Categoriearchief: Mens en samenleving

Apocalypsofie

We moeten we niet handelen voordat het te laat is, maar omdat het te laat is.
(Extinction Rebellion, geciteerd door Lisa Doeland*)

In het verleden hebben velen mij gezien als een doemdenker. Zelf heb ik het nooit zo gezien. Een doemdenker voorspelt een toekomst waarin alles verloren is (doem). Ik heb mezelf altijd gezien als een realist: de werkelijkheid onder ogen zien, en daaruit conclusies trekken. Een voorbeeld daarvan is mijn blog van vorige week, dat eindigt met het goede nieuws.

Daarom spreken waarschijnlijk de artikelen van Lisa Doeland in Vrij Nederland en De Groene mij zo aan, die een inspiratie vormen voor dit blog. Zij heeft daarover ook een boek geschreven *). Een doemdenker, zo zegt zij, ziet in de toekomst een apocalyps: een ondergang van de wereld; in deze tijd: de vernietiging van de biodiversiteit zoals wij die kennen, en daarmee van vele dieren, planten en uiteindelijk de mensheid zelf. Maar zo zegt zij: dat is niet de eigenlijke betekenis van apocalyps. Het woord betekent ‘openbaring’. Bovendien is de apocalyps niet iets wat in de toekomst ligt, maar die is NU al gaande. En wat er nu wordt geopenbaard is de werkelijkheid zoals die is. Die wordt je echter alleen geopenbaard als je er echt naar kijkt, en blijft kijken ook als dat ongemakkelijk wordt (zoals Judy Allister al zei in ons boek De Aarde heeft koorts).

Een wezenlijk onderdeel van die werkelijkheid is de samenleving waarin we leven. En als we daarnaar kijken zien we dat die op verschillende terreinen verkeert in code rood: op het gebied van de democratie, op het gebied van oorlog en atoomdreiging, op het gebied van biodiversiteit en op het gebied van klimaat. Dan zien we ook de onwil van onze ‘leiders’ en vele burgers om deze situatie echt tot ons te laten doordringen. Als we dat namelijk wel zouden doen, zou ons denken, ons bewustzijn en ons gedrag veranderen. De paradox is: als we aandacht hebben voor de apocalyps NU, dan wordt de kans dat we de ondergang morgen voorkomen groter! Zoals Krishnamurti al zei: ‘zien is handelen’.

Dus ja, ondanks alle schoonheid en liefde in de wereld, en ondanks de onderstromen van mensen van goede wil, de apocalyps is nu al gaande. Dat onder ogen ziende en daarover nadenkend muntte Lisa Doeland de term ‘apocalypsofie’. En ik kan u een ding verzekeren: als u open gaat staan voor de apocalyps nu, en daarvoor open blijft staan, dan zal u niet alleen de materiële werkelijkheid buiten uzelf geopenbaard worden, maar ook die binnen u zelf (die u ook nog niet volledig kent, al denkt u misschien van wel). En uiteindelijk komt u dan ook dichter bij de metafysische wereld: de onzichtbare werelden achter de zichtbare wereld. Die zal ons in elk geval overleven. Of we daar dan zelf deel van zullen uitmaken? Ik denk van wel, maar daar zijn de geleerden het niet over eens.

Dit was mijn laatste blog voor mijn vakantie. Ik hoop u terug te zien op 13 juli, en ik mag toch hopen dat u in de tussentijd de huidige apocalyps als openbaring kunt ervaren. Er zit meer in dan op het eerste gezicht blijkt.

Mary Evans Picture Library / ANP | New Yorkers vluchten voor een tsunami in de film The Day After Tomorrow van Roland Emmerich, 2004

.

*) https://www.groene.nl/artikel/een-ander-einde-van-de-wereld
https://www.uitgeverijtenhave.nl/boek/apocalypsofie/

Een echt feest van de democratie in tien stappen.*)

Dit blog is veel te lang. Sla het dus over als de toekomst u niet ter harte gaat.

Een nieuw Plan van de Arbeid/Plan voor de Toekomst zou de impasse, de stagnatie waarin ons land verkeert kunnen doorbreken. Maar alleen als het algemeen aanvaard en ondersteund wordt. Hoe zouden we dat kunnen bereiken? Ziehier een mogelijk stappenplan (geïnspireerd op het stappenplan uit 1936/7).

  1. Het initiatief moet worden genoemd door een aantal organisaties, zoals de FNV, Greenpeace, Milieudefensie, de Algemene Onderwijsbond, en wellicht nog één of twee, die het initiatief nemen en zich opwerpen als procesbewakers. De politiek moet daar voorlopig buiten blijven.
  2. Deze organisaties noemen, net zoals bij het oude Plan in 1936, een commissie, van deskundigen, die een korte schets maken van het Plan. Die schets moet in elk geval bevatten:
    • het doel van het plan, het wenkend perspectief
    • een lijst van mogelijke projecten (ten minste tien). Deze lijst moet in elk geval de volgende terreinen bestrijken: landbouw, economie, natuurbeheer (ecologie), arbeid, maatschappelijke en economische (on)gelijkheid, migratie, huisvesting, gezondheidszorg en vredesbeleid. Dat impliceert dat de deskundigen ook uit die terreinen afkomstig moeten zijn.
    • in dit stuk moet ook duidelijk staan dat een doorbreken van de stagnatie in de samenleving niet zal kunnen zonder dat er van de burgers offers worden gevraagd. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.
  3. Het parlement neemt een (initiatief) wet aan die de uitvoering van de hieronder beschreven stappen niet alleen mogelijk maakt maar dwingend voorschrijft. Deze wet gaat dus niet over de inhoud van een Plan, maar uitsluitend over de procedure.
  4. Een samenvatting van dit plan wordt toegestuurd aan alle Nederlanders, beginnende met een paar vragen, zoals: maakt u zich bezorgd over de toekomst? Voelt u zich vaak/soms machteloos als u daar wat aan zou willen doen? En zou u dat gevoel van machteloosheid niet willen doorbreken?
  5. Die samenvatting (die moet geschreven zijn in begrijpelijke taal, en, exclusief de projecten, niet langer mag zijn dan twee pagina’s) moet eindigen in een lijst met mogelijke projecten. Elk project moet beschreven worden in niet meer dan drie, hooguit vier zinnnen.
  6. Aan dit stuk moet een enquete worden toegevoegd waarbij het publiek mag aangeven welke projecten hem aanspreken, en waarbij het ook nog projecten mag toevoegen, beschreven in maximaal 300 letters per project. Tussen de toezending van het plan en de datum waarop de enquete moet worden ingevoerd, wordt het plan in de media besproken en bediscussieerd.
  7. De resultaten van deze enquete worden voorgelegd aan de oorspronkelijke commissie en aan een burgerforum, die elk met een nadere uitwerking komen. Daarna proberen ze tot één gezamenlijk Plan te komen.
  8. Een samenvatting van dit plan wordt vervolgens onderwerp van een referendum met de vraag: stemt u in met dit plan?
  9. Bij een meerderheid ‘ja’ wordt dit plan vervolgens voorgelegd aan de regering, die zich op voorhand verplicht dit plan om te zetten in een wet en en die ter stemming te brengen in het parlement. Daarbij wordt in de wet opgenomen dat de uitvoering van de projecten gebeurt in overleg met de betrokken burgers. Tevens moet de wet voorzien in de financiering van het plan.
  10. Als deze wet wordt aangenomen wordt de uitwerking van de projecten gedelegeerd aan de ministeries.

Ziehier een globale schets van wat er mijns inziens moet gebeuren. Het kan ook anders, en de procedure moet in elk geval nog nader uitgewerkt worden, maar daar is een blog als dit niet geschikt voor. Ik ben daar trouwens ook niet de aangewezen persoon voor – dat moet gebeuren door of in opdracht van de eerder genoemde commissie. Maar hoe dit ook zij, het revolutionaire karakter van het Plan zit hem dus niet alleen in de inhoud maar ook in de implementatie. U vindt dit of een vergelijkbaar stappenplan misschien onhaalbaar, maar waar een wil is, is een weg. En ik denk dat zonder zo’n stappenplan er van een Plan niets terechtkomt; dan wel dat het zal verzanden in een slap aftreksel dat niemand meer inspireert en het doel niet haalt.

Misschien vindt u mij wel naïef. Is de bovenstaande beschouwing een hersenschim, een volstrekt onrealistisch idee van iemand die losgezongen is van de huidige werkelijkheid, met zijn complottheorieën en scheldpartijen? Misschien – ik hoor er graag kritiek op. En ook als u een beter idee heeft hoor ik het graag.

©Het Parool 2017

*) Geïnspireerd op Het Plan van de Arbeid, door Michiel Zonneveld, 2023. Zie mijn blogs van 2 maart, 18 en 25 mei en 1 juni.

Een wenkend perspectief.

GEZOCHT: VAN DIE TOEKOMSTPLANNEN DIE NOG GENERATIES LANG MEEKUNNEN.

Mijn vorige blog eindigde ik met de vraag hoe we een nieuw Plan van de Arbeid ooit geïmplementeerd kunnen krijgen. Tegen elk voorstel om het stikstof-, klimaat- of migratieprobleem op te lossen ontstaat massaal maatschappelijk protest. Hoe zou dat kunnen voorkomen worden met de projecten van het Plan?

Michiel Zonneveld zegt daar een paar behartenswaardige dingen over. Ik noem er twee. Het eerste gaat over het aantrekkelijker maken van werk. Veel mensen hebben eigenlijk weinig plezier in hun werk, vooral omdat ze daarin te weinig eigen initiatief en verantwoordelijkheid kunnen realiseren. Het Plan zou dus een deelplan moeten bevatten, dat er op gericht is werk aantrekkelijker te maken. Dat betekent volgens Michiel dat de mensen het gevoel hebben dat ze ertoe doen. En meer precies: dat het werk voldoet aan de menselijke behoefte om voor elkaar van betekenis te zijn. Dat planmatig te realiseren is makkelijker gezegd dan gedaan, en ik zou daar op zichzelf een aantal blogs aan kunnen wijden. Voor nu voert dat te ver. Het tweede punt is dat het Plan zou moeten voorzien in andere machtsverhoudingen. Met name zouden de projecten niet over de hoofden van de mensen heen moeten worden bedacht en uitgevoerd, maar in echte samenspraak met de betrokkenen.

