Categoriearchief: Mens en samenleving

Zien.

Zoals velen die me in de loop van de jaren gevolgd hebben wel weten heb ik in mijn werk en daarnaast en daarna veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van ons persoonlijk bewustzijn en dat zowel bij mezelf als bij mijn klanten proberen te bevorderen. Maar vandaag de dag gaat het bovendien om het ontwikkelen van een meer onpersoonlijk bewustzijn – een bewustzijn van de wereld en wat daar gaande is. We hebben dat nodig als we een bijdrage willen leveren aan de overleving van ons als mensheid.

Veel gebeurtenissen in onszelf, en in de natuur, verlopen via een proces dat lijkt op het ontstaan van regen of sneeuw. Eerst is er damp, die uitkristalliseert in druppels, die kunnen leiden tot een regen- of stortbui en als het koud genoeg is doorontwikkelen tot sneeuw of ijs. Van gas, via vloeistof tot vaste stof. Veel materie en fysieke objecten zijn via dit proces tot stand gekomen. Mensen met een gevorderd onpersoonlijk bewustzijn hebben iets van een ziener (in de bijbel noemden we dat profeten1): zij kunnen een of meer ontwikkelingen voorzien wanneer ze zich nog in de dampfase bevinden. Helderzienden (niet de waarzeggers of charlatans zich als zodanig voordoen, maar de ‘echte’) kunnen zodoende zelfs concrete gebeurtenissen in de nabije of iets verder verwijderde toekomst voorspellen. Dat is van belang omdat we in de dampfase nog kunnen ingrijpen. Daar is de vrije keuze (vrije wil) tussen wel of juist niet iets doen nog effectief.

Het zal nu iedereen duidelijk zijn waarom de ontwikkeling van het onpersoonlijke bewustzijn zo belangrijk is. Als we als collectiviteit nog iets willen doen aan de de klimaat problematiek, de extinctie, of het (voorkomen van verder) oorlogsgeweld dan zal een groot deel van de mensheid, waaronder wij dus, iets van de ziener in zich moeten ontwikkelen. We kunnen dat bevorderen door de werkelijkheid zoals die is zo objectief mogelijk onder ogen te zien. Blijven kijken, liefst samen met anderen, zoals we dat in ons boek De Aarde heeft koorts2) genoemd hebben. Vertrouw daarbij niet teveel op de media maar ga voor je eigen intuïtie en innerlijke leiding. Dan zullen we zien dat de apocalyps, waarvoor we soms zo bang zijn, in feite al begonnen is, zoals Lisa Doeland al zei in De Groene van 7 juni 2023.3) We moeten als collectiviteit een Dark Night of the Soul doormaken, voordat we kunnen komen tot een actie die niet alleen gebaseerd is op mentale overwegingen, maar verankerd is in ons spirituële bewustzijn, en daardoor veel effectiever zal zijn dan welke op mentale denkbeelden gebaseerde actie ook. In dat proces, via de Dark Night naar Sacred activism, ligt de solide basis van onze hoop.4)

De Ziener (Bulgarije)

1) Dit blog is geïnspireerd door een beschouwing van Caroline Myss over het archetype ‘De Profeet’.
2) Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllister, De Aarde heeft koorts, pag. 113-122, 2008
3) Lisa Doeland wijst er op dat de oorspronkelijke betekenis van apocalyps niet ‘ondergang’ is maar ‘openbaring’.
4) Dit is een inzicht dat ik heb ontleend aan en deel met Andrew Harvey (https://greatturning.net)

Dreiging

Ik had de vorige week niet zo’n beste week. Het begon in het eerdere weekend met problemen met mijn computer en mijn bankrekeningen. Met de naweeën daarvan kamp ik nog steeds. Of het nu daardoor kwam, of dat het er niets mee te maken had, maar ik elk geval voelde ik me daarna geestelijk niet goed. Mijn dromen waren naargeestig en ik sliep slecht. Pas afgelopen weekend verbeterde mijn stemming weer.

Terugkijkend realiseerde ik me dat mijn achterliggende gemoedsaandoening een gevoel van dreiging was. Daar was ook buiten mijzelf wel aanleiding toe. Ik herlas ‘als ontspanning’ het vijfde deel van de Harry Potter boeken, en daarnaast het boek De Camino van Anya Niewierra. In beide boeken hangt ook een sfeer van dreiging in de lucht, net zoals in In de ban van de RIng, en in De Hongerspelen. Dat is natuurlijk maar fictie maar deze boeken zijn metaforen voor de dagelijkse realiteit, waarin ik eveneens een sfeer van dreiging ervaar. De dreiging van de klimaatcatastrofe, van de extinctie en van het kwaad waarover ik vorige week schreef en dat zich mijns inziens in de wereld duidelijk manifesteert. In de hierboven genoemde boeken wordt het kwaad gekoppeld aan een of enkele ‘personen’, maar in de dagelijkse realiteit is het kwaad meer verspreid en verkapt aanwezig. Toch is er een zo flagrante parallel met die boeken, dat de fantasiewerelden en de realiteit in mijn beleving in elkaar overvloeiden.

Ik knapte al aanzienlijk op toen ik door zelf-analyse door kreeg wat er mijn binnenste aan de hand was. Ik kon toen mijn binnenwereld en mijn buitenwereld beter uit elkaar halen. Dat lijkt me een uitstekende remedie voor iedereen die door de reële dreiging wordt aangetast. Maar wat me werkelijk hielp was een artikel in Het Rozekruis (2023-1) van Wilco van Koldam, dat me nog eens herinnerde aan de 3e antinomie van Kant, namelijk de tegenstelling tussen vrije wil en natuurwetten. Volgens Kant vloeit die tegenstelling voort uit onze geest, die de wereld nu eenmaal alleen in antinomieën kan waarnemen. En dus hebben we een keuze aan welke van de de thesen we aandacht schenken. Ik voor mij heb al lang gekozen voor de these van de vrije wil. Een consequentie daarvan is dat de dreiging niet werkelijkheid hoeft te worden. Dat hangt er maar van af waar wij als collectiviteit voor kiezen.Dat is trouwens ook de strekking van de genoemde boeken.

En zo zie je maar weer: aan een dark night ben ik deze keer ontsnapt door zelf-analyse en steun van buiten. Ook dat is een les die ik uit de ervaring van vorige week kan trekken. En ook die les geldt mijns inziens voor velen van ons.

Het enigma van het kwaad.

Je aanvaardde het onaanvaardbare
(Transformatiespel)

Op 17 augustus heb ik een blog gewijd aan de archetypen in onze samenleving. In de blogs daarna heb ik in elk blog een archetype besproken. Daarbij heb ik steeds de schaduwzijde onderzocht en aangegeven hoe we daarmee om konden gaan: eerst onder ogen zien (bij onszelf en in de samenleving) en dan laten zien hoe we deze schaduwzijde konden transformeren in de lichtzijde, dan wel als het ware parkeren. Onderdrukken van de schaduwkant is niet mogelijk – dan wordt die alleen maar sterker. Ik ga niet door met het bespreken van de tot nu toe onbesproken archetypen – de lezer kan die desgewenst voor zichzelf onderzoeken en transformeren.

Het kwaad in de samenleving is te beschouwen als de schaduw van het licht. In de materiële, zichtbare wereld is het zo dat elk verschijnsel een schaduw werpt zodra het in de zon, de materiële manifestatie van het licht, bevindt. Of in de geestelijke wereld ook elk verschijnsel een schaduwzijde heeft weet ik niet, maar ik vermoed van wel, behalve misschien op transcendent, spiritueel, onzichtbaar niveau. Maar in deze waarneembare wereld doet alles zich voor in antonomieën (onderling verbonden tegenstellingen), zoals licht en donker, boven-beneden, yin-yang en, ja, goed en kwaad. Het kwade kan dus niet bestaan zonder het goede. De schaduw kan niet bestaan zonder het licht. En dat stelt ons voor een uitdaging, niet alleen in verband met archetypen maar in het leven in het algemeen. Hoe daar mee om te gaan?

