Categoriearchief: Persoonlijke groei

De zoektocht naar waarheid, deel III

Mensen leven in groepsverband. Dat is al zo lang als de mensheid bestaat. Vroeger was er het stamverband. In de landbouwrevolutie ontstond de familie (meer uitgebreid dan het huidige gezin). Daarna de buurt- of dorpsgemeenschap, het hof (graafschap, hertogdom), het klooster, de stad, de natie, de vereniging, de organisatie. En waarschijnlijk vergeet ik nog het een en ander; zeker in landen buiten het Westen.

Al deze collectiviteiten kunnen een bron zijn van waarheid. Algemene kennis over deze organismen kunnen we vinden in de wetenschap: geschiedenis, sociologie, psychologie, organisatieleer, enzovoort. Maar we kunnen ook direct contact maken met de in onze omgeving bestaande collectiviteiten waarvan we al dan niet deel uitmaken, en dat kan ook heel leerzaam zijn.

Aan al deze vormen van groepvorming kunnen we een structuur en een cultuur onderscheiden. De structuur is het netwerk van formele en informele relaties, de cultuur de wijze van met elkaar omgaan en de normen en waarden die daaraan ten grondslag liggen. Ten dele zijn deze structuur en cultuur direct waar te nemen, maar er zijn ook meer verborgen aspecten, en het vereist nauwlettende waarneming, en soms nader onderzoek om die te zien. Denk aan ‘geheime’ bondjes binnen families of organisatie, of aan een onderhuids conflict in families of teams dat gemaskeerd kan worden door oppervlakkige vriendelijkheid. Er zijn vele voorbeelden te bedenken. Als je er eenmaal oog voor krijgt kan je het aanvoelen.

Onder deze cultuur en structuur bevindt zich een diepere laag: de ziel of identiteit van een groep of organisatie. Ik heb daar in januari en februari uitvoerig over geschreven, dus ik wou er nu maar kort over zijn. De identiteit of de ziel kan expliciet geformuleerd zijn, in de vorm van een beginsel of een motto, maar ook een meer verborgen leven leiden als een gevoel van trots om bij de familie, groep of organisatie te behoren. Hieruit blijkt dat de groepsidentiteit een onderdeel is van de persoonlijke identiteit, en alleen al daarom al is het goed om die groepsidentiteit te onderzoeken.

We kunnen concluderen dat er aan groep of organisatie veel valt af te zien. Waarom is het van belang daar aandacht aan te besteden? Waarom zouden we ook hier de waarheid van ‘wat is’ willen onderzoeken? Dat is van belang om ook in deze context schijn en leugen te ontmaskeren, en ook omdat we alleen op die manier ook enige afstand kunnen nemen van de groepsverbanden waartoe we behoren. En dat is weer nodig om in vrijheid de wezenlijke keuzes in ons leven te maken.

De zoektocht naar waarheid, deel II

In onze zoektocht naar Waarheid (zie de vorige twee blogs) besteed ik vandaag aandacht aan de tweede kolom uit bovenstaande matrix. De waarheid is ook te vinden in het contact met de ander. Een voorwaarde daarvoor is dat je echt wilt luisteren en echt wilt zien. Kunnen en willen we luisteren zonder meteen te reageren? Kunnen we luisteren zonder iets te willen bereiken? Kunnen we door de woorden heen, middels toon en expressie van de ander, contact krijgen met de achterliggende gemoedsbeweging? Met andere woorden: kunnen we luisteren uit echte interesse in wie die ander is? En kunnen we kijken zonder dat een voorafgaand beeld van die ander schuift tussen wat we zien en wie die ander werkelijk is? Kunnen we in het gelaat en de motoriek van de ander zijn/haar essentie zien? Met andere woorden: kunnen we en willen we zien zonder oordeel vooraf?