Maar dat lijkt me allemaal niet voldoende om de weerstanden en tegenwerking te doen oplossen. Zoals ik eerder zei, het oude Plan had de wind mee na de ramp van WO II. Je hoefde daardoor niemand uit te leggen dat een nieuw Plan nodig was. Maar deze tijd kenmerkt zich door een ramp in slow motion die zich geleidelijk over ons voltrekt. Daarvan is nog lang niet iedereen voldoende doordrongen, getuige het gedrag van vele burgers en politici. Dus het is van belang dat dit bij de introductie en creatie van het Plan duidelijk gecommuniceerd wordt. Maar om te voorkomen dat daarmee alle hoop op en vertrouwen in de mogelijkheid van een betere toekomst verloren gaat, mogen in die voorlichting schetsen en perspectieven van die betere toekomst niet ontbreken. Hoe komen we aan die schetsen? Daarover de volgende keer.

Een Plan voor de Toekomst

Het initiatief van Michiel Zonneveld voor een nieuw Plan van de Arbeid is bijzonder waardevol.*) Een dergelijk Plan, mits aanvaard, is een broodnodige voorwaarde voor een betere samenleving. Als ik er in dit blog een paar kritische kanttekeningen bij plaats, dan is dat dus niet om het Plan af te schieten, maar om een bijdrage te leveren aan een hopelijk brede maatschappelijke dialoog.

Mijn eerste kanttekening betreft de naam. Michiel heeft gekozen voor de naam Plan van de Arbeid. Hij had daarvoor een aantal redenen. De eerste: deze naam verwijst naar het uitzonderlijk succesvolle Plan uit 1935, dat na de oorlog met brede instemming volledig is uitgevoerd. Verder stelt hij dat zinvolle Arbeid een wezenlijke voorwaarde is voor een vervuld bestaan, en daarmee voor het algemeen welzijn. Hij rekent overigens ook vrijwilligers werk en onbetaalde arbeid voor het gezin tot deze zinvolle Arbeid. Ik ben het met deze gedachtengang wel eens, maar stel daar tegenover dat Arbeid, hoe zinvol ook, maar een deel uitmaakt van de samenleving. Genieten van de natuur, kunst (passief en actief, inclusief kookkunst), tuinieren als hobby, sportbeoefening, spel in het algemeen, ontdekken en onderzoeken (ook buiten de wetenschap) enz. enz. zijn eveneens wezenlijk onderdelen van het leven en essentieel voor een waardevolle wereld. Vandaar dat ik zou pleiten voor een ander label: een Plan voor de Toekomst.

Mijn tweede kanttekening betreft de doelstelling van het Plan. Michiel kiest voor ‘ertoe doen’ . Het gaat er om dat iedereen het gevoel heeft ertoe te doen; van betekenis te zijn in de wereld. Dat is zeker een waardevol doel, maar ik heb wat bedenkingen bij hoe hij dat doel uitwerkt. Hij maakt dit gevoel sterk afhankelijk van externe voorwaarden. Daarbij wordt minder aandacht besteed aan wat een ieder daar zelf aan kan doen. In het algemeen wordt, als een reactie op de neo-liberale filosofie, waarbij iedereen maar voor zichzelf moet zorgen, mijns inziens te weinig aandacht besteed aan ieders eigen verantwoordelijkheid. Het Plan is niet alleen een reactie op het neo-liberalisme maar ook op die spirituele stromingen die stellen, dat als we maar aandachtig en bewust (leren te) leven, het met de wereld ‘vanzelf’ goed zal komen. Het plan wijst erop dat daarvoor echt ook structurele projecten en veranderingen nodig zijn. Ik ben het daar van harte mee eens, maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Persoonlijk en spirituele ontwikkeling, met name zelfinzicht en zelfwaardering, zijn mijns inziens net zulke wezenlijke voorwaarden voor een mooie samenleving als systeemveranderingen. Woorden als ‘respect’ of ‘zorg’ (voor jezelf, voor elkaar, voor de dieren en de natuur, en voor de wereld als geheel; en ook van de samenleving voor jou) dekken de intentie van het Plan mijns inziens beter dan ‘ertoe doen’.

Een ander probleem met het Plan is: hoe krijgen we daarvoor de handen van op elkaar als er dit keer niet zo’n concrete ramp als een WO II aan vooraf gaat, en het maatschappelijk middenveld veel zwakker is georganiseerd als destijds. Daarover de volgende keer.

.

*) Zie mijn blog van vorige week, en Michiel Zonneveld, Plan van de Arbeid, 2023

Het verlangen naar een nieuw Plan.

Op weg naar een armageddon? Wij modderen vrolijk voort
(Tomas van Heste)

Op 2 maart heb ik het boek van Michiel Zonneveld aangekondigd, Het Plan van de Arbeid, en beloofd daar op terug te komen als het zou zijn verschenen. Dat is nu gebeurd op 25 april, en belofte maakt schuld. Dus ik kom er nu op terug.

