Categoriearchief: Mens en samenleving

Timshel

Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen, maar jij moet sterker zijn dan deze. (Genesis 4:7)

Disclaimer: Veel wat ik in dit blog aan de orde stel is al eerder neergeschreven (John Steinbeck, East of Eden, en bijvoorbeeld: https://peterdejaegher.com/2016/02/11/timshel/.) Niettemin heb ik er voor gekozen er ook zelf nog eens op in te gaan. Excuses voor de lezers die hier al alles over weten.

De bijbel is nog geen vier bladzijden oud of de mensheid wordt al twee keer opgezadeld met de erfzonde. De eerste keer is de bekende zondeval (Genesis 3); de tweede keer is de val van Kaïn nadat de Heer zijn offer had afgewezen. Tussen beide verhalen is een belangrijk verschil.

Na de eerste zondeval wordt de mensheid zonder meer gestraft. Dat heeft er toe geleid dat de leer van de erfzonde – wij zijn alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad (Heidelbergse catechismus) – in Christelijke kringen wijd verbreid is. Slechts de genade Gods kan ons redden – tenzij dan dat wij door den Geest Gods wedergeboren worden (Heidelbergse catechismus, vervolg).

In het geval van Kaïn ligt dat anders – zie het citaat hierboven, dat de reactie van God is op de woede van Kaïn. Opvallend is dat in alle bijbelversies die ik heb gelezen het woordje moet is gebruikt als vertaling van het Hebreeuwse timshel. Zo vertaald klinkt het als een bevel; vriendelijker geformuleerd, een opdracht. Het kan echter ook vertaald worden als zal, en dan is het meer een voorspelling, iets wat is voorbeschikt. En tenslotte is de meest voor de hand liggende vertaling: kan. Dan wordt de verantwoordelijkheid geheel gelegd bij Kaïn: je hebt een keuze.

We zien dat achter deze vertalingsmogelijkheden drie verschillende levensbeschouwingen schuil gaan. Wat zegt het over de westelijke cultuur dat vanaf de middeleeuwen timshel steeds vertaald is als moet, (Engels: must) terwijl de vertaling kan dichter bij het oorspronkelijke Hebreeuws schijnt te liggen (hierover kan ik niet zelf oordelen – want ik ben geen kenner van het bijbels Hebreeuws. Ik moet dus afgaan op het oordeel van ter zake kundigen).

Wat denkt u, welke visie overheerst in de hedendaagse Westerse cultuur, die in de wereld zo dominant is geworden? Als we deze vraag bijvoorbeeld toepassen op de klimaatcatastrofe: is de uitkomst onvermijdelijk (voorbeschikt), is de uitkomst afhankelijk van of we een bevel of opdracht uitvoeren van een externe instantie die beslist wat juist en niet juist is, of zijn we zelf verantwoordelijk en hebben we een keuze? Volgende week kom ik hierop terug.

Citaat uit John Steinbeck, East of Eden.

NB: In verband met de verkiezingen verschijnt het volgende blog al op dinsdag.

Een Europese oorlog – een gevaar voor ons allemaal.

Ik ben geen deskundige, maar ook een leek kan zien dat Oekraïne de oorlog met Rusland niet op eigen kracht kan winnen. Rusland is bijna nooit verslagen, niet door Napoleon, niet door Hitler en ook niet daarna (de enige uitzondering hierop is de nederlaag tegen Japan in 1905). Het beste wat je tegen Rusland kan bereiken is een patstelling (zoals na de eerste Tetsjeense oorlog en in Afghanistan), wat nu ook weer dreigt in Oekraïne. Er zijn drie redenen waarom Rusland niet te verslaan is: het beschikt door zijn omvang altijd over vrijwel onbeperkte financiële middelen (zelfs al is het per hoofd van de bevolking vaak armer dan zijn tegenstanders), het beschikt over een onuitputtelijk menselijk potentieel (kanonnenvoer), en het Russische volk is zo nationalistisch dat het vrijwel altijd in meerderheid achter zijn leiders staat in tijden van oorlog. Dat nationalisme wordt dan ook door de (autoritaire) leiders handig uitgebuit – vaak worden de oorlogen juist daarom begonnen – het vergroot de populariteit van de dictator. Al deze factoren spelen nu ook bij de oorlog in Oekraïne.