Al we tot dit alles bereid en in staat zijn – dat valt overigens door oefening te leren – kunnen we de ander echt leren kennen. En dat werpt ook weer een licht op onszelf. Het unieke zelf van de ander, het geheel van zijn/haar eigenschappen, roept vrijwel altijd een innerlijke reactie op: van sympathie of antipathie, hoe licht ook. Dat heeft alles te maken met soortgelijke eigenschappen, openlijk of verborgen, in onszelf. De ander is wat dat betreft onze beste leermeester, met name als die bij ons een heftige negatieve reactie oproept. Dat verwijst dan meestal naar onverwerkte ervaringen in onszelf, die als belemmeringen kunnen werken voor de vervulling van ons leven.

Dit alles gezegd zijnde is het ook goed om ons te realiseren dat de ander , als wijzelf, ook uniek is, en dus altijd anders dan wijzelf. Wij kunnen en moeten de ander niet willen vangen in een door ons vooropgezet denkkader (Levinas*). Dan kan het zijn dat we de uniciteit van de ander echt gaan ervaren. Als we helemaal open met de ander contact kunnen maken, dan kan het gebeuren dat we verbinding maken met haar/zijn ware zelf, en daarmee met ons eigen ware zelf (zie vorige blog). Dan kan er tussen ons en de ander liefde en eenheid ontstaan. Dat kan in een vaste relatie, maar ook tussen vrienden, familieleden of, bij momenten, in andere contacten.

Zo zien we dat het het contact met de ander naast het contact met onszelf ook een bron van waarheid kan zijn. In het volgende blog kom ik te spreken over de derde kolom in het schema.

*) Joachim Duyndam & Marcel Poorthuis, Levinas, 2003, en http://www.duyndam.demon.nl/gelaat.pdf

De zoektocht naar waarheid, deel I

In mijn vorige blog stelt ik dat onze opdracht in dit leven het zoeken naar waarheid is. Maar wat is waarheid?

Zoals ik zie het zie komt waarheid in tien hapklare brokken, die je kunt ordenen op twee dimensies: materieel-spiritueel (of: zichtbaar-onzichtbaar), en op de dimensie micro-meso-macro. Ik heb dit weergegeven in onderstaande matrix, die bestaat uit tien cellen.

Laat ik op elk van die cellen wat nader ingaan. (Dat is natuurlijk veel te veel materiaal voor dit blog, dus dat moet in een paar afleveringen). Maar eerst iets over de dimensies. De dimensie materieel-spiritueel komt overeen met datgene wat we met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen (materieel), en datgene wat we alleen maar kunnen kennen door intuïtie of openbaring ( innerlijk weten). De dimensie meso-macro is een in de organsatiewetenschap heel gebruikelijke indeling. Onder micro verstaan we alles wat één of twee individuen betreft, meso is het niveau van organismen die uit meer mensen bestaan (teams, de organisatie), en macro slaat dan op de samenleving als geheel, wat ik heb uitgebreid tot de wereld en het universum.

Dan nu de cellen. De cellen in de eerste kolom slaan op zelfonderzoek. Zoeken naar waarheid in deze cellen is zoeken naar het antwoord op vragen als: Wie ben ik, wat is mijn missie hier op aarde, wat is mijn bestemming, waar ga ik naar toe? Dit onderzoek, als het oprecht en zonder zelfmisleiding en oordeel wordt uitgevoerd, leidt tot zelfkennis en zelfinzicht, en uiteindelijk in de regel tot zelfwaardering en levensvreugde. Als we ons beperken tot zelfobservatie, inclusief de observatie van ons gedrag, dan vinden we uiteindelijk ons unieke zelf: ons unieke lichaam (vingerafdruk, iris, gelaat), onze unieke gift die we te geven hebben aan de wereld (ons stukje van de planetaire puzzel), onze opdracht. We stuiten dan ook op onze pijn, blokkades en weerstanden; struikelblokken op ons levenspad. We leren zodoende datgene kennen wat we onze persoonlijkheid of ons karakter noemen. Gaan we meer de spirituele weg op (meditatie, numineuze ervaringen), dan komen we uiteindelijk uit bij ons ware zelf: ons diepste zijn waarin we allemaal gelijk zijn.*) Dit openbaart zich aan ons als leegte, als het besef dat we geleid en gedragen worden, en als het contact met ons oorspronkelijke weten: dat wat we altijd al geweten hebben voorafgaande aan de kennis en de normen en waarden die ons zijn aangeleerd. Het is onze innerlijke gids, ons oer-geweten (wat Kant het a priori noemde), de bron en het fundament van ons bestaan.

Het bereiken van zelfinzicht is een voorwaarde voor verdere waarheidsvinding, want het maakt dat je de moed vindt en in staat bent om onbevooroordeeld te blijven kijken. Je benadert dan de werkelijkheid in plaats van deze mooier of just lelijker te maken dan die is. Wordt vervolgd.

*) Marc Gafni, Your Unique Self, 2012

Al is de leugen nog zo snel . . .

Jarenlang heb ik persoonlijke en spirituele ontwikkeling beschouwd als de voornaamste betekenis die we aan ons leven kunnen geven: ontdekken wat het is dat je in dit leven te leren, te doen en te geven hebt, en er aan werken de belemmeringen daarvoor weg te nemen en je talenten daarvoor te ontwikkelen. Maar de laatste tijd ben ik daar niet meer zo zeker van. Misschien ligt de opdracht van ons leven veeleer in het zoeken naar Waarheid en ons daarover uitspreken.

Dezer dagen stuitte ik op twee verschillende voor mij gezaghebbende bronnen die dit stellen: Caroline Myss in de online cursus Riding the Phoenix, en Thomas Mann en Albert Camus, geciteerd door Rob Riemen in Adel van de geest, een vergeten ideaal (2009). En inderdaad, in deze week van herdenking en viering van de vrijheid besef je dat het onrecht in de wereld en elke aantasting van de vrijheid altijd gebaseerd is op ontkenning, leugen, bedrog, complottheorieën en nepnieuws.

Maar wat is Waarheid? Jouw waarheid hoeft de mijne niet te zijn. Eeuwenlang hebben filosofen en mystici gezocht naar het Ware, het Goede en het Schone, er daarbij van uitgaande dat er inderdaad zoiets is als het Ware het Goede en het Schone. Daarbij staat het Ware bovenaan, want als het Ware wordt aangetast is het Goede het Schone niet meer te vinden.

Het zijn Nietzsche, en in zijn voetspoor Sartre, geweest die bij hun zoektocht naar het ware uiteindelijk uitkwamen op het Niets: zij kwamen tot de conclusie dat onze zoektocht naar de Waarheid uiteindelijk uitloopt op de conclusie dat er niets anders is dan dit materiële aardse bestaan. Daarna, daarboven, daar waar dan ook is er niets. Nichts! Met name Nietzsche heeft moeite met deze ‘waarheid’. ‘Mijn leven behelst nu enkel nog de wens dat het met alle dingen anders gesteld is dan ik denk, en dat iemand mijn “waarheden” ongeloofwaardig voor mij maakt.” (citaat bij Rob Riemen)

Zelf geloof ik echter dat die Waarheid wel degelijk bestaat en inhoud heeft, al zullen we die Waarheid nooit volledig kennen. Dit geloof is gebaseerd op het gezag van mijn leermeesters, en vooral op mijn eigen innerlijke zoektocht – van zoeker, naar onderzoeker naar ziener – , die uiteindelijk uitliep op enige openbaringen, of, zo u dat te verheven vindt, enige intuïties. In een later blog zal ik daar wat van delen, in het besef dat het nog steeds mijn waarheid is, die u met me kunt delen of vervangen door uw eigen waarheid.

De overwinning van de Waarheid over de eucharistische Heresy van Peter Paul Rubens.

Een ‘Great Turning’? – III

Twee keer heeft er in het afgelopen millennium een fundamentele paradigmaverschuiving plaats gevonden: een andere manier van kijken naar de wereld om ons heen. De eerste keer toen het tot ons doordrong, dat de aarde niet plat was, en niet het centrum van de kosmos was, maar een klein bolletje ergens in een onmetelijk universum. En de tweede keer toen we ons realiseerden, dat de mensheid in staat was zichzelf te vernietigen – dat was na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.

Zal er na deze Corona crisis een derde paradigmawisseling plaats vinden? Twee weken geleden zei ik dat de Great Turning bestaat uit drie elementen, waarvan een collectieve bewustzijnsverandering het derde, en volgens mij het meest essentiële, aspect is. Wat houdt die bewustzijnsverandering in?

  1. Weten dat de aarde met alles erop en eraan een levend organisme is (Gaia), en dat wij daar als ‘celletjes’ een onlosmakelijk deel van uitmaken.
  2. Weten dat er achter de zintuiglijk waarneembare wereld een onzichtbare wereld bestaat, en dat we daar contact mee kunnen maken.
  3. Weten dat we in onze kern allemaal gelijk zijn, en dat deze kern, ons ‘ware zelf, onaantastbaar is.

Deze elementen van bewustzijnsverandering zijn samen te vatten met de begrippen ‘eenheidsbewustzijn’ en ‘overgave aan dat wat groter is dan wij’. Maar dat ontstaat alleen als het ‘weten’ in bovenstaande opsomming niet slechts een verstandelijk weten is, maar een overtuiging, die gegrond is in ervaring(en). Het mooiste is het als die ervaringen gepaard gaan met ‘het licht zien’ (zoals bij Verlichting en in vele BDE’s), maar dat is niet voor iedereen weggelegd. In dat geval volstaat een ontroerende beleving van schoonheid of een allesomvattende liefde, het ervaren van ontzag voor het mysterie van het zijn, een openbaring. Soms kan juist een ‘negatieve’ ervaring die verdieping van het bewustzijn veroorzaken: een schokkende of heel verdrietige gebeurtenis. Als we een dergelijke ervaring doorgemaakt hebben, kunnen we verbinding voelen: met Gaia, met de ‘onzichtbare werelden’, en uiteindelijk met de bron van alles en de universele wet waarmee dit universum bestuurd wordt en die zich in ons diepste zelf openbaart. Daaruit vloeien weer kernwaarden voort: eerbied voor de ‘heiligheid’ van het leven, onbaatzuchtigheid en een open geest.

Ik vermoed (intuïtief) dat we pas kunnen spreken van een nieuw paradigma of een Great Turning als 40 % van de bevolking deze bewustzijnstransformatie heeft doorgemaakt. Zal deze pandemie daar toe leiden? Ik weet het niet. Gunstig is wel dat de gevolgen van deze crisis nog heel lang zichtbaar en voelbaar zullen zijn. Men verwacht dat pas eind oktober de pandemie tot staan is gebracht (althans in Nederland). Maar dan is het virus nog niet uit de samenleving verdwenen, en is er nog geen algemene groepsimmuniteit. Ik zie dus niet hoe er dan massale bijeenkomsten kunnen plaats vinden zoals concerten, theatervoorstellingen, voetbalwedstrijden in volle stadions, evenementen, enz., zonder het risico te lopen op een nieuwe uitbraak. Dat zal pas veilig zijn, als er een werkend vaccin of veilig medicijn gevonden zal worden. En dat verwacht men pas medio 2021. En daarna zullen de economische repercussies nog jaren voortduren. In het slechtste scenario van het CPB – dat mij het meest waarschijnlijk lijkt – zal de economie in 2020 en 2021 inkrimpen met totaal 10 %. Goed voor de CO2- en stikstof uitstoot – maar op den duur helaas niet voldoende. Wel houden al deze repercussies ons bij de les en vergroten zo de kans dat er daadwerkelijk een Great Turning gaat plaats vinden. Ik verwacht het niet op korte termijn, maar op de wat langere duur, als ook de dreiging van de klimaatcrisis (en wellicht een volgende pandemie) dichterbij komt? Wie weet – wie weet overleven we toch nog in een humanere en rechtvaardiger maatschappij. Ik zal het waarschijnlijk niet meer meemaken.

Ik ben bang dat u lijdt aan een paradigmaverschuiving

De wolk van niet weten.

Er waren twee periodes in mijn leven dat ik dacht wel aardig te weten hoe het leven en de wereld in elkaar zat: mijn late puberteit en jonge adolescentie, en zo rond mijn veertigste. Hoe arrogant! Daartussenin en daarna heb ik nog veel kennis en ervaring opgedaan, waaruit ik concludeerde dat ik nog heel veel NIET wist. Want kennis is nog iets anders dan dieper weten. En uiteindelijk is dat, zo na mijn 75e, uitgelopen op het besef dat ik op een dieper niveau eigenlijk maar heel weinig weet. Wat een rust! Dat leidde ergens in mijn 80e levensjaar (dat is dus vorig jaar) tot een gedicht dat ik heb voorgedragen op het symposium op mijn verjaardag. Zelf heb ik altijd moeite om een voorgedragen gedicht echt te volgen (het gaat me vaak te snel), en misschien is dat wel voor meer mensen het geval. Daarom laat ik het hier nog eens volgen, ook voor diegenen die niet op mijn symposium aanwezig waren, en voor hen die me verzochten het gedicht nog eens te mogen lezen.

  • Wat is geloof, en wat is zeker weten?
  • Bij geloof hoort twijfel, bij weten zekerheid.
  • Ouder wordend raak ik beide steeds meer kwijt. 
  • Bestaat God wel? Of ben ik dat vergeten?
  • Je weet het niet.
  • Er is meer tussen hemel en de aarde,
  • Dan ooit gedroomd in mijn filosofie. 
  • Zo spreekt de dichter. Maar alles wat ik zie
  • is slechts materie van meer of minder waarde.
  • Je weet het niet.
  • Er is een subtiel rijk, met engelen en geesten.
  • En velen hebben daarmee echt contact.
  • Voor mij bleef dit helaas nog erg abstract
  • ondanks een intensieve, lange queeste.
  • Je weet het niet. 
  • Velen hebben bijna-dood ervaren.
  • Hun hersenfuncties gingen dan teloor.
  • Maar het bewustzijn werkte toch nog door.
  • Hoe kan de rede zoiets nu verklaren?
  • Je weet het niet.
  • Die mensen weten het inmiddels zeker: 
  • Er is beslist een leven na de dood.
  • Waarom dan blijft mijn twijfel toch nog groot?
  • Ik hoorde meer; mijn weten werd steeds weker.
  • Je weet het niet.
  • Degeen die uit zijn lichaam is getreden
  • kon zonder ogen vele dingen zien.
  • Dat is nu wel bewezen, maar misschien 
  • is mijn verstand te klein, want tot op heden
  • vat ik het niet.
  • Miljarden geloven in reïncarnatie.
  • Maar mij spreekt het idee nog steeds niet aan.
  • Wie leeft er dan nu eigenlijk in een waan?
  • Ik houd het maar op mijn eigen aberratie.
  • Je weet het niet.
  • Er wordt gezegd: je kan je leven helen.
  • Het denken schept je eigen werk’lijkheid.
  • Maar waarom is het leven dan soms strijd?
  • En teistert angst voor onheil vaak zovelen?
  • Je weet het niet.
  • Toeval bestaat niet, hoor je ook vaak zeggen.
  • Ik denk, het is maar hoe je het bekijkt.
  • Niet alles is precies zo als het lijkt.
  • En wat gebeurt is vaak niet uit te leggen.
  • Je weet het niet.
  • Is er in ons een dieper innerlijk weten?
  • Worden we soms door een gids geleid?
  • Ik voel vaak zijn of haar aanwezigheid.
  • Maar wie het is? Dat ben ik dan vergeten.
  • Ik weet het niet.
  • Is er een bouwplan voor de aarde en de kosmos?
  • Of is het toeval dat de evolutie drijft?
  • En is er iets dat eindeloos beklijft?
  • Vervalt wat we creëren weer tot chaos?
  • Je weet het niet.
  • En dan de moeder aller grote vragen:
  • Wat is het dat we hier hebben te doen?
  • Wat moet er staan op ons symbolisch blazoen?
  • Wat is de taak waarmee we willen slagen?
  • Je weet het niet.
  • Zo weet ik niet, maar ik geloof in schoonheid.
  • Die heb ik in mijn leven vaak ervaren.
  • Een diepte die ik ook niet kan verklaren,
  • Verbinding vormt ze met de eeuwigheid.
  • Dat geloof ik.
  • En toen mijn oudste dochter was geboren.
  •  – dokter en zuster waren weggegaan –
  • Toen wist ik: ze komt ergens vandaan:
  • Een uniek mens treedt aan in ’t ochtendgloren. 
  • Dat weet ik.

Blij-moedig.

Mijn vorige blog eindigde ik met mijn voornemen om mijn 80e verjaardag aandachtig en in blijmoedigheid door te brengen. Dat kostte me weinig moeite, want ik had een symposium georganiseerd met als titel: Hoe blijmoedig te leven in een hachelijke wereld, en daarvoor sprekers uit te nodigen van wie ik wist dat ze een mooie voordacht konden houden. En dat deden ze. Bovendien was er een musicus die samen met de zaal ontroerende muziek tot klinken bracht.

Graag vat ik hieronder nog eens samen wat voor mij de belangrijkste conclusies waren van het symposium.

  1. Als we het over een hachelijke wereld hebben kan het gaan over moeilijkheden in ons persoonlijk leven, maar ook over de samenleving als geheel. Dan denken we al gauw aan de klimaat problematiek, die door de traagheid van de processen eigenlijk niet meer op te lossen is.  We zijn het kantelpunt voorbij. Dat wil niet zeggen dat het niet goed is om klimaatbewust te leven en handelen – dat is op zichzelf al waardevol. Doen wat ons hart en onze hand te doen vinden, geeft ons hoop, ongeacht het resultaat.
  2. Naast het klimaatprobleem is het wereldvoedselprobleem bedreigend. Het ontstaat door drie factoren: we gaan onzorgvuldig, om niet te zeggen roekeloos, met de aarde om, we zijn met te velen op deze aarde, en de klimaatverandering doet de rest. Ook dit probleem is moeilijk op te lossen. De deskundigen zijn het er niet over eens of het überhaupt kan.
  3. Dit zo zijnde vergt het moed om blij-moedig te leven. Je kunt niet blij zijn door de situatie te ontkennen of te verdoezelen. Maar je kunt je in het bewustzijn daarvan wel richten op de schoonheid en de liefde in jezelf en de wereld. Daar worden we blij van.
  4. We kunnen het klimaatprobleem dan wel niet oplossen, maar we kunnen wel gaan voor een wereld waarin verbinding tussen mensen, tussen mensen en de andere dieren en de overige natuur centraal komt te staan. Ik zelf zou zeggen: waarin de heiligheid van het leven een kernwaarde is.
  5. Als we praten over verbinding, dan gaat het niet alleen over de horizontale verbinding waarvan in het vorige punt sprake was, maar ook over de verticale verbinding met de aarde en de ‘hemel’. Of anders gezegd met de onzichtbare, niet fysieke wereld(en). Wie of wat dat is wordt door iedereen weer anders ingevuld, dat bleek ook op het symposium. De verticale verbinding is even belangrijk voor ons persoonlijke en collectieve heil als de horizontale verbinding. Op het kruispunt van de verticale en de horizontale verbinding (zie de afbeelding hieronder) ligt ons hart, zodat we dan allemaal een ‘warrior of the heart’ kunnen worden en blij-moedig kunnen leven.
  6. En tenslotte: wonderen bestaan; op individueel niveau en op gemeenschappelijk niveau.  Uiteindelijk kunnen we de toekomst niet kennen. Dus wat er daadwerkelijk gaat gebeuren: we weten het niet. Misschien is het niet de bedoeling (van wie?) dat de mensheid ten onder gaat. Misschien zullen we als mensheid niet fysiek overleven, maar misschien wel op geestelijk niveau. Wie zal het zeggen?          
De roos van liefde ontbloeit aan het rozenkruis

Potius deficere quam desperare

De spreuk in de titel – Potius deficere quam desperare – ( liever tekortschieten dan wanhopen), staat in baksteen vermeld op een van de twee gevels van het Amsterdams Lyceum, de school waar een van mijn kleindochters op school zat. Het is geloof ik ook het motto van de school. Waar de spreuk vandaan komt heb ik niet kunnen achterhalen. Misschien is hij wel bedacht door de oprichter en eerste rector van de school, dr. C.P. Gunning. Gunning was rector van 1917 tot 1952, met een onderbreking van enkele jaren gedurende de oorlog, toen hij werd gevangen genomen omdat hij geprotesteerd had tegen het wegsturen van de joodse leerlingen. Hij heeft zijn spreuk dus wel waar gemaakt!

De spreuk zet aan tot reflectie. De spreuk is de tegenpool van de uitspraak van Václav Havel: Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft. De spreuk slaat zowel op je eigen persoonlijke ontwikkeling, als op het bijdragen aan de samenleving. Het zou toch treurig zijn als je aan het eind van je leven over veel dingen moet zeggen: ik heb het niet eens geprobeerd. . . ?

Zo hoop ik dat velen van ons in 2020 onze ‘comfort zone’ verlaten en risico’s durven nemen. U persoonlijk wens ik daarom naast uw successen ook veel falen toe. Ikzelf ben daar gisteravond al mee begonnen, maar dat is een ander verhaal. Gelukkig nieuwjaar!

Het Amsterdams Lyceum

De ‘Essenen’ revisited.

Mijn vorige blog eindigde ik met de vraag hoe we ons de samenwerking met bomen, en met de natuur, en met de onzichtbare werelden in concreto moeten voorstellen. Daar had ik toen geen antwoord op , en dat heb ik nog steeds niet. Mijn contemplatie daarover bracht echter wel enige aanwijzingen aan het licht.

In de eerste plaats bracht deze contemplatie me terug bij de Essenen. Dat was een Joodse groepering die bestond in Palestina gedurende de twee eeuwen voorafgaande aan de verwoesting van de Joodse tempel in 70 na Christus. Onderdeel van deze groepering was een broederschap die leefde bij Qumran, waar vanaf 1947 de zogenaamde Dode Zee rollen zijn gevonden. Het is met name door die geschriften dat we vrij veel weten over die broederschap.

Het is wel duidelijk dat die broederschap er in slaagde in harmonie te leven met de natuur, en met de wereld om hen heen. In die zin zijn zij een inspiratie voor hen die met de natuur en de onzichtbare werelden zouden willen samenwerken. De Essenen, althans deze broederschap, brachten dat namelijk in praktijk. Hoe deden ze dat?

In de eerste plaats door zich door meditaties af te stemmen op de seizoenen, en op de ‘Hemelse Vader’, de ‘Aardse Moeder’, en de engelen van de hemel en van de aarde. Voor elke dag van de week stemden ze zich af op twee specifieke engelen – niet ongelijk aan de deva’s over wie ik vorige week sprak (zie de afbeelding hieronder). Verder beoefenden ze, ook dagelijks, speciale vredesmeditaties (vrede met je lichaam, met je geest, met de familie, met de natuur, enzovoort). Ze volgden ook andere rituelen: zich laten zuiveren door de engelen van de zon, lucht en water (ik heb mezelf tijdens een ‘wildernis quest’ middels deze rituelen ooit eens genezen van een hardnekkige en gevaarlijke maagkwaal*). Daarnaast bedreven ze land- en tuinbouw in harmonie met de natuur. Er is meer over te vertellen, maar dat voert voor een blog te ver. (wie er meer over wil weten: er is heel veel over te vinden op internet)

De vraag is of we als de Essenen kunnen leven in deze tijd. Als je wilt blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer kan hun levenswijze natuurlijk niet exact worden gekopieerd. Maar we kunnen wel een deel van hun rituelen inpassen in onze dagelijkse routine, en daarmee doen we een eerste stap in de richting van verbinding met de onzichtbare wereld. Dat kan ook wel door andere meditaties en rituelen, maar deze zijn bijzonder effectief. Danaan Parry heeft ze toegankelijk gemaakt voor onze moderne tijd**). Volgende week filosofeer ik verder over de samenwerking met de onzichtbare werelden en de natuur – en ook over hoe we van het individuele niveau kunnen overstappen naar een collectief niveau.

De Essense ‘Boom des Levens. De onderste Engelen zijn de aardse engelen, de bovenste de hemelse. ©  https://communiu.home.xs4all.nl/Studymat/Nedtxt/Boomafb.htm

*) Ik heb daarvan verslag gedaan in mijn boekje ‘Leven op het randje’. Dat is nog tweedehands verkrijgbaar.

** ) Danaan Parry, The Essene Book of Days. Dit boek wordt elk jaar aangepast aan de data van het lopende jaar – maar als je niet precies aan die data wil vasthouden kan je ook werken met een oudere versie. Er is ook een pocket-editie, The Essene Book of Meditations and Blessings, waarin die data geen rol spelen en waarin bepaalde rituelen niet zijn opgenomen, en die alleen verkrijgbaar is via: https://www.earthstewards.org/ESN-Publications.asp

Wat niet weet kan wel degelijk deren.

Als we uitgaan help ik mijn vrouw regelmatig in haar jas. Ook houd ik vaak de deur voor haar open. Als regel ben ik degene die afrekent in de horeca, of bij een hotel, alwaar ik het ook ben die incheckt. Dit is allemaal politiek incorrect gedrag, want daaruit zou blijken dat ik me onbewust superieur voel aan vrouwen in het algemeen, en mijn eigen vrouw in het bijzonder.

Naar aanleiding van een essay van Marja Pruis in De Groene Amsterdammer van vorige week*) heb ik me afgevraagd of ook ik leid aan een verborgen vorm van misogynie. Per slot van rekening had ik, op zijn zachtst gezegd, in mijn jonge jaren een moeizame relatie met mijn moeder. Maar dat is later helemaal goed gekomen – en in alle oprechtheid kan ik weinig sporen van haat- of superioriteitsgevoelens ten aanzien van vrouwen in mijn karakter ontdekken.

Hoe dit zij, het valt niet te ontkennen dat het met de positie van vrouwen in de wereld treurig is gesteld. Vele van de narcistische staatshoofden, waar ik in mijn vorige blog aan refereerde, tonen openlijke (Trump, Bolsonaro) of verkapte minachting voor vrouwen. In Brazilië leidt dat er toe dat vrouwen op grote schaal mishandeld worden.**) In India, voor velen in het Westen een voorbeeld van spirituele ontwikkeling, worden vrouwen regelmatig in de openbare ruimte aangevallen, verkracht of zelfs vermoord. Over de duivelse praktijken in oorlogsgebieden spreken we dan nog niet eens. En zo voorts, en zo verder.

Maar hoe staat het er voor in ons eigen, o zo beschaafde land? Hoeveel mannen hebben er moeite mee (of zouden er moeite mee hebben) als hun vrouw meer verdient of een hogere positie heeft in de samenleving? Hoeveel vrouwen durven nog steeds niet zichzelf in volle kracht te manifesteren? En hoeveel vrouwen accepteren dat ze in een gelijkwaardige positie minder betaald krijgen dan mannen – en hoeveel mannen regelen dat zo? En hebben we niet onze eigen seksistische ‘leider’?

Volgens Abraham De Swaan (geciteerd in genoemd essay) zal de eeuwenoude bestaande cultuur van ongelijkheid tussen man en vrouw in onze geesten nog – deels onbewust – zijn sporen nalaten, lang nadat de juridische en economische gelijke rechten van vrouwen realiteit zijn geworden. Food for thought, en aanleiding tot zelfreflectie. Wat niet weet, kan wel degelijk deren.

*) Marja Pruis, Glimlachen verplicht. Groene Amsterdammer, 7 augustus 2019.

**) Marjon van Rooyen, Je bent een vrouw! Heb je het nú begrepen? Groene Amsterdammer, 31 juli 2019