Categoriearchief: Mens en samenleving

Wordt medeleven medialeven?

Via een artikel in De Groene Amsterdammer van Chris van der Heijden (19 maart j.l.)  kwam ik op het spoor van de science fiction novelle van E.M. Forster: The Machine stops (1909). De novelle zelf heb ik niet gelezen, maar wel een uitvoerige samenvatting in https://en.wikipedia.org/wiki/The_Machine_Stops. Fascinerend.

Het verhaal speelt in een tijd als de meerderheid van de mensheid niet meer kan leven op het oppervlak der aarde. De mensen leven ondergronds in hun eigen cel, en kunnen alleen maar met elkaar communiceren via een videoconference/internet-achtige machine. De machine vervult hun fysieke behoeften. Op een gegeven moment gaat die machine stuk, terwijl de kennis om die machine te repareren verloren is gegaan. Dat leidt tot de ondergang van de mensheid, behalve dat kleine gedeelte dat nog in staat is in de natuur te leven.

Als je nagaat hoeveel van de huidige communicatie via internet verloopt, en hoe vervreemd de gemiddelde stedeling is van de natuur, en hoezeer de individualisering is voortgeschreden, kan je niet anders dan bewondering hebben voor de profetische gaven van Forster. Het werk doet in bepaalde opzichten denken aan 1984 en Brave New World. In de trein en in de tram vindt bijna geen directe communicatie meer plaats tussen de reizigers, evenmin als  tussen de bezoekers van een café.  Minstens een derde van de passagiers en bezoekers is verdiept in smart phone of tablet. Chris van de Heijden beschrijft in genoemd artikel hoe ALLE passagiers in een vliegtuig bij de landing, zodra ze hun elektronische apparaten weer mogen gebruiken, hun apparaten aanzetten, om hun binnenkomende berichten te bekijken. Alom getingel van de smartphones.

Ook in allerlei sociale situaties is het opvallend hoe vaak de mensen nog even op hun telefoontje kijken, voorafgaand aan een toneelvoorstelling of concert, tussendoor in een gesprek, en direct na afloop van elke gebeurtenis gedurende welke het gebruik van mobiel telefoons niet is toegestaan. En niet te vergeten: op de fiets of in de auto – levensgevaarlijk! De meeste mensen nemen hun telefoons of laptops ook mee in de slaapkamer of op vakantie – het leven zonder laptop of mobieltje is voor hen niet goed meer voorstelbaar. Het is een soort verslaving, zoals vroeger het roken. Kun je trouwens al telefonerend vrijen? Of heb je daaraan dan geen behoefte meer?

Ik word oud. Ik heb  zelf namelijk helemaal niets met deze communicatiedwang. Ik heb al moeite als de telefoon gaat. Ik volg het liefst mijn eigen ritme, in plaats van voortdurend opgejaagd te worden door de berichtenstroom. Maar ik zie wel in dat ik behoor tot een uitstervende generatie. Het zij zo. Ik denk dat ik het net nog redt tot mijn dood.

Het is intussen een interessante vraag hoe deze nieuwe elektronische communicatie cultuur zich verhoudt tot de noodzakelijke bewustzijnstransitie waar wij als mensheid voor staan. Ik dacht dat een voorwaarde daarvoor is: veel tijd nemen voor stilte, meditatie en bezinning, en daar biedt de elektronicacultuur nu juist niet veel ruimte voor. Maar misschien is dat ook een verouderd denkbeeld.

‘Umuntu ngumuntu ngabantu’.

A person only becomes human by other people. This is the translation of the title above. It summarizes the ubuntu philosophy, that is the dominating cultural orientation in Africa below the Sahara. In the West our orientation is based on Descartes’ “cogito ergo sum”, I think so I am. In ubuntu philosophy one could say: I am because we are. This is a completely different orientation. I’d like to illustrate this by the concepts of responsibility in both cultures.

In the West responsibility means that we are responsible for our own thoughts, feelings and acts. We are responsible for how we respond on things that are happening to us. If someone is insulting us, we can choose how to react: with anger, sadness, indifference or leave at with the other person. That is why we cannot be responsible for the thoughts, feelings or actions of another person. Responsibility thus conceptualized is the reverse side of the Enlightenment value of freedom. In extreme form it may lead to a very individualistic orientation.

Af few examples. If  unintentionally, unfortunately I am offending someone, the first thing I have to do is scrutinize my own intentions: was my intention pure; did I really not (unconsciously) have the intention to insult? If after this self investigation I come to the conclusion that, as far as I can see, my intention was pure indeed, then I am not responsible for the reactions of the offended person. Het or she can feel insulted or violated, but he/she could also choose to let it go. An interesting question is if  in this case I should offer an apology. I personally intend not to.

In my opinion this freedom to respond is also valid when someone is hurt very much by a serious crime, like burglary, violence or even rape or murder of a beloved. Even then there is always a choice for the victim: staying stuck in grief, rage, hate, resentment or revenge, or, after much inner work, feeling compassion for the offender or forgiveness (which, I am sure, in the end will give more peace of mind). In that case an apology might be offered by the offender, that is meaningless however when there is no honest regret or remorse.

But now another case. Just by accident, by an unfortunate movement with my umbrella, I hurt another person, maybe seriously in the eye. I could say: this indeed was completely unintentionally as well, but is was certainly careless. Anyway, in this case I feel at least co-responsible, and an apology is in place. So it is not so easy to draw the lines between ones own and another person’s responsibility.

In ubuntu philosophy, on the other hand, we are always responsible for the wellbeing of the other being. If that person stumbles on a crooked paving stone, for instance, and is hurting himself, I am responsible and should say sorry, even if I just witness it and have nothing to do with it. In the West individual worth is determined by the individual qualities of a person. In ubuntu the worth of a person is determined by this/her significance for other persons. In ubuntu the individual is not seen as separate but as embedded in his community and in the larger whole.

On first sight ubuntu philosophy seems more beneficial for our society than the Western individualistic one. That may be too hasty a conclusion however. Importing ubuntu philosophy in the western culture may result in support out of duty instead of compassion.  It may even result in disempowering a person, who could be in charge of him- or herself very well. Furthermore the Western concept of responsibility  implies that one can hold another person fully accountable for his responses. Responsibilty then becomes response-ability. It makes honest, nonjudgmental feedback possible, and therefore may contribute to personal development and individual consciousness, and thus indirecty to the improvement of society as well. On the other hand again: so may ubuntu. Food for thought.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm dat wil.

In mijn laatste blogs ben ik uitvoerig ingegaan op de ecologische rampspoed die ons bedreigt. Maar er bedreigt ons nog een veel directer gevaar. Maar voor dat ik daar op inga: waarom richt ik mijn aandacht toch voortdurend op de ons bedreigende ellende? Het zal wel een persoonlijke karaktertrek zijn, en ook een middel om mijn gevoelens van woede en onmacht te sublimeren, zodat ze niet leiden tot destructief gedrag, maar dat rationaliseer ik met de volgende overweging: als we de werkelijkheid, inclusief de bedreigingen, niet echt onder ogen willen zien kunnen we er ook niets aan doen. En wie goed leest ziet dat er in mijn blogs toch ook altijd een element zit van een mogelijk alternatief perspectief.

250px-Raderwerkstil

De titel van dit blog komt uit een affiche van Albert Hahn voor de spoorwegstaking van 1903 (zie hiernaast). Maar de machtige arm is nooit zover geheven, dat het raderwerk, de hele samenleving, echt tot stilstand kwam. Altijd waren er instanties en burgers, de overheid, het leger, die het raderwerk min of meer gaande hielden. Maar nu dreigt toch in de nabije toekomst het raderwerk volledig tot stilstand te komen. Ik zie twee mogelijke oorzaken.

Één: het internet. De wet van Murphy luidt: als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis. Tot nu toe gaan er op internet alleen nog maar relatief kleine dingen mis, zoals het op grote schaal gehackt zijn van banksystemen, waardoor geld aan de banken onttrokken wordt (een probleem dat nog steeds niet is opgelost!). De volgende stap zijn waarschijnlijk cyberaanvallen op de infrastructuur (electriciteitsvoorzieningen, waterbedrijven, logistieke systemen), wellicht niet door criminelen maar door terroristen. Tenslotte kan wellicht het gehele internet in het ongerede raken. Dat dit mogelijk is wordt door sommige deskundigen tegengesproken, zoals altijd gedaan wordt in het geval van kwetsbare, sterk beveiligde systemen. Ik heb daar weinig vertrouwen in, net zomin als de heer Murphy.

Twee,  het financiële systeem. Joris Luyendijk heeft in zijn studie over de Londense city de conclusie opgetekend, dat in 2008 niet alleen het hele financiële systeem bijna ten onder ging, maar dat dit een totale verlamming van het maatschappelijk verkeer ten gevolge zou kunnen hebben.* Vergelijkbaar dus met de ineenstorting van het internet.  Denkt u zich dat eens in: geen geldverkeer, geen transport, geen bevoorrading (dus geen voedsel), geen elektriciteit, geen drinkwater, geen communicatie – we kunnen ons dit nauwelijks voorstellen. Het zou waarschijnlijk maanden duren voordat een en ander weer min of meer zou functioneren, en bij wat er dan intussen zou zijn gebeurd wil ik maar liever niet stilstaan. Het meest griezelige in het boek van Luyendijk is dat de conclusie van hemzelf en zijn zegslieden is, dat er in het financiële systeem sinds 2008 maar heel weinig is veranderd. Alles gaat weer precies zo als het voor 2008 ging. De dreiging van de totale instorting bestaat dus nog steeds, met name doordat het hele systeem draait op schulden, de omvang waarvan sinds 2008 nog aanzienlijk is toegenomen (zie bijvoorbeeld ook de voorpagina van NRC/Handelsblad van afgelopen vrijdag). Het is jammer dat Luyendijk “zich niet ook nog grondig  heeft verdiept in argumenten om de verzwakte politiek tot ingrijpen te dwingen. . . . Van deze koene ontdekkingsreiziger en journalistiek vernieuwer hoop je stiekem dat hij zo diep in het onderwerp is gedoken dat hij het definitieve en onweerlegbare actieplan ook op het spoor komt” ((Marc Chavannes in NRC/Handelsblad, 10/2/2015).

