Categoriearchief: Politiek

The party is over.

Ik heb een leuke koninginne/koningsdag gehad. Terwijl mijn vouw Anne voor de buis de abdicatie bekeek was ik bij mijn kleinkinderen op de vrijmarkt in de Watergraafsmeer, en heb ze uiterst onverantwoord voor € 2 per persoon zakken snoep laten kopen (daar kozen ze voor – een buurjongetje prefereerde echter voor die prijs een revolver). Later heb ik de inhuldiging gezien, en uiteraard een herhaling van de abdicatie, en ’s avonds bevonden we ons bij het concert op de Kop van het Javaeiland (de bewoners van het Javaeiland konden gratis kaartjes krijgen – en dan ben ik er als goede Nederlander snel bij). Nog nooit heb ik een populaire dj (Armin van Buren) zo soepel zien werken met een van de beste orkesten ter wereld, en zelden heb ik zo grappig verschillende deelculturen van onze samenleving zo dicht bij elkaar zien komen. Ik vond het wel wat. Al met al was het een mooie dag, waarop veel Nederlanders zich ieder op eigen wijze geamuseerd hebben. We doken even onder in het sprookje, en leefden een dag lang en gelukkig.

Ik ben geen republikein, en ook niet echt oranjefan. Ik vind het wel goed zoals het is. Ik hoop dat de rol van de koning  steeds minder belangrijk wordt. Niet omdat ik een voorstander ben van een louter ceremonieel koningschap (integendeel), maar omdat ik hoop dat Europa een steeds belangrijker plaats gaat innemen ten koste van de natiestaat. Ik ben wel blij dat we intussen niet met presidentsverkiezingen te maken krijgen, met alle politieke spelletjes van dien. Het ziet er naar uit dat Willem-Alexander zeker niet onder zal doen voor de betere presidenten, en ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat dit t.z.t.bij Amalia of een van haar zussen anders zal zijn (hoewel. . . je weet nooit wie ze aan de haak slaan. . . ). Ik vind het overigens wel jammer dat Koning W-A met geen woord repte over Europa en de rest van de wereld bij de aanvaarding van zijn ambt. Maar misschien paste dat niet zo bij deze gelegenheid.

Tevreden dus over het koningsschap, en de dag van gisteren? Toch niet helemaal – ik zou mezelf niet zijn als ik niet wat aan te merken had.

In de eerste plaats voel ik me niet goed over de inkomenspositie van de leden van het Koninklijk Huis. Inkomens van € 825.000 (W-A), € 327.000 (Koningin Maxima) en € 466.000 (Prinses Beatrix) belastingvrij zijn niet meer van deze tijd. Let wel, daarvan hoeven ze niet hun huisvestings- bedrijfs- en personeelskosten te betalen, want die worden betaald uit andere budgetten. De koning heeft dus zijn eerste smetje al opgelopen, toen hij zei dat een salarisverlaging zou betekenen dat hij personeel zou moeten ontslaan. Welk personeel is dat dan, zo vraag ik me af. Men moet bij dit alles bedenken dat het Koninklijk Huis ook nog een vermogen heeft, dat onbekend is, maar waarschijnlijk ergens ligt tussen de 400 en 900 miljoen. (Er worden ook veel hogere bedragen genoemd). Ter vergelijking: onze ministerpresident verdient minder dan twee ton (bruto!), evenals de president van Duitsland. De president van Italië verdient € 230.000. Ik sluit me voorshands aan bij de heren Van Rossem en Hofland onlangs in NRC/Handelsblad: als het nieuwe koningspaar zijn gezag wil ontlenen aan een blijvende populariteit, dan zullen ze toch minstens een zeer forse salarisverlaging moeten voorstellen dan wel werkelijk open moeten zijn over hun onkosten en vermogenspositie.

Een tweede smet (niet op het koningshuis) was gisteren de arrestatie van Joanna van der Hoek, een republikeins  demonstrante, tegen de uitdrukkelijke instructie van de burgemeester in. Het wil er bij mij niet in dat dit een foutje was van de politiemensen ter plekke (die merendeels ook nog in verbinding stonden met hun superieuren). De instructie was volstrekt duidelijk. Ik ben geneigd de lezing van Joanna (en advocaat Tomlow uit Utrecht) te volgen, dat dit een vooropgezette strategie was van de autoriteiten – dan was ze tenminste even van de Dam verwijderd. Dan zijn er twee mogelijkheden: Van der Laan wist ervan, of hij wist daar niet van. In het eerste geval zou hij onmiddellijk moeten aftreden (hoe kundig en sympathiek ik hem overigens ook vind), en in het tweede geval heeft hij zijn korps niet in de hand, en moet hij zijn gezag herstellen door de verantwoordelijke politiemensen op staande voet te ontslaan.