Onze samenleving moddert voort sinds het tweede kabinet Kok, en gedurende de kabinetten Balkenende en Rutte. Voor zover ik kan nagaan is vrijwel geen enkele van de grote vraagstukken waar we als samenleving voor staan sindsdien echt aangepakt. In tegendeel, de prachtige samenleving die we destijds hadden is systematisch afgebroken door bezuinigingen en een volstrekt ongefundeerd geloof in de heilige markt. Eigenlijk is er maar één ding redelijk goed gegaan, en dat is het vaststellen van het deltaprogamma 2022. Ook het beleid voor natuur en biodiversiteit was aanvankelijk veelbelovend, maar wordt nu stap voor stap onderuit gehaald. Verder is het twijfelachtig of er een heldere stikstofwet komt die niet aan elkaar hangt van vage compromissen, en hetzelfde geldt voor het landbouwakkoord. De net uitgekomen voorjaarsnota is door de Raad van State afgekeurd wegens vaagheid en uitstel van duidelijke beleidsplannen (bezuinigingen). Er komt geen krachtig beleid voor asielzoekers, en ook de klimaatplannen van minister Jetten , hoewel omvangrijk, zijn het resultaat van een slap compromis. De energietransitie loopt volledig spaak doordat het stroomnet niet voldoende snel wordt uitgebreid (zoals gebruikelijk laat de centrale overheid het ook nu weer volledig afweten. De provincies of de gemeenten moeten het maar oplossen, maar die hebben uiteraard geen geld). En zo voort en zo verder. De verantwoordelijkheid hiervoor kan maar ten dele toegeschreven worden aan de genoemde kabinetten, maar ligt in hoofdzaak bij de partijen die deze regeringen vormden, en die steeds deelbelangen lieten en laten voorgaan op het algemeen belang. Ook de burgers, die deze partijen bij verkiezingen hun stem bleven geven zijn mede verantwoordelijk.

Deze situatie doet denken aan de situatie in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Ook toen was er alom stagnatie. Het was onder die omstandigheden dat er een brilliant Plan werd gelanceerd, dat aan die situatie een einde zou kunnen maken: het Plan van de Arbeid. Hoewel het initiatief daartoe lag bij de SDAP en het NVV, werd het Plan ontworpen door min of meer onafhankelijke deskundigen. Maar desondanks werd ook toen het Plan vrijwel meteen afgeschoten door andere partijen en belangengroepen. Er was een wereldoorlog voor nodig om dat Plan uitgevoerd te krijgen. Het was toen inmiddels wel duidelijk dat de oude inrichting van de samenleving niet meer werkte. Het algemene besef van ‘Dit nooit weer’ sloeg niet alleen op het fascisme en de wereld oorlog, maar ook op de diepgaande crisis uit de dertiger jaren, die door de oudere burgers in de samenleving nog niet was vergeten. Vandaar dat de maatregelen uit het Plan op wijde steun konden rekenen, niet alleen bij de verantwoordelijke politici, welgevers en werknemers, maar ook bij de bevolking als geheel.

Ook nu leven we in een tijd van stagnatie en dreigende rampspoed. Daarom is volgens Michiel Zonneveld een nieuw Plan van de Arbeid nodig. Hij staat met dit idee niet alleen – ook elders zijn initiatieven voor een nieuw Plan in ontwikkeling. Een aanzet daartoe vinden we bijvoorbeeld bij het Sociaal Cultureel Planbureau, en bij de Wetenschappelijk Bureau’s van Groen Links en de Partij van de Arbeid. Ook de Jonge Klimaatbeweging denkt in die richting.

In mijn volgende blogs ga ik in op het Plan van Michiel Zonneveld. Intussen raad ik u aan het boek te kopen en te lezen; met name als u (met mij, of in het algemeen) mee wilt denken of praten over dit Plan. Het leest makkelijk, is maar 150 pagina’s, is niet duur (€ 15). Mocht u, omdat u erg krap in uw tijd zit, voorlopig een samenvatting willen lezen dan kan dat op https://www.planvandearbeid.nl/het-boek-is-er-2/?ref=plan-van-de-arbeid-newsletter. Wie de presentatie van het boek van Michiel Zonneveld nog wil zien kan dat doen op https://www.youtube.com/watch?v=Z9Lm7rqMZsI.

Pat. Wat nu?

Als je handelt vanuit Woe Wei doe je ronde dekseltjes op ronde doosjes en vierkante dekseltjes op vierkante doosjes.
(Uit: De ‘Tao van Poeh’ van Benjamin Hoff)

Ik denk dat het voor iedereen die met open blik naar de uitslag van de verkiezingen kijkt wel duidelijk is dat we een periode van verdere stagnatie tegemoet gaan. Stagnatie op het gebied van de stikstofproblematiek en het klimaatbeleid in het bijzonder. En we kunnen daar als individuele burgers op dit moment weinig invloed op uitoefenen. Ik ben nooit van mening geweest dat bewustzijnsontwikkeling op individueel niveau op zichzelf een oplossing biedt voor onze maatschappelijke problemen. Daarvoor is ook collectieve structurele, actie nodig. Maar je kunt die stelling niet omkeren. Werkelijke collectieve actie zal immers nooit plaats vinden als er niet een zekere bewustzijnsontwikkeling plaats heeft gevonden. Dat hebben de verkiezingen nu weer aangetoond.