Hoe we de gevaren van internet zouden moeten voorkomen zou ik op dit moment niet weten, maar voor  betreft  het financiële systeem heb ik wel een idee. In 2012 heb ik mijn gedachten daarvoor uiteengezet in mijn boek: Voor niets gaat de zon op, blauwdruk voor een waardige wereld. Omdat ik niet deskundig ben op het gebed van economie heb ik het desbetreffende hoofdstuk voorafgaand aan de publicatie voorgelegd aan twee vooraanstaande experts: Herman Wijffels (ex-voorzitter Rabo bank) en Peter Blom, voorzitter RvB Triodosbank). Beiden kwamen tot de conclusie dat ik geen onzin had geschreven, al waren ze het niet in alle opzichte met me eens.

Het voert te ver om alle maatregelen die ik daar heb genoemd hier te herhalen, maar ik wil er twee uitlichten. In de eerste plaats vind ik dat het eigen vermogen van banken verhoogd moet worden tot tenminste  20 % van hun balanstotaal. Dit eigen vermogen was in 2008 2-3 %, wordt nu verhoogd tot 4 % en gestreefd wordt naar het ophogen tot 7 % in 2019. Een lachertje; te weinig en te laat. Volgens het Sustainable Finance Lab zou het minstens 12-15 % moeten zijn; andere deskundigen noemen percentages van 20-30 %. Dat zal zonder politieke en maatschappelijke druk niet gebeuren, want dat zal het rendement van banken tot onder de 10 % doen dalen. Daar zijn banken uiteraard niet voor, want wie doet er vandaag de dag nog zaken voor een armzalige 9 %? Dus: hef uw machtige arm!

Terzijde: Voor een werkelijk verfrissende kijk op de economie van vandaag: lees de nieuwe minister van financiën van Griekenland in de Guardian: https://www.theguardian.com/news/2015/feb/18/yanis-varoufakis-how-i-became-an-erratic-marxist. Geen makkelijk artikel, dus het vergt enig doorzettingsvermogen.

Een tweede maatregel ligt op het gebied van belastingen. Daarover een volgende keer. Als de volgende crisis tenminste niet intussen al is uitgebroken.

* Joris Luyendijk, Dit kan niet waar zijn. Onder bankiers, 2015

De grote kentering: quo usque tandem?

In mijn vorige blog schetste ik een doemscenario op grond van het boek van Naomi Klein: hoe we afstevenen op een ecologische ramp van ongekende omvang op wereldschaal. Ik ben daar toen niet ingegaan op hoe die ramp er uitziet. Lees daarvoor het boek van Naomi Klein, of alle andere boeken die dat al uitvoerig beschreven hebben, en huiver.

Deze ramp is volgens mij niet meer af te wenden, en we moeten onze energie dus op iets anders richten. Dat wil niet zeggen dat we niet alles moeten doen om de temperatuursstijging onder de vier graden te houden (wat misschien nog haalbaar is), omdat ik op een of andere manier het idee heb dat een temperatuursstijging van zeven graden nog veel erger is, hoewel ik dat niet zeker weet. Maar de ecologische ramp is niet meer afwendbaar, en daarom moeten we ons een ander doel stellen.

Dit doel kan dus niet zijn economische groei. Natuurlijk zijn er nog sectoren in de economie die moeten groeien, zoals bijvoorbeeld de transitie naar duurzame energie, een verduurzaming van de landbouw, en de transitie naar een echt circulaire economie, maar om dat zonder overmatige verdere schade voor het klimaat te kunnen doen zal de rest van de economie toch echt moeten krimpen. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Maar er is een ander doel waar we voor kunnen gaan. Dit doel wordt  door David Porton, Joanna Macy en anderen al vanaf 2003 geformuleerd als ‘The Great Turning’, de grote kentering. Zie bijvoorbeeld: https://www.joannamacy.net/thegreatturning.html. Het gaat om een economische, culturele, sociale en ecologische omwenteling op een schaal die we nog nooit hebben meegemaakt. Zonder dat begrip te noemen denkt Naomi Klein dezelfde kant uit. Een dergelijke omwenteling zou kunnen betekenen dat we ondanks de rampen die ons ongetwijfeld zullen treffen toch nog een menswaardige samenleving zullen kunnen opbouwen.

De start van deze omwenteling is niet van bovenaf te verwachten. Alle grote omwentelingen in de menselijke geschiedenis zijn altijd van onderaf begonnen. Die waren soms succesvol op het juridische en sociale vlak, maar hebben nooit tot een structurele omslag in de economie geleid. (Zelfs de afschaffing van de slavernij heeft uiteindelijk slechts geleid tot een aanpassing van het bestaande economische systeem, en de industriële revolutie in Europa versneld). Er zijn slechts twee fundamentele veranderingen geweest in de geschiedenis van de mensheid die te vergelijken zijn met de omslag die er nu nodig is: de agrarische en de industriële revoluties. Maar die revoluties namen eeuwen in beslag, en waren dus in feite evoluties, terwijl de omslag die we nu moeten maken in twee decennia (een generatie) moet plaats vinden.

Klein hoopt en denkt dat dit zou kunnen lukken  op grond van alle vaak succesvolle protestacties die nu al plaats vinden tegen allerlei schadelijke vormen van gas- en oliewinning: winning uit teerzanden, winning van schaliegas en -olie, diepzee-oliewinning, kolenwinning, enzovoort (‘Blockadia’ noemt ze dat). Ik deel dat optimisme niet. Optimisme is niet een karaktertrek die ik bezit, evenmin als pessimisme trouwens. Ik noem mezelf een realist. Alle succesvolle protestacties tot nu toe zijn slechts een rimpeling in het bestaande systeem. Jaar in jaar uit gaat de CO2 uitstoot intussen omhoog. Wat dat betreft is Joanna Macy realistischer (zie bijvoorbeeld, De Aarde heeft koorts, pag. 168 – een ontroerend stukje tekst . U kunt dit lezen door te klikken op: Joanna Macy.

Uit mijn ervaring als psychotherapeut, coach en organisatie-adviseur (en ook uit mijn eigen leven) heb ik de conclusie getrokken dat mensen en organisaties pas echt willen veranderen als het water hen tot de lippen is gestegen. We gaan de grote kentering pas echt meemaken als de nood veel hoger is dan hij nu is. Voorboden daarvan zien we nu al wel, in Griekenland bijvoorbeeld. Er is één manier echter om dit proces te versnellen: dat is om de realiteiten zonder omwegen onder ogen te zien. Als we dit nu zouden doen (in plaats van allerlei verhullende taal te gebruiken, dan zouden we kunnen zien dat we NU al in de shit zitten. Als we de moed hebben om wat dat betreft in de put te gaan zitten, en daar net zolang te blijven tot we het licht zien, dan kunnen er wonderen gebeuren. Dat is de U-methode van Senge, Scharmer, Jaworski en anderen.

Dat is echter geen proces dat je alleen moet doen, want dan word je alleen maar wanhopig. Je moet dat met anderen samen doen onder een leiding die je in de put durft te laten zitten zo lang als dat nodig is. Alleen dan komt uit het groepsproces de creativiteit naar voren die we nodig hebben voor de grote kentering.

Dit alles is oude koek, en al naar voren gebracht sinds 2003, 2004, 2007 en 2008; 7 en meer jaar geleden. Maar er is nog niets veranderd. Quo usque tandem (hoe lang zal het nog duren voordat de grote kentering gaat beginnen)?

 

 

 

 

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Nadat ik het eerst vluchtig had doorgekeken heb ik nu het boek van Naomi Klein – This Changes Everything, Nederlands: No Time – eens grondig doorgelezen. Zeer goed geschreven, goed gedocumenteerd, en derhalve zeer overtuigend. Zij laat zien dat we in moordend tempo afkoersen op een ecologische ramp van onvoorstelbare omvang. De nog steeds eenzijdige gerichtheid op economische groei en de ideologie van de vrije markt hebben dat als noodzakelijk gevolg. Goedkope arbeid in China en andere landen, de onbeperkte beschikbaarheid van fossiele brandstoffen, en ons wereldhandelssysteem (handelsverdragen) dragen daar eveneens toe bij. (In verband met dit laatste: het bijna afsluiten van een nieuw handelsverdrag tussen Europa en Amerika, het TTIP, vormt wat dit betreft een sluitstuk, en zal waarschijnlijk de democratische bevoegdheden van regeringen, bijvoorbeeld om ecologische maatregelen die hout snijden te nemen, verder uithollen. Zie bijvoorbeeld Bas Eickhout in NRC/Handelsblad, 9 februari 2015). Op één punt wijkt mijn mening af van die van Klein: zij denkt dat we de opwarming nog binnen de grens van 2 graden kunnen houden, als we nu massaal zouden handelen. Afgezien van het feit dat dit niet zal gebeuren lijkt me dat al een gepasseerd station. Reeds in 2008 stelde Jan Paul van Soest op goede gronden dat een opwarming tot 4 graden veel waarschijnlijker zou zijn. Intussen lijkt dat vrijwel zeker, en gaat het dus meer om de vraag of we binnen de vier graden blijven of niet, en misschien wel om heel andere vragen.  Klein draagt daarmee bij tot de mythes die zij zegt juist te willen bestrijden.

