Categoriearchief: Mens en samenleving

Schuldig.

Het blog komt twee dagen eerder in verband met de Europese verkiezingen. Ik ben verantwoordelijk.
(antwoord van zuster Pilothea op de vraag wie er verantwoordlijk was voor de oorlogen in Joegoslavië)
Onwetendheid is geen onschuld maar zonde.
(Robert Browning)

Onze ‘beschaving’ is geworteld in de Christelijke traditie. Zonde speelt in die traditie een centrale rol. ‘De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad’ (Heidelbergse catechismus). De erfzonde rust als een last op ons en volgens de hoofdstroom in het Christendom kunnen we van deze last verlost worden door de genade Gods, die we alleen kunnen ontvangen door het geloof in Jezus Christus en diens opstanding uit de dood. Met de secularisatie is de algemene verbreiding van dit dogma sterk afgenomen, maar in het verborgene leeft dit voort in de vorm van het gevoel tekort te schieten. Dat heeft te maken met de klimaat verandering. 96 % van de mensen weet dat de klimaatverandering plaats vindt en geheel of voor een deel door de mens wordt veroorzaakt; dat is dus ook door onszelf (bron: CBS). Tegelijkertijd beseft men dat we daar in feite te weinig tegen doen. We dragen bij tot de klimaatcatastrofe door ons consumptiegedrag en onze leefstijl. (Terzijde: daardoor dragen we ook bij tot uitbuiting en ellende in de wereld.) De meeste mensen zijn zich daar wel van bewust, maar er zijn ook velen die deze kennis over onszelf zo oncomfortabel vinden dat ze het bewustzijn daarvan onderdrukken. Maar uit de psychologie weten we dat de kennis daarmee niet verdwenen is; deze leeft onbewust in ons voort en heeft van daaruit zijn uitwerking. Een van de gevolgen daarvan is het algemene schuldgevoel. Het maakt daarbij niet uit of de wetenschap over de klimaatramp en onze eigen rol daarin volledig bewust is of niet. Ook dit schuldgevoel kan onderdrukt worden, maar is daarmee evenmin verdwenen. Het is in de plaats gekomen van het voorheen bestaand zondebesef, dat ons vatbaar heeft gemaakt voor dit nieuwe gevoel van tekort te schieten.

Het is mijn overtuiging dat we allemaal op de wereld komen met een levensopdracht. Die kan heel simpel zijn of wat meer gecompliceerd. We kunnen deze levensopdracht vinden door het antwoord op de vragen wat ik in dit leven te leren, te doen en te geven heb. Als het ons duidelijk is geworden wat onze levensopdracht is, en we die ook waar maken, leidt dat tot tevredenheid en voldoening, en vormt dat een effectief medicijn tegen de last van ons schuldgevoel. We kunnen dan een bevredigend leven hebben zonder het schuldgevoel te hoeven weg te stoppen. Het schuldgevoel en de voldoening kunnen dan naast elkaar bestaan. Als we daarentegen eigenlijk niet weten wat onze opdracht of bestemming is, of het gevoel hebben deze niet waar te malen, dan wordt het moeilijker. Een volledige levensvervulling is dan niet mogelijk.

llustratie van François Chifflart, voor La conscience van Victor Hugo

Tijdens mijn werkzame leven was ik wat dit betreft goed in balans: ik wist wat mijn levensopdracht was en maakte die zo goed als ik kon ook waar. Dat ik daarbij ook mislukkingen moest incasseren maakte niet uit, al vond ik dat best wel moeilijk. Maar nu ik sinds mijn 75e niet meer werk weet ik niet zo precies meer wat mijn levensopdracht is. Ik geloof in de uitspraak van Richard Bach: Here is a test to find whether your mission on earth is finished: If you are alive, it isn’t. Maar ik mag hangen als ik weet wat mijn missie nu is. En inderdaad, nu heb ik meer last van mijn schuldgevoel. Werk aan de winkel: mijn missie vinden dan wel leren hoe om te gaan met het schuldgevoel. Over dat laatste kom ik nog te spreken.

Onverschilligheid.

