Categoriearchief: Mens en samenleving

De functie van Trump voor de spirituele groei van de mensheid.

Het kwaad bestaat. Zonde bestaat. Dit is een van de spirituele ‘waarheden die Caroline Myss noemt in haar finale ‘salon’. Maar deze stelling heeft weinig betekenis als we kwaad en zonde niet nader definiëren. Ik begin met ‘zonde’.

Zelf heb ik ‘zonde’ vaak gedefinieerd als verspilling van energie. Daar zou je ook ‘verkeerd’ gebruik van energie onder kunnen rekenen. Dat is zonde. Maar het laat natuurlijk onverlet de vraag wat ‘verkeerd’ is. De definite die Caroline Myss geeft helpt ons iets verder: The conscious act of knowing that what you are doing is wrong – and that what you are doing is harming another in any way – and yet you do it anyway – is Sin. De cruciale termen hier zijn ‘conscious’, welbewust, en ‘harming’, schaden. Zo bezien is Trump geen zondaar, want ik neem aan dat hij zich niet bewust is van de schade die hij aanricht – of er in elk geval niet bij stil staat. De Amerikaanse psychiaters die Trump een narcissistic personality disorder’ toeschrijven gaan daar ook van uit – dat is precies waarom Trump zo gevaarlijk is. (Ik vond mijn eigen beschrijving van Trump als hebbende een psychopathische karakterstructuur eigenlijk nog wel zo duidelijk – zie mijn blog van 27 oktober op deze site).

‘Kwaad’ heb ik in het verleden gedefinieerd als alle handelingen die gericht zijn tegen de groei en de integriteit (heelheid) van het leven zelf. Ik deel de mening van Carline Myss dat het een realiteit is, maar ze definieert het verder niet. Wie dat wel doet is Scott Peck (The Road less traveled). Hij definieert kwaad als het gebruiken van macht en dwang om te vermijden dat je zelf geconfronteerd wordt met de noodzaak om spiritueel te groeien. Het gaat vaak gepaard met leugens en het verdraaien van de waarheid. Het kwaad is als regel onbewust; dat onderscheidt het van ‘zonde’. In die zin belichaamt Trump inderdaad het ‘kwaad’.

Kwaad heeft een functie in de wereld. In de woorden van Scott Peck: het dient als een signaal om ons te waarschuwen tegen onze eigen oppervlakkigheid en nodigt ons uit onszelf te zuiveren.  Het helpt ons om ons te bezinnen op wat het ‘goede en het ‘ware’ eigenlijk is, en hoe het staat met het kwaad in onszelf. Onze persoonlijke betrokkenheid bij de strijd tegen het kwaad in de wereld is een van de manieren waarop we groeien. We weten dus wat ons te doen staat.

Wat ik zojuist heb beschreven werkt natuurlijk niet voor diegenen die het kwaad niet als zodanig herkennen. Dat geldt voorshands voor de meerderheid van hen die op Trump hebben gestemd en dat straks op Wilders zullen doen. Voor hen mag je hopen dat ze tot inkeer komen, als de vreselijke gevolgen van wat hun ‘leiders’ hebben aangericht zichtbaar worden. Dat is wat er na de laatste wereldoorlog gebeurd is met die Duitsers die op Hitkler hebben gestemd. Het heilzame effect daarvan is tot op de dag vandaag in Duitsland waar te nemen.

No one else could have done this.

The last few weeks much is written  about the legacy of president Obama. Generally is is said that he was a decent man with class, but that the results of his presidency were meagre.

Really?

He inverted a big recession, he let restart the automobile industry, he triggered the longest period of job creation in American history, he realized the equalization of gay marriage, he provided a health insurance for 20 million people, he prevented the construction of a dangerous pipeline, and more. . .

But his foreign policy was a failure, it is said.

Really?

He closed a deal with Iran, thus preventing the development of atom weapons in that country without any violence, he normalized the relationship with Cuba, he eliminated the brain behind 9/11, together with China he made a big step in tackling the climate problem and undersigned the treaty of Paris. . .

Yes, but he didn’t succeed in promoting a solution in the Israelean-Palestinian conflict, en didn’t effectively intervene in Syria, thus leaving the space for Russia and Turkey to fill the gap, so the quibblers continue.