Naar mijn mening is het goed het kwaad naast het goede te zien, en te (h)erkennen in onszelf en in de wereld om ons heen. En dan er een verbinding mee aangaan, niet door er naar te handelen of het uit te stralen, maar door het een plek te geven in ons bewustzijn. En dan te realiseren dat we 100 % verantwoordelijkheid kunnen nemen voor ons leven. Dat op zichzelf is een zo grote opdracht, dat we daar de rest van ons leven over kunnen contempleren en mediteren. Waarom deze wereld zo is ingericht dat die alleen kan bestaan in tegenstellingen is een andere vraag waar ik op 26 januari al even op ben ingegaan. Maar het laatste woord is daar nog niet over gesproken, zo dat al mogelijk zou zijn.

De narcist.

De archetypen in onze samenleving.

Het is niet de liefde die als blind moet worden afgeschilderd, maar de eigenliefde
Voltaire

Vandaag wil ik het met u hebben over de narcist. De narcist lijkt een beetje op de dictator, maar verschilt er ook duidelijk van. De meeste dictators zijn ook narcistisch, maar niet iedere narcist is ook dictatoriaal. Onder een narcist versta ik iemand die lijdt aan een overmatige liefde voor zichzelf. Het gaat dus niet om een gezonde zelfwaardering, maar over bewondering voor zichzelf, vaak gepaard gaande met arrogantie en opgeblazen gevoelens van eigen belangrijkheid. Daarom kan een narcist zich eigenlijk niet inleven in anderen en gelijkwaardige relaties aangaan.

Zoals de dictator wortelt in een niet goed verwerkte koppigheidsfase (3,4 jaar) zo stamt narcisme uit de niet goed verwerkte narcistische fase (rond 2 jaar). Het kleine kind vindt zichzelf – terecht – een fascinerend wonder. Aanvankelijk kunnen de ouders daar wel in meegaan – hun kind is het liefste en meest bijzondere wezen op aarde – maar als de ouders in deze bewondering blijven steken, wordt het kind eigenlijk niet gehoord en gezien voor wie het werkelijk is. Ook kan het voorkomen dat om allerlei redenen het kind niet de liefde en aandacht krijgt die het nodig heeft. In deze gevallen blijft het kind in deze fase steken, en dan kan het natuurlijke klein-kinderlijke narcisme uitgroeien tot het volwassen narcisme dat ik hierboven heb beschreven.

Dat narcisme komt in onze samenleving heel veel voor in verkapte of openlijke vorm. Het manifesteert zich in een gevoel van wat de Engelsen ‘entitlement’ noemen: recht hebben op een volmaakt leven, materieel en geestelijk, zonder dat je daar zelf voor hoeft te werken. Het moet je gewoon gegeven worden, door de overheid, door je werkgever, door de voorzienigheid, of wie of wat dan ook. En als dat niet blijkt te gebeuren dan kan je altijd iets of iemand daarvan de schuld geven. Het leidt in dat geval tot een gebrek aan verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. Als reactie daarop krijgen we dan een overheid die tekort schiet in de zorg voor zijn burgers, en werkgevers die tekort schieten in hun zorg voor hun werknemers. Iedereen kan deze processen in onze samenleving waarnemen.

Omdat we allemaal door die narcistische fase heen zijn gegaan hebben we allemaal wel iets van de narcist in ons. De lichtzijde van het narcisme is echter houden van onszelf. We kunnen onze naasten, en zeker onze vijanden, niet liefhebben zonder te hebben geleerd onszelf lief te hebben. De antinomiale tegenstelling van narcisme is eenheidsbewustzijn: het besef dat we allemaal deel uitmaken van een kosmisch geheel; dat we als het ware een celletje zijn in alles wat is. Dat besef leidt tot enerzijds een gezonde nederigheid, en anderzijds tot ontzag en de liefde voor het wonder waarvan we zelf deel uit maken. Als we ons dat blijven realiseren, dan zal het met ons narcisme vanzelf wel goed komen.

De dictator

De archetypen in onze samenleving.