Wat we in elk geval niet moeten doen is in paniek raken, en uit onmacht allerlei acties gaan bedenken en uitvoeren. Dat heeft in deze situatie weinig zin. Beter is het om ons in deze situatie te laten leiden door Woe Wei (Tao, de weg, handelt niet, maar niets blijft ongedaan) en TzoeJan (Zelf Zo). Dat wil zeggen, dat de dingen vanzelf gebeuren, spontaan. Maar om dat ‘vanzelf’ te gaan ‘doen’ zullen we goed in contact met onszelf, met name met onze ziel, moeten zijn. (Over de ziel en over hoe we het contact daarmee kunnen kwijt raken en weer herstellen heb ik uitvoerig geschreven in mijn blogs van 11 november en 14 december 2021 en 13-27 januari 2022).

Een tweede ding wat ik kan aanraden in deze barre tijden is ons contact met de onzichtbare werelden aandacht te geven en zonodig te verdiepen. Ook daarover heb ik eerder uitvoerig geschreven (3 oktober 2018 – 19 november 2018). Daar staat voor zover ik kan overzien eigenlijk alles wel wat we nu nodig hebben. Wat ik hier nu nog wil benadrukken is het belang van gebed (zie mijn blog van 18 mei 2017). Een gebed geeft zowel ons persoonlijk steun, als dat er een heilzame invloed van kan uitgaan voor de wereld.

Overijsselse politici en bouwbedrijven willen na de verkiezingen samenwerking uitbreiden

Tot zover voor vandaag, met excuses voor de vele verwijzingen. Maar het zou zomaar kunnen dat het de moeite loont even de tijd te nemen om die oude blogs terug te lezen, zodat u daar vertrouwen en veerkracht aan ontleent en dat u daardoor in de wereld een verschil gaat maken. Het herlezen van die blogs werkte in elk geval zo voor mezelf. Ik vergeet namelijk nog wel eens wat ik eerder – al dan niet intuïtief – geschreven heb.

Je stem telt.

Je neemt 100% verantwoordelijkheid voor je leven. – Dank je
(Inzicht/feedback die je kan ontvangen in het Transformatiespel*)

In mijn vorige blog heb ik de vraag gesteld of we er verantwoordelijk voor zijn (en dus in staat zijn) de klimaatcatastrofe het hoofd te bieden, of dat de uitkomst is voorbeschikt. En als we verantwoordelijk zijn moeten we dan gehoorzaam zijn aan een externe, bovenpersoonlijke, transcendente autoriteit die uiteindelijk zal boordelen of we juist of niet juist hebben gehandeld; of zijn we wezenlijk vrij in onze beslissingen?

Degenen die me kennen en me al een tijdje hebben gevolgd weten wel dat ik er voor kies de laatste optie te geloven. Maar als dat zo zou zijn, dan verbaast het me hoe weinig mensen de daaruit de konsekwentie trekken. Dat geldt ook voor mezelf; ik heb daarover in mijn blog van 16 februari gesproken. Het is nu wel algemeen bekend dat we door de klimaatcatastrofe als mensheid groot gevaar lopen – ik noemde dat eerder een catastrofe in slow motion – maar we trekken daaruit voor ons gedrag geen of weinig consequenties. In meerderheid blijven we vliegen, vlees eten, consumeren (kleren!) enzovoort aslof er niets aan de hand is.

Het is natuurlijk moeilijk om uit onze comfort zone te komen, en wat van de luxe waarin we leven op te geven. Dat geldt ook voor mezelf. Het laaghangend fruit – geen vlees meer eten, niet meer vliegen, korter douchen, de verwarming wat lager, geen nieuwe kleren meer kopen behalve het meest noodzakelijke ondergoed, enz. – heb ik intussen geoogst. Ik acht dat geen verdienste, want ik doe het gewoon omdat ik me er beter bij voel. Daarmee is mijn voetafdruk verlaagd tot 4,25 ha, maar dat is nog heel ver verwijderd van de 1,7 ha waar ik recht op heb. Maar om in die richting te komen zou ik werkelijke offers moeten brengen: vakantie opgeven, auto wegdoen, niet meer douchen, binnentemperatuur veel verder verlagen, niet meer uitgaan, enz.,enz. Kortom, vrijwel alles opgeven wat mijn leven aangenaam maakt, al zou ik natuurlijk nog kunnen genieten van alles wat gratis is: wandelen bijvoorbeeld. Als ik alles wat ik enigszins zou kunnen missen zou opgeven maar in mijn huidige huis zou blijven wonen zou mijn voetafdruk toch nog 2,62 ha bedragen. Hoe dit zij, ik ben daartoe voorshands niet bereid. Ik kan daar allerlei (drog)redenen voor aanvoeren , maar die wou ik u maar besparen. Feit is dat ik me net zo gedraag als veruit de meeste mensen.