Bijna geen enkele oorlog eindigt met de nederlaag van een van de strijdende partijen (Een uitzondering hierop is de nederlaag van Duitsland in de 2e wereldoorlog, door de idiotie van Hitler, die op het hoogtepunt van zijn successen geen eieren voor zijn geld koos maar daarentegen een uitzichtloze oorlog met Rusland begon). Ze eindigen eigenlijk altijd in een patstelling, waarna een een wapenstilstand plaats vindt, gevolgd door onderhandelingen. Voordien probeert elk van de partijen een zo sterk mogelijke uitgangspositie te bereiken. Daardoor duurt de oorlog vaak langer dan vanuit welk gezichtspunt dan ook zinvol is, ten koste van veel bloedvergieten en onnoemelijk leed. We zien dat nu ook in Oekraïne, waarbij Oekraïne alleen maar een gunstige uitgangspositie kan bereiken met behulp van de NAVO(-landen). Die zullen daartoe steeds meer wapentuig met de daarbij behorende instructeurs leveren. Uiteindelijk zullen ze wellicht onder druk komen te staan om ook manschappen te leveren, want daaraan heeft Oekraïne een structureel tekort. Zo kan de oorlog steeds verder escaleren tot het uiteindelijk een oorlog wordt tussen de NAVO en Rusland (met de levering van de tanks is het dat nu al bijna zo), en Poetin nog maar één optie is gelaten: de inzet van atoomwapens.*)

Alle bovenstaande inzichten zijn weliswaar door mij als leek ontwikkeld, maar worden gedeeld door mensen die echt wel weten waar ze over praten, onder wie Henry Kissinger, en te onzent Maarten van Rossum, en verscheidene militaire deskundigen. Iedereen kan deze informatie uit de publieke media halen, met name als je goed tussen de de regels door leest en luistert/kijkt en je niet laat leiden door de oorlogsretoriek. Niettemin weigeren beide partijen hardnekkig te onderhandelen; ze verkeren nog in het stadium waarin ze beiden betere posities proberen te bereiken. Oekraïne wordt hierin door Europa en de NAVO gesteund. Dit leidt tot giga risico’s: zoals gezegd meer leed, verwoesting en bloedvergieten en een grotere kans op een nucleair conflict. Maar misschien nog wel het ergste van alles: al die tijd wordt er mondiaal nauwelijks energie besteed aan de ramp die ons meer dan wat ook bedreigt: de klimaat catastrofe. Alle aandacht gaat op aan het proberen de schadelijke effecten van de oorlog op economisch gebied zoveel mogelijk te beperken.

Daarom MOET er NU onderhandeld worden, en niet pas over een of anderhalf jaar. Ik ben natuurlijk niet de eerste die dit stelt, zie bijvoorbeeld de ‘golfgroep’ op 19 december, Henry Kissinger en Marli Huijer in Trouw van 1 februari j.l. Maar die oproepen bieden geen handvatten om te komen tot een rechtvaardige oplossing. Om beide partijen aan de onderhandelingstafel te krijgen, zal er eerst druk moeten worden uitgeoefend op beide partijen. Rusland zal een uitweg geboden moeten worden zodat de oorkog niet als een nederlaag zal overkomen. Naar mijn mening zal dat moeten inhouden dat ze de Krim mogen houden (daar is namelijk op historische gronden wel iets voor te zeggen **). Voorts moet ze een vrije doortocht worden gegarandeerd door Oekraïne naar de Krim (daarvoor is een bezetting van-Oost Oekraïne volstrekt onnodig – Duitsland heeft al eeuwen een vrije doortocht naar de Noordzee via Nederland). Anderzijds moet ze worden duidelijk gemaakt dat hun bezetting van een vrij land volstrekt niet acceptabel is, wat zou moeten resulteren in herstelbetalingen aan Oekraïne. Daarentegen zou Oekraïne het verlies van de Krim moeten slikken, waartegenover het het gezag over Oostelijk Oekraïne terugkrijgt***) en volstrekte autonomie tegenover Rusland, waardoor het bijvoorbeeld kan aansluiten bij de EU. Tevens ontvangt het herstelbetalingen.

Het lijkt niet waarschijnlijk dat een van beide partijen bereid is tot open onderhandelingen als niet voldaan is aan een aantal onacceptabele eisen vooraf. Daarom zullen die beide landen onder druk moeten worden gezet. De enige instantie die dat kan doen is de EU of de VN (Algemene Vergadering) – de NAVO en de VS worden door Rusland te veel gezien als partij in het conflict. Helaas heb ik geen enkele invloed op de EU en de VN. Maar misschien heeft een van mijn lezers wel relaties in die kringen, eventueel via de Nederlandse regering of Europese parlementsleden. Het zou de moeite waard zijn de bovenstaande ideeën onder hun aandacht te brengen.

I

*) Dat gevaar dreigt nu al na de levering van de tanks. Poetin heeft gezegd dat hij ‘nadere maatregelen’ zal nemen als de tanks Russisch grondgebied bereiken, waaronder hij ook Oostelijk Oekraïne rekent. De tanks hebben echter weinig nut als Oekraïne ze niet aldaar kan inzetten.
**) Dit is ook de mening van Harry van Bommel uit de ‘golfgroep’. Zie ook Maarten Van Rossum in: https://www.maartenonline.nl/de-wrok-van-een-mislukte-supermacht/. Dit artikel is ook in ander opzicht zeer informatief over het het conflict.
***) Er wordt vaak beweerd dat de Donbas en Loegansk eigenlijk bij Rusland zouden moeten horen, omdat het aantal ethnische Russen dat er wonen een meerderheid vormen: 80 % van de bevolking. Afgezien van het dubieuze van dit argument (in de meeste landen wonen wel ethnische minderheden) is het ook onjuist. Bij de volkstelling van 2001 woonden er in beide landsdelen minder dan 40 % ethnische Russen – dat lijkt sindsdien niet noemenswaard veranderd te zijn. Bij het referendum van 1991 stemden overigens 84 % van de Oekraïners voor onafhankelijkheid van Rusland. 

De zin van het kwaad.

(vervolg op mijn blog van vorige week)

Het wezen van de wereld ligt in het kwade en in het goede en het een kan zonder het ander niet in leven zijn.
Jacob Boehme

Waar komt het kwaad vandaan? Ik ga er van uit dat dit heelal voortkomt uit één oorsprong – een theorie die ondersteund wordt door de huidige wetenschappelijke inzichten dat dit universum is voorgekomen uit één – bijna – singulariteit middels de oerknal*). De consequentie hiervan is dat het kwaad en het goede voortkomen uit een gemeenschappelijke bron. Ik geloof dus niet in een aparte bron van het kwaad zoals Ahriman (in het Zoroastrisme) of Satan of de demiurg bij de Katharen en in sommige gnostische geschriften. Als die aparte bron wel zou bestaan zouden er dus twee naast elkaar bestaande oorsprongen moeten zijn – maar dan rijst de vraag: waar komen die beide ‘oorsprongen’ dan vandaan? Dat zou dan een oudere ‘echte’ oorsprong moeten zijn – dus dan komt het kwaad toch weer uit dezelfde oorsprong als het goede. Kortom: het bestaan van een kwaad als onafhankelijke entiteit naast het goede is in elk geval logisch onwaarschijnlijk. (Overigens zijn er ook in de bijbel al metaforische aanwijzingen voor het feit dat het kwaad naast het goede ook door God zou zijn geschapen. Denk bijvoorbeeld aan de slang, en de boom van kennis van goed en kwaad in Genesis, beide door God geschapen.)

Dit antwoord op de vraag ‘waar vandaan’ geeft echter geen antwoord op de vraag ‘waartoe is het kwaad geschapen?’ Deze vraag verwijst naar een nog fundamentelere vraag: waartoe is dit heelal überhaupt geschapen? Heeft de schepping eigenlijk wel een doel? Is het wel doelbewust geschapen? Strikt genomen kunnen we dat niet weten – maar we kunnen door schouwing van de wereld wel tot een vermoeden komen. Diepe schouwing kan leiden tot gevoelens van verwondering, ontzag, ontroering, mystieke openbaringen en ervaring van schoonheid. Daaruit kan zich een geloof ontwikkelen in de betekenis van deze wereld. Volgens velen wordt die gezien in de ontwikkeling van het bewustzijn.

Als we hier zijn aangekomen kunnen we de vraag naar de zin van het kwaad stellen. Traditioneel worden hier voor zover ik kan overzien twee redenen voor gegeven.

  1. Zonder de aanwezigheid van het kwaad zouden we het goede niet kunnen waarnemen. Zoals een vis het water niet kan waarnemen (omdat er in zijn leven geen tegenstelling van water is) zo kunnen wij alleen het goede waarnemen door het af te zetten tegen het kwaad. Wij kunnen de werkelijkheid om ons heen überhaupt alleen waarnemen middels antinomieën (onderling verbonden tegenstellingen). Daarom is het zo dat hoe meer we ons in het kwaad verdiepen, des te meer we in het goede kunnen doordringen.
  2. De tweede reden hangt hier nauw mee samen. Door het waarnemen van het goede en het kwade naast elkaar kunnen we er tussen kiezen. Zonder het kwade is er geen keuzemogelijkheid en dus geen vrijheid en verantwoordelijkheid. Deze vrijheid is nodig voor de ontwikkeling van ons bewustzijn.

Zo bezien vervult Poetin een belangrijke functie. Doordat hij het kwaad faciliteert confronteert hij ons met de mogelijke goedheid van de mens. Dat is een mooi bruggetje naar het blog van volgende week, dat zal gaan over de oorlog waarin we meer en meer verwikkeld raken.

Jezus en de duivel
Simon Bening – The Temptation of Christ (16e eeuw)

•) Een singulariteit is in de kosmologie een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid.

Het absolute kwaad.

Het kwaad in de wereld heeft me al lang gefascineerd. Ik heb daarover ook al herhaaldelijk gepubliceerd.*) Maar dezer dagen kwam ik er opnieuw over te denken, doordat ik het boek East of Eden van John Steinbeck herlees. Daarin komt een karakter voor, Cathy, die een personalisatie is van pure kwaadaardigheid. Dat is door Steinbeck zo overtuigend beschreven, dat ik tot de conclusie kwam dat dergelijke personen inderdaad bestaan.

Er zijn mensen die beweren dat het kwaad eigenlijk niet bestaat, zoals duisternis eigenlijk niet bestaat. Duisternis is slechts de afwezigheid van licht, maar op zichzelf is het niets. Zo zou kwaad slechts de afwezigheid van het schone en het goede zijn, maar op zichzelf niet bestaan. Het zou slechts een hersenschim zijn, een illusie. Ik geloof dat niet. De analogie met licht en duisternis gaat mank, omdat duisternis van zichzelf geen energie heeft, maar kwaad wel. Ik geloof dat het kwaad daadwerkelijk bestaat.

Voor dit blog maak ik een onderscheid tussen het relatieve kwaad en het absolute kwaad. Bij het relatieve kwaad spelen andere motieven mee dan alleen het zuiver kwaadaardige. Voorbeelden daarvan is de leugen waarmee een echtgenoot zijn vreemdgaan verzwijgt, of regeringen die willens en wetens problemen voor zich uitschuiven. Zelfs Poetin kan je zien als een manifestatie van het relatieve kwaad, omdat hij ook nog andere, min of meer begrijpelijke motieven heeft; hoewel in dit geval onduidelijk is of deze motieven uitsluitend een tactische dekmantel zijn van het absolute kwaad, of echt zijn gemeend.

Enkele voorbeelden van het absolute kwaad zijn: het met plezier martelen van gevangenen, het neerschieten van onschuldige burgers (in Bachmoet, en soms ook door Israëlische soldaten), het opzetten en financieren van en leiding geven aan de Wagner groep met pure vernietiging van mensenlevens als doel (Jevgeni Prigozjin), en het welbewust verzwijgen van klimaatschade door de eigen activiteiten van het concern en het zich met alle macht verzetten tegen maatregelen om die schade te beperken, terwijl de wetenschap daarover al sinds de jaren zeventig bij het bedrijf door eigen onderzoek bekend was (Exxon; bron: Trouw 13 januari j.l.); met andere woorden: bewust bevorderen van de ondergang van de wereld.

Het absolute kwaad bestaat dus. Dan rijzen er twee vragen: waar komt het vandaan, en waartoe dient het? Daarover een volgende keer.

Dode man in Bachmoet.

*) Zie mijn blogs van 21 juli 2022, 27 mei 2021, 8 augustus 2019, 9 februari 1917

Wat betreft het kwaad in de wereld , heb ik ook uitvoerig geschreven in hoofdstuk 3 van mijn boek Voor niets gaat de zon op, een blauwdruk voor een waardige wereld. Dit boek is tweedehands verkrijgbaar, of nieuw te bestellen bij de uitgeverij Elikser. Ook kunt u hoofdstuk 3 downloaden middels deze link: Hoofdstuk-3 : Download

Wat de toekomst brengen moge . . .

Hoop is een kwestie van actie
(vrij naar Jane Goodall, Wintergasten, VPRO, 2 januari*)

Zomaar wat berichten uit Trouw van 30 december j.l. Ik kom daar nu pas mee, omdat ik eerst een vervolg moest schrijven op mijn blog van 15 december (dat had ik beloofd en belofte maakt schuld). Maar ik vond de berichten opmerkelijk genoeg om ze alsnog onder de aandacht te brengen.

Bericht 1
Exxon stapt naar de rechter om te voorkomen dat het een winstaandeel van 33 % moet afdragen aan de EU als solidariteitsbijdrage voor de hoge gasprijzen voor burgers en het bedrijfsleven. Dat is ruim € 7 miljard , want Exxon heeft in 2020 23 miljard winst gemaakt door de hoge energieprijzen. In de VS zijn de extra maatschappelijke bijdrage van de energiereuzen niet verplicht, maar in antwoord op een verzoek van president Biden om vrijwillig iets van hun gigantische winsten terug te geven aan de maatschappij, antwoordde Exxon topman Darron Woods met de uitspraak: “nou, dat doen we ook. door dividend aan onze aandeelhouders uit te keren.” Wat mij betreft is dat de gotspe van het jaar 2021. Overigens is Exxon zijn aandeelhouders ook verder ter wille door op grote schaal aandelen in te kopen, waardoor de uitkering per aandeel groter kan worden. Verder overweegt Exxon, evenals Shell en Total nieuwe investeringen in Europa af te bouwen.

Bericht 2.
Op de volgende pagina van hetzelfde nummer van Trouw staat dat het voorstel van Timmermans om het gebruik van pesticiden in 2030 te halveren nu op de tocht staat, want onder druk van de pesticide-lobby en de agro-industie heeft Europese Unie besloten eerst meer onderzoek te doen. Hè, meer onderzoek? We weten toch al lang dat pesticiden NIET schadelijk zijn????? En de biodiversiteit NIET bedreigd wordt????? Een beetje cynische reactie – ik geef het toe. Kennelijk had ik even het contact met mijn hoop verloren. Maar nog altijd minder cynisch dan de hoofdrolspelers in bovenstaande voorbeelden.

Bericht 3 uit Financieel Dagblad, 5 januari).
“Het kabinetsplan om luchthaven Schiphol te laten krimpen naar 440.000 vliegbewegingen per jaar, moet van tafel. Het is niet de oplossing voor de milieulast die de luchtvaartsector veroorzaakt. En Lelystad Airport openen is broodnodig voor de reissector.” Dat zei voorzitter Arjan Kers van de brancheorganisatie van reisaanbieders ANVR op de nieuwjaarsbijeenkomst van de koepel. De oplossing is volgens de ANVR-topman wel de luchtvaart duurzaam innoveren en vooral de vloot vernieuwen. (Hoe lang horen we dat al, en hoe vaak is al aangetoond dat dit op redelijk korte termijn niet werkt?)

Uit deze en soortgelijke berichten blijkt dat bij vele leidinggevende figuren in onze samenleving de ernst van de situatie waarin we verkeren nog niet is doorgedrongen. Of het is wel doorgedrongen, maar dan willen/durven ze het niet verder onder ogen zien, of het kan ze niet schelen. Overigens is bij vele van onze mede-burgers dat inzicht ook nog niet doorgedrongen – althans, er wordt nog niet massaal naar gehandeld (koopgedrag, reisgedrag; zie het vorige blog).

Welke les kunnen we nu hieruit trekken? De hoop niet opgeven zou ik zeggen, en doen wat ons hart en onze handen te doen vinden (zie citaat hierboven). Onze innerlijke roeping volgen. We weten per slot van rekening niet wat de toekomst zal brengen. Wellicht zal ons gedrag die toekomst mede bepalen. Dat is trouwens ook zo als we niets doen. Maar dan kunnen we niet verwachten hoop te vinden.

.

*) niet gezien? De moeite waard om alsnog te zien op ‘uitzending gemist’.

De elite – zijn wij dat zelf niet?

In mijn blog van 15 december heb ik de vraag opgeworpen hoe het weldenkende deel van onze natie, de echte ‘elite’, de grote meerderheid van ons volk die anders denkt (zo er al nagedacht wordt) zou kunnen bereiken en welke rol wijzelf daarbij zouden kunnen spelen.

Vaak wordt er gezegd dat wij als individu weinig invloed hebben op wat er in de wereld gebeurt, en op wat er door politici en bedrijfsleiders besloten wordt. Wij zouden machteloos zijn. Ik denk echter dat wij onze macht onderschatten. Wat is de macht van elk van ons persoonlijk?

Hier volgt een overzicht van onze mogelijkheden, geïnspireerd door een video van George Capanelli (https://www.youtube.com/watch?v=wcTRgtYYu1Y).

  • De macht van je stem (bij verkiezingen).
  • De macht van je aandacht (Gedachten leiden tot manifestatie).
  • De macht van je geld: wat koop je (niet), hoe duurzaam koop je, waarin beleg je, bij welke bank bankier je; in het algemeen: waaraan geef je je geld uit (vlees? vliegen? kleding? luxe artikelen?)
  • De macht van protest (vooral wanneer je het constant doet), en om te demonstreren
  • De macht om te ondersteunen (doneren, vrijwilligerswerk, het ondersteunen van petities).
  • De macht die je hebt door uit je ‘comfort-zone’ te stappen (ongemak te accepteren).
  • De macht van het zorgvuldig omgaan met je energiegebruik.
  • De macht van zorgvuldig omgaan met je afval en dingen die je niet meer nodig hebt.
  • De macht van je beroepskeuze (voor wie of welk bedrijf wil je werken?).
  • De macht om zelf iets te organiseren of actie te ondernemen .
  • De macht om je openlijk uit te spreken, te pas, en misschien ook af en toe te onpas, in kleine kring (familie, vrienden, verenigingen), in gespreksbijeenkomsten over maatschappelijke vraagstukken, op internet. Kortom: de macht om deel te nemen aan het maatschappelijk debat.
  • En misschien nog wel het belangrijkste van alles: de macht van regelmatige reflectie en meditatie, waarbij je je aandacht richt op je innerlijk en tegelijkertijd de pijn van de buitenwereld toelaat zonder je daardoor te laten overspoelen. Zo bouw je de veerkracht en liefde op, die uitstraalt in de wereld.

Elk van deze mogelijkheden op zichzelf betekent misschien niet zoveel (behalve de derde; als iedereen in de wereld vegetariër zou worden zou dat de helft van de totale CO2 uitstoot schelen), maar als je ze allemaal zou benutten zou dit een grote invloed hebben. Niet alleen door de handeling zelf, maar ook doordat je gedrag altijd uitstraalt in de wereld. Begrijp me goed: ik zeg niet dat we dit allemaal per se zouden moeten doen – maar we kunnen niet klagen over dat we weinig macht hebben als we de macht en invloed niet ten volle benutten, en ons op die manier bij de ‘elite’ zouden kunnen aansluiten. Als je jezelf een punt geeft voor elk van de bovenstaande mogelijkheden die je benut, dan krijg je een score van 1 – 12 die aangeeft hoe machtig je bent (als je dit cijfer vermenigvuldigt 0,83 krijg je daarvoor een rapportcijfer ?).

Ik wens jullie allen een gezegend nieuwjaar waarin jullie steeds machtiger worden.

Elite

In mijn werkzame leven heb ik me veel bezig gehouden met het thema leiderschap. Daarbij lag het accent op leiderschap aan teams en organisaties. En op de kwalificaties waaraan iemand zou moeten voldoen om een gewaardeerd en effectief leider te zijn. In dit blog wil ik echter aandacht besteden aan het leiderschap dat een samenleving nodig heeft.

De samenleving heeft behoefte aan een leiderschap dat verbindend is, perspectief biedt, en bovenal de wezenlijke waarden belichaamt die het fundament vormen van een humane en vreedzame samenleving. Een samenleving en cultuur bovendien die niet het gevaar lopen binnen afzienbare tijd ten onder te gaan. Met een wat ouderwets woord zou je dat een beschaafde samenleving kunnen noemen.

Van politici en bedrijfsleiders valt dat leiderschap niet te verwachten, al zijn er enkele uitzonderingen te noemen. In het algemeen echter zijn ze te veel gericht op macht, eigenbelang en winst en succes op korte termijn. Evenmin valt dit leiderschap te verwachten van de superrijken, ook al zijn er hier eveneens uitzonderingen. Dit soort leiderschap moet komen van filosofen, kunstenaars, enkele weldenkende wetenschappers, leiders van protestbewegingen, enzovoort. Dat is wat ik de werkelijke elite noem. Dit is een belast woord, want we houden niet zo van elites. Maar dat komt omdat we elite associëren met mensen met formele macht en geld. Maar ik denk bij elite aan intellectuelen in de brede zin des woords. In het verleden waren dat mensen als Socrates, Erasmus, Dante, Spinoza, Goethe, Kant, Thomas Mann, Hannah Arendt.

Desmond Tutu †, het geweten van Zuid-Afrika

En vandaag de dag denk ik aan mensen als Alex Brenninkmeijer, Hans Achterhuis, Daan Roovers, Herman Tjeenk Willink. Het is opvallend dat geen van deze personen een functie hebben geambieerd of vervuld als politicus of bedrijfsleider. Zij zijn de geestelijke leiders, ogenschijnlijk fungerend op het tweede plan.

En wat zijn dan de waarden die deze elite zou moeten belichamen? Ik denk dat de volgende twee waarden essentieel zijn: eerbied voor het leven (alle leven) en (zoeken naar) waarheid (in onszelf en in de buitenwereld). Allerlei andere waarden zijn daar uit af te leiden: rechtvaardigheid, duurzaamheid, tolerantie, enz. Onze elite zouden die waarden niet alleen moeten onderschrijven maar het ook als hun taak moeten zien die uit te dragen in het publieke domein, onder andere door openbaar debat. Daarbij spelen de media een belangrijke rol (In Duitsland zijn er vaak urenlange debatten op de televisiezenders, die vaak nog heel goed bekeken worden. Vergelijk dat maar eens met de 10 minuten vluggertjes op de Nederlandse tv). De vraag die daarbij rijst is natuurlijk: hoe bereik je dat deel van de bevolking dat voornamelijk gericht is op instant bevrediging, consumptie en verslaafd is aan de smartphone? En welke rol kunnen wij daarbij spelen? Daarover in het volgende blog.

Vertrouwen (3)

Mijn kleindochter Dunya in Afrika

Als je jong bent kom je vroeg of laat voor de vraag te staan: wil ik kinderen op de wereld zetten? Als je sowieso niet naar kinderen verlangt of geen kinderen kunt krijgen is dit niet aan de orde. Maar anders lijkt dit een van de moeilijkste dilemma’s waar je voor komt te staan.

Toen ik jong was speelde de vraag niet zo heftig als vandaag. Als je naar kinderen verlangde, dacht je hooguit nog eens wat na over de extra verplichtingen en verantwoordelijkheden die je al dan niet wilde aangaan. Of over de financiële consequenties. Dat speelde allemaal niet zo voor mij. Ik heb toen wel kort nagedacht over de vraag of nog meer mensen op de wereld wel een goed idee was, maar heb de vraag terzijde geschoven als ik dacht aan de bijdrage die mijn kinderen zouden kunnen leveren.

Maar nu is het anders. Op deze leeftijd is het niet meer mijn persoonlijk probleem, maar ik heb er wel gedachten over. Al was het maar dat mijn kleinkinderen binnen niet al te lange tijd voor de vraag kunnen komen te staan.

Voor het wel kiezen voor kinderen pleit het volgen van je verlangen (psychologisch en biologisch), het uitdrukken van je liefde, het niet bij voorbaat opgeven dat het nog goed kan komen met deze wereld, en het scheppen van de voorwaarden voor de kostbare gift die leven is; het scheppen van groei, bloei en vrucht dragen. Het kiezen voor kinderen is een daad van vertrouwen, hoop en liefde.

Anderzijds wil je je kinderen een veilige en kansrijke toekomst geven met perspectief, en hen al te veel lijden besparen. En een garantie kun je daarvoor in deze wereld, die verwarder en verdeelder lijkt dan ooit, niet geven. Dat kon vroeger natuurlijk ook niet, maar de kansen leken toen toch wel heel anders te liggen.

Kinderen en kleinkinderen hebben mij in mijn leven heel veel voldoening en vreugde gegeven en bijgedragen tot mijn persoonlijke ontwikkeling. Dat gun ik iedereen, ook mijn kleinkinderen. Maar het blijft een moeilijke beslissing. Ik realiseer me wel dat ik treurig wordt bij de gedachte dat mijn geslacht met mijn kleinkinderen zou uitsterven. Ik denk echter dat er altijd mensen zullen zijn, onder wie waarschijnlijk ook een of meer van mijn kleinkinderen, die ondanks alle overwegingen toch kinderen zullen krijgen, is het niet hier in het Westen, dan wel in de rest van de wereld. Het leven is zo krachtig; dat laat zich niet uitdoven. En daarin ligt mijn vertrouwen voor de toekomst.

Hope Flowers School, Bethlehem, een symbool van vertrouwen.

Solidariteit

In mijn vorige blog heb ik het begrip voorbede geïntroduceerd. Bij hen die in of met de kerk zijn opgegroeid, of er ook nu verbinding mee hebben, is dit begrip wel bekend. Maar voor hen die vanaf hun jeugd onkerkelijk zijn opgegroeid is wellicht een nadere uitleg vereist. Een voorbede is een gebed ten bate van anderen. Je kan dus bidden voor zieken, voor iedereen die het moeilijk heeft, voor individuen, groepen, zelfs voor nog vele grotere verbanden of Gaia als geheel. De voorbede maakt deel uit van de liturgie in vele kerken uit diverse denominaties, maar je kunt het ook individueel thuis doen. Het is niet meer en niet minder dan aandacht geven aan degene(n) voor wie je de voorbede doet. Een ‘healing prayer’ is een bijzondere vorm van een voorbede: dan zend je de helende energie die je zelf uit de kosmos en vanuit de aarde kan ontvangen in gedachten door aan de ontvanger van de bede. Belangrijk is in dat geval dat je beseft dat niet jij het bent die een eventuele genezing al dan niet bewerkstelligt, dat doet de spirituele (voor sommigen goddelijke) energie waarvan jij het doorgeefluik bent. De voorbede is dus in wezen een overgave aan de scheppende kracht van de oorsprong. Het is zeker niet een (dwingende) vraag aan de oorsprong, ook geen uitspraak van je wens of verlangen. Ook al kan je intussen natuurlijk best de wens hebben dat het de ontvangers van de voorbede goed gaat, maar dat ligt niet in jouw hand.

Voorbedes zijn belangrijk. Ze dragen bij tot het welzijn en de gezondheid van mensen en de levende wereld om ons heen. Maar misschien nog wel belangrijker: ze bevorderen je gevoelens van medeleven, barmhartigheid en solidariteit. Er is een schrikbarend tekort aan solidariteit in onze samenleving. Het woord heeft een ouderwetse, socialistische bijklank, en wordt door sociaal-democraten weinig meer gebruikt – al komt daar vandaag de dag enige verandering in ten gevolge van de toenemende schrijnende armoede. Maar grote delen van de bevolking hebben weinig solidariteit met de natuur, met de mensheid als geheel, (geen windmolens in mijn buurt, in het landschap’), met de vluchtelingen (‘geen azc in mijn gemeente’), met de diepe, diepe nood (honger, ziekte, natuurrampen) in vele landen ter wereld (vooral niet te veel asielzoekers in ons land), en zo voort. Te vaak gaat het naakte eigenbelang voor. Wij leven zelfvoldaan voort in onze welvaartsstaat die niet alleen in koloniale tijden, maar ook nu nog gebaseerd is op de exploitatie van mensen en milieu elders. Geen wonder dat een beperkt aantal ‘gelukzoekers’ uit die landen (die te weinig te eten hebben, niet beschikken over een goede gezondheidszorg, hun kinderen niet de scholing kunnen geven die ze voor hen wensen en zo meer) het risico aanvaarden van een levensgevaarlijke reis naar de welvarende wereld die kan leiden tot de dood of een rampzalig bestaan in een vluchtelingenkamp). Zij doen niets anders dan wat we allemaal doen: gaan voor het welzijn van henzelf en hun naasten.

Natuurlijk zijn er in ons land ook voorbeelden te vinden van praktische medemenselijkheid, maar over de hele linie geldt toch: het moet onze levensstandaard niet aantasten. We willen hier geen 10 miljoen vluchtelingen in de komende tien jaar (het zullen er niet meer zijn dan hoogstens de helft), we willen niet betalen voor grondstoffen en voedingsmiddelen wat ze eigenlijk zouden moeten kosten, en zo voort en zo verder. Hoezo solidariteit?

We zouden ons op zijn minst eens wat meer echt moeten inleven in de situatie van de anderen in nood, hier vlak bij ons, of elders in de wereld. Misschien beïnvloedt dat onze stellingename en ons gedrag. Voorbeden kunnen daarbij helpen.

Aan alles komt een eind.

Er zijn vele scenario’s die het einde van de wereld zoals wij die kennen beschrijven. Die wereld kan ten einde komen door kosmische rampen (een meteorietinslag , een gammaflits, enz.), door een pandemie, door een atoomoorlog, door een wetenschappelijk ongeluk, door de klimaatverandering, en zo voorts en zo verder. Een overzicht van alle mogelijke scenario’s is te vinden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Einde_van_de_wereld.

Een speciale plaats in het denken daarover nemen de eschatologische*) theorieën uit de verschillende spirituele en godsdienstige tradities in. Jodendom, Christendom, Islam, Boeddhisme, de Maya’s en de Hopi kennen allemaal een eindtijd theorie. Bij David Flusser (Tussen oorsprong en schisma, 1984) lees ik dat met name het Jodendom een lange en ook heden ten dage nog levende eschatologische traditie kent. En we kennen allemaal de Openbaring van Johannes, en ook uitspraken van Jezus (Matth. 24). In de meeste van die traditionele theorieën gaat aan het einde der tijden een periode vooraf waarin de mensheid vervalt tot een samenleving van conflict, naakt eigenbelang, extreem hedonisme en bandeloosheid, waarna een acute crisis (zondvloed, natuurramp of een door mensen veroorzaakte catastrofe) de overgang markeert naar een vreedzame en liefdevolle wereld. Om die reden is het geloof aan een eindtijd vooral populair in tijden van crisis, chaos en extreme onzekerheid: voor en na een oorlog, tijdens een pandemie of een economische depressie. Daarna zie je vaak een tijdelijke opleving van deugdzaam gedrag in de samenleving (zoals bij ons na WO II).

In deze tijd is er ook een sterk geloof aan een eindtijd, want ook nu leven we in een tijd van chaos en strijd. Maar er is een verschil met alle vorige keren, want in deze tijd wordt het geloof aan de naderende catastrofe ondersteund door de wetenschap, en wordt die catastrofe, als die plaats vindt, rechtsreeks door onszelf veroorzaakt. Boven draagt de catastrofe niet een abrupt karakter, maar komt die sluipend dichterbij. Hij tekent zich nu al af in het klimaat, de vluchtelingencrisis, de voedselcrisis, pandemieën en de crisis in onze democratische instellingen. En dat zal allemaal alleen maar erger worden. Deze wereld zal, zoals alle materie, uiteindelijk vergaan. Of zich daarna een vreemde en liefdevolle wereld zal ontwikkelen is onzeker. Dat hangt er vanaf of we in staat zijn om nu al tot een spiritueel ontwaken te komen.

*) Eschatologie:  leer van het einde van de wereld en het laatste oordeel