Men zou kunnen zeggen: is dit niet te veel ophef voor een schijnbaar zo onbelangrijk incident? Ik vind persoonlijk dat dit incident helemaal niet onbelangrijk is. Als je er over doordenkt zouden beide genoemde mogelijkheden in een rechtstaat niet mogen voorkomen. Excuses van de politie zijn dan volstrekt niet ter zake.

Ik hoop dat ik het mis heb, en dat het wel een stupiditeit ter plekke was. Ik sluit me aan bij advocaat Tomlow , die van mening  is dat de Amsterdamse gemeenteraad dit tot op de bodem moet uitzoeken, en die in die zin een brief aan de gemeenteraad heeft geschreven. Ik ben benieuwd naar de staart die deze muis zal hebben.

VVD: geen openbaar debat met Hans Achterhuis.

Gisteren was ik bij een lezing van Hans Achterhuis, en daar vernam ik tot mijn verbijstering dat er binnen de VVD een oekaze bestaat dat er niet in het openbaar met hem gediscussieerd mag worden. Dat geldt voor partijleden, functionarissen, en zelfs voor de leden van het wetenschappelijk bureau, de Teldersstichting. Argument: hij zou te negatief zijn. Overigens wel een beetje dom dat ik daar pas gisteren achter kwam; deze oekaze bestaat al jaren.

Wie Hans Achterhuis een beetje kent, en een aantal van zijn werken heeft gelezen, weet dat negatief wel het laatste etiket is dat je op hem kunt plakken. Kritisch, dat wel, maar geëngageerd en betrokken. Ik vermoed echter dat hier iets anders aan de hand is. Hans Achterhuis, zich wel bewust van de zegeningen van de markt, stelt ook de gevaren daarvan aan de kaak. Een markt heeft altijd de gevaren in zich van roof. Daarom is er altijd een marktmeester nodig, en een democratische context. Van daaruit door redenerend bekritiseert hij de neo-liberale ideologie, die hij beschrijft als een utopie gebaseerd op het werk van Ayn Rand en Friedrich von Hayek. En ja, als je dogmatici of fundamentalisten aanvalt, dan weet je wat er gebeurt. Dan kun je de ziekte krijgen, of erger.

Uit het feit dat de VVD-ers – inclusief Bolkestein en Mark Rutte, die bij zijn Popper-lezing in 2011 een traditie doorbrak door niet in te gaan op zijn voorganger, Hans Achterhuis* – zo gebeten op Hans Achterhuis reageren kan dan ook maar tot één conclusie leiden: het zijn neo-liberale utopisten, althans in meerderheid. Anders gezegd: dogmatici, fundamentalisten. Dat geldt voor veel aanhangers van het neo-liberlale gedachtengoed. En dat is precies waarom het zo gevaarlijk is en kan leiden tot een destructieve politiek met rampzalige consequenties. Zoals we al ervaren, en in de toekomst nog meer zullen ervaren. Gelukkig dat er toch ook nog vrije geesten zijn. 1984 is er niet gekomen, en zal er ook niet komen. Dat geeft de burger moed.

 

* Zie voor een meer uitgebreide achtergrondbeschrijving: https://www.trouw.nl/tr/nl/5535/Denker-des-Vaderlands/article/detail/2945401/2011/10/03/Mark-Rutte-durf-te-denken.dhtml

Leve de columnisten

Ik lees graag columnisten, met name diegenen die echt goed zijn. Wat vind ik een goede columnist? Iemand die op onderhoudende, soms humoristische wijze iets wezenlijks te vertellen heeft. Hij/zij reikt een inzicht aan waar ik even niet aan gedacht had, of feiten die ik en anderen doorgaans over het hoofd zien.

Top of the bill is voor mij Maarten Schinkel. Neem nu een van zijn laatste columns. Hij vergelijkt halfgelukte privatiseringen met een kast die bij een verhuizing blijft steken in het trapgat. Hij kan niet meer vooruit, maar helaas ook niet meer terug. “Er zitten heel wat kasten in Nederland”. En na een aantal voorbeelden: “Woon, zorg, bank, stroom, trein, bel en verwonder.”  Heerlijk. Zijn slotconclusie: “Wat te doen? Ga voor elke sector na of er sprake is van te veel of te weinig deregulering. Kan er een markt? Dan komt er een markt, maar dan ook ècht. Kan het niet? Dan niet. We moeten voor- of achteruit. Ook al betekent het dat we van sommige kasten een poot moeten afzagen.” Wat hij overigens vergeet is dat we daar helemaal niet vrij in zijn. Europa heeft een grote vinger in de pap. Maar toch, een heel goede column.