Aristoteles

Wat moeten we hier nu mee? Wel, ik denk dat het in elk geval nuttig is ons van ons gedrag bewust te blijven en met het ongemak daarvan te leven. Dat hoeft, naar ik uit ervaring weet, een gelukkig leven niet in de weg te staan. Ongemak en levensvreugde kunnen naast elkaar bestaan – sterker: het toelaten van ongemak kan de levensvreugde verdiepen, want we hoeven dan niets meer weg te stoppen. Bovendien zal dit bewustzijn op subtiele wijze ons gedrag gaan beïnvloeden – bij voorbeeld onze stem verheffen en onze stemkeuze bepalen bij de verkiezingen van morgen. En ten slotte, laten we ons de wijsheid van Aristoteles herinneren: Het kan niet anders dan dat de middenweg in het leven het beste is.

.

*) Zie elders op deze website (Spelen voor het leven). Deze feedback is een van de twee diepste inzichten die je in het spel kunt verwerven. Een ander inzicht uit het spel is: Plezier hebben in je leven betekent niet dat je pijn vermijdt.

Timshel

Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen, maar jij moet sterker zijn dan deze. (Genesis 4:7)

Disclaimer: Veel wat ik in dit blog aan de orde stel is al eerder neergeschreven (John Steinbeck, East of Eden, en bijvoorbeeld: https://peterdejaegher.com/2016/02/11/timshel/.) Niettemin heb ik er voor gekozen er ook zelf nog eens op in te gaan. Excuses voor de lezers die hier al alles over weten.

De bijbel is nog geen vier bladzijden oud of de mensheid wordt al twee keer opgezadeld met de erfzonde. De eerste keer is de bekende zondeval (Genesis 3); de tweede keer is de val van Kaïn nadat de Heer zijn offer had afgewezen. Tussen beide verhalen is een belangrijk verschil.

Na de eerste zondeval wordt de mensheid zonder meer gestraft. Dat heeft er toe geleid dat de leer van de erfzonde – wij zijn alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad (Heidelbergse catechismus) – in Christelijke kringen wijd verbreid is. Slechts de genade Gods kan ons redden – tenzij dan dat wij door den Geest Gods wedergeboren worden (Heidelbergse catechismus, vervolg).

In het geval van Kaïn ligt dat anders – zie het citaat hierboven, dat de reactie van God is op de woede van Kaïn. Opvallend is dat in alle bijbelversies die ik heb gelezen het woordje moet is gebruikt als vertaling van het Hebreeuwse timshel. Zo vertaald klinkt het als een bevel; vriendelijker geformuleerd, een opdracht. Het kan echter ook vertaald worden als zal, en dan is het meer een voorspelling, iets wat is voorbeschikt. En tenslotte is de meest voor de hand liggende vertaling: kan. Dan wordt de verantwoordelijkheid geheel gelegd bij Kaïn: je hebt een keuze.

We zien dat achter deze vertalingsmogelijkheden drie verschillende levensbeschouwingen schuil gaan. Wat zegt het over de westelijke cultuur dat vanaf de middeleeuwen timshel steeds vertaald is als moet, (Engels: must) terwijl de vertaling kan dichter bij het oorspronkelijke Hebreeuws schijnt te liggen (hierover kan ik niet zelf oordelen – want ik ben geen kenner van het bijbels Hebreeuws. Ik moet dus afgaan op het oordeel van ter zake kundigen).

Wat denkt u, welke visie overheerst in de hedendaagse Westerse cultuur, die in de wereld zo dominant is geworden? Als we deze vraag bijvoorbeeld toepassen op de klimaatcatastrofe: is de uitkomst onvermijdelijk (voorbeschikt), is de uitkomst afhankelijk van of we een bevel of opdracht uitvoeren van een externe instantie die beslist wat juist en niet juist is, of zijn we zelf verantwoordelijk en hebben we een keuze? Volgende week kom ik hierop terug.

Citaat uit John Steinbeck, East of Eden.

NB: In verband met de verkiezingen verschijnt het volgende blog al op dinsdag.

Een Europese oorlog – een gevaar voor ons allemaal.

Ik ben geen deskundige, maar ook een leek kan zien dat Oekraïne de oorlog met Rusland niet op eigen kracht kan winnen. Rusland is bijna nooit verslagen, niet door Napoleon, niet door Hitler en ook niet daarna (de enige uitzondering hierop is de nederlaag tegen Japan in 1905). Het beste wat je tegen Rusland kan bereiken is een patstelling (zoals na de eerste Tetsjeense oorlog en in Afghanistan), wat nu ook weer dreigt in Oekraïne. Er zijn drie redenen waarom Rusland niet te verslaan is: het beschikt door zijn omvang altijd over vrijwel onbeperkte financiële middelen (zelfs al is het per hoofd van de bevolking vaak armer dan zijn tegenstanders), het beschikt over een onuitputtelijk menselijk potentieel (kanonnenvoer), en het Russische volk is zo nationalistisch dat het vrijwel altijd in meerderheid achter zijn leiders staat in tijden van oorlog. Dat nationalisme wordt dan ook door de (autoritaire) leiders handig uitgebuit – vaak worden de oorlogen juist daarom begonnen – het vergroot de populariteit van de dictator. Al deze factoren spelen nu ook bij de oorlog in Oekraïne.