Individualisme is een dodelijk gif. Maar individualiteit is het zout van het dagelijks leven.
Henry van Dyke

Lidl veroorzaakte een klantenopstand toen ze besloten om bij wijze van proef de vegaburgers in hetzelfde schap te leggen als de vleeshamburgers. “Ik bepaal zelf wel wat ik eet”. klonk het veelvuldig. De PVV in de provincie Gelderland protesteerde toen besloten werd dat op Woensdag – nou net de dag dat de Gelderse Staten vergaderen – in de kantine van het provinciehuis alleen vegetarische maaltijden zouden zijn te verkrijgen. Hun motie – er moet elke dag minstens één vleesmaaltijd te verkrijgen zijn – werd ook ondersteund door VVD en CDA.*).

Dit zijn allemaal voorbeelden van doorgeschoten individualisme. Waar komt dat vandaan? Dat komt uit onze jeugd, en wel de leeftijd van 3-4 jaar, de zogenaamde koppigheidsfase. Dat is de leeftijd waarop we onze autonomie ontwikkelen. Maar om die te bereiken schieten we eerst door en protesteren tegen alles wat ons wordt opgedragen. Het sowieso ‘nee’ zeggen. Het ‘dwarsliggen’. Als ouders in deze fase te toegeeflijk zijn, of juist te onderdrukkend, blijven we als volwassenen in deze fase steken. Autonomie wordt dan verward met absolute vrijheid, zonder rekening te houden met anderen. Elke begeerte (zie vorige week) moet dan onmiddellijk bevredigd worden. Ik moet mijn zin hebben, en wel NU!!! Dat komt in onze wereld heel veel voor.

Deze onverwerkte, kinderlijke behoefte licht aan de wortel van ieder autoritair gedrag, zoals bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag.**) Het is niet toevallig dat er door overheden en bedrijfsleidingen vaak niet naar hun medewerkers en burgers geluisterd wordt. Het autoritarisme van boven botst dan met de koppigheid van onderaf. Waar dat in extremis toe leiden kan is de ondergang van de democratie. Democratie vraagt inschikkelijkheid. Het is niet toevallig dat de democratie overal in de wereld in het defensief is, en het dictatorschap overal in opmars is. Het valt op vruchtbare bodem: de demagogen en populisten vertellen je namelijk dat je altijd je zin krijgt.

Ik wantrouw iedere politicus en iedere leider die er niet op wijst dat we voor een betere samenleving ook rekening moeten houden met elkaar, en ook wat op moeten geven, al was het maar onze ongebreidelde consumptiezucht. Bij de a.s. verkiezingen zal ik alle partijen op dit punt vergelijken, en mijn stem hier mede door laten bepalen.

Hitler als klein kind.

*) De voorbeelden zijn ontleend aaan een column van Esther Bijlo in Trouw van 16 juni 2023
**) Zie bijvoorbeeld het prachtige interview met Matthijs van Nieuwkerk hierover in de NRC van 2 sept (weekendbijlage).

De vrek.

De archetypen in onze samenleving.

Overwin de vrek met gulheid (Mahabharatha)

Bijna niemand van ons is een Scrooge of Oom Dagobert Duck. Maar in verzwakte vorm hebben de meesten van ons wel iets vrekkigs. Want wie van ons hecht er niet aan bepaalde materiële goederen of aan geld? Of kan het niet nalaten nieuwe kleren te kopen of andere niet noodzakelijke goederen? Wie kan er moeilijk dingen weggooien? En zijn velen van ons niet verslaafd aan vliegen of vlees eten terwijl we weten dat we daarmee schade toebrengen aan ons voortbestaan? Iedere consument die meer uitgeeft en bewaart dan nodig is voor de bevrediging van onze basisbehoeften is afhankelijk van zijn begeerte. En dat is de bron van alle lijden in de wereld, zoals de Boeddha al zei. Dit archetype is volgens mij ook de belangrijkste drijfveer van vele bestuurders aan de top van de overheid, en bij aandeelhouders, directeuren en bestuursvoorzitters in het bedrijfsleven.