Voor zover ik kan nagaan zijn alle dictators en autoritaire leiders (zij die de het niet zo nauw nemen met democratie en rechtsstaat) op één van twee manieren aan de macht gekomen: door geweld (een revolutie of coup) of doordat de gevestigde partijen hen binnenhaalden. Een klassiek voorbeeld van het laatste is de vooroorlogse Duitse Weimarrepubliek. De gevestigde partijen dachten Hitler te kunnen inkapselen door hem een minderheidspositie in de regering aan te bieden. We weten allemaal waar dat toe geleid heeft. De meeste na-oorlogse Europese autocraten zijn evenzo aan de macht gekomen: Orban, Erdogan. Kaczynski, Poetin. In die landen ging het steeds zo dat zogenaamde middenpartijen extremistische standpunten grotendeels overnamen in de hoop op die manier de extremistische partijen de wind uit de zeilen te nemen. Voor zover ik kan nagaan blijkt echter als regel het omgekeerde te gebeuren. Door deze tactiek worden de extremistische standpunten en daarmee de partijen die die standpunten eerder uitdroegen ‘salonfähig’, en trekken de kiezers van de gevestigde partijen naar de extremistische partijen toe. Te onzent zien we dat gebeuren bij de VVD, en als we de peilingen mogen geloven ook bij NSC.

Deze processen kunnen plaats vinden omdat veel kiezers zich eigenlijk niet echt verdiepen in wat er voor hun en hun nazaten op het spel staat, met name op de wat langere termijn. (We zagen dat in Engeland rond Brexit). Populisten zijn er meester in om problemen die een grondige aanpak vergen te definiëren als calamiteiten, en dan altijd schuldigen aan te wijzen die vervolgens gedemoniseerd worden. Aansluitend beweren ze dat als je op hen stemt, zij op korte termijn voor een voor ieder bevredigende oplossing kunnen en willen zorgen. En inderdaad, omdat ze met de consequenties geen rekening houden nemen ze op korte termijn vaak maatregelen waar velen zich happy bij voelen: eigen risico in de zorg verlagen, maatregelen rond landbouw, natuur en klimaat uitstellen, vliegen en autorijden blijven bevorderen, en zo voort. Trump in de VS, en te onzent Wilders, zijn daar meesters in. Trouwens, ook onze vorige regering heeft wat dat betreft een goede staat van dienst.

Overigens gaan ook de media daarin vaak mee. Een goed voorbeeld is het interview van Arjan Noorlander met Frans Timmermans in Op1, voorafgaand aan het PvdA-GL congres. Dat was geen interview, maar een verhoor.

Waarom stel ik dat allemaal nu aan de orde – terwijl u dit eigenlijk allemaal al weet? Dat heeft te maken met dat er verkiezingen aankomen. Als in Europa het populisme en het rechts extremisme de overhand zouden krijgen, dan is de ellende niet te overzien. Niet alleen kiezers die populistisch stemmen, maar ook vele anderen staan hier eigenlijk niet bij stil. Zij onderschatten het belang van die verkiezingen, en nemen zelfs vaak niet de moeite om te stemmen. Dat kun je zien als onverschilligheid, en dat is de grootste bedreiging in onze samenleving. Dat was wat er ook in Weimar-Duitsland aan de hand was, waardoor Hitler zijn gang kon gaan. Nu wil ik Wilders niet vergelijken met Hitler, maar veel goeds heeft hij niet voor ons op het oog.

Ik ben een kind van de oorlog, en misschien heb ik daardoor een overdreven beeld van het gevaar waarin we verkeren. Maar ik neem liever het zekere voor het onzekere, en wek u dus op om te stemmen. En als u in uw omgeving familie, vrienden en relaties tegen komt die van plan zijn niet te stemmen, ga dan met hen de dialoog aan.

Een remedie tegen een sombere bui.

De dief liet het liggen
liggen in het raam –
het schijnsel van de maan
.
(Daigu Ryokan)

Bovenstaand gedichtje schreef Ryokan nadat er bij hem was ingebroken en de inbreker zijn hut had geplunderd hoewel hij niets van waarde vond. Het wordt in de Zen-literatuur als een van de mooiste haiku’s beschouwd, hoewel het in deze vertaling helemaal gaan haiku is. Want haiku’s moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. Ze bestaan uit drie regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen
  2. Ze hebben een verbinding met de natuur
  3. Ze beschrijven een ontwikkeling; ergens halverwege is er een omslagpunt

Ik heb eerder over haiku’s geschreven op 5 september 2012, 4 februari, 18 augustus en 8 september 2016, en op 9 juli 2020. Maar ik begin er nu weer over omdat ik ik er van de week veel plezier aan beleefde. Meestal slaap ik meteen in als ik naar bed ga, maar die keer lag ik wakker en begon wat te piekeren over wat er met deze wereld aan de hand is. En toen las ik bovenstaand gedichtje. Dat bracht mijn gedachten op haiku’s, en ik realiseerde dat de meeste (en beste) haiku’s ontstaan zonder er over na te denken. Ze vallen je vaak intuïtief in. Ik nam toen de proef op de som, liet me even wegzinken en zowaar: er ontstond meteen een haiku:

De nevel omfloerst
de wereld wordt grauw en nat;
dan breekt de zon door.