Bijna geen enkele oorlog eindigt met de nederlaag van een van de strijdende partijen (Een uitzondering hierop is de nederlaag van Duitsland in de 2e wereldoorlog, door de idiotie van Hitler, die op het hoogtepunt van zijn successen geen eieren voor zijn geld koos maar daarentegen een uitzichtloze oorlog met Rusland begon). Ze eindigen eigenlijk altijd in een patstelling, waarna een een wapenstilstand plaats vindt, gevolgd door onderhandelingen. Voordien probeert elk van de partijen een zo sterk mogelijke uitgangspositie te bereiken. Daardoor duurt de oorlog vaak langer dan vanuit welk gezichtspunt dan ook zinvol is, ten koste van veel bloedvergieten en onnoemelijk leed. We zien dat nu ook in Oekraïne, waarbij Oekraïne alleen maar een gunstige uitgangspositie kan bereiken met behulp van de NAVO(-landen). Die zullen daartoe steeds meer wapentuig met de daarbij behorende instructeurs leveren. Uiteindelijk zullen ze wellicht onder druk komen te staan om ook manschappen te leveren, want daaraan heeft Oekraïne een structureel tekort. Zo kan de oorlog steeds verder escaleren tot het uiteindelijk een oorlog wordt tussen de NAVO en Rusland (met de levering van de tanks is het dat nu al bijna zo), en Poetin nog maar één optie is gelaten: de inzet van atoomwapens.*)

Alle bovenstaande inzichten zijn weliswaar door mij als leek ontwikkeld, maar worden gedeeld door mensen die echt wel weten waar ze over praten, onder wie Henry Kissinger, en te onzent Maarten van Rossum, en verscheidene militaire deskundigen. Iedereen kan deze informatie uit de publieke media halen, met name als je goed tussen de de regels door leest en luistert/kijkt en je niet laat leiden door de oorlogsretoriek. Niettemin weigeren beide partijen hardnekkig te onderhandelen; ze verkeren nog in het stadium waarin ze beiden betere posities proberen te bereiken. Oekraïne wordt hierin door Europa en de NAVO gesteund. Dit leidt tot giga risico’s: zoals gezegd meer leed, verwoesting en bloedvergieten en een grotere kans op een nucleair conflict. Maar misschien nog wel het ergste van alles: al die tijd wordt er mondiaal nauwelijks energie besteed aan de ramp die ons meer dan wat ook bedreigt: de klimaat catastrofe. Alle aandacht gaat op aan het proberen de schadelijke effecten van de oorlog op economisch gebied zoveel mogelijk te beperken.

Daarom MOET er NU onderhandeld worden, en niet pas over een of anderhalf jaar. Ik ben natuurlijk niet de eerste die dit stelt, zie bijvoorbeeld de ‘golfgroep’ op 19 december, Henry Kissinger en Marli Huijer in Trouw van 1 februari j.l. Maar die oproepen bieden geen handvatten om te komen tot een rechtvaardige oplossing. Om beide partijen aan de onderhandelingstafel te krijgen, zal er eerst druk moeten worden uitgeoefend op beide partijen. Rusland zal een uitweg geboden moeten worden zodat de oorkog niet als een nederlaag zal overkomen. Naar mijn mening zal dat moeten inhouden dat ze de Krim mogen houden (daar is namelijk op historische gronden wel iets voor te zeggen **). Voorts moet ze een vrije doortocht worden gegarandeerd door Oekraïne naar de Krim (daarvoor is een bezetting van-Oost Oekraïne volstrekt onnodig – Duitsland heeft al eeuwen een vrije doortocht naar de Noordzee via Nederland). Anderzijds moet ze worden duidelijk gemaakt dat hun bezetting van een vrij land volstrekt niet acceptabel is, wat zou moeten resulteren in herstelbetalingen aan Oekraïne. Daarentegen zou Oekraïne het verlies van de Krim moeten slikken, waartegenover het het gezag over Oostelijk Oekraïne terugkrijgt***) en volstrekte autonomie tegenover Rusland, waardoor het bijvoorbeeld kan aansluiten bij de EU. Tevens ontvangt het herstelbetalingen.

Het lijkt niet waarschijnlijk dat een van beide partijen bereid is tot open onderhandelingen als niet voldaan is aan een aantal onacceptabele eisen vooraf. Daarom zullen die beide landen onder druk moeten worden gezet. De enige instantie die dat kan doen is de EU of de VN (Algemene Vergadering) – de NAVO en de VS worden door Rusland te veel gezien als partij in het conflict. Helaas heb ik geen enkele invloed op de EU en de VN. Maar misschien heeft een van mijn lezers wel relaties in die kringen, eventueel via de Nederlandse regering of Europese parlementsleden. Het zou de moeite waard zijn de bovenstaande ideeën onder hun aandacht te brengen.