It always strikes me that those who have these kind of criticisms don’t have the faintest idea about what then could be done. What do they want: a new Middle East war?

Anyway, history will show the significance of this president. Even if mr. Trump will undo as much as he can what president Obama accomplished, it nevertheless may be that Barack Obama marked the beginning of the Great Turning Joanna Macy is speaking about, and that the phenomenon Trump (and the populist leaders in Europe) are the last spasm of an era and a system that is broke. The protest marches of unprecedented scale (with a majority of women!) may well be a sign of the new era.

I always thought that we needed one or more disasters to turn the tide; to cause a new state of consciousness that could heal the planet, or at least let humanity survive. But then I always thought of disasters caused by climate change. What I didn’t realize is that calamities can be produced even more directly  by the ‘leaders’ we choose and can come earlier. I think the contrast between the benevolence of Obama and the maliciousness of Trump may accelerate our transformation of consciousness. There can be no awareness of light without the absence of it. It is called darkness. Where Obama didn’t succeed in: uniting us, Trump may accomplish by the rebellion he creates. In the words of Caroline Myss: We have to say to him, “Well done. Thank you for uniting us. Honestly. We thank you. No one else could have done this.” 

 

Bien étonné de retrouver moi-même

In mijn vorige blogs heb ik de hoop uitgesproken dat er een massabeweging ontstaat voor een rechtvaardige en zorgzame wereld, een waardige wereld, als tegenwicht tegen het massale reactionaire populisme dat voornamelijk TEGEN is.

Albert Camus (De mens in opstand) heeft al in 1951 gezegd dat zo’n massabeweging alleen langere tijd kan bestaan en effectief kan zijn als de deelnemers eraan zich met elkaar diepgaand verbonden voelen. En dat kan alleen maar als ze een gemeenschappelijke doelstelling, visie of ideaal delen.*)  Deze gedachte is sindsdien omarmd door de organisatiekunde; zie bijvoorbeeld Peter Senge (The Fifth Discipline).

Dit doet de vraag rijzen hoe die verbondenheid en een gemeenschappelijke doelstelling zouden kunnen ontstaan. Dat kan alleen maar als de zaadjes daarvoor al in de collectiviteit aanwezig zijn. Het is mijn stellige overtuiging dat zulks met betrekking tot de doelstelling die ik hierboven heb genoemd zo is. Het zaad voor die visie en dat ideaal is in de samenleving volop aanwezig, en wacht er slechts op tot de omstandigheden gunstig zijn om te ontkiemen.

Die condities zullen in de komende tijd steeds gunstiger worden. Dat komt door de ellende die we als collectiviteit aanrichten in de wereld van nu. Dit proces wordt nog versterkt door de opkomst van populistische en reactionaire leiders. Als de resultaten van deze ramp die zich aan ons volstrekt steeds zichtbaarder worden is de tijd rijp voor de nieuwe volksbeweging.

Wat dan nog nodig is een kristallisatiepunt waaromheen die volksbeweging zich ontwikkelt in de vorm van nieuw leiderschap. Niet een leiderschap dat ons vertelt wat we moeten doen en waar we naar toe moeten, maar een leiderschap – een team, bestaande uit minimaal een vrouw en een man –  dat de collectieve bewustwording van het ideaal katalyseert. Bovendien een leiderschap dat de balans tussen reactie en creatie, tussen een vreedzame opstand en gewelddadige revolutie weet te bewaren (Zie ook: Ortega y Gasset in De Opstand der Horden). Toen ik op zoek ging naar wat er over zo’n leiderschap al is bestudeerd en beschreven stuitte ik, behalve op de boeken van Senge, Jaworski (Synchronicity) en Otto Scharmer (Theory U) op een boek van een zekere Erik van Praag (Spiritueel Leiderschap), waarin dit hele proces al minutieus is beschreven. Bien étonné de retrouver moi-même. Ik was dat helemaal vergeten! Maar het is dan ook al twintig jaar geleden geschreven. . .

Het voert nu te ver om hier in detail op in te gaan. Ik wil eindigen met de bemoedigende gedachte dat zowel het zaad als de kennis hoe het te doen ontkiemen al aanwezig is. Dus dat gaat op een gegeven moment gebeuren.