En ik realiseerde me dat de meeste haiku’s symbolisch perspectief bieden op een mooie toekomst, en dat we dat perspectief goed kunnen gebruiken in deze naar dystopie neigende wereld. En inderdaad, na deze haiku viel ik meteen ontspannen in slaap. De volgende morgen wist ik de haiku nog. . .🙂 Andere door mij geschreven haiku’s kan je vinden in de bovengenoemde blogs.

Vroeger liet ik in workshops de deelnemers vaak haiku’s schrijven – en ik gaf ze daar vaak niet meer dan 10 minuten de tijd voor. Dat lukte bijna altijd, en daar kwamen de meest prachtige haiku’s uit. Ik kan het van harte aanbevelen, met name als een remedie voor een sombere bui. Probeer niet een prestatie te leveren, maar laat het spontaan opkomen. Veel plezier!

Code oranje.

Ik heb nooit geschreven over AI en de gevaren daarvan. Ik dacht dat het zo’n vaart niet zou lopen en dat wij mensen wel in staat zouden zijn om de risico’s te beheersen. Maar nu weet ik dat niet meer zo zeker. Zie wat Stijn Bronzwaer schrijft over techondernemer Joep Meindertsma:

De eerste keer dat hij huilt, is bij het zien van Auto-GPT. Een AI-programma dat zelfstandig het internet opgaat en webpagina’s opent. Software-ontwikkelaar Joep Meindertsma (33) zit thuis achter zijn beeldscherm in Utrecht, en dit is het moment waar hij al maanden voor vreest.
Huilen zal hij in de weken daarna vaker doen. Bijvoorbeeld als hij op familiebezoek gaat. Het gesprek gaat over zijn angsten. Dat iemand artificiële intelligentie (AI) gebruikt om ons financiële systeem plat te leggen. Het internet uit te schakelen. Lege supermarkten. Rellen. Chaos. En zijn grootste vrees: dat er een computersysteem komt waar de mens geen controle meer over heeft. Een wereld die door kunstmatige intelligentie wordt geregeerd
. (NRC, 18 februari)

Joep Meidertsma is niet de enige die zich zorgen maakt. Vrijwel iedereen die zich met AI bezig houdt (onder wie Sam Altman en Greg Brockman, oprichters van Open AI, Elon Musk, voormalig Google topman Eric Schmidt,  Ilya Sutskever, topwetenschapper bij OpenAI ) hebben dezelfde zorgen.*) Zij vrezen het punt waarop we geen controle meer hebben. Misschien is het mogelijk AI systemen onder controle te houden, als degenen die er mee werken alle van goede wille en verstandig zijn, maar dat is niet te verwachten. Het zijn mensen die de doelen stellen waarmee de systemen moeten werken, maar mensen maken fouten of zijn niet altijd te goeder trouw. Dat gebeurt nu al. Hoe dat werkt hebben we gezien in Gaza, waar met behulp van AI duizenden extra slachtoffers zijn gemaakt. En bedenk dat inaccurate systemen, voorlopers van AI, nu al existentiële schade hebben toegebracht: zie bijvoorbeeld de toeslagenaffaire, waarbij burgers door algoritmes onterecht als fraudeurs werden aangemerkt en levens verwoest werden; en het gebruik van gezichtsherkenningssoftware door de Amerikaanse politie, waarbij mensen onterecht in de gevangenis zijn beland. Enzovoort en zo verder.

Kortom, na de klimaat catastrofe, de atoombom dreiging, de democratie crisis en de afnemende biodiversiteit (ons uitsterfrisico) is er nu een nieuw gevarenterrein bijgekomen. Misschien nog geen code rood, maar toch wel minstens oranje. Wetgeving zal hiertegen niet helpen. Wetten worden altijd uitsluitend nageleefd door mensen die te goeder trouw of van goede wille zijn, maar niet door mensen voor wie winst boven alles gaat, en ook natuurlijk niet door criminelen.

Wat moeten we hier nu mee? Hetzelfde als wat we met de andere crisissen doen (zie mijn blog van 15 februari): het probleem onder ogen zien, werken aan onze persoonlijke en spirituele ontwikkeling en ons daardoor laten leiden, een toekomstideaal ontwikkelen, er met anderen over praten en vooral: geen gebruik maken van AI-systemen als we dat enigszins kunnen vermijden.

.

Bronnen: NRC 16 en 18 februari.
.

