Categoriearchief: Mens en samenleving

Het leven vieren in zware tijden.

De nieuwjaarskater. Na een heerlijk rustige feestweek met familie val ik in de jaarlijks post-oud-en-nieuw dip. Ik heb het nooit opgehad met de maand januari: koud, donker, saai. Dit jaar wordt dat nog versterkt door het perspectief op 2017, waarin we een opmars zullen zien van populistisch rechts. Zonder het rechtse populisme gelijk te stellen aan het fascisme en het nationaal socialisme, doet deze tijd me toch denken aan de twintiger en dertiger jaren, toen Franco, Hitler en Mussolini aan de macht kwamen. Achteraf werd wel gezegd dat dat mede gebeurde door dat weldenkende mensen zich daar niet met hand en tand tegen verzetten. Daarom zie je nu sommigen (onder wie Rutger Bregman en Otto Scharmer) oproepen tot actie tegen de extreem rechtse, racistische vloedgolf met hun leiders: Trump, Orban, Kascynski, Erdogan, Poetin, Assad, Netanyahu, LePen, Wilders. . . Misschien niet allemaal fascisten, maar zeker allemaal racisten (heeft u wel eens opgemerkt dat Wilders ook racistisch is met betrekking tot Joden? Want anders kan ik zijn onvoorwaardelijk steun voor Netanyahu niet uitleggen. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig).

Actie dus, maar wat en hoe? Kijken, de werkelijkheid onder ogen (willen) zien en dan blijven kijken, dat is de eerste stap. En dan ook de blik naar binnen richten: waar zit de wrok, het racisme, het de-anderen-de-schuld-geven in mezelf? De eerste actie lijkt me wel te zijn: dat in elk geval onder ogen zien en op een of andere manier onschadelijk maken.

Maar dan? We kunnen het hier niet bij laten. Een actie naar buiten toe lijkt me geboden. Maar wat en hoe? En dan valt de schrijver stil. Vandaar mijn nieuwjaarsdip. Met zeer vele anderen heb ik het idee dat het weinig uitmaakt wat ik zeg en doe.

Elk jaar met oudejaar trek ik een engel voor het nieuwe jaar, als inspiratie, en misschien ook als steun. Dit jaar was dat de engel van ‘Celebration’, viering. En inderdaad, er valt ondanks alles nog veel te vieren: er is veel om dankbaar voor te zijn en veel om te genieten. Misschien is het wel mijn belangrijkste opdracht voor 2017 om dat niet te vergeten. Misschien kan die engel ook mijn lezers inspireren. En verder blijf ik maar mijn blogs de wereld insturen. Baat het niet, ik kan ook niet zien dat ze veel schade aanrichten.

De genezing van deze wereld.

Hoe kunnen we omgaan met deze wereld die, in termen van de vrijmetselarij, verwarder en verdeelder is dan ooit? Vanuit onze geestelijke leermeesters worden ons drie benaderingen aangedragen (misschien nog wel meer, maar dit zijn de drie die ik zie en effectief heb bevonden).

Krishnamurti pleit voor een zo onbevangen mogelijke waarneming van wat er binnen in ons en om ons heen gebeurt. Wij zullen ons vrij  moeten maken van ons denken – “het denken is altijd oud” -, en in het bijzonder van onze onbewuste en bewuste denkbeelden, want anders zien we niet ‘wat is’, maar wat zou moeten zijn. Dat leidt er toe dat we meteen iets willen veranderen. Maar handelen, zo zegt Krishnamurti, moet niet uit onze denkbeelden voortkomen, want dat leidt altijd tot onheil. Handelen zal spontaan ontstaan als we onbevangen kijken – en als we dat allemaal op die manier zouden doen zouden we leven in een betere wereld. “Zien is handelen”. Deze opvatting is verwant met de het Boeddhistische streven naar een ‘beginners mind’, en de visie dat het goed is om volledig in het ‘nu’ te leven. Ook zie ik een verwantschap met de filosofie van de Stoa, met het Taoïsme, en met het werk van Eckart Tolle (De kracht van het Nu).

De Findhorn gemeenschap heeft een volstrekt andere benadering. Zij raden je aan om af te stemmen op je innerlijke gids, die gevoed wordt door de ‘Subtle Worlds’, de wereld van engelen, demonen, deva’s en, als je erin gelooft, God. Dat zal er toe leiden dat je handelt vanuit je intuïtie, en soms zul je heel duidelijke aanwijzingen krijgen. De Findhorn gemeenschap werkt ook echt samen met de ‘Subtle Worlds’ (https://www.findhorn.org/aboutus/vision/). Deze benadering is verwant met de aloude mysteriescholen.