*) Deze gegevens haal ik uit het artikel in NRC/Handelsblad (O&D) Eva Rovers.

Een fantasie van een man op leeftijd.

In mijn blogs van 17 november en 1 december pleitte ik ervoor onze stem te verheffen tegen de de opkomst van reactionaire bewegingen en hun ‘leiders’. Door te zwijgen worden we medeplichtig, zoals velen in de dertiger jaren medeplichtig waren aan de opkomst van nazisme en fascisme. Vorige week kwam ik daar op terug met de vraag: wat te doen?

Wat mijzelf betreft voel ik me daarbij gehandicapt door mijn leeftijd. Dit is de tijd van jongere generaties. Zij zullen de wereld vorm moeten geven waarin zij zelf en hun nageslacht zullen leven. Mijn rol is meer die van het doorgeven van de essentiële waarden van onze cultuur, en mijn medeburgers aansporen hun hersens te gebruiken en hun hart te laten spreken. Maar ik heb wel een fantasie: wat als ik in deze tijd pas 45 jaar zou zijn?

Ik noem met name de leeftijd van 45 jaar omdat dat de leeftijd was waarop ik zelf tot een zekere balans en rijpheid was gekomen. Daarvoor was ik eigenlijk nog niet volwassen (al was ik allang echtgenoot, vader en nam ik deel aan het arbeidsproces – zo goed en zo kwaad als dat ging). Wat zou ik doen als ik, in deze tijd, 45 jaar zou zijn?

Dan zou ik, denk ik, allereerst een manifest schrijven. In dat manifest zou ik allereerst schetsen wat voor mij een waardige wereld zou zijn, en daarna een aantal concrete dingen opsommen die mijns inziens zouden moeten gebeuren. Waarden als eerbied (respect), zorg(zaamheid), vrijheid en openheid zouden daarbij centraal staan. En wat betreft de dingen die zouden moeten gebeuren zou ik denken aan concrete maatregelen op het gebied van de economie (radicaal anders belastingstelsel, terugdringen van het marktdenken), klimaat, samenleven (immigratie en integratie). Enfin, ieder kan zich die maatregelen wel voorstellen denk ik. Het manifest zou eindigen met een oproep om tot een massale beweging te komen die een antwoord zou zijn op het neoliberalisme en op de reactionaire bewegingen die er in de samenleving al zijn. Zoiets als Occupy dus, maar dan duurzamer.

Ik zou proberen om dat manifest te schrijven in een taal die verstaan zou worden door een veel grotere groep dan mijn reguliere achterban en clientèle, die je namelijk voornamelijk moet zoeken bij hoger opgeleiden. Daarvoor zou ik zo nodig de hulp inroepen van tekstschrijvers of journalisten van populaire media.

Dan zou ik met dat manifest de boer opgaan bij al mijn relaties, zakelijk en privé. Ik zou het op Facebook zetten en zou er naar verwijzen op Twitter en LinkedIn. Ik zou er wellicht ook op andere manier over publiceren. En dan zou ik hopen dat de bal zou worden opgepikt door mensen die geschikt zijn om zo’n massabeweging te beginnen en te leiden. Niet één man of vrouw, maar een team, minsten twee, een man en een vrouw, die het kristallisatiepunt van die beweging kunnen vormen. De beweging zou zich kunnen ontwikkelen tot een echte volksbeweging. En dan zou die beweging het publiek, en daarna het bedrijfsleven en de politiek kunnen gaan beïnvloeden.

Tot zover mijn fantasie. Maar ik ben geen 45, en voel me tot een dergelijke actie niet meer geroepen. Ik beperk me dus voorshands tot het schrijven van mijn blogs, en het vieren van het leven. Toen ik daarover de vorige week iets had geschreven, stuitten we bij ons avondgebed op een lied, dat voor mij de viering van dat leven wonderwel tot uitdrukking bracht. Er naar luisteren was een feest. Wie het stuk zelf wil horen verwijs ik naar You Tube, een iets mindere uitvoering, maar mooi genoeg.

https://www.youtube.com/watch?v=BjAADS6Nu-Q

Het leven vieren in zware tijden.