Ze laat zien dat we het voor de oplossingen niet moeten hebben van onze politieke en zakelijke leiders. In tegendeel. Door de mythe dat (duurzame) economische groei samen kan gaan met de oplossing van het klimaat probleem dragen ze niet bij tot de duurzaamheid van deze wereld maar verergeren ze de probleem juist. Een goed voorbeeld daarvan treffen we in NRC/Handelsblad van 28 januari – Red het klimaat en de economie. In dit artikel betogen Andrew Steer (World Resources Institute) en Chad Holliday (Commissaris bij Shell) dat er maatregelen mogelijk zijn die zowel de economische groei bevorderen als het klimaatprobleem oplossen. Hoewel hun voorstellen op zichzelf niet onzinnig zijn, is hun conclusie volstrekte onzin. Dat weten ze zelf natuurlijk ook wel (of niet?). Hoe dom kun je zijn – of is dit gewoon kwade trouw?

Ook van onze mecenassen, de Bill Gatesen en de Richard Bransons van deze wereld, moeten we het niet hebben, evenmin als van een deel van de Milieubeweging of de groene politieke partijen.  Zij allen gaan uit van de zojuist omschreven misvatting. Te onzent zien we dat recentelijk weer bij de plannen voor een gasboring op en bij Terschelling, plannen  die gesteund worden door milieuactivist Wouter van Dieren. De man lijkt zelf wel een fossiel geworden. Hij is in elk geval niet erg met zijn tijd mee gegaan.

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Dit kan niet vaak genoeg gezegd worden. Dat schept natuurlijk wel een gigantisch probleem (naast het ecologische) want hoe kunnen we dan een wereld scheppen waarin iedereen in zekere welstand leeft en een zinvolle bijdrage kan leveren? En hoe kunnen we in een krimpende economie onze democratische rechtstaat behouden? Omdat dit probleem werkelijk heel lastig oplosbaar is wordt het niet benoemd. Dan hoeft er dus ook niet over te worden nagedacht. Sterker nog, alle politici overal te wereld blijven streven naar economische groei.

Natuurlijk is een bloeiende economie denkbaar die zowel het wereldwijde armoede vraagstuk als het klimaatprobleem oplost. Dan moeten we denken aan een circulaire economie, die ALLE grondstoffen hergebruikt (cradle to cradle) en geheel draait op duurzame energiebronnen (wind, zon en water). Maar daar zijn we zowel technisch als economisch nog lang niet, en om daar te komen zijn enorme investeringen nodig. Die dragen op zichzelf nog geruime tijd bij aan het klimaatprobleem en vragen grote opofferingen. Niettemin moet dat toch gebeuren – en dat betekent dat de rest van de economie nog verder moet krimpen. We zullen er niet komen zonder desinvesteringen.

Kortom, we zitten vast. Wat nu? Daarover de volgende keer.

 

 

 

Genade voor recht?

Dit blog is een beetje lang geworden. Daarvoor mijn excuses – ik kon het niet beknopter zeggen.

In mijn vorige blog zegde ik het vertrouwen in onze overheid op. Niet dat dit enige betekenis heeft in het licht van de Eeuwigheid, maar voor mijzelf maakt het wel verschil.

Dat vertrouwen is deze week nog verder beschaamd. Het betreft de kwestie Griekenland. Eerst de feiten:

1. Griekenland heeft in het recente verleden ons allemaal belazerd. Gesjoemel met de overheidsboekhouding, valse reportages naar de EU, corruptie alom. Maar wie is Griekenland? We moeten toch zeggen dat de hoofdverantwoordelijken daarvoor de politici en de industriëlen zijn, al gaat de bevolking, die maar wat graag profiteerde, niet vrijuit. Elk volk krijgt de leiding die het verdient.

2. Daarvoor is het land gruwelijk bestraft. Ze werden – heel vernederend – onder curatele gesteld en  gedwongen draconische bezuinigingsmaatregelen door te voeren, en hun economie grondig te herstructureren. Vanzelfsprekend ging dat volgens het neo-liberale concept: markt, markt, en daarna de markt. Het gevolg: werkloosheid tegen de 30 %, jeugdwerkloosheid 55 % en schrijnende armoede. De bezuinigingsmaatregeken zijn intussen doorgevoerd, met de economische herstructurering (inclusief de corruptiebestrijding) is nog nauwelijks iets gebeurd.