Zoals alle archetypen heeft ook de vrek een licht- en een schaduwzijde. We associëren dit archetype meestal met de schaduwzijde: hebzucht, verslaving, hamsteren, oppotten van geld en emoties ten koste van anderen. Maar Oom Dagobert Duck toont ook een vergaande toewijding om zijn neefjes Kwik, Kwek en Kwak te beschermen. Niet zelden is vrijgevigheid een (vaak verborgen) eigenschap van de vrek, zoals bijvoorbeeld blijkt bij Scrooge na zijn transformatie in de beroemde Christmas Carol van Charles Dickens. Een andere lichtzijde van de vrek is zijn/haar ondernemerschap. Haar/zijn creativiteit stelt hem/haar in staat om de materiële middelen te scheppen om mooie dingen mee te doen.

.

Archetype kaart © Caroline Myss. Midas slaat
op de mythe van Koning Midas van Frygië,
die alles wat hij aanraakte in goud veranderde.

Kortom, zoals bij alle archetypen komt het op de intentie aan. Is de creatie van rijkdom – al dan niet gebaseerd op een onverwerkt verleden – uitsluitend gericht op de eigen verheerlijking, of mede op het scheppen van het welzijn van de anderen. Voor zover we de vrek in onszelf herkennen en erkennen, is aan ons de keuze, zoals altijd.


De rechter

De archetypen in onze samenleving.

Angst overwinnen is het begin van wijsheid. (Bertrand Russell)

We staan in deze samenleving onmiddellijk met ons oordeel klaar over alles en iedereen. Ik zeg ‘we’ want het geldt ook voor mezelf. We lopen de hele dag goed- maar vooral af te keuren. Dat geldt ten aanzien van publieke figuren, maar ook ten aanzien van bijna iedereen met wie we in contact komen. We spreken die oordelen niet altijd uit, maar heel vaak ook wel: mondeling, in roddels, op internet, waar we maar kunnen. We treden eigenlijk voortdurend op als rechter, maar dan zonder voorafgaand onderzoek. Daarom noem ik ‘de rechter’ een archetype in onze samenleving.

Dit snelle oordelen verhindert ons om werkelijk te kijken, om dieper op onze omgeving in te gaan. We laten wat er werkelijk gaande is niet echt op ons inwerken – in plaats daarvan staan we onmiddellijk met onze reactie klaar. Daar worden we ook niet wijzer van. Bovendien leidt dit tot polarisatie en conflict in de samenleving.

Ik herinner me dat ik eens namens een organisatie voor de rechter stond in verband met een aanklacht wegens overlast. De rechter (B.J. Asscher) maakte toen diepe indruk op me. Het was een betrekkelijk eenvoudige zaak, maar hij nam alle tijd om er dieper op in te gaan. Zijn scherpe blik staat me bij tot op de dag van vandaag – en hij nam de tijd om ter plaatse te ervaren hoe het met de overlast gesteld was. Ik herinner me niet meer precies wat de uitspraak was, wel dat ik het ervoer als een salomonsoordeel.

De antinomische tegenstelling van oordeel is onderscheidingsvermogen: het vermogen om te zien wat werkelijk is. Dit onderscheidingsvermogen ontwikkelen we door onze wijsheid, die zelf weer voorkomt uit diepgaande zelfreflectie en levenservaring. Als we willen bijdragen tot een meer harmonische, rechtvaardige en vreedzame wereld komt het er dus op aan bewust te leven en zodoende onze wijsheid te ontwikkelen. Het is nooit te laat om daarmee te beginnen, en onze aandacht te intensiveren.

.

Tarot kaart XI uit de grote Arcana (gerechtigheid)

.

.

.

.

.

Archetype kaart © Caroline Myss

Van vechter naar strijder.

De archetypen in onze samenleving.

Er is een tijd van oorlog, en een tijd van vrede. (Prediker, 3:8)
Sta op en strijd vastberaden (Krishna tegen Arjuna in de Bhaghavad Gita)

Vandaag wil ik de vechter met u doornemen.