De nieuwjaarskater. Na een heerlijk rustige feestweek met familie val ik in de jaarlijks post-oud-en-nieuw dip. Ik heb het nooit opgehad met de maand januari: koud, donker, saai. Dit jaar wordt dat nog versterkt door het perspectief op 2017, waarin we een opmars zullen zien van populistisch rechts. Zonder het rechtse populisme gelijk te stellen aan het fascisme en het nationaal socialisme, doet deze tijd me toch denken aan de twintiger en dertiger jaren, toen Franco, Hitler en Mussolini aan de macht kwamen. Achteraf werd wel gezegd dat dat mede gebeurde door dat weldenkende mensen zich daar niet met hand en tand tegen verzetten. Daarom zie je nu sommigen (onder wie Rutger Bregman en Otto Scharmer) oproepen tot actie tegen de extreem rechtse, racistische vloedgolf met hun leiders: Trump, Orban, Kascynski, Erdogan, Poetin, Assad, Netanyahu, LePen, Wilders. . . Misschien niet allemaal fascisten, maar zeker allemaal racisten (heeft u wel eens opgemerkt dat Wilders ook racistisch is met betrekking tot Joden? Want anders kan ik zijn onvoorwaardelijk steun voor Netanyahu niet uitleggen. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig).

Actie dus, maar wat en hoe? Kijken, de werkelijkheid onder ogen (willen) zien en dan blijven kijken, dat is de eerste stap. En dan ook de blik naar binnen richten: waar zit de wrok, het racisme, het de-anderen-de-schuld-geven in mezelf? De eerste actie lijkt me wel te zijn: dat in elk geval onder ogen zien en op een of andere manier onschadelijk maken.

Maar dan? We kunnen het hier niet bij laten. Een actie naar buiten toe lijkt me geboden. Maar wat en hoe? En dan valt de schrijver stil. Vandaar mijn nieuwjaarsdip. Met zeer vele anderen heb ik het idee dat het weinig uitmaakt wat ik zeg en doe.

Elk jaar met oudejaar trek ik een engel voor het nieuwe jaar, als inspiratie, en misschien ook als steun. Dit jaar was dat de engel van ‘Celebration’, viering. En inderdaad, er valt ondanks alles nog veel te vieren: er is veel om dankbaar voor te zijn en veel om te genieten. Misschien is het wel mijn belangrijkste opdracht voor 2017 om dat niet te vergeten. Misschien kan die engel ook mijn lezers inspireren. En verder blijf ik maar mijn blogs de wereld insturen. Baat het niet, ik kan ook niet zien dat ze veel schade aanrichten.

De genezing van deze wereld.

Hoe kunnen we omgaan met deze wereld die, in termen van de vrijmetselarij, verwarder en verdeelder is dan ooit? Vanuit onze geestelijke leermeesters worden ons drie benaderingen aangedragen (misschien nog wel meer, maar dit zijn de drie die ik zie en effectief heb bevonden).

Krishnamurti pleit voor een zo onbevangen mogelijke waarneming van wat er binnen in ons en om ons heen gebeurt. Wij zullen ons vrij  moeten maken van ons denken – “het denken is altijd oud” -, en in het bijzonder van onze onbewuste en bewuste denkbeelden, want anders zien we niet ‘wat is’, maar wat zou moeten zijn. Dat leidt er toe dat we meteen iets willen veranderen. Maar handelen, zo zegt Krishnamurti, moet niet uit onze denkbeelden voortkomen, want dat leidt altijd tot onheil. Handelen zal spontaan ontstaan als we onbevangen kijken – en als we dat allemaal op die manier zouden doen zouden we leven in een betere wereld. “Zien is handelen”. Deze opvatting is verwant met de het Boeddhistische streven naar een ‘beginners mind’, en de visie dat het goed is om volledig in het ‘nu’ te leven. Ook zie ik een verwantschap met de filosofie van de Stoa, met het Taoïsme, en met het werk van Eckart Tolle (De kracht van het Nu).

De Findhorn gemeenschap heeft een volstrekt andere benadering. Zij raden je aan om af te stemmen op je innerlijke gids, die gevoed wordt door de ‘Subtle Worlds’, de wereld van engelen, demonen, deva’s en, als je erin gelooft, God. Dat zal er toe leiden dat je handelt vanuit je intuïtie, en soms zul je heel duidelijke aanwijzingen krijgen. De Findhorn gemeenschap werkt ook echt samen met de ‘Subtle Worlds’ (https://www.findhorn.org/aboutus/vision/). Deze benadering is verwant met de aloude mysteriescholen.