3. De Grieken kiezen op voorbeeldig democratische wijze een nieuwe regering, waarbij het vertrouwen in de oude regeringspartijen wordt opgezegd. De nieuwe regering wordt gekozen op basis van beloften die ze onmogelijk kunnen waarmaken.

4. De nieuwe regering wordt in Europa ijzig ontvangen. De normale diplomatieke gebruiken, het feliciteren van de nieuwe premier met zijn overwinning, worden niet of heel zuinig in acht genomen. Een rondje van de nieuwe Griekse minister van financiën langs  Europese regeringen waarbij hij verzoekt om clementie aangaande de schulden, levert nietszeggende grimlachjes op, maar geen enkele concessie van Europa. Onze eigen minister Dijsselbloem, hoofd van de Eurogroep van ministers van financiën, wist niet hoe gauw hij moest zeggen dat afspraken in elk geval moeten worden nagekomen. Je zou dit kunnen zien als een tactische manoeuvre voor de onderhandelingen, maar je kunt ook zeggen dat hij in zijn arrogantie voor zijn beurt heeft gesproken. Intussen drijft de Europese Centrale Bank Griekenland verder in het nauw door de voorwaarden van kredietverlening aan Griekenland te verscherpen. Hoezo speelt de bank geen politieke rol?

Om dit blog niet al te lang te maken laat ik het wat betreft de feiten hierbij. Als ik probeer er met enige afstand naar te kijken dan zie ik het volgende:

1. Alle partijen hebben nu hun hakken in het zand gezet. Anders gezegd: hun piketpaaltjes geslagen. Anders gezegd hun territorium afgebakend met hun plasje. Anders gezegd: de partijen zijn met hun geweien in elkaar gehaakt (’they locked horns’). Een echt masculien proces, dat grote risico’s met zich meebrengt, zoals het failliet van Griekenland en uiteindelijk de ondergang van de EU zoals we die op goede gronden in zestig jaar hebben opgebouwd. Dat zou niet zozeer een economische ramp zijn (dat misschien ook wel) als wel een enorme terugval op cultureel en sociaal gebied. Wat mist, ondanks de participatie van merkel,  is de vrouwelijke component: het oog voor de relaties tussen de partijen, voor samenwerking in plaats van willen winnen.

2. Aan Noord-Europese kant werken we vanuit wat Geert Mak noemt onze mierenmoraal (NRC/Handelsblad, 31 januari). Dat kent u toch, de fabel van de krekel en de mier? Even lezen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fabels_van_Jean_de_La_Fontaine. Blijkbaar maken de Calvinistische en de Lutherse achtergrond in dit opzicht weinig verschil.

Open communicatie 2

3. Naar twee soorten deskundigen wordt in het geheel niet geluisterd: economen, die vrijwel unaniem (wanneer waren economen het ooit zo eens?) pleiten voor schuldvermindering, en communicatie deskundigen, die wel iets hebben te adviseren over ‘collaborative communication”, onderhandelen en conflicthantering. Vooral aan het open  luisteren, de horizontale as in nevenstaand schema,  ontbreekt het enigszins, om me maar eens gematigd uit te drukken. * (Klik erop om het goed te kunnen zien)

4. Dat hangt samen met de volgende waarneming: het ontbreekt volstrekt aan de waarden waarvoor ik in een van mijn vorige blog een lans heb gesproken: eerbied/respect en wijsheid. Er is in de eerste plaats volstrekt geen respect voor de democratische uitkomst van de verkiezingen in Griekenland. Dat doet denken aan het gebrek aan respect voor de uitslag van de Palestijnse verkiezingen in 2006. In het algemeen kan je wel zeggen dat Westerse regeringen de uitkomsten van het democratisch proces alleen respecteren als dat een voor hen acceptabele uitslag oplevert. Maar ook op het het persoonlijk vlak onttrekt elk respect voor de ’tegenstander’, om van wijsheid maar te zwijgen. Waarom onze politici de nieuwe Griekse regering minder vertrouwen dan de oude, die immers het probleem heeft veroorzaakt en nog niets heeft gedaan aan een wezenlijke herstructurering, is me en raadsel. Om met Henk Overbeek (emeritus hoogleraar internationale betrekkingen aan de VU) te spreken: “Als de Merkels, Camerons en Dijsselbloems van deze wereld volharden in hun neerbuigende en belerende benadering van de democratisch gekozen regering van een soevereine lidstaat, dan zullen zij een zware historische verantwoordelijkheid meetorsen. Dan hebben we straks in Europa regeringen aan de macht die geleid worden door Le Pen, Farage, Wilders, en de Gouden Dageraad.” (Trouw, 6 februari 2015).

