Categoriearchief: Mens en samenleving

De donkere nacht en mijn verontwaardiging.

Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand
(Jacqueline E. van der Waals)

Voor mijn vakantie heb ik een blog geschreven waarin ik uiteenzette waarom het zo moeilijk is voor ons om tot het hoogste bewustzijnsniveau te reiken dat we kunnen halen. En vooral, om daar naar believen in aanwezig te kunnen zijn. Het had te maken met alle zaken waaraan we onze identiteit ontlenen, die ons omvatten als een veilig omhulsel, waarvan we ons moeten bevrijden om dat hoogste bewustzijnsniveau te bereiken. Door ons van al die zaken los te maken zijn we bang het contact te verliezen met ons unieke zelf, waaraan we onze identiteit ontlenen.

Nadat ik dat blog had geschreven vielen mij nog enige aanvullende gedachten in. De eerste is dat het, om ons van dat veilige omhulsel te ontdoen, voor vele van ons nodig is om een dark night of the soul door te maken – een toestand van een empty void, een lege leegte, waarin we geen enkel houvast meer hebben. Hoewel we die toestand als regel niet zien aankomen, deinzen we er toch intuïtief voor terug, ons niet realiserende dat er in elk duister toch nog altijd een lichtpuntje is te vinden (voor hen die niet bekend zijn met het begrip dark night, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Donkere_nacht_van_de_ziel ). Niet voor iedereen is die reis door de donkere nacht noodzakelijk, maar voor velen is het een voorwaarde om vanuit de empty void in de fertile void terecht te komen: de wereld van het ware zelf, het ik-loos gewaar zijn, van waaruit we het licht kunnen zien en alles mogelijk is.

Een tweede gedachte die me inviel is dat het voor mij, en ik vermoed voor velen onder u, nog veel moeilijker is om mijn verontwaardiging, teleurstelling en woede los te laten over alles wat er in de wereld (niet) gebeurt , dan het is om alle materiële zaken los te laten. Mijn verwijten aan politici en bedrijfsleiders, die er maar niet in slagen de klimaatproblemen werkelijk onder ogen te zien, en zich soms zelfs uitdrukkelijk tegen een ingrijpende aanpak van alle problemen verzetten – vaak door mijn medeburgers gesteund. En die ook maar niet de wederzijds goede wil opbrengen om de hongersnood, die ontstaat door het blokkeren van het graan in Oekraïne op te lossen. Ik kan die gevoelens nog veel moeilijker loslaten dan alle materiële zaken waarover ik in het vorige blog heb geschreven. Mijn identiteit zit hier nog veel meer aan vast. En misschien komt het ook doordat deze ‘negatieve’ gevoelens voor een deel voortkomen uit liefde: voor mijn medeschepselen en de aarde al geheel, die we zo godsgruwelijk geweld aan doen.

Concluderend: ik merk dat ik die verontwaardiging en woede eigenlijk niet wil opgeven. Ja, zo schiet het natuurlijk niet op met mijn spiritueel ontwaken. Voorlopig rest mij niet veel anders te doen mij van dit dilemma bewust te blijven en er mee te leven. En te luisteren naar mijn innerlijke leiding, en mijn gedrag daardoor te laten beïnvloeden. En tot deze te bidden: Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed.

Vincent van Gogh, Treurende oude man (Kröller-Müller-museum)

Het licht zien.

Het is het licht dat ons het meest beangstigt.
(vrij naar: Marianne Williamson, Nelson Mandela)

Waarom bereiken we niet het bewustzijnsniveau dat nodig is voor de genezing van de wereld?

Dat heeft te maken met ons besef van identiteit. Waaraan ontlenen we onze identiteit? Die ontlenen we onder meer aan onze rollen, beroepen, opleiding, bezittingen, gewoontes, leefwijze, opvattingen, denkpatronen, geslacht, etniciteit, onze geschiedenis en ons persoonlijke verleden, ons lichaam, enzovoort – kortom aan alles wat ons dagelijks bestaan vorm geeft. Dat geheel omvat en doordringt ons als een veilige haven, een thuis waarin we wonen. Behalve onze identiteit ontlenen we daaraan ook ons gevoel van uniek zijn en ons ik-bewustzijn; dat wil zeggen het bewustzijn van ons unieke zelf. Maar dat is niet het bewustzijn van ons ware zelf*). Het is juist dat laatste bewustzijn dat ons totaal-bewustzijn zal brengen naar het niveau van wat ik in het vorige blog ‘het licht zien’ heb genoemd.