Een derde benadering is die volgens de Wet van Manifestatie (Robert Fritz: De weg van de minste weerstand). Deze stelt dat je je eigen werkelijkheid schept middels je – bewuste en onbewuste – denken. Het komt erop aan dat je een scherpe visie of ideaal  ontwikkelt over wat je wilt of verlangt, en daardoor zal dan een creatieve spanning ontdaan, die er uiteindelijk toe zal leiden dat de werkelijkheid zich in de richting van jouw visie gaat bewegen. Mits je er in gelooft natuurlijk. Deze benadering past in het modernisme, en heeft onder andere geleid tot de empowerment beweging (David Gershon en Gail Straub). Er is een verwantschap met de beweging van het positief denken (Napoleon Hill, Norman Vincent Peale, Joseph Murphy, Louise Hay, Wayne Dyer), A Course in Miracles, de Seth boeken van Jane Roberts, en de creatiespiraal van Marinus Knoope. Zelf heb ik deze wet uitvoerig behandeld in mijn boek Spiritueel Leiderschap.

Wat is wijsheid? Vanuit de wetenschap is op alle benaderingen ook veel kritiek geleverd, maar dat komt volgens mij ook omdat ze onoordeelkundig gebruikt zijn. ‘Quick fixes’ bestaan niet. Zelf heb ik in mijn leven alle drie de wegen bewandeld, soms door elkaar, soms achtereenvolgens, en met wisselend succes. Het heeft er toe geleid dat ik in een bijzonder gelukkig leven ben terecht gekomen. Maar over de maatschappelijke effecten ben ik minder positief. Toch geloof ik in alle drie de benaderingen. Dus als u persoonlijk iets wilt bereiken of een bijdrage wilt leveren aan de genezing van deze wereld verdient het aanbeveling te reflecteren op deze benaderingswijzen, en te kiezen wat u op dit moment het beste past. Een bewuste keuze is wel aan te bevelen, want een verantwoord toepassen van elk van deze werkwijzen vraagt oefening en aandacht.

 

Een onoplosbaar probleem?

In mijn vorige blog stelde ik, in aansluiting op Rutger Bregman, dat een van de belangrijkste redenen waarom autocratisch en reactionair rechts zo’n succes heeft is, dat (gematigd) links geen antwoord heeft. Nu is het ook razend moeilijk om zo’n antwoord te bedenken. Economische groei is immers niet meer mogelijk zonder ons leefmilieu verder te verwoesten. Duurzame groei is een ‘contradictio in terminis’. Duurzame investeringen zijn absoluut nodig, maar die moeten dan ten koste gaan van de traditionele investeringen, voor zover die direct of indirect gebruik maken van fossiele energie. Theoretisch is dat wel mogelijk, maar daar zijn we voorlopig nog lang niet. Bovendien, als de groei stopt gaat dat in eerste instantie ten koste van de werkgelegenheid, en welke politicus wil dat voor zijn of haar rekening nemen?

161129-verkiezingenJe kunt dit dilemma goed zien aan de verkiezingsprogramma’s van de zeven politieke partijen met de hoogste scores in de peilingen. De Volkskrant heeft daar op 29 november een analyse over gepubliceerd: https://www.fluxenergie.nl/geen-enkel-verkiezingsprogramma-halen-we-doel-klimaatakkoord/. Slechts drie partijen adresseren het klimaatprobleem serieus: Partij van de Arbeid, Groen Links en D66. De SP scoort op dit punt matig, de VVD en het CDA ronduit slecht en de PVV zeer slecht. Maar ook de programma’s van de drie partijen die goed scoren zijn onvoldoende om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, laat staan de meer ambitieuze doelstelling om de opwarming tot 1,5 % te beperken.

Het is nooit mogelijk een probleem wezenlijk op te lossen zonder het eerst scherp te omschrijven. Bovendien is een oplossing nooit mogelijk met dezelfde methoden en dezelfde denktrant waarmee het probleem is gecreëerd. Samenvattend: duurzame groei is niet meer mogelijk; mede daardoor (en ook door de voortschrijdende automatisering) ontstaat structurele werkloosheid; het klimaatvraagstuk moet echt worden aangepakt (en dan laat ik de migratieproblemen en de veiligheidsproblemen gemakshalve nog maar even buiten beschouwing). Een politicus die dit naar voren brengt wordt beschuldigd van doemdenken en  pleegt politieke zelfmoord.

Er zijn wel maatregelen denkbaar die de problemen op de langere termijn weliswaar  niet helemaal kunnen oplossen, maar misschien wel hanteerbaar kunnen maken. Ik kan de volgende maatregelen bedenken: een radicaal andere belastingheffing: een milieubelasting die de inkomensbelasting grotendeels vervangt (de vervuiler betaalt echt, en CO2 is een afvalproduct en moet veel hoger beprijsd worden), verdere arbeidsverdeling (op den duur een 30- of 20-urige werkweek waar mogelijk), misschien een basisloon – je weet het niet. En er zijn vast wel veel meer maatregelen te bedenken, maar daarvoor zul je dus eerst het probleem moeten onderkennen en benoemen.