Er dringt zich aan mijn bewustzijn een belangrijke historische parallel op (ook al zijn er natuurlijk ook belangrijke verschillen). Het lijkt wel alsof we Griekenland precies zo behandelen als Duitsland behandeld werd na de eerste wereldoorlog. En we weten allemaal wat daarvan gekomen is. Maar in het algemeen worden uit de geschiedenis weinig lessen getrokken.

Misschien helpt meditatie en gebed. Laten we de energie van wijsheid en compassie naar onze ‘leiders’ toesturen, en voor hen bidden. Mogen ze naast hun slimheid hun hart en hun gezonde verstand laten spreken en genade voor recht laten gelden. Dan kan er alsnog een wonder geschieden.

 

* Dit model is door mij uitgewerkt in de volgende boeken: Spiritueel Leiderschap, Zin in Zorg, en Voor niets gaat de zon op.

 

Wat doet de wijze?

In mijn vorige blog stelde ik, in het voetspoor van Neale Walsh, dat de beroerde ecologische en sociale toestand waarin wij de wereld brengen een gevolg is van de wijze waarop we over onszelf en de wereld denken. Zoals Walsh stelt: denken leidt tot woorden, en die woorden tot daden (of juist niet-handelen) en zo scheppen we onze individuele en collectieve realiteit. En dat betekent dat een verandering ten goede alleen maar kan beginnen met een verandering in ons denksysteem. Maar dat is bijna niet te doen, omdat ons denken geworteld is in onze individuele en collectieve historie en in onze cultuur. En ik eindigde toen met de vraag hoe we ons denksysteem dan wel kunnen veranderen.

Wat we kunnen doen is de volgorde in het zojuist beschreven proces – denken, woorden, handelen – omkeren. We kunnen met ons handelen beginnen. In Conversations with God laat Walsh zien hoe dat zou kunnen werken. Als we ONMIDDELLIJK, zonder nadenken, op onze omgeving reageren kunnen we onze denkpatronen doorbreken. Walsh geeft het voorbeeld van een man die krap bij kas zit, erg geoccupeerd is met geld en denkt over geld in termen van schaarste. Maar de man heeft ook een andere kant. Als hij een bedelaar op straat ziet is zijn eerste impuls misschien deze man/vrouw onmiddellijk vijf euro te geven. Maar dan komt zijn denken tussenbeide: ‘dan leert die man/vrouw nooit zelf verantwoording te nemen’, of: ‘ik zit krap bij kas’, of: ‘dan moet ik mijn portemonnaie pakken en die kan wel afgepakt worden’, of, ‘weet je wat, ik geef hem/haar gewoon 20 cent, even in mijn zak voelen daar moet ik nog een los muntje hebben’, en intussen is hij hem/haar voorbij gelopen en dan doet hij dus maar niets. Dat is een gemiste kans om zijn denkpatroon over geld te veranderen. Had hij onmiddellijk zijn impuls gevolgd, dan had hij, met name als hij dat op dit gebied vaker zou doen, wellicht over geld kunnen gaan denken in termen van overvloed. En dat zou zeker zijn financiële situatie veranderd hebben.

Dit is misschien een wat banaal en versimpeld voorbeeld, maar het maakt wel duidelijk hoe het kan werken. Krishnamurti zegt daarover het volgende: “Als u het gevaar van uw bepaald zijn slechts als een verstandelijk begrip beschouwt, zult u er nooit iets aan doen. Als u een gevaar als zuiver denkbeeldig ziet, dan is er een conflict – en ook een tijdsverloop, EvP -tussen het denkbeeld en het handelen, en dat conflict neemt uw energie weg. Alleen wanner u het bepaald zijn en het gevaar daarvan onmiddellijk ziet, zoals u een afgrond ziet, handelt u. Zien is dus handelen.” (Uit: Laat het verleden los). Deze gedachte sluit ook aan bij Fritz Perls, die zegt: “There is only thing that should control, and that is the situation.”

Zo zeggen dus drie van mijn gerespecteerde  leermeesters hetzelfde: als je constructief in de wereld wil staan komt het er op aan onmiddellijk te handelen. Onmiddellijk, dus zonder tussenkomst van het denken, en zonder dat er tijd verloopt tussen de gedachte en de handeling. Dat is een ingrijpend inzicht, dat haaks staat op wat we gewoon zijn. Het lijkt ook tegenstrijdig met wat ik in eerdere blogs gezegd heb over het belang van wachten, niets doen, en het ontwikkelen van zuiverheid. Maar ik zie daar geen tegenstelling in met wat Walsch, Krishnamurti en Perls beweren. Want om onmiddellijk te kunnen handelen moet je eerst helder kunnen zien, en dat kun je ontwikkelen door stilte en zuiverheid.