Een andere columnist die mij bevalt is Marike Stellinga. Vrolijk confronterend. Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld. ‘In Europa stellen we alle hervormingen even uit tot het weer beter gaat. Er is maar één klein probleempje: wanner zou het weer beter gaan?” Tja, niet zolang die hervormingen niet hebben plaats gehad natuurlijk.

In een andere column, 21 januari, laat ze de nadelen zien van het poldermodel. Geen enkele regering wil natuurlijk stakingen of een Malieveld dat steeds maar weer volstroomt. Maar een sociaal contract? Marike: “De termijn van FNV-voorman Ton Heerts loopt af op 30 april. De FNV-leden kiezen in mei per referendum de eerste voorzitter van de nieuwe FNV. Wie daar de meeste stemmen voor levert? De opstandige bonden Abvakabo en Bondgenoten. Slaat Heerts te enthousiast aan het polderen, dan wordt hij direct teruggefloten. Zo bezien is Heerts de komende maanden the man to please. Doodeng, die polder.” Ik mag dit soort duidelijkheid wel.

Ten slotte: Joris Luyendijk, die in zijn columns een prachtig stuk onderzoeksjournalistiek laat zien over hoe het toegaat in de financiële wereld van de Londense City. Dat stemt overigens niet vrolijk, en laat zien dat er sinds het begin van de financiële crisis niets is veranderd. Maar de columns zijn prachtig.

Alle bovengenoemde columnisten schrijven in NRC/Handelsblad. Maar ook Trouw en De Groene Amsterdammer hebben prachtige schrijvers. Om er een paar te noemen: Hofland ( die is nu 85; als je op deze leeftijd nog zo kan schrijven – jaloersmakend), Keizer, Goslinga. Daarover misschien later nog eens.

Het is goud wat er blinkt. . . of ivoor.

Wat is het toch dat goud zijn magische waarde verleent? Natuurlijk, het blinkt mooi, en het is edel metaal, wat inhoudt dat het corrosiebestendig is, en het is ook een waardevolle grondstof in legeringen met andere metalen, en daardoor vrijwel onontbeerlijk in vele industriële toepassingen. Maar dat is niet voldoende om de steeds maar weer oplaaiende goudkoorts te verklaren, die leidt tot speculatie, prijsopdrijving, geweld, verwoesting van het milieu en een economische waarde die regelmatig ver uitstijgt boven de intrinsieke waarde.

Bij voorbeeld: In zestien Zuid-Amerikaanse landen is een verwoede strijd gaande tussen actiegroepen en mijnmaatschappijen, vaak van Chinese herkomst, die met hun niets ontziende mijnbouw het milieu verwoesten en de watervoorziening in gevaar brengen. En dan hebben we het nog niet over de arbeidsomstandigheden in de goudmijnen. Kennelijk is er nog niet zoveel veranderd sinds vijf eeuwen geleden de goudkoorts de voornaamste drijfveer voor de verovering van het Zuid-Amerikaanse continent was.

In de economie speelt goud de rol van vluchthaven op het moment dat het vertrouwen in andere economische waarden – geld, aandelen, obligaties, onroerend goed – daalt. Maar ook goud kan enorm in waarde fluctueren. Het geeft schijnzekerheid, en is ook onderhevig aan zeepbellen: het opblazen van waarden die niets meer met de onderliggende intrinsieke waarde te maken hebben, en derhalve zomaar in lucht kunnen opgaan. Bij de huidige onzekerheden in de economie is er weer zo’n zeepbel rondom goud gaande, al zal er altijd wel een zekere waarde van goud resteren.

Goud heeft al eeuwen mythische waarde. Het speelde die rol al in het oude Egypte, in China, en ook elders in de Oudheid. In de  alchemie is goud een noodzakelijk ingrediënt voor de bereiding van de steen der wijzen, het ultieme en in materiële zin onhaalbare doel van de alchemie. In de moderne tijd heeft die mythische waarde een materiële component gekregen.

Wat voor goud geldt, geldt in zekere mate ook voor ivoor. Met name in China is ivoor nog meer van waarde dan goud. “Met ivoor eren wij de goden en maken wij al duizenden jaren kunst en kunst is belangrijker dan geld” (Ivoormeester Li Bin Cheng).  Dat daarvoor de olifanten in de wereld uitgeroeid worden is vanuit dat gezichtspunt van geen belang. Van de ongeveer 300 miljoen olifanten in Afrika in de jaren 70 zijn er nu nog 600.000 over. Per jaar worden er 35.000 afgeslacht. Je kunt dus uitrekenen wanneer het afgelopen zal zijn met de olifanten in Afrika: ongeveer 15 jaar. Al moet gezegd worden dat in Zuid-Afrika een afschotverbod redelijk wordt gehandhaafd.

