb soms moeite ze te volgen.

Maar soms heb ik het idee dat die snelle processen om me heen niet alleen maar een artefact zijn van mijn ouder worden. Soms denk ik wel eens, dat alles vroeger echt veel langzamer ging. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de communicatie. Vroeger moesten we de zaken vaak omslachtig en schriftelijk  regelen. Contact kon per telefoon, maar dat was duur, en verving niet het tijdrovende persoonlijk contact, zowel zakelijk als privé. Maar ook op terreinen waar internet niets mee te maken heeft gaat het nu sneller. We spraken langzamer en we reden langzamer in auto’s. En fietsten we vroeger echt zo hard als nu? Ik dacht het niet. Het komen en gaan van leden van de Tweede Kamer gaat ook echt veel sneller dan vroeger.

Het is vaker gezegd – we leven in een haastmaatschappij. Of dat nu komt door de computer, of door het belang dat we hechten aan bezit, geld en winst – ik zou het niet weten. Maar in elk geval, het lijkt wel of tijd altijd geld is – zelfs als we alle tijd van de wereld hebben. Of lijkt dat alleen maar zo? Klink ik nu als een oude man die dacht dat vroeger alles beter was (quod non)?

Een van de dingen die in elk geval sneller gaan is de omsloopsnelheid van boeken, en het ongeduld van de uitgevers als het boek niet snel genoeg verkoopt. Een van mijn eerste boeken was Spiritueel Leiderschap, uit 1996, en dat verkoopt de uitgever nog steeds. Maar mijn latere boeken, voor zover niet geproduceerd middels ‘printing on demand’ moesten wel bliksemssnel verkocht worden, anders gingen ze in de ramsj. Dat is me vele keren overkomen; het laatst nog dezer dagen, toen dat gebeurde met Zin in Zorg. Net op dezelfde dag dat mijn dochter, Anna van Praag, schrijfster van kinder- en jeugdboeken, hetzelfde lot trof voor het samen met Myl0 Freeman geproduceerde prachtige prentenboek Te groot voor op school (nog te verkrijgen via bol.com en bij haar voor € 2, zie haar facebook pagina). Frustrerend. We hebben er onze beste krachten aan gegeven en zowel haar als mijn boeken vind ik best goed, al zeg ik het zelf. Gelukkig zijn de meeste boeken nog wel tweedehands beschikbaar.

Men zegt dat weliswaar het denken langzamer gaat, maar dat je als oudere wel wijzer wordt. Zou het? Meer berusting misschien. En ik heb natuurlijk wel meer ervaring dan een jongere, maar wijzer? Ik denk wel dat ik, toen ik jonger was, dacht dat ik redelijk wijs was, en dat was maar goed ook, want dat was voor mijn werk een unique selling point. Maar nu? Neem als voorbeeld mijn reactie op de verkiezingen. Vele mensen hebben daar vele woorden voor die snel worden opgeschreven en uitgesproken. Maar mijn reactie komt niet veel verder dan: “Tja. . . “. Misschien hebt u er wat aan.

 

Realiteit of illusie?

In mijn vorige blog zei ik dat het vrijwel niet mogelijk is om de toestand in de wereld  onder ogen te zien zonder dat je òf vervalt tot machteloze woede, òf
verlamd als een konijn in de koplampen blijft staren. Als remedie gaf ik toen aan dat je dit alleen maar kunt doen samen met anderen. Maar er is ook een andere mogelijkheid.

Eerst een beroemd citaat uit A Course in Miracles:

Nothing real can be threatened.                                                 Nothing unreal exists.

Als je dat gelooft dan kan je veel van de ellende van de wereld van je af laten glijden. Deze uitspraak gaat uit van een wereldbeeld dat de materiële werkelijkheid als een illusie beschouwt. Dit is een wijd verspreid geloof in het Boeddhisme, dat ook voorkomt bij Plato, en bij vele moderne spirituele leraren, onder wie Richard Bach (Jonathan Livingston Seagull) *). Zie bijvoorbeeld het volgende dialoogje uit Richard Bach, Illusions: 

En uit het ‘handboek’ uit Illusions:

The world is your exercise book., the pages on which you do your sums. It is not reality, although you can express reality there if you wish. You are also free to write nonsense, or lies, or to tear the pages.

Dit zijn uiterst moeilijk te bevatten wijsheden. Ik geef dit wereldbeeld het voordeel van de twijfel. Maar in mijn dagelijks leven ga ik toch wel degelijk uit van de realiteit van de materiële wereld met alle emoties die daarbij horen. Het doet mij pijn als ik zie hoe ons leefmilieu vernietigd wordt en ik me het lijden realiseer dat daarvan het gevolg is.

Niettemin bied het me wel enige troost als ik me verdiep in het wereldbeeld dat ik zojuist heb beschreven: dat de materiële werkelijkheid een illusie is. Het leert me alles wat er in de wereld gebeurt te relativeren, als ik het afzet tegen de eeuwigheid, en de eeuwige waarden liefde, schoonheid en waarheid. Een wereld waarvan ik af en toe in een openbaring een glimp heb mogen opvangen.