Een derde benadering is die volgens de Wet van Manifestatie (Robert Fritz: De weg van de minste weerstand). Deze stelt dat je je eigen werkelijkheid schept middels je – bewuste en onbewuste – denken. Het komt erop aan dat je een scherpe visie of ideaal  ontwikkelt over wat je wilt of verlangt, en daardoor zal dan een creatieve spanning ontdaan, die er uiteindelijk toe zal leiden dat de werkelijkheid zich in de richting van jouw visie gaat bewegen. Mits je er in gelooft natuurlijk. Deze benadering past in het modernisme, en heeft onder andere geleid tot de empowerment beweging (David Gershon en Gail Straub). Er is een verwantschap met de beweging van het positief denken (Napoleon Hill, Norman Vincent Peale, Joseph Murphy, Louise Hay, Wayne Dyer), A Course in Miracles, de Seth boeken van Jane Roberts, en de creatiespiraal van Marinus Knoope. Zelf heb ik deze wet uitvoerig behandeld in mijn boek Spiritueel Leiderschap.

Wat is wijsheid? Vanuit de wetenschap is op alle benaderingen ook veel kritiek geleverd, maar dat komt volgens mij ook omdat ze onoordeelkundig gebruikt zijn. ‘Quick fixes’ bestaan niet. Zelf heb ik in mijn leven alle drie de wegen bewandeld, soms door elkaar, soms achtereenvolgens, en met wisselend succes. Het heeft er toe geleid dat ik in een bijzonder gelukkig leven ben terecht gekomen. Maar over de maatschappelijke effecten ben ik minder positief. Toch geloof ik in alle drie de benaderingen. Dus als u persoonlijk iets wilt bereiken of een bijdrage wilt leveren aan de genezing van deze wereld verdient het aanbeveling te reflecteren op deze benaderingswijzen, en te kiezen wat u op dit moment het beste past. Een bewuste keuze is wel aan te bevelen, want een verantwoord toepassen van elk van deze werkwijzen vraagt oefening en aandacht.

 

Een onoplosbaar probleem?

In mijn vorige blog stelde ik, in aansluiting op Rutger Bregman, dat een van de belangrijkste redenen waarom autocratisch en reactionair rechts zo’n succes heeft is, dat (gematigd) links geen antwoord heeft. Nu is het ook razend moeilijk om zo’n antwoord te bedenken. Economische groei is immers niet meer mogelijk zonder ons leefmilieu verder te verwoesten. Duurzame groei is een ‘contradictio in terminis’. Duurzame investeringen zijn absoluut nodig, maar die moeten dan ten koste gaan van de traditionele investeringen, voor zover die direct of indirect gebruik maken van fossiele energie. Theoretisch is dat wel mogelijk, maar daar zijn we voorlopig nog lang niet. Bovendien, als de groei stopt gaat dat in eerste instantie ten koste van de werkgelegenheid, en welke politicus wil dat voor zijn of haar rekening nemen?

161129-verkiezingenJe kunt dit dilemma goed zien aan de verkiezingsprogramma’s van de zeven politieke partijen met de hoogste scores in de peilingen. De Volkskrant heeft daar op 29 november een analyse over gepubliceerd: https://www.fluxenergie.nl/geen-enkel-verkiezingsprogramma-halen-we-doel-klimaatakkoord/. Slechts drie partijen adresseren het klimaatprobleem serieus: Partij van de Arbeid, Groen Links en D66. De SP scoort op dit punt matig, de VVD en het CDA ronduit slecht en de PVV zeer slecht. Maar ook de programma’s van de drie partijen die goed scoren zijn onvoldoende om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, laat staan de meer ambitieuze doelstelling om de opwarming tot 1,5 % te beperken.

Het is nooit mogelijk een probleem wezenlijk op te lossen zonder het eerst scherp te omschrijven. Bovendien is een oplossing nooit mogelijk met dezelfde methoden en dezelfde denktrant waarmee het probleem is gecreëerd. Samenvattend: duurzame groei is niet meer mogelijk; mede daardoor (en ook door de voortschrijdende automatisering) ontstaat structurele werkloosheid; het klimaatvraagstuk moet echt worden aangepakt (en dan laat ik de migratieproblemen en de veiligheidsproblemen gemakshalve nog maar even buiten beschouwing). Een politicus die dit naar voren brengt wordt beschuldigd van doemdenken en  pleegt politieke zelfmoord.