Maar bovenal zullen we soberder moeten gaan leven. Ik zou dus pleiten voor economische krimp, en dat heeft ongetwijfeld onaangename consequenties voor ons consumptieniveau. Daar kan natuurlijk geen politicus mee aankomen. Hoewel. . .  er is een precedent. Toen Engeland bedreigd werd door Duitsland in 1939 stond er een leider op wiens toespraken  een inspiratie waren voor het Britse volk. Zijn beroemde uitspraak “I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat” (“Ik heb niets anders te bieden dan bloed, hard werk, tranen en zweet”) (13 mei 1940) was in zijn eerste toespraak als premier.

Natuurlijk was de situatie toen anders. De bedreiging was onmiddellijk en direct. Maar het gevaar waarin we nu verkeren is op lange termijn misschien nog wel groter. Misschien kan een goed leiderschapsteam (vrouw en man) vandaag of morgen een bezielende toespraak houden waarin èn het probleem èn een wenkend perspectief kan worden geschetst. Maar dat zijn dan misschien geen politici, maar de leiders van een brede massabeweging die een alternatief wil bieden voor het populisme.

Het failliet van het midden.

“2016 is het 1933 van mijn generatie. Tijd om op te staan. – Hoe willen we herinnerd worden? Als generatie die zichzelf in slaap suste terwijl de planeet werd gefrituurd en het fascisme de kop opstak? Of als generatie die in verzet kwam en nieuwe dromen formuleerde? Geen tijd te verliezen,”  betoogt Rutger Bregman (https://nl.wikipedia.org/wiki/Rutger_Bregman) in een bevlogen stuk De Correspondent van 18 november. Een must read (https://decorrespondent.nl/5694/2016-is-het-1933-van-mijn-generatie-tijd-om-op-te-staan/1698534116136-6e61d5e6).

In mijn blog van 17 november pleitte ik voor een massabeweging als antwoord op enerzijds het neoliberalisme van Clinton (te onzent van Rutte, Pechtold, Asscher en Samson) en anderzijds  het reactionaire machtsdenken van extreem rechts. Dit stuk van Rutger Bregman is daarvoor een goede eerste aanzet, maar het is nog niet meer dan dat: een aanzet. Volgens hem is een van de redenen waarom links, of breder en beter geformuleerd, de gematigde en progressieve krachten geen krachtig verweer hebben tegen het reactionaire populisme, dat die krachten geen verhaal hebben. Dat ben ik met hem eens. De reactie (Trump, Wilders, LePen en anderen) heeft dat verhaal wel. Bregman probeert in zijn stuk die leegte van links op te vullen door aan te geven hoe zo’n verhaal er uit zou kunnen zien, en welke actiepunten daaruit zouden voortvloeien (Terzijde: zoals ik destijds ook al geprobeerd heb in mijn boek Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige samenleving. Ook toen al miste ik het verhaal van het midden)

Zoals ik al zei: dit is een goed begin. Maar het verhaal moet nog veel aansprekender geformuleerd worden voor die groepen waaruit populistische leiders hun aanhang rekruteren. De eisen die daaruit voortvloeien moeten ook nog veel concreter en scherper verwoord worden. Dat zijn de eerste voorwaarden voor de brede volksbeweging waar zowel hij als ik voor pleiten. En dan moet er gezocht worden naar hartstochtelijk leiderschap (een man en een vrouw!).

Bregman stelt, mijns inziens terecht, dat dit alles van de grootste urgentie is. Diegenen die zeggen dat het met de opmars van het populisme en de verkiezing van Trump (wie volgt?) allemaal wel mee zal vallen hebben volgens hem (en mij) volslagen ongelijk. Citaat: “Als de geschiedenis iets leert, dan is het dat autocraten menen wat ze zeggen.”

wake-up-callBregman eindigt zijn stuk als volgt: “Als ik jullie, en mijn leeftijdsgenoten *) in het bijzonder, iets op het hart mag drukken, dan is het dit: word wakker. Het is tijd om het comfortabele midden, waar je een beetje neer mag kijken op Henk en Ingrid en alleen wat filmpjes van Unicef hoeft te liken, vaarwel te zeggen. Het is tijd om ons weer echt te engageren, om veel en veel politieker te worden.” I couldn’t agree more.

 

*) Rutger Bregman is 28 jaar en heeft o.m. de volgende boeken geschreven: Met de kennis van toen, Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers, Gratis geld voor iedereen.