Om dat niveau van bewustzijn te bereiken zullen we alles waaraan we onze identiteit ontlenen moeten loslaten. Dat is door alle grote spirituele meesters gezegd, en hen navolgend heb ik dat ook al herhaaldelijk beschreven. Ja, ja, ik weet het wel, maar kan ik dat ook in praktijk brengen? Er zijn zoveel zaken waaraan ik gehecht ben. Nemen we als voorbeeld een categorie uit de bovenstaande opsomming: bezit. Als ik me voorstel dat ik enkele van mijn meest dierbare bezittingen zou verliezen (mijn huis bijvoorbeeld), dan besef ik hoezeer ik aan die bezittingen nog gehecht ben. En hoezeer mijn identiteit nog aan mijn huis vastzit. En dat is maar een van de honderden, duizenden zaken die vorm geven aan mijn identiteit. Let op het woord ‘vorm’. Het geeft aan dat onze identiteit voor een belangrijk deel vastzit aan het materiële niveau van ons bestaan. Het spirituele niveau daarentegen is vormloos.

Het is mij nog niet gelukt om werkelijk los te komen van alles wat mijn leven vorm geeft, en dat achter me te laten. Vandaar dat ook ik ben blijven steken op het zesde niveau van bewustzijn, zoals ik dat in het vorige blog beschreven heb (al heb ik in korte momenten het zevende niveau, een ik-loos gewaar zijn, kunnen ervaren, zoals velen met mij **). Maar wat niet is kan komen – wellicht op mijn sterfbed. Maar hopelijk komt het eerder voor een deel van de mensheid; anders staat het er met onze planeet niet zo best voor. Maar hierop vooruit lopend kunnen we anders omgaan met licht, zodat het vloeibaar blijft en niet materialiseert (zie mijn blog van 12 mei j.l.). Daarmee bereiden we ons voor op ons vermogen het licht en daarmee de oorspong-van-alles te ervaren.

VOLGENDE TWEE WEKEN GEEN BLOGS, WANT DAN BEN IK OP VAKANTIE.

Vaak was ik alleen met mijn ziel. Ik trad als zuivere substantie mijn ware zelf binnen, en wendde mij af van al het uiterlijke naar wat innerlijk is. Ik werd zuiver weten, zowel de wetende als de gewetene. Hoe verwonderd was ik schoonheid en pracht in mijn eigen zelf te aanschouwen en te herkennen dat ik een deel van de verheven Goddelijke Wereld ben, begiftigd zelfs met scheppend leven! In deze ontdekking van het zelf, werd ik boven de wereld van de zintuigen uitgetild, zelfs boven de geestenwereld, tot aan het Goddelijke, waar ik een zo prachtig Licht gewaar werd dat geen mond dit zou kunnen uitdrukken of geen oor verstaan.(Aristoteles)

*) Het onderscheid daartussen heb ik in het kort uitgewerkt in mijn blog van 14 mei 2020. Ik ben daar echter wat makkelijk heengelopen over hoe moeilijk het is dat ware zelf te ervaren, en hoe zelden dat voorkomt.

**) Laatstelijk nog afgelopen zondag – zie voor een beschrijving van de context: https://www.annavanpraag.nl/2022/06/requiem/

Waar blijft het licht?

There is a crack in everything,
that’s how the light gets in.
(Leonard Cohen)

Vele grote geesten in deze tijd – Joanna Macy, Eckart Tolle, Caroline Myss, en vele anderen – hebben gesteld dat een quantum sprong in het menselijk bewustzijn een noodzakelijke EN voldoende voorwaarde is voor de heling van de planeet, en het overleven van de mensheid in de klimaatcrisis. Zelf heb ik hierover uitvoerig geschreven in maart 2021 en recentelijk nog op 12 mei. Daaruit blijkt dat ik het niet eens ben met de stelling dat de bewustzijnsrevolutie een voldoende voorwaarde is voor onze redding, maar noodzakelijk is ze wel. Tevens blijkt daaruit dat ik die bewustzijnstransitie als mogelijk zie, en dat ik daarover hoopvol ben. In dit blog spreek ik echter mijn twijfel daarover uit. Dat komt omdat ik om me heen veel mensen zie van goede wil, die ook hard werken of gewerkt hebben aan hun eigen persoonlijke en spirituele ontwikkeling, en zich ook zeer bewust zijn van de klimaatcrisis en de gevaren die deze voor de mensheid met zich mee brengt, – maar niettemin zelf die bewustzijnstransitie nog niet hebben doorgemaakt. Dat geldt ook voor mezelf. We zijn goed op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt, en sluiten onze ogen daar ook niet voor; we laten ons gedrag daardoor best wel beïnvloeden – bijvoorbeeld zuinig zijn met energie, niet meer vliegen, weinig of geen vlees eten, enz. – maar ik ken persoonlijk niemand die echt op een zodanig ‘hoger’ niveau van bewustzijn functioneert, dat hij/zij echt het verschil kan maken. In de historie van de mensheid zijn die mensen er wel geweest: Krishna, Jezus , de Boeddha, Lao Tse (als die bestaan heeft), en mystici als Franciscus van Assisi, Meester Eckhart en Teresa van Avila. Dat waren enkelingen in een tijd waarin de overgrote meerderheid van de mensheid hun inzichten nog niet echt kon integreren, en derhalve hebben ook zij niet het verschil gemaakt. Ook heden ten dage leven en leefden er zulke bijzondere geesten. Ik noem onder meer Krishnamurti, Eckart Tolle, Thich Nhat Hanh, Alexander Smit, die echter ook geen doorbraak hebben bewerkstelligd.