* ) Overigens verhindert dat Altman en Brockman niet om Open AI door middel van ChatGTP commercieel uit te buiten tegen een afspraak met o.a. mede oprichter Elon Musk in om dat niet te doen, maar Open AI alleen te gebruiken tot heil van de mensheid. Elon Musk heeft daarom nu een rechtszaak tegen hen aangespannen wegens contractbreuk. (Bron Eva Smal, NRC 3 maart).

De zachte krachten.

De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind – dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

(Harriette Roland Holst – van der Schalk)

Wij mogen toch hopen dat bovenstaand visoen van Henriette Roland Holst bewaarheid wordt. Maar vanzelf zal dat niet gaan – wij zullen daar wat aan moeten doen. Wat kunnen we doen om de voortgaande moordpartijen in de wereld te stoppen?

De eerste stap lijkt mij om deze moordzucht onder ogen te zien. Niet alleen in de wereld, maar ook als potentie binnen onszelf. Wat zouden wij doen, als ons land zou worden aangevallen en bezet? Of erger, wanneer onze geliefden met de dood of marteling worden bedreigd? Het is misschien goed om daar eens op te reflecteren.

Maar zoals ik in mijn blog van twee weken gelden al heb geschreven, zo ver hoeft het niet te komen: ‘Mijn conclusie is dat niemand vrij is van de neiging tot geweld, dat door externe oorzaken geactiveerd kan worden’. De tweede stap is dan ook deze neiging tot geweld in onszelf onder ogen te zien. Daarbij moeten we bedenken dat gedachten op zichzelf al een negatieve uitwerking kunnen hebben. Hun energie straalt uit in de wereld en beïnvloedt, hoe subtiel ook, ons gedrag.

Een derde stap is: nooit partij kiezen bij conflicten en oorlogen waar we zelf niet direct in betrokken zijn. Natuurlijk kan onze sympathie of verontwaardiging aan één kant liggen, of kunnen we een oordeel hebben over wiens handelen al dan niet gerechtvaardigd is. Maar ons oordeel of gevoel maakt, zoals ik in het vorige blog heb betoogd, oorlog, moorden, doden, of zelfs het toebrengen van lichamelijk geweld nog niet rechtvaardig. Om werkelijk bij te dragen tot vrede dienen we onze directe en impulsiever reacties even te parkeren, en het conflict van enige afstand te bezien. Als we daarentegen partij kiezen worden we medeplichtig, aanvankelijk in gedachten, wellicht laten ook in handelen.

Ten vierde: als we zelf in een conflict of oorlog betrokken worden, moeten er keuzes worden gemaakt. Het kan zijn dat we daarbij waarden, zoals de veiligheid van mezelf of mijn dierbaren, vrijheid, zelfbeschikkingsrecht of solidariteit met vervolgden, belangrijker vinden dan het leven van anderen. We hebben de macht en het recht voor die andere waarden te kiezen, maar laten we dat dan doen in ons volle bewustzijn, in volle verantwoordelijkheid en zonder het voor onszelf goed te praten.

Tenslotte: wat kunnen we doen zolang we hier in betrekkelijke rust en vrede leven? In de eerste plaats onze gedachten zuiveren: vijandige gevoelens en oordelen in onszelf waar te nemen; daarnaast ons zoveel mogelijk bewust te worden van onze liefde en compassie, zoveel mogelijk mee te leven met slachtoffers en nabestaanden, in gedachten ondersteunende energie (die we zelf vanuit de kosmos en vanuit de aarde ontvangen en in ons hart kunnen mengen) sturen naar hen die in nood verkeren, en bidden dat zij in hun duisternis nog op enig perspectief kunnen hopen en een lichtpuntje kunnen zien. Solidair zijn met vredesactivisten, al dan niet in de gevangenis. Gebed om vrede kan ook geen kwaad. En tenslotte: zelf zo vredelievend mogelijk leven en ons uitspreken voor vrede, eventueel in demonstraties en petities, en stemmen op de politieke partij die daar het meest aan bijdraagt.

Voldoe ik zelf aan deze hoogstaande normen? Natuurlijk niet, maar ik vind het wel de moeite waard er naar te streven. De mensheid zit collectief in een dark night of the soul, maar we kunnen het lichtpuntje blijven zien. Uiteindelijk zullen we nooit zeker weten wat de toekomst ons zal brengen. De zachte krachten kunnen nog altijd winnen. De dood is nooit het laatste woord, zoals de Paasboodschap luidt. Vredig Pasen!

Het gebroken geweertje

Gij zult doden (vervolg).