Outer darkness calls for nourishment within.

De verkiezing van Trump confronteerde me met het feit dat ik met veel mensen  geen verbinding voel. Ik heb bijvoorbeeld geen verbinding met de boze blanke mannen (en vrouwen!) in de VS die op hem hebben gestemd. Maar ook niet met die democraten die uit teleurstelling over het verlies van Bernie Sanders in de voorverkiezing maar op Trump hebben gestemd. Of met zwarte en latino Amerikanen, die op hem hebben gestemd. Ik kan als psycholoog/sociaal wetenschapper het gedrag van deze mensen misschien nog wel verklaren (ik heb wel tien verklaringen die elkaar ook weer ten dele tegenspreken – dat heb ik gemeen met alle bla-bla commentatoren), en zelfs nog wel enig medeleven voor hen opbrengen, maar echt begrijpen doe ik ze niet. Laat staan dat ik me met hen kan identificeren.

Ik voel me ook niet verbonden met politici die het klimaatprobleem ontkennen (nog steeds!), of, erger, het wel erkennen maar er niets wezenlijks aan doen. Of met politici en ondernemers die, nog steeds, de zegeningen van de ongebreidelde vrije markt belijden, die in de geschiedenis van de mensheid altijd op een ramp uitloopt (Zie: Bas van Bavel, The Invisible Hand?). Ik voel me evenmin verwant met voetbal supporters die als Ajax aan de bal is, sissende geluiden maken. Of met Wilders en Jan Roos. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik blijk me niet verbonden te voelen met de overgrote meerderheid van de mensheid. Hoezo Family of Men? Hoezo broederschap? Wat me behoedt voor een gevoel van totaal geïsoleerd zijn en de daaruit voortvloeiende wanhoop zijn twee dingen. Eén:  dat er in mijn omgeving zo veel mensen zijn met wie ik me wel verbonden voel. In wie ik vriendelijkheid, aandacht en zorg ontwaar. En als die mensen er in mijn omgeving zijn, zijn het er vast wel veel meer. En twee: dat ik in mezelf nog steeds een levenskracht voel, die zich uit in levensvreugde en hoop ondanks alles. (Zie de titel van dit blog – de seizoensfocus uit het Essene book of days).

Maar toch. Ook wij, die moeite hebben met wat er om ons heen gebeurt, zitten gevangen in een systeem dat we zelf in stad houden. Zijn we werkelijk bereid en in staat onze ‘comfort zone’ te verlaten? Ik weet het niet – ik doe het in elk geval niet. Als excuus voer ik aan dat ik niet weet hoe ik dat op een zinvolle wijze zou kunnen doen. Maar die gedachte stelt me niet gerust. En hoe dan ook, vanuit deze ‘comfort zone’ kunnen we moeilijk klagen dat anderen, die zich niet in die zone bevinden, protestgedrag vertonen.

260px-contemplatingcastlebedfordDit waren enige gedachten die bij me opkwamen naar aanleiding van de overwinning van Trump. Ik voel me dus zowel geborgen als machteloos en geïsoleerd. In de psychologie noemen we dat vervreemding. Misschien helpt dat me uiteindelijk om toch enige verwantschap te voelen met al die mensen met wie ik me niet verbonden voel.

 

Een quantum sprong in de cultuur – IV

In mijn blog van 20 oktober stelde ik dat we toe moeten naar een collectief leiderschap, en dat daarvoor nodig is dat leiders echt leren zich met elkaar (en daarmee met hun ‘volgers’)  te verbinden. Ik noemde toen dialoog als een belangrijk middel en stelde dat je dat kunt leren via ‘compassionate listening’ of ‘collaborative communication’.

Over ‘compassionate listening heb ik geschreven in mijn blog van 27 oktober 2012. Dat is op deze website makkelijk te vinden. Als u het daar vertelde verhaal nog niet kent wil ik u graag aanraden dat blog eerst te lezen, want het is heel instructief en ontroerend.
Hier wil ik het vooral hebben over ‘collaborative communication’. Over dit onderwerp heb ik uitvoerig geschreven in mijn boek Spiritueel Leiderschap (Open communicatie, bladzijde 159 e.v.). Hier kan ik er slechts summier op ingaan. ‘Collaborative communication’ is een manier van spreken en luisteren waarbij je niet probeert de ander te veranderen (te overtuigen, over te halen, te beoordelen, gelijk te krijgen), en niet bang bent om je zelf te laten beïnvloeden. Het gaat er uitsluitend om dat je jezelf laat zien aan de ander, en de moed hebt om te zeggen wat je te zeggen heb, jouw waarheid te spreken (in het besef dat ‘jouw’ waarheid niet de waarheid van de ander hoeft te zijn). En dat je bereid bent naar de waarheid van de ander te luisteren, ZONDER METEEN INNERLIJK OF FEITELIJK TE REAGEREN! Dat is het geheim van een goede dialoog.