Het ontslaat me niet van de innerlijk gevoelde noodzaak om stelling te nemen en daarnaar te handelen, maar het bevrijdt me wel van fanatieke gedrevenheid, waar dan een meer natuurlijke beweegreden voor in de plaats komt. Dat is wat ik u toewens. Zo moge het zijn.

*) In mijn boek Voor niets gaat de zon op – een blauwdruk voor een waardige wereld ben ik uitvoerig ingegaan op de verschillende werkelijkheidsbeelden die wij als mensen kunnen hebben (hoofdstuk 3).

Leren in het donker te zien.

Er worden vaak parallellen getrokken tussen de huidige periode en de dertiger jaren. Is dat terecht? Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

In beide perioden werd/wordt onze samenleving ernstig bedreigd, en in beide perioden werd/wordt dat gevaar ernstig onderschat. Maar er zijn zeker verschillen. In de dertiger jaren werden we maar bedreigd door één gevaar: de aanval op de democratie en de mogelijke gevolgen daarvan: racisme, dictatuur, immigratiegolven, geweld en oorlog. Nu worden we bedreigd door minstens drie gevaren: weer een aanval op de democratie, maar ook de ondergang van onze fysieke leefomgeving door het gebruik van atoomwapens  dan wel de klimaat catastrofe. En die laatste bedreiging heeft bovendien onomkeerbare gevolgen.

Andere verschillen zijn: we zijn nu veel welvarender dan toen. Het individualisme, materialisme  en consumentisme is verder voort geschreden, en we zijn nog meer gehecht, om niet te zeggen vastgeklonken aan ons comfort en ons bezit. Een ander verschil is dat de gevaren nu abstracter lijken en moeilijker voorstelbaar. Maar ze zijn niet minder reëel.

Er is ook een grote overeenkomst: in grote getale kijken we weg van de bedreiging. Dat was toen zo, en nu is het niet anders. Weliswaar wordt er in de media in toenemende mate over gepubliceerd, maar in ons dagelijkse leven spelen de bedreigingen slechts een marginale rol. Ook onze leiders in de politiek en in het bedrijfsleven lijken de problemen niet echt serieus te nemen. Soms wordt er enige verbale aandacht aan gegeven, maar doortastende maatregelen
blijven uit. Dat komt omdat kiezers en aandeelhouders niet gediend zijn van slecht nieuws. Zou er over de reële gevaren worden gesproken, dan kost dat kiezers dan wel waarde van het bedrijf op de beurs – althans dat denkt men (of dat werkelijk zo is staat nog te bezien. Het is nooit geprobeerd). Enkele voorbeelden: de EU komt maar niet tot een realistische beprijzing van de CO2 uitstoot, de VVD laat elke referentie aan de klimaat problematiek weg uit haar verkiezings program, over klimaat wordt in de verkiezingscampagne niet of nauwelijks gesproken (zelfs niet door GroenLinks), en de Shell, doet vrijwel niets aan de verduurzaming van de energieproductie, hoewel ze al sinds de jaren tachtig waarschuwden voor de noodlottige gevolgen van de opwarming van de aarde door CO2 uitstoot (hoe misdadig kun je zijn?).

Wat kan je hier nu tegen doen? De eerste stap is dat je de toestand onder ogen ziet. Maar dat is als individu vrijwel onmogelijk. Niet voor niets word ik door kennissen en vrienden vaak gezien als een pessimist. Daar zit wat in, al zie ik het zelf  meer als realisme. De situatie is echter zo somber, dat je of vervalt tot machteloze woede, of verlamd als een konijn in de koplampen blijft staren.  Beide is niet bevorderlijk voor je gezondheid en helpt de wereld geen stap verder. Dus moet je wat anders verzinnen. Mensen als Joanna Macy (https://www.truth-out.org/news/item/39448-learning-to-see-in-the-dark-amid-catastrophe-an-interview-with-deep-ecologist-joanna-macy), Peter Senge en Otto Scharmer (de U-methode) wijzen ons de weg. Je moet anderen opzoeken met wie je je zorgen kunt delen. Die kunnen we vinden in ons werk, in onze vriendenkring, in de kerk of in een ander genootschap, in een politieke partij, een cursus of opleiding, een leergroep, of waar dan ook. Of anders vorm je zelf een groep buiten die verbanden om (je kunt mensen ontmoeten bij lezingen, in workshops, meditatiegroepen, yogalessen, enz.). Gedeelde smart is halve smart. Als je gezamenlijk de toestand onder ogen ziet, en daar met elkaar over praat, vind je in het gedeelde verdriet en in de stilte ook troost en moed en onderlinge verbondenheid. En merkwaardigerwijs lucht het ook op als je de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet. Dan wordt het ook duidelijk wat je hand en je hart te doen vinden, en als je dat dan doet versterkt dat weer je hoop.
Dus vind een groep, of richt er een op, en deel je angsten en zorgen, tot je gezamenlijk in de put zit. En dan, na een moment van stilte, klim je eruit. Je kunt het licht aan het eind van de tunnel pas zien als je eerst de tunnel ingaat.