. . . dan zult gij al de bewoners van het land voor uw aangezicht verdrijven,
(Numeri 33:52)

Bestaat er zoiets als een rechtvaardige oorlog? Als we uitgaan van de fundamentele waarde van eerbied voor het leven (AlbertSchweitzer) dan is het antwoord ‘nee’, want oorlog brengt altijd het welbewust doden van mensen, onder wie kinderen, met zich mee; door bombardementen, uithongering, of wat dan ook.

Mijn ouders waren pacifisten (lid van de JVA, Jongeren Vredes Actie). Of ze dit standpunt verlaten hebben na het uitbreken van de tweede wereldoorlog, toen was gebleken dat de internationale solidariteit en het idee van geweldloze weerbaarheid niet bestand bleek tegen het uitbreken van de oorlog, weet ik niet; ik heb het ze helaas nooit gevraagd. Maar zelf ben ik wel blij dat Engeland, Amerika en Canada daadwerkelijk de strijd met Hitler en de zijnen hebben aangebonden. Ik vrees dat anders mijn leven niet zo prettig zou zijn verlopen, om het zachtjes uit te drukken. Maar was de oorlog van hun kant dan rechtvaardig? Ik zou nog steeds denken van niet, maar hij werd wel gerechtvaardigd. En dat nog voordat de omvang van de holocaust bekend werd.

Bij de rechtvaardiging van een oorlog worden andere waarden en de bescherming van mensenrechten tegen ‘eerbied voor het leven’ afgewogen. Waarden zoals vrijheid, zelfbeschikkingsrecht en solidariteit met vervolgden. Althans zo zou het moeten zijn, maar in feite spelen machtsconflicten, economische en geopolitieke overwegingen vaak op de achtergond een doorslaggevende rol. Maar hoe dan ook, het zou mooi zijn als deze afweging meer openlijk en bewust gemaakt zou worden, en dat daarover een publiek debat zou plaats vinden als daar tijd voor is. Dan kun je nog steeds niet spreken van een rechtvaardige oorlog, maar wel van een begrijpelijke of zelfs moreel verdedigbare oorlog. Als deze afweging echter niet expliciet gemaakt word, dan kan een gerechtvaardigde verdedigingsoorlog afglijden in iets wat op geen enkele manier meer te rechtvaardigen is. Men vervalt dan in slogans zoals “Israël heeft het recht zich te verdedigen”.

Picasso, Guernica

Zoals we gezien hebben kan dat tot de meest gruwelijke oorlogsmisdaden leiden. Niet alleen in Palestina, maar bijvoorbeeld ook zoals begaan door de geallieerde mogendheden in de laatste jaren van wereldoorlog II, toen de bombardementen gericht werden op burgerdoelen en hele steden werden plat gebombardeerd, zoals nu ook gebeurt in Gaza.

Dergelijke overwegingen kunnen we ook hanteren bij (gewelddadige) conflicten tussen individuen of subgroepen binnen de samenleving. Het recht heeft hier voorzieningen voor, met name door de concepten ‘oorlogsrecht’ en ‘verzachtende omstandigheden’. Zo maakt het recht onderscheid tussen moord, al dan niet met voorbedachte rade, en doodslag, al dan niet uit noodweer. Maar hoe ‘gerechtvaardigd’ oorlog, moord of doodslag ook kan zijn – het brengt altijd veel leed en enorme schade met zich mee: bij de daders, de medeplichtigen, de slachtoffers en de samenleving als geheel. Tijd om eens te kijken wat we daaraan kunnen doen. Dat is voor volgende week.

Gij zult doden.

De meeste mensen deugen en de meeste mensen deugen niet.
(vrij naar Rutger Bregman)

Mijn vorige blog over geweld en oorlog in de wereld eindigde met drie vragen: waar komt dat massale geweld vandaan, en is er ook zoiets als gerechtvaardigd geweld (rechtvaardige oorlog), en hoe kunnen we het stoppen? Dit blog handelt over de eerste vraag.

Onze neiging tot geweld en moordzucht heeft waarschijnlijk een biologische of evolutionaire wortel (doodsdrift, Freud). Om te overleven in prehistorische en vroeg-historische tijden hadden we geweld nodig, evenals veel andere dieren, met name ook dieren van wie we afstammen. Het kwam vooral tot ontwikkeling als hulpbronnen schaars werden, bijvoorbeeld door klimaatverandering of natuurrampen, of door bevolkingsgroei. In zo’n situatie wordt geweld een kwestie van overleving. Het uitte zich onder meer in territorium drift, stammenstrijd en competitie om het leiderschap. Ook voor de jacht is geweld nodig, weliswaar tegenover dieren, maar ook dat beïnvloedt de cultuur.*)

Als er eenmaal geweld is in een stam of groter verband, dan krijgt het ook een functie in de cultuur. Dan kan het worden geaccepteerd, en zelfs worden verheerlijkt. Er ontstaan dan rituelen rondom het geweld, en grote krijgers worden verheerlijkt. In de voorlopers van alle moderne culturen heeft tijdens de vroegste historie (steen- of bronstijd) een dergelijk proces plaats gevonden. Zodoende is geweld in ons genetisch erfgoed verankerd.