Er zijn wel maatregelen denkbaar die de problemen op de langere termijn weliswaar  niet helemaal kunnen oplossen, maar misschien wel hanteerbaar kunnen maken. Ik kan de volgende maatregelen bedenken: een radicaal andere belastingheffing: een milieubelasting die de inkomensbelasting grotendeels vervangt (de vervuiler betaalt echt, en CO2 is een afvalproduct en moet veel hoger beprijsd worden), verdere arbeidsverdeling (op den duur een 30- of 20-urige werkweek waar mogelijk), misschien een basisloon – je weet het niet. En er zijn vast wel veel meer maatregelen te bedenken, maar daarvoor zul je dus eerst het probleem moeten onderkennen en benoemen.

Maar bovenal zullen we soberder moeten gaan leven. Ik zou dus pleiten voor economische krimp, en dat heeft ongetwijfeld onaangename consequenties voor ons consumptieniveau. Daar kan natuurlijk geen politicus mee aankomen. Hoewel. . .  er is een precedent. Toen Engeland bedreigd werd door Duitsland in 1939 stond er een leider op wiens toespraken  een inspiratie waren voor het Britse volk. Zijn beroemde uitspraak “I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat” (“Ik heb niets anders te bieden dan bloed, hard werk, tranen en zweet”) (13 mei 1940) was in zijn eerste toespraak als premier.

Natuurlijk was de situatie toen anders. De bedreiging was onmiddellijk en direct. Maar het gevaar waarin we nu verkeren is op lange termijn misschien nog wel groter. Misschien kan een goed leiderschapsteam (vrouw en man) vandaag of morgen een bezielende toespraak houden waarin èn het probleem èn een wenkend perspectief kan worden geschetst. Maar dat zijn dan misschien geen politici, maar de leiders van een brede massabeweging die een alternatief wil bieden voor het populisme.

Het failliet van het midden.

“2016 is het 1933 van mijn generatie. Tijd om op te staan. – Hoe willen we herinnerd worden? Als generatie die zichzelf in slaap suste terwijl de planeet werd gefrituurd en het fascisme de kop opstak? Of als generatie die in verzet kwam en nieuwe dromen formuleerde? Geen tijd te verliezen,”  betoogt Rutger Bregman (https://nl.wikipedia.org/wiki/Rutger_Bregman) in een bevlogen stuk De Correspondent van 18 november. Een must read (https://decorrespondent.nl/5694/2016-is-het-1933-van-mijn-generatie-tijd-om-op-te-staan/1698534116136-6e61d5e6).

In mijn blog van 17 november pleitte ik voor een massabeweging als antwoord op enerzijds het neoliberalisme van Clinton (te onzent van Rutte, Pechtold, Asscher en Samson) en anderzijds  het reactionaire machtsdenken van extreem rechts. Dit stuk van Rutger Bregman is daarvoor een goede eerste aanzet, maar het is nog niet meer dan dat: een aanzet. Volgens hem is een van de redenen waarom links, of breder en beter geformuleerd, de gematigde en progressieve krachten geen krachtig verweer hebben tegen het reactionaire populisme, dat die krachten geen verhaal hebben. Dat ben ik met hem eens. De reactie (Trump, Wilders, LePen en anderen) heeft dat verhaal wel. Bregman probeert in zijn stuk die leegte van links op te vullen door aan te geven hoe zo’n verhaal er uit zou kunnen zien, en welke actiepunten daaruit zouden voortvloeien (Terzijde: zoals ik destijds ook al geprobeerd heb in mijn boek Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige samenleving. Ook toen al miste ik het verhaal van het midden)

Zoals ik al zei: dit is een goed begin. Maar het verhaal moet nog veel aansprekender geformuleerd worden voor die groepen waaruit populistische leiders hun aanhang rekruteren. De eisen die daaruit voortvloeien moeten ook nog veel concreter en scherper verwoord worden. Dat zijn de eerste voorwaarden voor de brede volksbeweging waar zowel hij als ik voor pleiten. En dan moet er gezocht worden naar hartstochtelijk leiderschap (een man en een vrouw!).