Onze wereld is doordrongen van agressie. We zien dat in onze oorlogen, onze gewelddadige economie die wereldwijd mensen uitbuit om hier onze welvaart te handhaven, onze moordende concurrentie tussen en in het bedrijfsleven, de verbale gewelddadigheid op internet, in de politiek, in het verkeer, in onze maatschappelijke omgang, in onze migratiepolitiek, in onze gezinnen, op scholen, enzovoort; ik hoef u dit allemaal niet uit te leggen want u kunt het dagelijks om u heen en in de media zien. Natuurlijk zijn we niet allemaal de hele dag gewelddadig, en is er ook veel vriendelijkheid in de wereld, maar er is toch een opvallende bovenstroom van boosheid en woede. En wie zonder zonde is werpe de eerste steen. We nemen misschien niet onze toevlucht tot fysiek geweld, maar als we eerlijk onze geest onderzoeken zien we hoeveel agressieve gedachten daar rondspoken. En gedachten, zo weten we, hebben hun uitstraling in de wereld, ook als ze niet tot fysieke actie leiden.

Er zijn nogal wat psychologische, soviale en economische verklaringen voor die agressie: (jeugd)trauma, onzekerheid over de toekomst, maatschappelijke ongelijkheid en onrecht, enz.; ook deze oorzaken kunt u zelf wel aanvullen. Maar dat ontslaat onze niet van onze verantwoordelijkheid om onze agressie in te tomen en in constructieve banen te leiden.

Om dat te doen is het goed om ons te realiseren dat agressie ook een constructieve kant heeft. Er is gerechtvaardigde woede en verontwaardiging over onrecht, over destructief gedrag en over onverantwoordelijke nalatigheid, en er is misschien zelfs wel een gerechtvaardigde oorlog (Verzet tegen Duitsland en Japan in WO II, Oekraïne). Maar zelfs in die situaties is meer geweld dan nodig is, laat staan wraak en wreedheid onacceptabel.

Het komt er daarentegen op aan drie andere archetypen in onszelf te vinden en te ontwikkelen: de rebel, de spiritual warrior en the warrior of the heart. De rebel kan opstaan tegen een ongelegitmeerde autoriteit. De spiritual warrior is er op uit zijn hoogste levensdoel te vinden en waar te maken; de the warrior of the heart om zijn bovenpersoonlijke liefde in zichzelf te ontdekken en uit te dragen. Deze archetypen zijn de lichtzijde van de vechter en we hebben ze allemaal in ons, maar het kost soms moeite of pijn om ze tot bloei te brengen en ze vrucht te laten dragen. Het is echter wel de moeite waard en het is wat de wereld nodig heeft.*)

.

.

.

.

Archetype kaarten © Caroline Myss

.

*) Mijn boek Op weg naar jezelf . . . een pelgrimsreis in zeven etappes kan u daarbij behulpzaam zijn.

Archetypen in onze samenleving.

Op 11 maart van het vorige jaar heb ik geschreven over ons persoonlijke archetypen-patroon. In dit blog wil ik eens onderzoeken welke archetypen dominant zijn in onze maatschappij. Daarbij beperk ik me voorshands tot de Westerse cultuur, daar ik wat archetypen betreft van de andere culturen onvoldoende overzicht heb. Ik sluit echter niet uit dat wat ik over de westerse samenleving ga zeggen ook mondiaal van toepassing kan zijn.

In mijn eerste associatie komen de volgende archetypen bij me op: vechter (vooral bij mannen), hedonist, conformist, narcist, dictator, slaaf, slachtoffer, verspiller, rechter, egoïst, vrek. U kunt dit naar eigen inzicht aanvullen. Natuurlijk gelden deze archetypen niet voor elk van ons afzonderlijk in even sterke mate, maar je kunt toch wel zeggen dat we vrijwel allemaal door deze archetypen zijn beïnvloed. Ze zijn onderdeel van de cultuur waaraan wij allen zijn blootgesteld. In de volgende blogs wil ik op sommige van deze archetypen ingaan, maar voordat ik dat doe eerst een algemene opmerking vooraf. Als ik deze archetypen zo bij elkaar zie lijkt dat op het eerste gezicht een vrij negatief beeld. Maar bedacht moet worden dat elk archetype een licht- en een schaduwzijde heeft. Dat komt bij de afzonderlijke archetypen nog aan de orde.