Daarbovenop komen psychologische processen. In alle mensen leven een aantal fundamentele angsten die voortvloeien uit de onzekerheid van het leven zelf: doodsangst (eveneens biologisch gefundeerd), en de angst uit de groep te vallen (dat was in tribale tijden een realistische angst, want als je werd uitgestoten was je ten dode opgeschreven). En als de bestaansonzekerheid groter wordt , door natuurrampen of door ‘ s mensen toedoen (ongelijkheid, angst je baan te verliezen, repressie), dan gaan die natuurlijke angsten opspelen, en die worden meestal gecompenseerd door mimetische begeerte, streven naar bezit, macht, status, kortom door ego-behoeften. Of de angst wordt onderdrukt, met mogelijk ziekte of depressie tot gevolg. We worden in dat geval gevoelig voor leiders die veiligheid beloven maar dat overigens niet waar kunnen maken en dan zelf hun toevlucht zoeken bij (verbaal) geweld. Om hun gezag te handhaven hebben ze een vijand nodig – bijvoorbeeld immigranten, een bepaalde bevolkingsgroep of een ander land. Verbaal geweld loopt uiteindelijk altijd uit op fysiek geweld, waardoor de gevoelens van onveiligheid verder toenemen. Wie zien die processen heden ten dage in Israël, Palestina, Rusland, en op vele plaatsen meer (G.W. Allport, The nature of prejudice, 1954). Mijn conclusie is dat niemand vrij is van de neiging tot geweld, dat door externe oorzaken geactiveerd kan worden.
Tot zover mijn summiere antwoord op de eerste vraag.Volgende week verder.

Thanatos, god van de dood (sculptuur 1e eeuw v.C.)

*) https://www.nemokennislink.nl/publicaties/geweld-in-de-steentijd-en-de-bronstijd/

Zullen wij elkaar altijd doden?

Millennia lang is geworsteld met het voorschrift ‘Gij zult niet doden’, dat in (vrijwel) alle sprituele tradities te vinden is. Hoewel, de Koran is genuanceerder: En doodt niet de ziel die Allah onaantastbaar verklaart, tenzij met wezenlijk recht. (Sura 17, de nachtreize, vers 33). Dat laatste zet natuurlijk de deur open naar alle geweld: zo beschouwen fundamentalisten het als wezenlijk recht om ongelovigen te doden in de Jihad. Maar andere godsdiensten en tradities zijn absoluter: doden, en zeker moorden, is nooit gerechtvaardigd. Beroemd is het voorbeeld van Jezus: En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.(Mat.5:38-39). Hoewel, ook dit is multi-interpretabel. Waarom de rechterwang? De meeste mensen zijn rechtshandig. Het slaan op de rechterwang betekent meer dan een fysieke klap op het gezicht krijgen. Als je iemand op de rechterwang wilt slaan, dan moet je dat met de rug van de hand doen. Zo’n slag werd door de joden en wordt tot op heden in het Oosten nog als de ergste belediging beschouwd. Jezus geeft hier dus geen voorbeeld van een vuistgevecht, maar van een ernstige vernedering en belediging, waarbij fysiek geweld wordt gebruikt. (Gijs van den Brink, studiebijbel.nl). Eigenlijk maakt hij dus met het toekeren van de andere wang de vernedering ongedaan; hij laat zien dat hij zijn waardigheid behoudt en zegt dus eigenlijk: als je me geweld aan wil doen, wees dan een kerel en sla me gewoon op mijn linkerwang.

Het Boeddhisme gaat verder dan een verbod op doden: een van de vijf voorschriften is je te onthouden van schade doen aan alle levende wezens. De Taoïst ziet niet-doden niet zozeer als een voorschrift of gebod, maar als een advies: Doden in plaats van de beul is als hout hakken in plaats van de meester-timmerman; weinigen zullen voorkomen dat ze in hun eigen handen snijden. (Tao teTjing, 39). Het Hindoeïsme ten slotte stelt dat doden altijd schade toebrengt aan je dharma, en daarom dus ten stelligste ontraden moet worden.