Hoe komt het dat die doorbraak niet plaats vindt?
Degenen die mijn werk kennen weten dat ik, in navolging van Caroline Myss, zeven etappes onderscheid op de weg van bewustzijnsontwikkeling:

  • leerling zijn
  • op weg gaan naar autonomie
  • het ontwaken van de krijger (onze missie vinden)
  • de krijger opent zijn hart
  • bewust kiezen en verantwoordelijkheid nemen
  • op weg naar meesterschap
  • het licht gaan zien*)

Die laatste etappe wordt echter zelden voltooid. Dat wil zeggen: die etappe kan wel verstandelijk doorgrond worden, wat tot meer inzicht leidt, maar wordt vrijwel nooit als innerlijke, totale beleving ervaren (of hoogstens in korte momenten). Terwijl die internalisatie pas het niveau van bewustzijn is van waaruit de maatschappelijke omwenteling kan en zal plaats vinden.

In het volgende blog ga ik hier verder op in.

*) Dit is uitgewerkt in Erik van Praag, Op weg naar jezelf . . . een pelgrimsreis in zeven etappes, 2015

Sic transit gloria mundi

Heel weinig mensen geven echt om vrijheid, om de waarheid, echt heel weinig. Heel weinig mensen hebben lef, het soort lef waarvan een echte democratie afhankelijk moet zijn. Zonder mensen met dat soort lef sterft een vrije samenleving of kan die niet worden gevormd (Doris Lessing).

Volgens Oswald Spengler gaan alle beschavingen na hun opkomst en bloei noodzakelijkerwijs ten gronde. Dit liet hij zien aan de hand van de volgende wereldbeschavingen: de Babylonische, de Egyptische, de Chinese, de Indische, de Indiaans-Mexicaanse, de klassieke of Grieks-Romeinse, de Arabische, Joodse en Byzantijnse. Dit idee is nader uitgewerkt door Arnold Toynbee. Later is dit idee beschreven voor imperia: natiestaten die hun invloed behalve over hun eigen grondgebied uitstrekken over vele landen en grondgebieden elders. Voorbeelden hiervan zijn het Romeinse rijk, de Verenigde Nederlanden vanaf de 17e eeuw en het Britse Verenigd Koninkrijk vanaf de 18e eeuw. De wet van opkomst en ondergang is in deze gevallen duidelijk gebleken, al zijn er in het geval van Engeland en Nederland wel welvarende naties overgebleven.

Hedendaagse imperia zijn Rusland, China en de Verenigde Staten. Rusland is duidelijk in verval, terwijl dat wellicht ook zo is voor de Verenigde Staten (zie mijn vorige blog). Wat China betreft is de toekomst onduidelijk – het krijgt wel een enorme klap door zijn rigide Covid-beleid en zijn partijkiezen voor Rusland.

Steeds wordt het verval van de beschavingen en imperia ingeluid door een paar duidelijke symptomen: toenemende social-economische ongelijkheid, corruptie, verzwakking van het bestuur, toenemende autoritaire bestuursvorm, tirannie. We zien deze symptomen heden ten dage duidelijk in Rusland en de VS, in mindere mate ook in China.

Kan de Europese cultuur zich redden temidden van deze ontbindingsprocessen? Dat hangt af van de kracht van de democratieën in de afzonderlijke staten. Ik kan niet overzien hoe die in alle staten er voor staat, maar voor Nederland is het beeld bepaald ongunstig. In dit verband een lang citaat:

Het bestuur gooit problemen jarenlang bewust over allerlei schuttingen, en moet nu verbaasd constateren dat ze niet vanzelf zijn opgelost. Zo ontstaan er onmenselijke toestanden in de asielopvang en in de jeugdzorg, zijn er onvoldoende ic-bedden, worden kinderen uit huis geplaatst zonder dat goede zorg gewaarborgd is, blijft het toeslagenschandaal dooretteren, worden de Groningers geschoffeerd, moeten rechters eraan te pas komen om de overheid aan haar eigen stikstofregels te houden en kopen ouders bijlessen in om hun kinderen door het examen te helpen – ‘een patroon van onvermogen’, aldus ombudsman Van Zutphen donderdag in Trouw.*)

Daaraan kan ik nog toevoegen het niet doortastend aanpakken van de problemen in de landbouw, de klimaatproblematiek in het algemeen, de vluchtelingenproblematiek, de ongelijkheidsproblematiek, enzovoort en zo verder, door u moeiteloos met andere voorbeelden uit te breiden. De kabinetten Rutte hebben geen verantwoordelijkheid genomen, maar deze afgeschoven naar lagere overheden en andere instanties in de samenleving (zonder ze daarvoor voldoende budgetten te verschaffen). Een recent voorbeeld is weer hoe minister Kuipers de verantwoordelijkheid voor een robuust Covid-beleid neerlegt in de samenleving.

De rijksoverheid in Nederland levert niet. Mocht dat in de nabije toekomst veranderen, en de overheid de problemen in de samenleving wel echt gaan aanpakken, dan zal ze enorme weerstanden oproepen. Het is maar de vraag of deze regering dat zal overleven en de verkiezingen in 2023 en 2025 dan kan winnen. We zullen zien.

Geen wonder dat onze democratie in een crisis verkeert – misschien nog niet zo erg als in de VS, maar wat niet is kan komen.

*) Column Stevo Akkerman in Trouw, 13 mei 2022.

Code Rood II

Het fascisme, als het ooit terugkeert, zal het zich ongetwijfeld aandienen in het gewaad van het antifascisme (Jacques Presser *)

Onze democratie is in gevaar. Acuut is het gevaar in Amerika, met name als de democraten de verkiezingen in november verliezen. Het is nu al zo dat ‘de grote leugen’ (de verkiezingen van 2020 zijn Trump ontstolen) aangehangen wordt door een groot deel van de Amerikanen (in elk geval door de helft van de replublikeinse kiezers. Hoeveel democraten en partijlozen die leugen aanhangen is me niet bekend). Maar ernstiger is dat veruit de meeste republikeinen alles in het werk stellen om te voorkomen dat gekleurde mensen gaan stemmen: gerrymandering, wetgeving die registratie van kiezers bemoeilijkt en plannen om kiezers bij de stembureau’s te intimideren of zelfs te molesteren. Vooruitstrevende kandidaten (voor het congres, de senaat, als gouverneur of voor de staatsparlementen) worden met alle mogelijke middelen belaagd: bedreigingen, ook van familieleden, scheldkanonades in de sociale’ media, enz.) en dat geldt ook voor de ‘secretaries of state’ die in elke staat de verkiezingsuitslag moeten vaststellen. In 10 staten worden ze onder druk gezet om de uitslag hoe dan ook in het voordeel van de republikeinen vast te stellen, ongeacht de werkelijke resultaten. Door de rechterlijke macht wordt hier vooralsnog niet tegen opgetreden. In juni verschijnt het rapport van de commissie die de bestorming van het Capitool begin 2021 onderzoekt – of dit veel gevolgen zal hebben wordt betwijfeld.

Als de Amerikaans democratie zou vallen is het maar de vraag of de Europese democratieën het in de wereld zullen volhouden. Nu al worden deze van binnenuit bedreigd en van buitenaf aangevallen. Éen voorbeeld: Frank Westerman laat in NRC Magazine (Mei 2022) zien hoe in Servië de hele bevolking als een man (en een groot aantal vrouwen) achter Poetin staat: ‘die immers het fascistische westen bestrijdt’. Met betrekking tot de klimaatcrisis, waar ik sinds de tachtiger jaren pessimistisch over was, is mij vaak alarmisme verweten. Dat zou me nu weer kunnen overkomen, maar dan ik ben in goed gezelschap.(Zie Humanity Rising op You Tube, afleveringen 462 t/m 466).

Als de democratieën zouden vallen is het onmogelijk de problemen van deze tijd aan te pakken. Hannah Arendt, geciteerd door Tamara de Waal in ‘De Groene’ van vorige week, stelt dat de kern van de totalitaire ideologie is: ‘Alles is mogelijk’. Dit klinkt als een positief credo (daarom is het totalitarisme zo aantrekkelijk: ‘Ik, de leider, los alle problemen voor je op’), maar er is weinig zo gevaarlijk als dit uitgangspunt. Het betekent in de praktijk vooral dat alles verwoest kan worden (zie Hitler, Stalin, Poetin, en Ki bij de Oeigoeren, enzovoort).

Deze gedachtengang zette mij aan het denken. Is er iets wat ik kan doen om het tij te keren? Ik besef wel dat ik als burger mede verantwoordelijk ben voor de samenleving die we creëren. Hoe deze verantwoordelijkheid ten volle waar te maken? Daar ben ik nog niet uit.

*) Presser zei dat bij mijn weten al eind veertiger jaren. Wonderlijk vooruitziende blik: zie Milosevic en Poetin)

Helderheid

Tijdens de Corona crisis had ik, net als vele anderen, de hoop dat er iets in onze samenleving ten goede zou veranderen. Dat we meer aandacht zouden hebben voor de rampen die ons bedreigen, en daardoor de kans op onze overleving zou toenemen. Helaas is daar weinig van terecht gekomen, nog afgezien van de oorlog in Oekraïne. Er wordt weer massaal gevlogen, de kiloknallers knallen als vanouds de deuren van de supermarkten uit, het consumentisme viert hoogtij. Ik behoor niet tot diegenen die alle heil verwachten van een collectieve bewustzijnstransformatie; ik denk dat er ook een systeem verandering nodig is op economisch en technologisch gebied. Maar het een gaat niet zonder het ander. In dit blog richt ik mijn aandacht op de noodzakelijke bewustzijnsrevolutie, de big turning.

In mijn vorige blog liet ik zien dat die omslag wellicht alles te maken heeft met Licht, in de kosmische betekenis van het woord. Ik zie in dit verband twee bewegingen: één die ons wellicht zal overvallen, en één die we zelf op gang moeten brengen.

Wat betreft de eerste beweging: In mijn vorige blog beschreef ik hoe we misschien overvallen worden door een kosmische gebeurtenis: een abrupte verhoging van de electromagnetische frequentie waarin we leven (een soort quantumsprong). Als dat waar zou zijn zullen we ons daarop moeten aanpassen: lichamelijk en geestelijk. Lichamelijk zal dat alleen lukken als we gezond zijn; het betekent een volslagen omwenteling. Het hele energienetwerk van ons lichaam zal moeten worden aangepast. Het zal vast gepaard gaan met lichamelijk ongemak. Veel kan ik me er niet bij voorstellen – ik vermoed wel dat niet alle mensen die omslag zullen kunnen maken, en dan zullen ze ziek worden of overlijden. Geestelijk betekent het dat we allerlei oude denkbeelden zullen moeten loslaten, en totaal anders in de wereld zullen komen te staan; een ware bewustzijnstransformatie. Ook in dit geval is het niet zeker dat we die transformatie kunnen doorstaan. We kunnen de kans dat dit lukt vergroten door er open voor staan, het verleden los te laten en ons zoveel mogelijk over te geven aan deze gebeurtenis. De keuze is feitelijk die tussen mystiek en psychose. ÀLS die gebeurtenis al zal plaats vinden.

De tweede beweging betekent dat we anders zullen moeten omgaan met Licht. Dat houdt in dat we ons moeten realiseren dat licht een manifestatie van de levenskracht zelf is. Traditioneel zetten we die kracht om in materie; dat is wat we creatie of manifestatie noemen. Dat gaat als volgt: vanuit het licht (inzicht) vormen we gedachten, en die zetten we om in handelingen. Dat proces kost tijd. Maar vanuit onze intuïtie kunnen we ook onmiddellijk creëren. Dat is een tijdloos proces, waarbij bovendien ongedachte mogelijkheden zich voordoen. Zoals water zich kan verdichten tot ijs, zo verdicht licht zich in de traditionele manier van scheppen tot materie. In de intuïtieve manier van scheppen kan licht echter ‘vloeibaar’ blijven – dan ontstaan er niet alleen materiële vormen maar ook nieuwe vormen van energie. Het is met name dat proces dat we nodig hebben als we de ernstige problemen van deze tijd willen aanpakken.

Samenvattend: we kunnen deze twee dingen ‘doen’: open staan voor en voornemen ons over te geven aan een quantumsprong van de licht- en energiefrequenties, en onze intuïtie ontwikkelen en vertrouwen. De engel van deze maand is clarity, die kan ons daarbij ondersteunen.*) Onderschat niet hoe groot de invloed is van onze keuzes in de wereld.

*)Zie voor het commentaar van Kathy Tyler: https://www.facebook.com/joy.drake.90/posts/4869164593180982

So mote it be

In mijn vorige blog heb ik gesteld dat de vrijmetselarij haar maatschappelijke betekenis grotendeels heeft verloren, en niet in staat is geweest de leegte ontstaan door de secularisatie op te vullen. Maar toch heeft de vrijmetselarij nog veel te bieden:

  • In de eerste plaats haar rituelen. Rituelen hebben bestaan zolang de moderne mensheid bestaat en hebben de functie om uit drukken waarvoor woorden tekort schieten. Ze kunnen de weg vormen naar de diepte en hoogte van het bestaan en dus helpen aan het leven betekenis te verlenen. Vandaar dat er in de samenleving een grote behoefte is aan rituelen; met name nadat de kerkelijke rituelen aan belang hebben ingeboet. Door allerlei in de zestiger en zeventiger jaren uit het oosten geïmporteerde en hier ontwikkelde methoden en werkwijzen wordt aan die behoefte tot op zekere hoogte voldaan, maar deze ‘rituelen’ wortelen niet in de Westerse culturele traditie, en zijn daardoor niet voor iedereen even bevredigend. Vrijmetselarij kan hier een leemte vullen.
  • De vrijmetselarij is een broederschap (bij de gemengde vrijmetselarij en vrouwen een broeder- en zusterschap). Een broederschap is geen vriendengroep, maar een groep mensen die zich met elkaar verbonden hebben en zich met elkaar willen identificeren. Bij een broederschap voel je een zekere verantwoordelijkheid voor elkaar: het kan je schelen hoe het met de ander gaat, en je staat elkaar terzijde indien nodig. Anders dan bij een vriendengroep kies je niet zelf uit wie er tot jouw groep behoren. Derhalve kan de broederschap leden bevatten die meningen hebben waar je het radicaal mee oneens bent, of die je niet mag of die je niet liggen. Daarom is een broederschap een goede plaats om te oefenen in respect en tolerantie. Uit de verbondenheid kan een diep soort intimiteit voortvloeien, waaraan in deze wereld veel behoefte bestaat. In een goede broederschap word je nooit veroordeeld om wie je bent, daarom is het een veilige plaats. Het zou mooi zijn als deze vorm van broederschap zich ook buiten de vrijmetselarij zou ontwikkelen in de samenleving als geheel. Vrijmetselaren kunnen daartoe bijdragen door deze broederschap uit te dragen.
  • Om de broederschap in stand te houden is een vorm van communicatie nodig die de vrijmetselaars ‘comparitie’ noemen; wel te onderscheiden van de juridische betekenis van deze term. Het betekent ‘verschijnen’. Dat wil zeggen dat je er naar streeft jezelf te laten zien, zonder de ander te willen overtuigen, laat staan veroordelen. Zodoende vermijd je conflicten en verdiep je het contact. Het spreekt vanzelf dat comparitie alleen maar werkt wanneer de broeders open staan voor elkaar en weten te luisteren zonder direct te willen reageren of tegen te spreken. Deze vorm van communiceren kun je in de vrijmetselarij leren en vandaar in de wereld brengen.

Rituelen, broederschap(solidariteit, mededogen) en comparitie bestaan natuurlijk ook buiten de vrijmetselarij. Zij zijn denk ik een onmisbaar element van een wereld die we allemaal ten diepste willen, en daarom hoop ik dat ze zich door de samenleving verder verbreiden. So mote it be.

Tempel (werkplaats) in de Vondelstraat Amsterdam

Lux in tenebris*)

Onze erfzonde bestaat . . . onze luiheid is de erfzonde**)

De vrijmetselarij is in de vorige eeuwen van vrij grote maatschappelijke betekenis geweest. Zo is de Amerikaanse Constitutie in belangrijke mate door de vrijmetselarij beïnvloed. Ander voorbeeld: Koning Hussein van Jordanië heeft zich als vrijmetselaar in de vorige eeuw persoonlijk ingezet voor vrede in het Midden-Oosten (naar wij nu weten met weinig resultaat). En in Nederland was prins Frederik, de tweede zoon van koning Willem I, 65 jaar lang grootmeester van de Orde, en heeft als zodanig grote invloed gehad op het maatschappelijke en culturele leven in ons land (Onder andere middels de door hem opgerichte Louisa stichting, vernoemd naar zijn vrouw). Dit zijn maar enkele voorbeelden. Maar in de loop van de vorige eeuw is die invloed in Nederland verloren gegaan, en is de vrijmetselarij een maatschappelijk randverschijnsel geworden. Ook heeft zij, zoals ik eerder heb gezegd, de geestelijke leegte die is ontstaan door de secularisering van Nederland niet kunnen vullen. Hoe is dat zo gekomen?

Ik weet dat ook niet precies maar heb wel enkele vermoedens. Die volgen hierna.

  • De vrijmetselarij kent drie principes: getrouw aan jezelf, de medemens tot steun, en gericht op de meester. In gewoner Nederlands: jezelf leren kennen en accepteren, weg nemen wat ons scheidt van elkaar en bevorderen wat ons verbindt, en ons laten leiden door een hoger principe (Opperbouwmeester, God, Schepper?). Deze principes stellen hoge eisen als je ze serieus wil nemen. Ze vormen geen gemakkelijk consumptiegoed, al worden ze door vele vrijmetselaars wel als zodanig beschouwd.
  • Ondanks het derde bovengenoemde principe is de vrijmetselarij sterk geseculariseerd. Daarmee onderscheidt ze zich niet meer van de samenleving en kan dus niet meer voldoen aan de behoefte aan houvast.***)
  • Hoewel er in Nederland ook een vrouwelijke en een gemengde ‘vrijmetselarij’ bestaat, is het toch overwegend een mannenbolwerk gebleven. Dat past niet erg in een maatschappij die vrouwenemancipatie hoog in het vaandel heeft geschreven.
  • Er hangt een waas van geheimzinnigheid rondom de vrijmetselarij. Ook wordt de vrijmetselarij vaak geassocieerd met achterkamertjes politiek. Dat is historisch goed te verklaren maar niet meer actueel. Het voert te ver om daar hier verder op in te gaan.
  • Hoewel de vrijmetselarij gebaseerd is op rituelen, is het toch in vergaande mate een cerebrale aangelegenheid. Dat heeft zij gemeen met het humanisme. In de rituelen speelt het woord een grote rol. Om de rituelen in de diepte te doorgronden en achter de woorden te kijken wordt een hoge mate van openheid en geestelijke inspanning gevraagd. Dat strijdt met de heersende gemakzucht (onze erfzonde**) binnen en buiten de vrijmetselarij, en die inspanning wordt door vele vrijmetselaren niet meer opgebracht. Dan verworden de rituelen tot oppervlakkige toneelstukjes. (Dat is overigens ook binnen de kerken gebeurd)

Er is nog veel meer over te zeggen, maar dat zou een blog als dit te buiten gaan. Maar jammer dat het zo gelopen is, is het wel. Zoals het nu is biedt de vrijmetselarij wel een beleving van broederschap, maar geen antwoord op de spirituele behoeften van deze tijd. En dat terwijl de vrijmetselarij als inwijdingsgenootschap een van de weinige levende westerse mysteriescholen is die zijn overgeleverd. Mocht u ondanks het bovenstaande zich toch tot de vrijmetselarij aangetrokken voelen, neem dan contact op met een loge of een individuele broeder of zuster. Al faalt de vrijmetselarij als geheel wellicht een antwoord te geven op de geestelijke noden van vandaag, ze biedt nog steeds aan individuen de mogelijkheid om daar voor zichzelf wel de diepte te vinden waarnaar hij of zij verlangt.

En met deze woorden wens ik u een vrolijk en spiritueel inspirerend Pasen.

VOLGENDE WEEK IN VERBAND MET VAKANTIE GEEN BLOG

*) Licht in de duisternis, motto van de Amsterdamse Vrijmetselaarsloge Willem Fredrik.
**) Zie Scott Peck, The road less travelled, 1978, pg. 271 (ook vertaald als: De andere weg, pg. 285 ).
***) In België en Frankrijk heeft de vrijmetselarij zich gesplitst in een seculiere en een religieuze Orde. In Engeland en Amerika daarentegen is de vrijmetselarij voornamelijk religieus gebleven.

Vrij denken, ja. Samen leven?*)

Zolang miljoenen mensen niets anders zijn dan in ellende levende dieren is het woord humanisme alleen maar belachelijk en individualisme een gemeenheid. (Simone de Beauvoir)

In mijn vorige blog heb ik me afgevraagd hoe het komt dat de geestelijke leegte, die in de samenleving is ontstaan door de toenemende secularisering, niet is opgevuld door het humanisme of door de vrijmetselarij. Voordat ik daarop inga, eerst een opmerking vooraf. Het naoorlogse humanisme was, althans in Nederland, een antwoord op de vrees voor het nihilisme, dat eigenlijk al voorspeld was door Spengler, Schopenhauer en Nietzsche en in de zestiger jaren filosofisch onderbouwd werd door het existentialisme (Sartre). Volgens de humanisten was gebleken dat een nihilistische samenleving een goede voedingsbodem is voor het communisme, het fascisme en het nationaal-socialisme, omdat die schijnbaar houvast boden aan een geestelijk ontwortelde mens (en overigens ook een ogenschijnlijk antwoord boden op de heersende armoede). De traditionele godsdiensten konden dat houvast niet meer voldoende bieden. Na het echec van het nationaal-socialisme en het fascisme was die behoefte aan houvast onverminderd aanwezig. Des te merkwaardiger dat het humanisme geen wijdverbreide beweging is geworden. Hoe kwam dat?

Ik zie daarvoor twee redenen. In de eerste plaats was het humanisme, hoewel best wel maatschappelijk bewogen, toch voornamelijk een cerebrale beweging. Het bood geen directe aanknopingspunten voor het gevoelsleven, en ook geen praktische oefenmogelijkheid en rituelen, terwijl daar na het teloor gaan van de godsdiensten wel behoefte aan was. Die behoefte werd pas bevredigd door de New Age beweging in de zestiger en zeventiger jaren, en heden ten dage door activiteiten als yoga, bewustzijnstrainingen en dergelijke.

Een tweede reden is onder meer aangevoerd door Rik Pinxten, de voormalige voorzitter van het Humanistisch Verbond in België.**) Als reactie op de dictaturen van Hitler, Stalin en Mussolini werd sterk de nadruk gelegd op de waarde van vrijheid. Dat is nog steeds zo, zie bijvoorbeeld de website van het Humanistisch Verbond. Andere humanistische waarden als eerbied voor het leven (Schweitzer), de gelijkwaardigheid van alle mensen en broederschap/zusterschap, kregen daarbij te weinig aandacht. Dat gebeurde niet alleen binnen het humanisme, het was ook een trend in de samenleving in het algemeen. Dat heeft geleid tot het doorgeschoten individualisme, een gebrek aan solidariteit, het consumentisme en materialisme, en het tekort aan ecologisch bewustzijn. Tegen die maatschappelijke ontwikkeling heeft het humanisme geen tegenwicht geboden, en kon dus ook geen toevluchtsoord zijn voor diegenen die zich in toenemende mate onbehaaglijk voelden bij deze ontwikkeling.***)

Pinxten pleit daarom voor een NEED humanisme: Niet Eurocentrisch, Ecologisch bewust en met aandacht voor de waarde Duurzaamheid in vele betekenissen van dat woord. Dat is een lofwaardige poging, maar ik geloof dat het geen antwoord is is op de gesignaleerde leegte. Dat antwoord heb ik natuurlijk ook niet maar ik denk wel dat de eerste stap is dat we de leegte nader moeten onderzoeken. Zoals ik eerder heb betoogd denk ik dat we ergens in moeten geloven met hart en ziel, niet alleen met ons verstand. Hoe dat te bewerkstelligen is een andere zaak. Ik denk dat yoga en andere verworvenheden uit de New Age periode daarbij een rol kunnen spelen. Voorwaarde is wel dat die activiteiten verantwoord en professioneel worden toegepast.

Volgende week ga ik in op het maatschappelijk falen van de vrijmetselarij.

*) Vrij denken, samen leven: het motto van het Humanistisch Verbond
**) Rik Pinxten, Humanisme in woelige tijden, 2021
***) Al kan niet ontkend worden dat verschillende humanistische organisaties, zoals bijvoorbeeld Humanitas, Hivos en de humanistische geestelijke verzorging een belangrijke bijdrage leveren aan mensen in nood. Dat is echter weinig bekend bij wie er niet direct mee te maken hebben.

De zoektocht gaat door

Zoekt, en gij zult vinden (Matth:7)

Vorige week heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport gepubliceerd – Buiten kerk en moskee – dat veel publiciteit heeft gekregen (onder andere Trouw 24 en 26 maart, en het NOS journaal afgelopen zondag). De conclusie van dit rapport was dat nu ongeveer de helft van onze bevolking ongelovig (seculier) is. Van de overige helft is ongeveer twee derde (1/3 van het de totale bevolking) gelovig, en ongeveer 16 % van het totaal ‘spiritueel’ in algemene zin. Gelovig wordt dan nader omschreven als een geloof in een persoonlijke God, terwijl spiritualiteit meer gaat om mystiek en een innerlijke ervaring van het transcendente in het algemeen.*) Daarbij is er ook een ontwikkeling gaande dat de maatschappelijke kloof tussen de gelovigen (bevindelijken, orthodoxen en vrijzinnigen) en de seculieren groter wordt.

Zoals gezegd is er al veel over geschreven maar ik heb toch de behoefte er iets aan toe te voegen. Wat vind ik hier nu persoonlijk van? Wel, ik ben blij dat de dogmatiek afneemt, al moeten we wel bedenken dat veel seculieren ook dogmatisch, atheïst, zijn. Zij weten zeker dat God niet bestaat (terwijl je natuurlijk nooit kunt bewijzen dat iets niet bestaat). Dogmatiek beperkt het vrije denken, bemoeilijkt een open gedachtenwisseling, en leidt in het ergste geval tot verkettering en superioriteitsgevoelens (de zekerheid van het eigen gelijk). Uit dogmatische godsdiensten zijn vreselijke dingen voortgevloeid: diepgaande gevoelens van schuld en zonde, vijandschap en geweld tegenover andersdenkenden, discriminatie, godsdienstoorlogen, enzovoort, u weet het zelf wel. Een recent voorbeeld van de schadelijke invloed van geloof is de uitspraak van de partiarch van de Russische orthodoxe kerk, die Poetins oorlog niet alleen tolereert maar zelfs rechtvaardigt en daarmee legitimeert.

Anderzijds kan geloof, en zeker spiritualiteit, steun en moed geven in deze rampzalige tijden. Het versterkt onze veerkracht, en verleent zin aan ons bestaan. Ik heb eerder gezegd dat het ontbreken van een doorleefde, spirituele diepte bij onze leiders en burgers (kiezers) wel eens een van de belangrijkste oorzaken kan zijn van het onverantwoordelijke gedrag dat we als mensheid ten toon spreiden. Daarom ben ik van mening dat het belangrijk voor bewust levende mensen is om te zoeken naar de oorsprong en de betekenis van al-wat-is, en daarmee te geraken tot een nieuw persoonlijk en dynamisch geloof. Dat geldt ook voor hen die geloof met de paplepel hebben meegekregen, want om te komen tot een doorleefd dynamisch (niet rigide) geloof en een open geest moeten eerst de oude aangeleerde overtuigingen worden losgelaten. Bij een dergelijk geloof, ook als het verankerd is in hart en ziel, hoort twijfel, en dat betekent dat de zoektocht altijd door zou moeten gaan. Dat vraagt bewuste aandacht, en tijd – het kan niet even tussendoor gebeuren. Als we zo zoeken dan vinden we, maar als we gevonden hebben moet dat niet een verstard eindstation worden.

Het is overigens een interessante vraag waarom de leegte die is ontstaan door de afkalving van het traditionele geloof niet is opgevuld, bijvoorbeeld door het humanisme of de vrijmetselarij. Daarover wil ik het volgende week met u hebben.

Bron: SCP. © Trouw

*) Een nadere afgrenzing tussen geloof en spiritualiteit vindt u in het genoemde rapport van het SCP, pag. 32.