Dat lijkt zo simpel, maar als we hier echt over reflecteren lijkt het weliswaar eenvoudig, maar niet makkelijk in praktijk te brengen. Ga maar eens na hoe vaak we communiceren met het oogmerk iets te willen bereiken bij de ander, in plaats hem/haar alleen maar te willen zien en begrijpen. En hoe vaak we meteen een reactie klaar hebben, in plaats van het gehoorde eens even op ons in te laten werken.

In mijn vorige blog stelde ik dat er een tijd en gelegenheid is voor verschillende vormen van communicatie: debat, discussie en dialoog. Natuurlijk is het soms nodig om te debatteren of te discussiëren om tot een gemeenschappelijk standpunt of besluit te komen. Maar te vaak wordt er gedebatteerd of gediscussieerd als in feite eerst eens een dialoog zou moeten plaats vinden. Bij ‘collaborative communication’ is het vaak mogelijk tot verrassende inzichten en gemeenschappelijke oplossingen te komen, zonder te verzanden in een onbevredigend compromis.

Dit alles geldt te meer als sprake is van een gezamenlijk leiderschap van een man en een vrouw. Tussen mannen en vrouwen bestaan wezenlijke verschillen in stijl en manier van denken, dat waarschijnlijk veel dieper gaat dan dat het cultureel bepaald is. Door de eeuwen heen heeft dat geleid tot spanningen en onderdrukte conflicten. Dat zit intussen diep in onze genen. Daarom is het noodzakelijk dat we eerst eens echt naar elkaar luisteren, voordat we tot samenwerken (en samen leven!) kunnen komen. Maar als we er in slagen tot een wezenlijk verbinding te komen, dan kan dat tot inzichten (manlijke, of beter gezegd, jang energie) en wijsheid (vrouwelijke of yin energie) leiden. En dat is precies wat de wereld in deze hachelijke tijden nodig heeft.

ep-logoEn tenslotte, als een vrouwelijke en een mannelijke leider er in slagen op deze manier met elkaar te kunnen communiceren, dat zullen ze dat ook naar anderen toe ontwikkelen. Dan zijn ze een voorbeeld voor hun omgeving, die deze manier van communiceren van hen zal kunnen overnemen. En als dat zou spreiden in de samenleving vindt er werkelijk een culturele quantumspong plaats, en kunnen we versneld de (post-)moderne cultuur integreren in een nieuwe tijd.

 

 

Een quantum sprong in de cultuur – III

In mijn blog van 15 september noemde ik het als mijn (en misschien wel onze) opdracht om meer samen te werken met de krachten van de natuur, waaronder ik toen noemde de vrouwelijke en mannelijke (jin- en jang-) energie. In mijn vorige blog noemde ik de noodzaak van een culturele omwenteling in plaats van door te leven in de postmoderne cultuur. In dit blog komen die twee ideeën samen.

De  postmoderne cultuur wordt onder andere gekenmerkt door emancipatiebewegingen, met name de tweede feministische golf (de eerste dateert uit het einde van de 19e eeuw). Je kunt wel zeggen dat die in formele zin een succes is geweest, althans in de westerse samenleving: er is nu juridische gelijkheid tussen man en vrouw en formeel is discriminatie of achterstelling van vrouwen verboden. Dat er in de praktijk nog wel wat te wensen over blijft is een feit, alsook dat in andere culturen en landen op dit gebied nog veel werk verzet zou kunnen worden.

Op het gebied van leiderschap heeft het feminisme er toe geleid dat er een streven is ontstaan naar meer vrouwen op leidinggevende posities. Dat streven had zijn nut – ik heb er zelf vaak voor gepleit – maar past toch vooral bij de moderne en de postmoderne cultuur, omdat er daarbij gedacht wordt aan eenhoofdig leiderschap. Wat we echter na de postmoderne cultuur nodig hebben is leiderschap van teams. Geen enkel individu is, op welke positie dan ook, meer in staat in zijn eentje de complexiteit van zijn/haar situatie te overzien, laat staan te bepalen wat in elke situatie de beste koers is. Zo’n team moet uit minimaal twee mensen bestaan – een imagesvrouw en een man – maar kan tot een kleine groep worden uitgebreid, waarbij het zaak is dat de verhouding vrouwen/mannen ongeveer 50/50 is.

Hoe radicaal dit idee is besef je als je je realiseert dat in vrijwel alle organisaties slechts één man of (soms) vrouw aan de top staat, en dat dit een norm is die verankerd is in onze huidige cultuur: er hoort maar één kapitein op het schip te zijn. Dat dit met name in de politiek, maar ook vaak in andere organisaties,  nooit kan leiden tot optimale samenwerking – er is altijd tenminste een verliezende partij – moge ook duidelijk zijn.

Stelt u zich eens voor, dat belangrijke organisaties: multinationals, regeringen, de Verenigde Naties, geleid zouden worden door teams van tenminste twee mensen, een vrouw en een man. Dat zou het bestuur in de wereld radicaal veranderen.

Maar er is een voorwaarde voor de effectiviteit van deze vorm van leiderschap: dat het komt tot een wezenlijke integratie tussen de teamleden. Integratie komt van het latijnse integer, geheel. Het gaat er dus om dat het team een geheel wordt, met één stem kan spreken en zodoende integer kan handelen. En daarvoor is het weer nodig dat de teamleden optimaal met elkaar kunnen communiceren. Dat betekent dat ze moeten weten wanneer ze een debat moeten voeren, wanneer ze een discussie moeten hebben, en wanneer een dialoog. Het eerste is erop gericht de ander met argumenten de loef af te steken. Het tweede is erop gericht de ander te overtuigen. En de dialoog is er op gericht de ander te begrijpen en je met de ander te verbinden.

Alle drie de gespreksvormen hebben hun nut en hun functie, maar het is wel duidelijk dat de dialoog het meest essentieel is voor de eenwording van het team. Deze dialoogvorm is voor de meeste (potentiële) leiders het moeilijkst te leren. De weg naar beheersing van deze vorm van communicatie gaat via ‘collaborative communication’ en ‘compassionate listening’. In een volgend blog ga ik daar wat verder op in.

 

Een quantum sprong in de cultuur – II

Als je de Europese cultuurgeschiedenis sinds de Middeleeuwen globaal bekijkt kun je drie tijdsvakken onderscheiden: de traditionele periode, de moderne periode en de post-moderne periode. Deze perioden zijn niet strak te onderscheiden, want ze lopen geleidelijk in elkaar over en overlappen elkaar. Maar in grote lijnen kun je zeggen: de traditionele periode valt samen met de middeleeuwen, de moderne periode begint zo ongeveer met de Renaissance, en de post-moderne periode omstreeks 1950.Terzijde: dit moet niet verward worden met de termen modernisme en post-modernisme in de kunst en de architectuur. Dat zijn stijlaanduidingen, waarbij het begin vathm_komposition-mit-rot_-gelb_-blau-und-schwarzn het modernisme omstreeks 1890 wordt gedateerd. Het begin van de post-moderne cultuur en het post-modernisme valt wel samen: omstreeks 1950; het jaart
al dat ook vaak wordt genoemd als het begin van het antropoceen: het geologische tijdperk waarbij de invloed van de mens de geologische en ecologische ontwikkelingen bepaalt. Toeval?

Het voert voor dit blog te ver om op deze cultuurgeschiedenis uitgebreid in te gaan, maar ik wil er toch in het kort iets over zeggen. De traditionele periode werd – in het Westen – gekenmerkt door de de tien geboden, alsmede de deugden die waren voorgeschreven door het Christendom, zoals vroomheid en liefde, en de hoofdzonden, zoals hoogmoed, onkuisheid, hebzucht en luiheid. (In andere traditionele culturen gelden soortgelijke voorschriften en waarden). De moderne periode begint zoals gezegd met de Renaissance, en een herwaardering van de klassieke oudheid. Daarna spelen grote denkers en wetenschappers een rol, zoals Descartes, Galileï, en later de denkers van de Verlichting: Rousseau, Voltaire, Kant, Locke, Spinoza, en vele, vele anderen. Centrale waarden in de moderne periode zijn: het belang van de rede, vrijheid van denken, tolerantie, openheid van geest en persoonlijke verantwoordelijkheid. De post-moderne tijd wordt voorafgegaan door denkers als Arthur Schopenhauer (1e helft 19e eeuw), Friedrich Nietschze (2e helft 19e eeuw) en Oswald Spengler (begin 20e eeuw). Moderne postmodernisten zijn filosofen als Baudrillard en Foucault. Kenmerkend is nu dat alles gerelativeerd wordt, zowel de waarheid – er is geen vaste waarheid meer, waarheden worden meningen – als waarden. Dat leidt tot een ongebreideld individualisme

Dit korte overzicht is zo summier dat het natuurlijk geen recht doet aan de Europese cultuurgeschiedenis, maar ik heb het even nodig voor wat ik hierna wil betogen. (Voor wie geïnteresseerd is: ik heb hier veel uitvoeriger over geschreven in hoofdstuk 4 van mijn boek uit 2012: Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld).
De traditionele en de moderne cultuur hebben de Europese cultuur gedurende eeuwen gedomineerd. Het is niet te hopen dat dit met de postmoderne cultuur ook gebeurt, want de postmoderne cultuur heeft nu al geleid tot sommige van de meer onwenselijke verschijnselen in onze samenleving. Ik noem de geringe zorg voor elkaar en de wereld om ons heen (leidend tot het neo-liberalisme en de daaruit voortvloeiende economische ongelijkheid en de klimaatproblematiek), het teloor gaan van fatsoenlijke omgangsvormen, en een ongeremd egoïsme. Het leidt ook tot vormen van leiderschap waar we niets aan hebben: pragmatici en managers zonder enige bevlogenheid aan de ene kant en narcistische volksmenners ter andere zijde. Maar misschien is een culturele omwenteling mogelijk, Daarover in een volgend blog.

Een quantum sprong in de cultuur – I.

Een paar maanden geleden had ik het voorrecht een masterclass te geven aan een viertal ervaren collega’s. Het onderwerp was de Quantum Sprong, een retraite-achtige workshop gericht op het vinden van een of meer wezenlijke inzichten als antwoord op een aantal existentiële vragen. De methode is gebaseerd op het werk van Charles Berner (1929-2007). Vragen die aan de orde komen zijn vragen als: Wie ben ik, Waar ga ik naar toe, Wat is leven, Wat is dood? (en nog vele andere interessante vragen). Het interessante van de methode is dat de deelnemers vrijwel altijd essentiële antwoorden vinden op een of meer van deze vragen, is het niet tijdens dan toch vaak kort na afloop van de workshop. Van de tien deelnemers vonden er acht tijdens de workshop hun antwoorden – de andere twee zaten er heel dicht bij. Dat zijn niet zomaar bedachte antwoorden, het zijn althans voor het moment zekerheden die door intuïtie of openbaring tot ons komen.

Doordat er vier workshopleiders waren konden ze zelf ook aan hun vragen werken door te rouleren tussen de positie van leider en deelnemer. Zo heb ik zelf gewerkt aan de vraag Wie is God? en daarop een bevredigend antwoord gevonden. Let wel: dat is geen antwoord op de vraag of God al dan niet bestaat, want daarop is mijns inziens geen antwoord mogelijk.

NaamloosHet effect van een dergelijke workshop is dat deelnemers en begeleiders in contact komen met transcendent, de persoon en de individualiteit overstijgend, bewustzijn. Als je die ervaring eenmaal gehad hebt, dan kun je eigenijk niet meer geloven dat de werkelijkheid uitsluitend bestaat uit materie, dus uit datgene wat we zintuigelijk kunnen waarnemen. Vandaar de naam van de workshop: we maken een sprong in ons bewustzijn. Dat is een conclusie die niet erg past in deze postmoderne tijd waarin alles immers aan twijfel en scepsis onderhevig is: er bestaan geen waarheden, geen feiten, alleen meningen. (Al menen de materialisten, de sceptici en de fundamentalisten onder ons wel dat zij de waarheid in pacht hebben – quod non).

Uit deze ervaring trek ik twee conclusies. De ene is, dat het antwoord dat we zodoende vinden op de vragen esoterische kennis is: kennis die niet van buitenaf komt maar van binnenuit. Die kennis dient geheim te blijven. Als ik u het antwoord op mijn vraag Wie is God? zou meedelen loop ik u namelijk alleen maar in de weg als u uw eigen antwoord op die vraag zou willen vinden.

De tweede conclusie is dat er in deze tijd een schrijnend gebrek is aan transcendentaal bewustzijn. Ik ben er van overtuigd dat de oppervlakkigheid van ons leiderschap, de angst en de woede van grote groepen uit de bevolking – de opstand der horden om met Ortega y Gasset te spreken – daar mee te maken hebben. Met het wegvallen van de traditionele godsdiensten blijven veel mensen verweesd en ontheemd achter, en dat voelt erg onveilig. Dan kan een esoterische zekerheid een grote steun zijn.  Daarom een  hartstochtelijk pleidooi van mijn kant om af en toe eens even stil te staan, zodat onze ziel ons in kan halen. Niet alleen tot heil voor onszelf, maar ook tot nut van het algemeen.

 

Misstanden

Zomaar wat misstanden, die ogenschijnlijk weinig met elkaar te maken hebben:

  1. unknownHet is bizar dat het vluchtelingenkamp op Lesbos waar de grote brand uitbrak Moria heet. Het is de bijbelse naam van de Tempelberg in Jeruzalem, zoals we allen weten een heilige plaats. De betekenis van die naam is: ‘de plaats waar wordt gezien’ (maar we hebben juist weggekeken). Moria is ook een meisjesnaam in het Hebreeuws en betekent dan: ‘mijn leraar is God’. Het is ook de naam van het onderaardse dwergenrijk in Midden-aarde, dat beschreven is in de roman ‘In de ban van de ring’ van Tolkien. Het was een plaats geworden van dood en verdoemenis. In dit vluchtelingenkamp, dat plaats bood aan 100o vluchtelingen waren 5000 mensen op elkaar gesmeten. Ook in andere Griekse vluchtelingenkampen was en is de toestand volslagen mensonwaardig – we kunnen ons daar nauwelijks een voorstelling van maken (zie Ingeborg Beugel in Buitenhof,  https://www.npo.nl/buitenhof/25-09-2016/VPWON_1250244 ). En Lesbos is lang niet het enige voorbeeld. Er zitten 60.000 vluchtelingen in Griekenland vast van wie 11.000 volgens de deal tussen Europa en Turkije recht heeft op opname in Europa. Waarom gebeurt dat dan niet? Omdat we een juridisch onuitvoerbare deal hebben gesloten met Turkije. De deal is onuitvoerbaar, omdat Europa voor elke vluchteling die het opneemt een vluchteling kan terugsturen naar Turkije, maar dat is juridisch onmogelijk omdat Turkije als een onveilig land wordt beschouwd. Dus neemt Europa dan maar helemaal geen vluchtelingen op, of althans verwaarloosbare aantallen.Ook elders in Europa (Italië, Frankrijk, en zo verder) wachten duizenden vluchtelingen op de mogelijkheid een aanvraag in te dienen. Dat was misstand 1.
  2. imagesDit is een misstand van heel andere aard. In de burgerluchtvaart is het aanbod van piloten veel groter dan de vraag. Maar als je na je dure opleiding (€ 150.000, waarvoor je je diep in de schulden hebt moeten steken) wil blijven vliegen (anders raak je je brevet weer kwijt, en je moet ook je schuld afbetalen, en voor iets anders ben je niet opgeleid), moet je wel banen accepteren bij de prijsvechters (Ryanair, Easyjet, Germania, Emirates, etc.) waar de arbeidsvoorwaarden elke verbeelding tarten (als je al een baan kan krijgen). Het salaris kan lopen van € -45.000 (ja u leest het goed: je moet betalen om te mogen vliegen) tot € 30.000 (anderhalf maal het minimumloon). Maar dan moet je wel alles zelf betalen:de selectieprocedure, je maaltijden en consumpties onderweg, reis en verblijfkosten als je vanaf een andere luchthaven moet vertrekken of daar moet overblijven, je eigen uniform, pasjes voor de luchthavens, enz, enz, enz. (dat kan het eerste jaar oplopen tot € 45.000). En je schuld afbetalen natuurlijk. Bovendien zijn de werktijden onverantwoord lang. Dat alles leidt tot oververmoeidheid en stress en brengt de veiligheid in gevaar. Voor meer informatie: https://www.groene.nl/artikel/zwijg-of-je-vliegt-eruit of https://blendle.com/i/de-groene-amsterdammer/zwijg-of-je-vliegt-eruit/bnl-groeneamsterdammer-20160921-1_28_1
  3. Weer iets heel anders. Voor de rijksbegroting 2017 is 18,5 miljard euro aan winstbelasting begroot. Dat is 7 % van de uitgaven. In 2000 was dat nog 11 %. Het verschil tussen die percentages is 10 miljard. Ik laat aan de lezer over te bedenken wat we daar allemaal mee zouden kunnen doen. Hoe zal dat zijn in 2018, 2019, 2020 . . . ? Als u hierover het fijne wilt weten zie: https://www.nrc.nl/nieuws/2016/09/26/in-het-paradijs-heb-je-geen-belastingen-4467778-a1523408

En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, maar daarvoor ontbreekt me hier de ruimte.

Wat hebben deze misstanden met elkaar gemeen? Dat ze allemaal een gevolg zijn van de postmoderne cultuur die zowel de politiek als het bedrijfsleven vergiftigt, leidend tot het neoliberalisme met als belangrijkste waarde het eigenbelang. Ik ben van plan in de komende tijd een aantal blogs te schrijven over hoe we aan die postmoderne cultuur kunnen ontsnappen.

Intussen kunnen we al wel wat doen tegen deze misstanden. Wat betreft de luchtvaart: laten we niet meer vliegen met de budget maatschappijen, en geen reizen maken die van die maatschappijen gebruik maken. En wat de rest betreft: er komen verkiezingen aan. Laten we stemmen op die partijen die in de komende tijd wat aan die misstanden doen. Dat vereist wel dat we de moeite nemen de politiek te volgen en de verkiezingsprogramma’s te bestuderen.