We zien dus dat doden, en zeker moorden (doden met voorbedachte rade) in alle tradities wordt verboden of sterk ontraden. Niettemin doen we het als mensen op grote schaal, waarschijnlijk al zolang we bestaan. Deze wereld hangt van geweld en oorlog aan elkaar. Dat leidt tot een aantal vragen: waar komt dat massale geweld vandaan, en is er ook zoiets als gerechtvaardigd geweld (rechtvaardige oorlog), en hoe kunnen we het stoppen. Want stoppen moeten we het, is het niet om humanitaire en morele redenen, dan wel omdat we anders als mensensoort zeker niet overleven. Over deze vragen gaat het volgende week.

Jezus: En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.. (Foto: Courtesy of www.lumoproject.com)



Onze missie is nog niet voltooid.

Here is a test to find if your mission on earth is finished. If you are alive, it isn’t.
(Richard Bach, Illusions, 1977)
Wijsheid zonder actie is van weinig betekenis; maar actie zonder wijsheid kan onbedoeld destructieve gevolgen hebben

Mijn vorige blog eindigde in mineur, maar ook met een sprankje hoop. Er zijn nog dingen die we kunnen doen om een catastrofe af te wenden. Hier volgen mijn suggesties. Sommige daarvan heb ik al eerder genoemd, maar voor de volledigheid herhaal ik ze nog maar eens. Daardoor wordt dit blog langer dan normaal.

  1. We kunnen een belangrijke rol spelen door actie te voeren op basis van een grondige zelfkennis. Met name is zelfinzicht in de intenties van onze acties belangrijk. Handelen we uit liefde of spelen andere motieven een rol: angst, aangeleerd plichtsgevoel, woede, streven naar macht, aanzien of wat dan ook. Ik geloof dat alleen handelingen gebaseerd op liefde (voor de de mensheid, voor de natuur, voor de planeet) geen ongewenste neveneffecten hebben. Ook maakt liefde het mogelijk om ons de eenheid van alles bewust te worden, en dan de werkelijkheid onder ogen te kunnen zien zonder tot apathie of machteloosheid te vervallen.
  2. Ontwikkel daarbij openheid van geest. Sta open voor informatie die misschien niet objectief of wetenschappelijk is te verifiëren, zoals bijvoorbeeld de bron van de Kogi profetie (zie twee weken geleden), maar niettemin relevant kan zijn. Openheid kan zeer wel samen gaan met een kritische geest. U hoeft niet iedere complottheorie meteen aan te hangen (zoals de theorie dat het klimaatprobleem helemaal niet bestaat maar alleen een hoax is, gelanceerd door Bill Gates of George Soros met het doel de wereldheerschappij te verwerven) om toch sommige onwaarschijnlijk lijkende informatie te onderzoeken en te waarderen. 
  3. Ontwikkel een ideaal-beeld van de door u gewenste toekomst. Het is goed daarbij realistisch te blijven, maar anderzijds toch ook om ‘uit de doos’ te denken. Een ideaal om voor te leven helpt u de werkelijkheid onder ogen te zien zonder tot al te grote somberheid en machteloosheid te vervallen. Het versterkt uw veerkracht.
  4. Vervolgens is het belangrijk eerst het laaghangend fruit te oogsten. Geen vlees meer eten, niet meer vliegen, zoveel mogelijk reizen per OV en per fiets, veel minder kopen (met name kleren en luxe apparaten), verantwoord voedsel kopen, enfin u weet het zelf wel.
  5. Stelling nemen, in de eerste plaats bij verkiezingen. Kies voor partijen die niet alleen een visie hebben op een duurzame toekomst, maar ook in hun politieke praktijk daadwerkelijk daaraan bijdragen. Dat vraagt om aandacht voor het politieke nieuws. Maar stelling nemen kan ook op andere manieren: door organisaties die voor onze toekomst vechten te steunen, financieel of anderszins, of daarvan lid te worden of er actief in te zijn. En tenslotte kan het ook in de eigen familie- en vriendenkring door heikele onderwerpen ter sprake te brengen, zonder de eigen mening meteen op te dringen. Maak er een dialoog van, geen debat of discussie.
  6. Deelnemen aan collectieve acties: demonstraties, petities, enzovoort. Daarbij is het wel belangrijk dat u ageert vóór iets, en niet protesteert tegen iets, want dat roept altijd tegenkrachten op. Daarom is het goed om bij conflicten of meningsverschillen geen partij te kiezen maar gewoon te pleiten voor humaniteit. En het is ook essentieel om te kiezen voor geweldloosheid en vrede, want geweld en oorlogen verergeren alle problemen, inclusief het klimaatprobleem, op deze wereld.
  7. En tenslotte: richt u op de oorsprong van alles, de scheppingskracht, de Essentie, de goddelijke dimensie, wat voor u maar goed voelt, en laat u daardoor leiden. Dan zal het leven ondanks alles voor u betekenis krijgen. Deze Essentie zal zich in u openbaren als u daarvoor open staat, als dat al niet gebeurd is. Mystici geven daar verschillende namen aan: innerlijke gids, goddelijke inwoning, heilige geest, gedachteafstemmer en zo meer. Een van de redenen waarom politici, bestuurders en aandeelhouders soms zo harteloos zijn (het gaat ze vaak meer om macht, winst of winnen) is dat ze het contact met de Essentie, en daarmee met enkele essentiële waarden, zijn kwijt geraakt.