Wat hier gesteld wordt lijkt ook in tegenspraak met de noodzaak van het ontdekken van onze missie in dit leven (ons heilig contract), en het ontwikkelen van onze visie: hoe we willen leven en werken. Maar ook dat is geen tegenstelling: het is ons heilig contract, samen met onze levensenergie die het onmiddellijk handelen aanstuurt. Dat neemt allemaal niet weg dat we hier toch stuiten op paradoxen, zoals het belang van handelen en niet-handelen tegelijkertijd, de spanning tussen individu en systeem (veranderen we op deze manier ook ons collectieve denken?), het verschil tussen intuïtie en ego-impulsen (waaronder bijvoorbeeld handelen uit schuldgevoel) en de tegenstelling tussen actie en meditatie. Maar ja, dat is het leven: het zit vol tegenstellingen en paradoxen. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd – ook niet door mij. Voorlopig moeten we het even doen met de woorden van de Taoïst: “de wijze behartigt zijn zaken zonder te handelen, en toch blijft niets ongedaan.” Begrijpt u het?

 

 

Hoe veranderen we onze denkbeelden?

Op 31 december heeft Neale Walsch, de wereldberoemde auteur van Conversations with God,  een nieuwjaarsboodschap de wereld in gestuurd, die u kunt downloaden door op deze link te klikken: Boodschap van Neale.  Dat is de boodschap van een woedend en wanhopig man. Hij beschrijft in niet mis te verstane bewoordingen wat we onszelf en de wereld aan doen, en hoe we afkoersen op de totale ondergang van onze beschaving, wellicht zelfs van de mensheid. Dat is nogal wat, zeker voor een spiritueel leider die bekend staat om zijn optimistische visie. Hij besteedt geen aandacht aan de positieve ontwikkelingen die we ook kunnen waarnemen, waarschijnlijk omdat hij denkt dat die nog helemaal niet de richting waarin we ons bewegen bepalen (dat ben ik overigens met hem eens). Het doet me denken aan de woede waarvan het werk van J. Krishnamurti (met name in Freedom of the known, Laat het verleden los) is doortrokken. Geheel in lijn met zijn eerdere werk (Conversations with God) stelt Walsch dat deze noodlottige toestand in de wereld het gevolg is van hoe we over onszelf en de wereld denken. Ons denken schept de realiteit. Hij  ziet dan ook als enige oplossing dat we radicaal onze denksystemen veranderen, elk voor zich, en wij allemaal samen (althans een doorslaggevend aantal).

Maar hoe stelt hij zich dat voor? Ons denken wordt in hoge mate bepaald door onze geschiedenis en het systeem waarin we leven. Als je naar Neale’s website gaat zie je in welke richting hij denkt; zie: https://godsmessagetotheworld.kajabi.com/fe/74056-sample-chapters. Maar volgens mij gaat hij daarbij grondig de mist in. Want volgens zijn analyse is het vooral de manier waarop we over God denken die de narigheid in de wereld veroorzaakt. Was het maar zo eenvoudig. Volgens mij is dat maar een deel van het verhaal. Er zijn allerlei andere denksystemen en ideologieën die hetzelfde effect hebben. Ik noem er enkele: de neo-liberale ideologie, het nationalisme, het absolutisme, de extreem-rechtse ideologieën, de extreem-linkse ideologieën, de ideologie van de verzorgingsstaat (ik ben niet verantwoordelijk – er moet voor me gezorgd worden), ethno-cenrtisme, racisme, en zo voorts en zo verder – u kunt er zelf vast nog wel een paar bij bedenken. Deze denksystemen zijn bovendien allemaal met elkaar verweven. We hebben er allemaal wel sporen van in ons eigen denken  (een roep om een sterke leider bijvoorbeeld). Alles bij elkaar vormen ze een wereldomspannend geloofssysteem, dat ons – inderdaad – naar de afgrond voert. Je kunt wel zeggen dat alle starheid van denken, elke ideologie en elke dogmatiek, desastreus uitpakt.

De autoriteit die Walsh voor mij heeft als hij God door hem laat spreken verliest hij wat mij betreft als hij zelf aan het woord komt (hoewel dat in zijn theorie eigenlijk geen onderscheid zou moeen zijn). Hij zegt op zijn website absoluut zinnige dingen, en start ook best een interessante actie (Awakening Day, zie: https://www.evolutionrevolution.net). Maar we blijven zitten met de vraag: hoe veranderen we ons denksysteem? Daarvoor kunnen we terugkeren naar Conversations  with God, met name hoofdstuk 11. Walsch laat daar zien dat ons denken leidt tot woorden, en die woorden tot daden (of juist niet-handelen) en zo scheppen we onze individuele en collectieve  realiteit. Hij stelt daar tevens dat we ons denken niet of nauwelijks (of alleen met heel veel moeite) kunnen veranderen. Maar wat kunnen we dan wel doen?

Daarover de volgende keer. Dat lijkt me een mooie  cliffhanger.