Het komt erop aan dat we, als we streven naar een betere wereld, de schaduwzijde van de afzonderlijke archetypen moeten transformeren naar de lichtzijde, zoals ik persoonlijk o.a. heb moeten doen met de saboteur in mij. Dat is zowel een individuele opgave voor elk van ons afzonderlijk als een collectieve opgave. We moeten ons echter realiseren dat de lichtzijde niet kan bestaan zonder de schaduwzijde. Hoe moeten we daar nu mee omgaan? Op deze vraag kom ik aan het eind van mijn behandeling van de afzonderlijke archetypen nog terug. Ik heb dus een heel programma voor de boeg, hooguit wellicht onderbroken als de actualiteit daarom vraagt. Wordt vervolgd.

Identiteit

Vele mensen, ook ik, ontlenen een deel van hun identiteit aan externe factoren: nationaliteit, huidskleur, ethnische afkomst, geslacht, beroep, maatschappelijke positie, status, plaats in het gezin, enzovoort. Dat maakt ons kwetsbaar, want als (een deel van) die identiteit niet erkend wordt voelen we ons aangetast en reageren we defensief. Als dit voor een bepaalde identiteitsgroep op grote schaal gebeurt kan dit leiden tot diepgaande conflicten, scheldpartijen, demonstraties en zelfs geweld. Hoe kunnen we bereiken dat we voor een aanval op (een deel van) onze identiteit minder kwetsbaar worden?

Maar eerst iets anders. Zelf heb ik moeite met een deel van mijn identiteit, namelijk mijn Nederlanderschap. Vroeger was ik best trots op die identiteit, want was ik zelfs trots op mijn land en voelde daar een zekere liefde voor. Ik vond dat we de dingen hier mooi geregeld hadden, dat we een land waren van solidariteit en tolerantie, dat ‘we’ hele mooie kunst hadden geschapen, dat we hele mooie natuurgebieden hadden, dat we een rijk cultureel leven hadden, enzovoort. Ik was ook best chauvinistisch, was trots op ons nationaal elftal, en op onze zwemmers en schaatsers, op ‘onze’ prestaties op het gebied van wetenschap, op het niveau van ons muziekleven. Ik kon zelfs geraakt zijn bij het spelen van het Wilhelmus of het hijsen van onze vlag.

Maar in dat identiteitsgevoel is een lelijke barst gekomen. Ik ben deel van een land dat alle collectieve voorzieningen onder druk heeft gezet, dat een onmenselijk immigrantenbeleid probeert te voeren, dat een inhumane bureaucratie heeft gecreëerd, dat het klimaat probleem niet echt wil aanpakken, dat bijdraagt aan de uitbuiting van de bevolking elders in de wereld, dat pakten sluit met de meest gruwelijke dictators, dat onze natuur verwaarloost en waarin velen elkaar verrot schelden; enfin, u kunt dit zelf naar believen aanvullen. Een land ook waarin voortdurend die partijen bij verkiezingen de winst behalen die het algemeen belang en wat er nog over is van de ‘commons’ consequent achterstellen bij het eigenbelang.

Ik schaam me nu steeds vaker om Nederlander te zijn. En soms ook om man te zijn, wit te zijn, bevoorrecht te zijn. Dus waaraan moet ik dan mijn gevoel van identiteit ontlenen? Gelukkig is er altijd de weg naar binnen. In mij leeft mijn ziel en mijn geest. Zelf ben ik vrij in het kiezen van mijn opvattingen en de waarden die ik wil nastreven. Aan deze kiezer en aan dit zelfgevoel kan ik mijn identiteit ontlenen. Dat maakt me minder kwetsbaar voor mijn uiterlijke identiteit en wat wie dan ook daarvan vindt. En dat is ook het antwoord op de vraag aan het eind van de eerste alinea van dit blog: zoek je identiteit in je binnenste, en maak die niet afhankelijk van externe factoren. Volgende week ga ik hier diepgaander op in.

Nederland in verval