Nu zo is het wel even genoeg. U ziet, u bent veel minder machteloos dan u denkt. Alle beetjes helpen. Ik heb overigens zelf op bovenstaande punten nog steeds vorderingen te maken. Mijn missie in dit leven is kennelijk nog niet voltooid. Dat geldt trouwens ook voor u, aamgezien u nog in leven bent. Graag wil ik dit blog besluiten met een citaat uit een van mijn eerdere publicaties: 

Stel je bent van het cynische type. Dan vragen we je er eens even op deze manier tegenaan te kijken. Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dat jij degene bent die het verschil maakt tussen een toekomst waarin het verhaal verteld wordt van hoe, op de valreep, nog hele grote veranderingen plaats vonden, of een toekomst waarover gezegd kan worden: “ze hadden het bijna gered.”[1]


[1] Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllister, De Aarde heeft koorts, 2008, pg. 123

Hoogste tijd.

Waar had men het over? Of je je sokken beter staand of zittend aan kunt trekken.
(George Monbiot, over de luchtigheid van het nieuws)
Luchtigheid en onbenulligheid zijn belangrijk. Maar vandaag even niet.
(Stevo Akkerman in Trouw, 17 januari 2024)

De afgelopen maanden hebben er drie nieuwsfeiten plaats gevonden die voor onze toekomst van cruciaal belang zijn. Het is opmerkelijk hoe weinig publiciteit de nieuwsfeiten hebben gekregen, althans hier in Nederland. Ik doel op het aannemen van de disclosure act door het Amerikaanse congres, op de Kogi boodschap, en over het Global Risks report van het World Economic Forum (WEF). Over de eerste twee zaken heb ik in mijn vorige blogs geschreven, nu wil ik aandacht geven aan het verschijnen van het Global Risks report. (https://www3.weforum.org/docs/WEF_The_Global_Risks_Report_2024.pdf)

Dit rapport is gebaseerd op een onderzoek onder 11.000 relaties van het WEF: CEO’s, zakelijke leiders, politici en experts in 113 landen, waaruit een overzicht is samengesteld over de risico’s, lokaal, regionaal en mondiaal, die we als mensheid lopen. Dit overzicht is vervolgens voorgelegd aan een steekproef van 1500 van hen met de vraag: hoe groot is de kans dat we in de komende twee jaar een wereldwijde catastrofe zullen ondergaan. 30 % van hen acht die kans aanzienlijk, terwijl maar 15 % die kans klein acht.

Nu zou je verwachten dat het WEF in zijn bijeenkomst van 15-19 januari veel aandacht aan dit rapport zou besteden. Niets is minder waar. Het forum was ‘business as usual’, met veel aandacht voor het Future of Growth report, zakelijke dealtjes in de achterafzaaltjes, met mooie verhalen voor de Bühne over duurzaamheid, maar met werkelijk geen enkel houtsnijdend idee over hoe we de wereld gaan redden. Marktwerking is nog steeds een heilige koe; de overheden moeten kleiner. Er zijn enkele (in verhouding nog niet veel) miljardairs die wel meer belasting willen betalen, maar alleen maar als ze zelf mogen bepalen waar dat geld aan besteed wordt. Hoe zo democratie? (zie bijvoorbeeld Peter Goodman in Trouw, van 19 januari, de verdieping; en het artikel van Stefan Vermeulen in NRC van 20 januari: Hoe ‘patriottisch’ zijn de superrijken nu werkelijk?)

Er zijn nu dus drie signalen die duiden op het acute gevaar waarin we verkeren (er zijn er meer, maar deze drie zijn nu de opvallendste). Het is om woedend of moedeloos van te worden. Of u kunt u hoofd in het zand steken en denken dat het allemaal wel los zal lopen of dat we het in technische zin wel zullen oplossen, quod non. Maar is dan er nog wel iets wat wij kunnen doen, dat enig effect heeft? Daarover ga ik volgende week graag met u in gesprek.