Onze samenlevingen leren niet of nauwelijks van fouten in het verleden. Voorbeeld: een belangrijke oorzaak van de economische crisis van 1929 was het afschaffen van allerlei wetten en regels die de financiële markten moesten reguleren. Na 1929 zijn daarom weer vele regels en wetten ingevoerd, die in de loop van de jaren weer zijn afgeschaft. Een belangrijke oorzaak van de economische crisis van 2008 was het ontbreken van allerlei wetten en regels die de financiële markten moesten reguleren. Na 2008 zijn weer vele regels en wetten ingevoerd, een proces dat nog steeds gaande is. Die zullen in de loop van de jaren onder druk van o.a. de banken weer worden afgeschaft. Tenzij dat onder druk van een veranderende wereld niet meer kan. Een soortgelijk cyclisch proces zien we ook op vele andere terreinen, zoals rond privatisering, fusies, en zo voort. Conclusie: we zijn geen lerende samenleving.
In het algemeen houden we niet van informatie die niet strookt met onze wensen en opvattingen. Als we een rotsvast vertrouwen hebben in de heilzaamheid van een ongereguleerde markt, dan zullen we niet openstaan voor onderzoek dat laat zien dat die niet werkt. Als we geloven dat alle heil komt van economische groei, dan zullen we niet open staan voor informatie die stelt dat we dat niet nodig hebben. Als we geloven dat het met de opwarming van de aarde wel mee valt, dan zullen we niet open staan voor berichten die daarmee in strijd zijn, zeker niet als de consequenties daarvan voor ons onplezierig zijn. Als we vinden dat we de grenzen moeten afsluiten voor asielzoekers dan willen we natuurlijk niet weten dat dat helemaal niet kan. Als we denken dat wij het meest perfecte voetbalsysteem ter wereld hebben kijken we niet meer bij de buren of die het beter doen. Als we een afschuw hebben van gentechniek staan we niet open voor hen die beweren dat we daarzonder een wereldwijde voedselcrisis niet kunnen vermijden (en dan prefereer je hongersnood boven de ontwikkeling van ‘Gouden Rijst’). Als we mordicus tegen kernenergie zijn, dan willen we niet weten dat een drastische beperking van de CO2 uitstoot op korte termijn waarschijnlijk niet zonder kernenergie kan (Als mevrouw Merkel wat dat betreft iets minder beperkt had gedacht, dan was Duitsland nu leidend geweest op het gebied van de vermindering van CO2 uitstoot, in plaats van dat het land bruinkool blijft winnen en verstoken in op bruinkool gestookte centrales). Enzovoort en zo verder.
We leren dus niet alleen niet van het verleden, maar ook niet zoveel als zou kunnen van het heden. Wat we als samenleving werkelijk nodig hebben is geen materiële groei, maar een groei in inzicht en wijsheid. Alleen daardoor zullen we collectief de creativiteit ontwikkelen die nodig is voor het omgaan met de economische en ecologische uitdagingen waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet. Een voorwaarde voor de ontwikkeling van inzicht en wijsheid is openheid van geest. Een houding waarbij we niet alleen denkbeelden toelaten die mogelijk met onze vooropgezette meningen in conflict komen, maar ook open staan voor wat er werkelijk in de wereld aan de hand is. Dat vraagt van ons dat we leren omgaan met angst.
Een goed voorbeeld vind ik nog altijd wat er in Engeland gebeurde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Geconfronteerd met de aanval van nazi-Duistland stond er daar een leider op die twee dingen deed: hij liet zien dat er offers gevraagd werden om het gevaar het hoofd te bieden, maar ook, dat er met die offers hoop zou zijn op een mooie toekomst in vrijheid. De dreiging voor Engeland was natuurlijk veel acuter en concreter dan de dreigingen waar wij vandaag voor staan: economische chaos en klimaatrampen. Maar die dreigingen zijn daarom nog niet minder reëel. Ook nu is het nodig dat we die onder ogen zien, in plaats van uit angst ons blikveld te vernauwen. Dan weten we dat we ook nu offers zullen moeten brengen, maar dat zullen we graag doen als we tegelijkertijd hoop kunnen houden op een betere toekomst.
Om draagvlak te vinden voor een dergelijke transformatie in ons denken is het allereerst nodig dat wij als samenleving investeren in cultuur: onderwijs, kunst, filosofie, wetenschap, publieke omroep. Daar komen weldenkende mensen van. Dan zullen er opinieleiders opstaan, niet noodzakelijkerwijs politici, die ons voorgaan in ruimdenkendheid en realiteitsbesef. Die de uitdagingen en de mogelijkheden laten zien. (Misschien bent u nu al zo’n opinieleider) Dan zullen we ontwikkelen tot een lerende samenleving, en zal onze geestelijke groei het ons makkelijker maken om onze verslaving aan materiële groei los te laten. Maar er zijn nog meer mogelijkheden – wordt vervolgd.