Bregman stelt, mijns inziens terecht, dat dit alles van de grootste urgentie is. Diegenen die zeggen dat het met de opmars van het populisme en de verkiezing van Trump (wie volgt?) allemaal wel mee zal vallen hebben volgens hem (en mij) volslagen ongelijk. Citaat: “Als de geschiedenis iets leert, dan is het dat autocraten menen wat ze zeggen.”

wake-up-callBregman eindigt zijn stuk als volgt: “Als ik jullie, en mijn leeftijdsgenoten *) in het bijzonder, iets op het hart mag drukken, dan is het dit: word wakker. Het is tijd om het comfortabele midden, waar je een beetje neer mag kijken op Henk en Ingrid en alleen wat filmpjes van Unicef hoeft te liken, vaarwel te zeggen. Het is tijd om ons weer echt te engageren, om veel en veel politieker te worden.” I couldn’t agree more.

 

*) Rutger Bregman is 28 jaar en heeft o.m. de volgende boeken geschreven: Met de kennis van toen, Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers, Gratis geld voor iedereen.

Outer darkness calls for nourishment within.

De verkiezing van Trump confronteerde me met het feit dat ik met veel mensen  geen verbinding voel. Ik heb bijvoorbeeld geen verbinding met de boze blanke mannen (en vrouwen!) in de VS die op hem hebben gestemd. Maar ook niet met die democraten die uit teleurstelling over het verlies van Bernie Sanders in de voorverkiezing maar op Trump hebben gestemd. Of met zwarte en latino Amerikanen, die op hem hebben gestemd. Ik kan als psycholoog/sociaal wetenschapper het gedrag van deze mensen misschien nog wel verklaren (ik heb wel tien verklaringen die elkaar ook weer ten dele tegenspreken – dat heb ik gemeen met alle bla-bla commentatoren), en zelfs nog wel enig medeleven voor hen opbrengen, maar echt begrijpen doe ik ze niet. Laat staan dat ik me met hen kan identificeren.

Ik voel me ook niet verbonden met politici die het klimaatprobleem ontkennen (nog steeds!), of, erger, het wel erkennen maar er niets wezenlijks aan doen. Of met politici en ondernemers die, nog steeds, de zegeningen van de ongebreidelde vrije markt belijden, die in de geschiedenis van de mensheid altijd op een ramp uitloopt (Zie: Bas van Bavel, The Invisible Hand?). Ik voel me evenmin verwant met voetbal supporters die als Ajax aan de bal is, sissende geluiden maken. Of met Wilders en Jan Roos. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik blijk me niet verbonden te voelen met de overgrote meerderheid van de mensheid. Hoezo Family of Men? Hoezo broederschap? Wat me behoedt voor een gevoel van totaal geïsoleerd zijn en de daaruit voortvloeiende wanhoop zijn twee dingen. Eén:  dat er in mijn omgeving zo veel mensen zijn met wie ik me wel verbonden voel. In wie ik vriendelijkheid, aandacht en zorg ontwaar. En als die mensen er in mijn omgeving zijn, zijn het er vast wel veel meer. En twee: dat ik in mezelf nog steeds een levenskracht voel, die zich uit in levensvreugde en hoop ondanks alles. (Zie de titel van dit blog – de seizoensfocus uit het Essene book of days).

Maar toch. Ook wij, die moeite hebben met wat er om ons heen gebeurt, zitten gevangen in een systeem dat we zelf in stad houden. Zijn we werkelijk bereid en in staat onze ‘comfort zone’ te verlaten? Ik weet het niet – ik doe het in elk geval niet. Als excuus voer ik aan dat ik niet weet hoe ik dat op een zinvolle wijze zou kunnen doen. Maar die gedachte stelt me niet gerust. En hoe dan ook, vanuit deze ‘comfort zone’ kunnen we moeilijk klagen dat anderen, die zich niet in die zone bevinden, protestgedrag vertonen.

260px-contemplatingcastlebedfordDit waren enige gedachten die bij me opkwamen naar aanleiding van de overwinning van Trump. Ik voel me dus zowel geborgen als machteloos en geïsoleerd. In de psychologie noemen we dat vervreemding. Misschien helpt dat me uiteindelijk om toch enige verwantschap te voelen met al die mensen met wie ik me niet verbonden voel.

 

Een quantum sprong in de cultuur – IV

In mijn blog van 20 oktober stelde ik dat we toe moeten naar een collectief leiderschap, en dat daarvoor nodig is dat leiders echt leren zich met elkaar (en daarmee met hun ‘volgers’)  te verbinden. Ik noemde toen dialoog als een belangrijk middel en stelde dat je dat kunt leren via ‘compassionate listening’ of ‘collaborative communication’.

Over ‘compassionate listening heb ik geschreven in mijn blog van 27 oktober 2012. Dat is op deze website makkelijk te vinden. Als u het daar vertelde verhaal nog niet kent wil ik u graag aanraden dat blog eerst te lezen, want het is heel instructief en ontroerend.
Hier wil ik het vooral hebben over ‘collaborative communication’. Over dit onderwerp heb ik uitvoerig geschreven in mijn boek Spiritueel Leiderschap (Open communicatie, bladzijde 159 e.v.). Hier kan ik er slechts summier op ingaan. ‘Collaborative communication’ is een manier van spreken en luisteren waarbij je niet probeert de ander te veranderen (te overtuigen, over te halen, te beoordelen, gelijk te krijgen), en niet bang bent om je zelf te laten beïnvloeden. Het gaat er uitsluitend om dat je jezelf laat zien aan de ander, en de moed hebt om te zeggen wat je te zeggen heb, jouw waarheid te spreken (in het besef dat ‘jouw’ waarheid niet de waarheid van de ander hoeft te zijn). En dat je bereid bent naar de waarheid van de ander te luisteren, ZONDER METEEN INNERLIJK OF FEITELIJK TE REAGEREN! Dat is het geheim van een goede dialoog.

Dat lijkt zo simpel, maar als we hier echt over reflecteren lijkt het weliswaar eenvoudig, maar niet makkelijk in praktijk te brengen. Ga maar eens na hoe vaak we communiceren met het oogmerk iets te willen bereiken bij de ander, in plaats hem/haar alleen maar te willen zien en begrijpen. En hoe vaak we meteen een reactie klaar hebben, in plaats van het gehoorde eens even op ons in te laten werken.

In mijn vorige blog stelde ik dat er een tijd en gelegenheid is voor verschillende vormen van communicatie: debat, discussie en dialoog. Natuurlijk is het soms nodig om te debatteren of te discussiëren om tot een gemeenschappelijk standpunt of besluit te komen. Maar te vaak wordt er gedebatteerd of gediscussieerd als in feite eerst eens een dialoog zou moeten plaats vinden. Bij ‘collaborative communication’ is het vaak mogelijk tot verrassende inzichten en gemeenschappelijke oplossingen te komen, zonder te verzanden in een onbevredigend compromis.

Dit alles geldt te meer als sprake is van een gezamenlijk leiderschap van een man en een vrouw. Tussen mannen en vrouwen bestaan wezenlijke verschillen in stijl en manier van denken, dat waarschijnlijk veel dieper gaat dan dat het cultureel bepaald is. Door de eeuwen heen heeft dat geleid tot spanningen en onderdrukte conflicten. Dat zit intussen diep in onze genen. Daarom is het noodzakelijk dat we eerst eens echt naar elkaar luisteren, voordat we tot samenwerken (en samen leven!) kunnen komen. Maar als we er in slagen tot een wezenlijk verbinding te komen, dan kan dat tot inzichten (manlijke, of beter gezegd, jang energie) en wijsheid (vrouwelijke of yin energie) leiden. En dat is precies wat de wereld in deze hachelijke tijden nodig heeft.

ep-logoEn tenslotte, als een vrouwelijke en een mannelijke leider er in slagen op deze manier met elkaar te kunnen communiceren, dat zullen ze dat ook naar anderen toe ontwikkelen. Dan zijn ze een voorbeeld voor hun omgeving, die deze manier van communiceren van hen zal kunnen overnemen. En als dat zou spreiden in de samenleving vindt er werkelijk een culturele quantumspong plaats, en kunnen we versneld de (post-)moderne cultuur integreren in een nieuwe tijd.