I

*) Dat gevaar dreigt nu al na de levering van de tanks. Poetin heeft gezegd dat hij ‘nadere maatregelen’ zal nemen als de tanks Russisch grondgebied bereiken, waaronder hij ook Oostelijk Oekraïne rekent. De tanks hebben echter weinig nut als Oekraïne ze niet aldaar kan inzetten.
**) Dit is ook de mening van Harry van Bommel uit de ‘golfgroep’. Zie ook Maarten Van Rossum in: https://www.maartenonline.nl/de-wrok-van-een-mislukte-supermacht/. Dit artikel is ook in ander opzicht zeer informatief over het het conflict.
***) Er wordt vaak beweerd dat de Donbas en Loegansk eigenlijk bij Rusland zouden moeten horen, omdat het aantal ethnische Russen dat er wonen een meerderheid vormen: 80 % van de bevolking. Afgezien van het dubieuze van dit argument (in de meeste landen wonen wel ethnische minderheden) is het ook onjuist. Bij de volkstelling van 2001 woonden er in beide landsdelen minder dan 40 % ethnische Russen – dat lijkt sindsdien niet noemenswaard veranderd te zijn. Bij het referendum van 1991 stemden overigens 84 % van de Oekraïners voor onafhankelijkheid van Rusland. 

De zin van het kwaad.

(vervolg op mijn blog van vorige week)

Het wezen van de wereld ligt in het kwade en in het goede en het een kan zonder het ander niet in leven zijn.
Jacob Boehme

Waar komt het kwaad vandaan? Ik ga er van uit dat dit heelal voortkomt uit één oorsprong – een theorie die ondersteund wordt door de huidige wetenschappelijke inzichten dat dit universum is voorgekomen uit één – bijna – singulariteit middels de oerknal*). De consequentie hiervan is dat het kwaad en het goede voortkomen uit een gemeenschappelijke bron. Ik geloof dus niet in een aparte bron van het kwaad zoals Ahriman (in het Zoroastrisme) of Satan of de demiurg bij de Katharen en in sommige gnostische geschriften. Als die aparte bron wel zou bestaan zouden er dus twee naast elkaar bestaande oorsprongen moeten zijn – maar dan rijst de vraag: waar komen die beide ‘oorsprongen’ dan vandaan? Dat zou dan een oudere ‘echte’ oorsprong moeten zijn – dus dan komt het kwaad toch weer uit dezelfde oorsprong als het goede. Kortom: het bestaan van een kwaad als onafhankelijke entiteit naast het goede is in elk geval logisch onwaarschijnlijk. (Overigens zijn er ook in de bijbel al metaforische aanwijzingen voor het feit dat het kwaad naast het goede ook door God zou zijn geschapen. Denk bijvoorbeeld aan de slang, en de boom van kennis van goed en kwaad in Genesis, beide door God geschapen.)

Dit antwoord op de vraag ‘waar vandaan’ geeft echter geen antwoord op de vraag ‘waartoe is het kwaad geschapen?’ Deze vraag verwijst naar een nog fundamentelere vraag: waartoe is dit heelal überhaupt geschapen? Heeft de schepping eigenlijk wel een doel? Is het wel doelbewust geschapen? Strikt genomen kunnen we dat niet weten – maar we kunnen door schouwing van de wereld wel tot een vermoeden komen. Diepe schouwing kan leiden tot gevoelens van verwondering, ontzag, ontroering, mystieke openbaringen en ervaring van schoonheid. Daaruit kan zich een geloof ontwikkelen in de betekenis van deze wereld. Volgens velen wordt die gezien in de ontwikkeling van het bewustzijn.

Als we hier zijn aangekomen kunnen we de vraag naar de zin van het kwaad stellen. Traditioneel worden hier voor zover ik kan overzien twee redenen voor gegeven.

  1. Zonder de aanwezigheid van het kwaad zouden we het goede niet kunnen waarnemen. Zoals een vis het water niet kan waarnemen (omdat er in zijn leven geen tegenstelling van water is) zo kunnen wij alleen het goede waarnemen door het af te zetten tegen het kwaad. Wij kunnen de werkelijkheid om ons heen überhaupt alleen waarnemen middels antinomieën (onderling verbonden tegenstellingen). Daarom is het zo dat hoe meer we ons in het kwaad verdiepen, des te meer we in het goede kunnen doordringen.
  2. De tweede reden hangt hier nauw mee samen. Door het waarnemen van het goede en het kwade naast elkaar kunnen we er tussen kiezen. Zonder het kwade is er geen keuzemogelijkheid en dus geen vrijheid en verantwoordelijkheid. Deze vrijheid is nodig voor de ontwikkeling van ons bewustzijn.

Zo bezien vervult Poetin een belangrijke functie. Doordat hij het kwaad faciliteert confronteert hij ons met de mogelijke goedheid van de mens. Dat is een mooi bruggetje naar het blog van volgende week, dat zal gaan over de oorlog waarin we meer en meer verwikkeld raken.

Jezus en de duivel
Simon Bening – The Temptation of Christ (16e eeuw)

•) Een singulariteit is in de kosmologie een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid.