Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand
(Jacqueline E. van der Waals)
Voor mijn vakantie heb ik een blog geschreven waarin ik uiteenzette waarom het zo moeilijk is voor ons om tot het hoogste bewustzijnsniveau te reiken dat we kunnen halen. En vooral, om daar naar believen in aanwezig te kunnen zijn. Het had te maken met alle zaken waaraan we onze identiteit ontlenen, die ons omvatten als een veilig omhulsel, waarvan we ons moeten bevrijden om dat hoogste bewustzijnsniveau te bereiken. Door ons van al die zaken los te maken zijn we bang het contact te verliezen met ons unieke zelf, waaraan we onze identiteit ontlenen.
Nadat ik dat blog had geschreven vielen mij nog enige aanvullende gedachten in. De eerste is dat het, om ons van dat veilige omhulsel te ontdoen, voor vele van ons nodig is om een dark night of the soul door te maken – een toestand van een empty void, een lege leegte, waarin we geen enkel houvast meer hebben. Hoewel we die toestand als regel niet zien aankomen, deinzen we er toch intuïtief voor terug, ons niet realiserende dat er in elk duister toch nog altijd een lichtpuntje is te vinden (voor hen die niet bekend zijn met het begrip dark night, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Donkere_nacht_van_de_ziel ). Niet voor iedereen is die reis door de donkere nacht noodzakelijk, maar voor velen is het een voorwaarde om vanuit de empty void in de fertile void terecht te komen: de wereld van het ware zelf, het ik-loos gewaar zijn, van waaruit we het licht kunnen zien en alles mogelijk is.
Een tweede gedachte die me inviel is dat het voor mij, en ik vermoed voor velen onder u, nog veel moeilijker is om mijn verontwaardiging, teleurstelling en woede los te laten over alles wat er in de wereld (niet) gebeurt , dan het is om alle materiële zaken los te laten. Mijn verwijten aan politici en bedrijfsleiders, die er maar niet in slagen de klimaatproblemen werkelijk onder ogen te zien, en zich soms zelfs uitdrukkelijk tegen een ingrijpende aanpak van alle problemen verzetten – vaak door mijn medeburgers gesteund. En die ook maar niet de wederzijds goede wil opbrengen om de hongersnood, die ontstaat door het blokkeren van het graan in Oekraïne op te lossen. Ik kan die gevoelens nog veel moeilijker loslaten dan alle materiële zaken waarover ik in het vorige blog heb geschreven. Mijn identiteit zit hier nog veel meer aan vast. En misschien komt het ook doordat deze ‘negatieve’ gevoelens voor een deel voortkomen uit liefde: voor mijn medeschepselen en de aarde al geheel, die we zo godsgruwelijk geweld aan doen.
Concluderend: ik merk dat ik die verontwaardiging en woede eigenlijk niet wil opgeven. Ja, zo schiet het natuurlijk niet op met mijn spiritueel ontwaken. Voorlopig rest mij niet veel anders te doen mij van dit dilemma bewust te blijven en er mee te leven. En te luisteren naar mijn innerlijke leiding, en mijn gedrag daardoor te laten beïnvloeden. En tot deze te bidden: Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed.