Categoriearchief: Mens en samenleving

De elite – zijn wij dat zelf niet?

In mijn blog van 15 december heb ik de vraag opgeworpen hoe het weldenkende deel van onze natie, de echte ‘elite’, de grote meerderheid van ons volk die anders denkt (zo er al nagedacht wordt) zou kunnen bereiken en welke rol wijzelf daarbij zouden kunnen spelen.

Vaak wordt er gezegd dat wij als individu weinig invloed hebben op wat er in de wereld gebeurt, en op wat er door politici en bedrijfsleiders besloten wordt. Wij zouden machteloos zijn. Ik denk echter dat wij onze macht onderschatten. Wat is de macht van elk van ons persoonlijk?

Hier volgt een overzicht van onze mogelijkheden, geïnspireerd door een video van George Capanelli (https://www.youtube.com/watch?v=wcTRgtYYu1Y).

  • De macht van je stem (bij verkiezingen).
  • De macht van je aandacht (Gedachten leiden tot manifestatie).
  • De macht van je geld: wat koop je (niet), hoe duurzaam koop je, waarin beleg je, bij welke bank bankier je; in het algemeen: waaraan geef je je geld uit (vlees? vliegen? kleding? luxe artikelen?)
  • De macht van protest (vooral wanneer je het constant doet), en om te demonstreren
  • De macht om te ondersteunen (doneren, vrijwilligerswerk, het ondersteunen van petities).
  • De macht die je hebt door uit je ‘comfort-zone’ te stappen (ongemak te accepteren).
  • De macht van het zorgvuldig omgaan met je energiegebruik.
  • De macht van zorgvuldig omgaan met je afval en dingen die je niet meer nodig hebt.
  • De macht van je beroepskeuze (voor wie of welk bedrijf wil je werken?).
  • De macht om zelf iets te organiseren of actie te ondernemen .
  • De macht om je openlijk uit te spreken, te pas, en misschien ook af en toe te onpas, in kleine kring (familie, vrienden, verenigingen), in gespreksbijeenkomsten over maatschappelijke vraagstukken, op internet. Kortom: de macht om deel te nemen aan het maatschappelijk debat.
  • En misschien nog wel het belangrijkste van alles: de macht van regelmatige reflectie en meditatie, waarbij je je aandacht richt op je innerlijk en tegelijkertijd de pijn van de buitenwereld toelaat zonder je daardoor te laten overspoelen. Zo bouw je de veerkracht en liefde op, die uitstraalt in de wereld.

Elk van deze mogelijkheden op zichzelf betekent misschien niet zoveel (behalve de derde; als iedereen in de wereld vegetariër zou worden zou dat de helft van de totale CO2 uitstoot schelen), maar als je ze allemaal zou benutten zou dit een grote invloed hebben. Niet alleen door de handeling zelf, maar ook doordat je gedrag altijd uitstraalt in de wereld. Begrijp me goed: ik zeg niet dat we dit allemaal per se zouden moeten doen – maar we kunnen niet klagen over dat we weinig macht hebben als we de macht en invloed niet ten volle benutten, en ons op die manier bij de ‘elite’ zouden kunnen aansluiten. Als je jezelf een punt geeft voor elk van de bovenstaande mogelijkheden die je benut, dan krijg je een score van 1 – 12 die aangeeft hoe machtig je bent (als je dit cijfer vermenigvuldigt 0,83 krijg je daarvoor een rapportcijfer ?).

Ik wens jullie allen een gezegend nieuwjaar waarin jullie steeds machtiger worden.

Elite

In mijn werkzame leven heb ik me veel bezig gehouden met het thema leiderschap. Daarbij lag het accent op leiderschap aan teams en organisaties. En op de kwalificaties waaraan iemand zou moeten voldoen om een gewaardeerd en effectief leider te zijn. In dit blog wil ik echter aandacht besteden aan het leiderschap dat een samenleving nodig heeft.

De samenleving heeft behoefte aan een leiderschap dat verbindend is, perspectief biedt, en bovenal de wezenlijke waarden belichaamt die het fundament vormen van een humane en vreedzame samenleving. Een samenleving en cultuur bovendien die niet het gevaar lopen binnen afzienbare tijd ten onder te gaan. Met een wat ouderwets woord zou je dat een beschaafde samenleving kunnen noemen.

Van politici en bedrijfsleiders valt dat leiderschap niet te verwachten, al zijn er enkele uitzonderingen te noemen. In het algemeen echter zijn ze te veel gericht op macht, eigenbelang en winst en succes op korte termijn. Evenmin valt dit leiderschap te verwachten van de superrijken, ook al zijn er hier eveneens uitzonderingen. Dit soort leiderschap moet komen van filosofen, kunstenaars, enkele weldenkende wetenschappers, leiders van protestbewegingen, enzovoort. Dat is wat ik de werkelijke elite noem. Dit is een belast woord, want we houden niet zo van elites. Maar dat komt omdat we elite associëren met mensen met formele macht en geld. Maar ik denk bij elite aan intellectuelen in de brede zin des woords. In het verleden waren dat mensen als Socrates, Erasmus, Dante, Spinoza, Goethe, Kant, Thomas Mann, Hannah Arendt.

Desmond Tutu †, het geweten van Zuid-Afrika

En vandaag de dag denk ik aan mensen als Alex Brenninkmeijer, Hans Achterhuis, Daan Roovers, Herman Tjeenk Willink. Het is opvallend dat geen van deze personen een functie hebben geambieerd of vervuld als politicus of bedrijfsleider. Zij zijn de geestelijke leiders, ogenschijnlijk fungerend op het tweede plan.

En wat zijn dan de waarden die deze elite zou moeten belichamen? Ik denk dat de volgende twee waarden essentieel zijn: eerbied voor het leven (alle leven) en (zoeken naar) waarheid (in onszelf en in de buitenwereld). Allerlei andere waarden zijn daar uit af te leiden: rechtvaardigheid, duurzaamheid, tolerantie, enz. Onze elite zouden die waarden niet alleen moeten onderschrijven maar het ook als hun taak moeten zien die uit te dragen in het publieke domein, onder andere door openbaar debat. Daarbij spelen de media een belangrijke rol (In Duitsland zijn er vaak urenlange debatten op de televisiezenders, die vaak nog heel goed bekeken worden. Vergelijk dat maar eens met de 10 minuten vluggertjes op de Nederlandse tv). De vraag die daarbij rijst is natuurlijk: hoe bereik je dat deel van de bevolking dat voornamelijk gericht is op instant bevrediging, consumptie en verslaafd is aan de smartphone? En welke rol kunnen wij daarbij spelen? Daarover in het volgende blog.

Vertrouwen (3)

Mijn kleindochter Dunya in Afrika

Als je jong bent kom je vroeg of laat voor de vraag te staan: wil ik kinderen op de wereld zetten? Als je sowieso niet naar kinderen verlangt of geen kinderen kunt krijgen is dit niet aan de orde. Maar anders lijkt dit een van de moeilijkste dilemma’s waar je voor komt te staan.

Toen ik jong was speelde de vraag niet zo heftig als vandaag. Als je naar kinderen verlangde, dacht je hooguit nog eens wat na over de extra verplichtingen en verantwoordelijkheden die je al dan niet wilde aangaan. Of over de financiële consequenties. Dat speelde allemaal niet zo voor mij. Ik heb toen wel kort nagedacht over de vraag of nog meer mensen op de wereld wel een goed idee was, maar heb de vraag terzijde geschoven als ik dacht aan de bijdrage die mijn kinderen zouden kunnen leveren.

Maar nu is het anders. Op deze leeftijd is het niet meer mijn persoonlijk probleem, maar ik heb er wel gedachten over. Al was het maar dat mijn kleinkinderen binnen niet al te lange tijd voor de vraag kunnen komen te staan.

Voor het wel kiezen voor kinderen pleit het volgen van je verlangen (psychologisch en biologisch), het uitdrukken van je liefde, het niet bij voorbaat opgeven dat het nog goed kan komen met deze wereld, en het scheppen van de voorwaarden voor de kostbare gift die leven is; het scheppen van groei, bloei en vrucht dragen. Het kiezen voor kinderen is een daad van vertrouwen, hoop en liefde.

Anderzijds wil je je kinderen een veilige en kansrijke toekomst geven met perspectief, en hen al te veel lijden besparen. En een garantie kun je daarvoor in deze wereld, die verwarder en verdeelder lijkt dan ooit, niet geven. Dat kon vroeger natuurlijk ook niet, maar de kansen leken toen toch wel heel anders te liggen.

Kinderen en kleinkinderen hebben mij in mijn leven heel veel voldoening en vreugde gegeven en bijgedragen tot mijn persoonlijke ontwikkeling. Dat gun ik iedereen, ook mijn kleinkinderen. Maar het blijft een moeilijke beslissing. Ik realiseer me wel dat ik treurig wordt bij de gedachte dat mijn geslacht met mijn kleinkinderen zou uitsterven. Ik denk echter dat er altijd mensen zullen zijn, onder wie waarschijnlijk ook een of meer van mijn kleinkinderen, die ondanks alle overwegingen toch kinderen zullen krijgen, is het niet hier in het Westen, dan wel in de rest van de wereld. Het leven is zo krachtig; dat laat zich niet uitdoven. En daarin ligt mijn vertrouwen voor de toekomst.

Hope Flowers School, Bethlehem, een symbool van vertrouwen.

Solidariteit

In mijn vorige blog heb ik het begrip voorbede geïntroduceerd. Bij hen die in of met de kerk zijn opgegroeid, of er ook nu verbinding mee hebben, is dit begrip wel bekend. Maar voor hen die vanaf hun jeugd onkerkelijk zijn opgegroeid is wellicht een nadere uitleg vereist. Een voorbede is een gebed ten bate van anderen. Je kan dus bidden voor zieken, voor iedereen die het moeilijk heeft, voor individuen, groepen, zelfs voor nog vele grotere verbanden of Gaia als geheel. De voorbede maakt deel uit van de liturgie in vele kerken uit diverse denominaties, maar je kunt het ook individueel thuis doen. Het is niet meer en niet minder dan aandacht geven aan degene(n) voor wie je de voorbede doet. Een ‘healing prayer’ is een bijzondere vorm van een voorbede: dan zend je de helende energie die je zelf uit de kosmos en vanuit de aarde kan ontvangen in gedachten door aan de ontvanger van de bede. Belangrijk is in dat geval dat je beseft dat niet jij het bent die een eventuele genezing al dan niet bewerkstelligt, dat doet de spirituele (voor sommigen goddelijke) energie waarvan jij het doorgeefluik bent. De voorbede is dus in wezen een overgave aan de scheppende kracht van de oorsprong. Het is zeker niet een (dwingende) vraag aan de oorsprong, ook geen uitspraak van je wens of verlangen. Ook al kan je intussen natuurlijk best de wens hebben dat het de ontvangers van de voorbede goed gaat, maar dat ligt niet in jouw hand.

Voorbedes zijn belangrijk. Ze dragen bij tot het welzijn en de gezondheid van mensen en de levende wereld om ons heen. Maar misschien nog wel belangrijker: ze bevorderen je gevoelens van medeleven, barmhartigheid en solidariteit. Er is een schrikbarend tekort aan solidariteit in onze samenleving. Het woord heeft een ouderwetse, socialistische bijklank, en wordt door sociaal-democraten weinig meer gebruikt – al komt daar vandaag de dag enige verandering in ten gevolge van de toenemende schrijnende armoede. Maar grote delen van de bevolking hebben weinig solidariteit met de natuur, met de mensheid als geheel, (geen windmolens in mijn buurt, in het landschap’), met de vluchtelingen (‘geen azc in mijn gemeente’), met de diepe, diepe nood (honger, ziekte, natuurrampen) in vele landen ter wereld (vooral niet te veel asielzoekers in ons land), en zo voort. Te vaak gaat het naakte eigenbelang voor. Wij leven zelfvoldaan voort in onze welvaartsstaat die niet alleen in koloniale tijden, maar ook nu nog gebaseerd is op de exploitatie van mensen en milieu elders. Geen wonder dat een beperkt aantal ‘gelukzoekers’ uit die landen (die te weinig te eten hebben, niet beschikken over een goede gezondheidszorg, hun kinderen niet de scholing kunnen geven die ze voor hen wensen en zo meer) het risico aanvaarden van een levensgevaarlijke reis naar de welvarende wereld die kan leiden tot de dood of een rampzalig bestaan in een vluchtelingenkamp). Zij doen niets anders dan wat we allemaal doen: gaan voor het welzijn van henzelf en hun naasten.

Natuurlijk zijn er in ons land ook voorbeelden te vinden van praktische medemenselijkheid, maar over de hele linie geldt toch: het moet onze levensstandaard niet aantasten. We willen hier geen 10 miljoen vluchtelingen in de komende tien jaar (het zullen er niet meer zijn dan hoogstens de helft), we willen niet betalen voor grondstoffen en voedingsmiddelen wat ze eigenlijk zouden moeten kosten, en zo voort en zo verder. Hoezo solidariteit?

We zouden ons op zijn minst eens wat meer echt moeten inleven in de situatie van de anderen in nood, hier vlak bij ons, of elders in de wereld. Misschien beïnvloedt dat onze stellingename en ons gedrag. Voorbeden kunnen daarbij helpen.

Aan alles komt een eind.

Er zijn vele scenario’s die het einde van de wereld zoals wij die kennen beschrijven. Die wereld kan ten einde komen door kosmische rampen (een meteorietinslag , een gammaflits, enz.), door een pandemie, door een atoomoorlog, door een wetenschappelijk ongeluk, door de klimaatverandering, en zo voorts en zo verder. Een overzicht van alle mogelijke scenario’s is te vinden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Einde_van_de_wereld.

Een speciale plaats in het denken daarover nemen de eschatologische*) theorieën uit de verschillende spirituele en godsdienstige tradities in. Jodendom, Christendom, Islam, Boeddhisme, de Maya’s en de Hopi kennen allemaal een eindtijd theorie. Bij David Flusser (Tussen oorsprong en schisma, 1984) lees ik dat met name het Jodendom een lange en ook heden ten dage nog levende eschatologische traditie kent. En we kennen allemaal de Openbaring van Johannes, en ook uitspraken van Jezus (Matth. 24). In de meeste van die traditionele theorieën gaat aan het einde der tijden een periode vooraf waarin de mensheid vervalt tot een samenleving van conflict, naakt eigenbelang, extreem hedonisme en bandeloosheid, waarna een acute crisis (zondvloed, natuurramp of een door mensen veroorzaakte catastrofe) de overgang markeert naar een vreedzame en liefdevolle wereld. Om die reden is het geloof aan een eindtijd vooral populair in tijden van crisis, chaos en extreme onzekerheid: voor en na een oorlog, tijdens een pandemie of een economische depressie. Daarna zie je vaak een tijdelijke opleving van deugdzaam gedrag in de samenleving (zoals bij ons na WO II).

In deze tijd is er ook een sterk geloof aan een eindtijd, want ook nu leven we in een tijd van chaos en strijd. Maar er is een verschil met alle vorige keren, want in deze tijd wordt het geloof aan de naderende catastrofe ondersteund door de wetenschap, en wordt die catastrofe, als die plaats vindt, rechtsreeks door onszelf veroorzaakt. Boven draagt de catastrofe niet een abrupt karakter, maar komt die sluipend dichterbij. Hij tekent zich nu al af in het klimaat, de vluchtelingencrisis, de voedselcrisis, pandemieën en de crisis in onze democratische instellingen. En dat zal allemaal alleen maar erger worden. Deze wereld zal, zoals alle materie, uiteindelijk vergaan. Of zich daarna een vreemde en liefdevolle wereld zal ontwikkelen is onzeker. Dat hangt er vanaf of we in staat zijn om nu al tot een spiritueel ontwaken te komen.

*) Eschatologie:  leer van het einde van de wereld en het laatste oordeel

Het is wat het is.

God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden
wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik kan veranderen,
en wijsheid om tussen deze twee onderscheid te maken.

(gebed van Franciscus van Assisi)

Bovenstaande tekst kennen we in enigerlei vorm allemaal wel. Maar wat is aanvaarden?
De term komt van het middelnederlands aenvaerden: de tocht ondernemen, ter hand nemen, gelaten dragen. In het moderne Nederlands betekent het: ondernemen (een reis aanvaarden), ontvangen (een cadeau aanvaarden, kritiek accepteren), goedkeuren (een voorstel aanvaarden), op zich nemen (een functie aanvaarden) en gelaten dragen. In dit stuk heb ik het voornamelijk over de laatste betekenis. Op een andere betekenis kom ik hieronder nog terug.

Ik herlas dezer dagen nog eens Eckhart Tolle, Een nieuwe Aarde. Daarin stelt hij onder meer dat het niet aanvaarden van (de situatie van) het huidige moment een belemmering vormt voor je spiritueel ontwaken. Ik ben het daar geheel mee eens, maar die aanvaarding lukt me lang niet altijd. Als je ouder wordt dan stuit je op verminderde vermogens. Ik kan minder lang achtereen wandelen, mijn conditie wordt minder, ik heb een beetje last van PHPD, mijn geest wordt trager. Het aanvaarden daarvan is nog wel een haalbaar streven. Dat is anders met het aanvaarden van zaken die in de buitenwereld spelen: de laksheid van politici, de welbewust onbewuste onwetendheid van een aantal mijn medeburgers als het over democratie of klimaat gaat, de harteloosheid van sommige gemeenten en hun inwoners ten aanzien van de opvang van vluchtelingen, het vreselijke lijden in de wereld ten gevolge van oorlog, geweld of klimaatproblemen – en zo kan ik nog wel even doorgaan. En aan de meeste van die situaties denk ik niets te kunnen veranderen – en daarmee wordt de uitspraak van Franciscus actueel. Het lijkt alsof ik de keuze heb tussen kalmte en aanvaarden aan de ene kant en irritatie, woede of verdriet aan de andere kant.

Aanvaarden betekent echter niet dat de situatie je niets doet. Je kunt als eerste reactie best veel emoties hebben, maar de vraag is: kun je die daarna parkeren (niet: onderdrukken) zodat de kalmte terug komt? Ik denk dat dit in principe kan, maar het vraagt wel een geestelijke inspanning. Je moet die geestelijke reis willen ondernemen (zie de eerste middelnederlandse betekenis). Aanvaarden is dan niet een passieve aangelegenheid, een ‘gelaten dragen’, maar een actieve worsteling, die kan uitlopen op het gebed van Fransiscus, waarmee zowel de kalmte als de moed kan terugkeren. En je ook bijdraagt aan een betere wereld.

En de overheid, zij moddert voort.

En de boer, hij ploegde voort.

Bovengenoemd onderschrift komt uit een beroemd en prachtig gedicht uit 1935. J.W.F. Werumeus Buning schreef dat gedicht ter ere en verdediging van de boer, want ook toen stond de landbouw al onder druk.

In mijn vorige blog schreef ik dat de overheid bij monde van minister Van der Wal mu eindelijk de stikstofproblematiek onder ogen ziet. Helaas moet ik daar nu toch weer een kritische kanttekening bij maken.

Einstein zei het al in een andere beroemde uitspraak: je kunt een probleem niet oplossen met dezelfde methode die het probleem gecreëerd heeft. Toch is dat het wat de overheid probeert te doen. In mijn vorige blog wees ik al op het onvermogen tot leiding geven en communiceren. De overheid erkent nu het probleem, maar slaagt er niet in dat bij de wortels aan te pakken. Dat komt omdat deze overheid zelden gebruik maakt van de doorwrochte analyses en aanbevelingen die vanuit adviesorganen en vanuit het veld worden aangedragen. Ze denkt het altijd beter te weten. Haar blik wordt vertroebeld door het oor altijd te lenen aan lobbyisten vanuit het industriële bedrijfsleven (in dit geval veevoerbedrijven, transportondernemingen, industriële zuivelproducenten, kunstmest fabrieken, enz.)en de gevestigde landbouworganisatie LTO die vooral de belangen van de industriële landbouw behartigt.

Men probeert nu de stikstof problematiek aan te passen door een restrictief vergunningen beleid en het sluiten van landbouwbedrijven. Maar het zou veel beter zijn als alles zou worden ingezet op een meer extensieve vorm van landbouw bedrijven. Dat is heel eenvoudig te bereiken door een restrictief invoerbeleid in te voeren voor kunstmest en veevoer. En dat kost ook nog eens veel minder dan het bedrag dat nu voor de landbouwtransitie wordt uitgetrokken. Het geld dat dan overblijft zou kunnen worden besteed aan subsidies voor boeren die over willen stappen naar deze nieuwe vorm van landbouw, om de eerste jaren waarin er nog geen inkomsten uit die nieuwe bedrijfsvoering plaats vindt te overbruggen, en hen ook te helpen bij de aflossing van de schulden die de boeren in de afgelopen jaren door het beleid van de overheid en de banken, in het bijzonder de Rabobank, hebben moeten maken.

Deze gedachten zijn helemaal niet origineel,; ze worden vanuit het veld al jarenlang aangevoerd. Maar zoals ook in andere sectoren, de belangen van het grootkapitaal gaan altijd voor.

Het voert voor een blog als dit te ver om alle details van dit idee uiteen te zetten. Als u daarin geïnteresseerd bent leze u het voortreffelijke overzichtsartikel in De Correspondent: https://decorrespondent.nl/13608/het-kan-de-stikstofcrisis-oplossen-en-de-landbouw-perspectief-geven/1090264523040-bf85ddb1?pk_campaign=weekly , dat ook gediend heeft als een inspiratiebron voor dit blog.

U zou zich kunnen afvragen waarom ik aandacht besteed aan een probleem waar ik weinig of niets mee te maken heb, en waarvan ik eigenlijk ook weinig afweet. Ik doe dit omdat dit het eerste probleem is dat onze democratie bedreigt, en ik denk dat wij burgers de plicht hebben ons te informeren over de belangrijke kwesties die in de samenleving spelen, zodat we sterke staan bij de verdediging van die democratie.

VOLGENDE WEEK GEEN BLOG IN VERBAND MET VAKANTIE

Verantwoordelijkheid

We bevinden ons intussen op vijf terreinen in Code Rood: Klimaat en zeespiegelstijging, de bedreiging van onze democratie, oorlog en vrede, de vluchtelingencrisis en de energiecrisis. Met al mijn pessimisme had ik toch niet gedacht dat ik nog in mijn leven al direct met deze crises geconfronteerd zou worden, maar ik leef langer en het gaat allemaal sneller dan ik had voorzien.

Bosbranden, droogte, overstromingen, onzekere energievoorziening: hoe erg moet het worden voordat mijn medeburgers werkelijk van de ernst van de situatie onder ogen zullen zien? Nog steeds is er verzet tegen de plaatsing van windmolens en zonnepanelen, nog steeds zijn een aantal gemeenten niet bereid voldoende te helpen bij de opvang van vluchtelingen. De stikstofcrisis laat zien dat als de overheid eindelijk van de noodzaak van ingrijpende maatregelen is doordrongen, het verzet zeer groot is. Niet alleen van de boeren – dat is begrijpelijk en invoelbaar nadat de overheid en de Rabobank de boeren jarenlang op het verkeerde been hebben gezet -, maar ook van de provinciebesturen. Dat is een voorbode van wat ons nog te wachten staat als straks allerlei onplezierige maatregelen ons zullen worden opgelegd. De roep om een sterke leider die quick-fixes belooft zal toenemen. Zal onze democratie dat overleven?

Wat mist is leiderschap. Ook nu sommige leden van de huidige regering, zoals de ministers Van der Wal en Jetten, beginnen in te zien wat er werkelijk nodig is, dan nog missen ze het vermogen om dat inzicht over te dragen en daar draagvlak voor te creëren. Dat wil ik ze niet verwijten – ze doen wat ze kunnen, maar dat is nog geen echt leiderschap. Behalve zelfbewustzijn, moed, bescheidenheid, eerlijkheid en een toegewijd zijn aan de toekomst is er ook nog een soort uitstraling nodig die mensen hoop en perspectief biedt. Iemand als Timmermans komt in de buurt, maar verder zou ik niemand weten die die uitstraling heeft.

Zolang dat leiderschap er niet is, zal de redding van de wereld toch echt van onszelf moeten komen. Dat betekent in de eerste plaats werken aan de eigen bewustwording van onszelf en de wereld om ons heen (ons informeren en durven te blijven kijken), maar daarna ook handelen als de gelegenheid zich voordoet: bewust stemmen, ons uitspreken, ons consumentengedrag aanpassen (versoberen), vrijwilligerswerk, en uiteindelijk de straat opgaan en daar blijven tot er daadwerkelijk iets verandert. Kortom ons laten leiden niet door de leider die er niet is, maar door onze eigen innerlijke gids en wat de situatie werkelijk van ons vraagt.

Schoolstaking voor het klimaat in Zagreb

De donkere nacht en mijn verontwaardiging.

Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand
(Jacqueline E. van der Waals)

Voor mijn vakantie heb ik een blog geschreven waarin ik uiteenzette waarom het zo moeilijk is voor ons om tot het hoogste bewustzijnsniveau te reiken dat we kunnen halen. En vooral, om daar naar believen in aanwezig te kunnen zijn. Het had te maken met alle zaken waaraan we onze identiteit ontlenen, die ons omvatten als een veilig omhulsel, waarvan we ons moeten bevrijden om dat hoogste bewustzijnsniveau te bereiken. Door ons van al die zaken los te maken zijn we bang het contact te verliezen met ons unieke zelf, waaraan we onze identiteit ontlenen.

Nadat ik dat blog had geschreven vielen mij nog enige aanvullende gedachten in. De eerste is dat het, om ons van dat veilige omhulsel te ontdoen, voor vele van ons nodig is om een dark night of the soul door te maken – een toestand van een empty void, een lege leegte, waarin we geen enkel houvast meer hebben. Hoewel we die toestand als regel niet zien aankomen, deinzen we er toch intuïtief voor terug, ons niet realiserende dat er in elk duister toch nog altijd een lichtpuntje is te vinden (voor hen die niet bekend zijn met het begrip dark night, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Donkere_nacht_van_de_ziel ). Niet voor iedereen is die reis door de donkere nacht noodzakelijk, maar voor velen is het een voorwaarde om vanuit de empty void in de fertile void terecht te komen: de wereld van het ware zelf, het ik-loos gewaar zijn, van waaruit we het licht kunnen zien en alles mogelijk is.

Een tweede gedachte die me inviel is dat het voor mij, en ik vermoed voor velen onder u, nog veel moeilijker is om mijn verontwaardiging, teleurstelling en woede los te laten over alles wat er in de wereld (niet) gebeurt , dan het is om alle materiële zaken los te laten. Mijn verwijten aan politici en bedrijfsleiders, die er maar niet in slagen de klimaatproblemen werkelijk onder ogen te zien, en zich soms zelfs uitdrukkelijk tegen een ingrijpende aanpak van alle problemen verzetten – vaak door mijn medeburgers gesteund. En die ook maar niet de wederzijds goede wil opbrengen om de hongersnood, die ontstaat door het blokkeren van het graan in Oekraïne op te lossen. Ik kan die gevoelens nog veel moeilijker loslaten dan alle materiële zaken waarover ik in het vorige blog heb geschreven. Mijn identiteit zit hier nog veel meer aan vast. En misschien komt het ook doordat deze ‘negatieve’ gevoelens voor een deel voortkomen uit liefde: voor mijn medeschepselen en de aarde al geheel, die we zo godsgruwelijk geweld aan doen.

Concluderend: ik merk dat ik die verontwaardiging en woede eigenlijk niet wil opgeven. Ja, zo schiet het natuurlijk niet op met mijn spiritueel ontwaken. Voorlopig rest mij niet veel anders te doen mij van dit dilemma bewust te blijven en er mee te leven. En te luisteren naar mijn innerlijke leiding, en mijn gedrag daardoor te laten beïnvloeden. En tot deze te bidden: Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed.

Vincent van Gogh, Treurende oude man (Kröller-Müller-museum)

Het licht zien.

Het is het licht dat ons het meest beangstigt.
(vrij naar: Marianne Williamson, Nelson Mandela)

Waarom bereiken we niet het bewustzijnsniveau dat nodig is voor de genezing van de wereld?

Dat heeft te maken met ons besef van identiteit. Waaraan ontlenen we onze identiteit? Die ontlenen we onder meer aan onze rollen, beroepen, opleiding, bezittingen, gewoontes, leefwijze, opvattingen, denkpatronen, geslacht, etniciteit, onze geschiedenis en ons persoonlijke verleden, ons lichaam, enzovoort – kortom aan alles wat ons dagelijks bestaan vorm geeft. Dat geheel omvat en doordringt ons als een veilige haven, een thuis waarin we wonen. Behalve onze identiteit ontlenen we daaraan ook ons gevoel van uniek zijn en ons ik-bewustzijn; dat wil zeggen het bewustzijn van ons unieke zelf. Maar dat is niet het bewustzijn van ons ware zelf*). Het is juist dat laatste bewustzijn dat ons totaal-bewustzijn zal brengen naar het niveau van wat ik in het vorige blog ‘het licht zien’ heb genoemd.

Om dat niveau van bewustzijn te bereiken zullen we alles waaraan we onze identiteit ontlenen moeten loslaten. Dat is door alle grote spirituele meesters gezegd, en hen navolgend heb ik dat ook al herhaaldelijk beschreven. Ja, ja, ik weet het wel, maar kan ik dat ook in praktijk brengen? Er zijn zoveel zaken waaraan ik gehecht ben. Nemen we als voorbeeld een categorie uit de bovenstaande opsomming: bezit. Als ik me voorstel dat ik enkele van mijn meest dierbare bezittingen zou verliezen (mijn huis bijvoorbeeld), dan besef ik hoezeer ik aan die bezittingen nog gehecht ben. En hoezeer mijn identiteit nog aan mijn huis vastzit. En dat is maar een van de honderden, duizenden zaken die vorm geven aan mijn identiteit. Let op het woord ‘vorm’. Het geeft aan dat onze identiteit voor een belangrijk deel vastzit aan het materiële niveau van ons bestaan. Het spirituele niveau daarentegen is vormloos.

Het is mij nog niet gelukt om werkelijk los te komen van alles wat mijn leven vorm geeft, en dat achter me te laten. Vandaar dat ook ik ben blijven steken op het zesde niveau van bewustzijn, zoals ik dat in het vorige blog beschreven heb (al heb ik in korte momenten het zevende niveau, een ik-loos gewaar zijn, kunnen ervaren, zoals velen met mij **). Maar wat niet is kan komen – wellicht op mijn sterfbed. Maar hopelijk komt het eerder voor een deel van de mensheid; anders staat het er met onze planeet niet zo best voor. Maar hierop vooruit lopend kunnen we anders omgaan met licht, zodat het vloeibaar blijft en niet materialiseert (zie mijn blog van 12 mei j.l.). Daarmee bereiden we ons voor op ons vermogen het licht en daarmee de oorspong-van-alles te ervaren.

VOLGENDE TWEE WEKEN GEEN BLOGS, WANT DAN BEN IK OP VAKANTIE.

Vaak was ik alleen met mijn ziel. Ik trad als zuivere substantie mijn ware zelf binnen, en wendde mij af van al het uiterlijke naar wat innerlijk is. Ik werd zuiver weten, zowel de wetende als de gewetene. Hoe verwonderd was ik schoonheid en pracht in mijn eigen zelf te aanschouwen en te herkennen dat ik een deel van de verheven Goddelijke Wereld ben, begiftigd zelfs met scheppend leven! In deze ontdekking van het zelf, werd ik boven de wereld van de zintuigen uitgetild, zelfs boven de geestenwereld, tot aan het Goddelijke, waar ik een zo prachtig Licht gewaar werd dat geen mond dit zou kunnen uitdrukken of geen oor verstaan.(Aristoteles)

*) Het onderscheid daartussen heb ik in het kort uitgewerkt in mijn blog van 14 mei 2020. Ik ben daar echter wat makkelijk heengelopen over hoe moeilijk het is dat ware zelf te ervaren, en hoe zelden dat voorkomt.

**) Laatstelijk nog afgelopen zondag – zie voor een beschrijving van de context: https://www.annavanpraag.nl/2022/06/requiem/