Ik blijf het wonderlijk vinden dat materiële zaken zulke mythische proporties krijgen. Zolang dat zo zal zijn, zullen er altijd handelaren en speculanten zijn die daarop inspelen. Het zal natuurijk niet gauw gebeuren dat de betrokkenen zich realiseren dat geestelijke groei en bewustwording juist niet afhankelijk kunnen en moeten zijn van materie. De hoop voor het beperken van de schadelijke effecten van de goud- en ivoorkoorts kan daar dus niet in zijn gelegen. Het zal moeten komen van overheidsmaatregelen die dan ook gehandhaafd worden.  In de metro van Beijing hangen posters van National Geographic van de olifanten die met uitroeiing bedreigd worden, en misschien zal dat invloed hebben op de nog kneedbare geesten van de jeugd. Maar de meer agressievere organisaties als Save the Elephant komen China niet in. Hier ligt weer een schone taak voor de internationale diplomatie, en dus voor de politiek en dus voor ons als burgers. Wij maken de politiek, toch?

 Voor deze blog ben ik schatplichtig aan De Groene Amsterdammer, (17 januari 2013), en NRC/Handelsblad, 9 februari 2013 (Oscar Garshagen)

 

Genoegdoening of verzoening?

Van het onderstaande lijstje word je niet vrolijk – en ik heb zelfs moeite om niet negatief te worden. Het lijstje gaat over grote problemen die de politiek en het bedrijfsleven de afgelopen 20 jaar  hebben laten liggen, of waarover schadelijke beslissingen zijn genomen. Ziehier:

–       het financiële stelsel is vergaand gedereguleerd, met alle schadelijke gevolgen van dien

–       de spoorwegen zijn geprivatiseerd, en er is te weinig geld gestoken in het openbaar vervoer en nu zitten we met een slecht onderhouden spoorwegnet

–       de uit de hand gelopen hypotheekrente is niet aangepakt (dat was zelfs een taboe onderwerp in Balkenende 4, en de PvdA die dit wel wilde aanpakken heeft dat geslikt om maar mee te kunnen regeren)

–       de problemen die voortvloeien uit de vergrijzing zijn niet of nauwelijks aangepakt

–       door de NAM (Shell, Esso, Overheid) is geen behoorlijk onderzoek gedaan naar de effecten van de aardgaswinning, hoewel daar al jaren op wordt aangedrongen

–       er is geen groene energiepolitiek gevoerd die die naam verdient, in tegendeel, er is een energiepolitiek gevoerd die het gebruik van fossiele brandstof bevordert

–       er is geen wezenlijk klimaatbeleid gevoerd dan wel bepleit in Europa, en ook geen vernieuwend landbouwbeleid

–       er is deelgenomen aan een aantal oorlogen met twijfelachtige uitkomst

–       Shell heeft een dubieuze reputatie opgebouwd in Nigeria, en verzet zich tegen het Europese voorstel om corruptieve praktijken bij contractonderhandelingen doorzichtiger te maken. Ze hebben daartoe krachtig gelobbyd bij de Nederlandse regering, die pas recent haar verzet tegen dit voorstel heeft opgegeven

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Met betrekking tot al deze beleidsbeslissingen of het uitstel daarvan  zijn er altijd stemmen geweest die gewaarschuwd hebben (SER, WRR, CPB, deskundigen), en gewezen hebben op de schadelijke gevolgen. Maar die stemmen zijn stelselmatig genegeerd als het niet uitkwam. Natuurlijk zijn er ook wel goede beslissingen genomen, maar daar kan ik zo gauw niet opkomen. Het is geen wonder dat er zo weinig vertrouwen meer is in de politiek en het bedrijfsleven , wat zich voor een deel uit in populistische woede, gericht op enkele personen die niet meer waren dan een radertje in het netwerk. Deze woede is zowel te zien als een schadelijk gevolg van wat de politiek en het bedrijfsleven (niet) gedaan hebben, als dat deze woede zelf ook weer schadelijke effecten met zich meebrengt.

Dec eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat veel van de bovengenoemde beleidsbeslissingen door een grote meerderheid van ons allen – nou, ons allen. .. . niet door mij) gewild zijn. Iedere politicus die de belasting op auto’s zou willen doen stijgen (om de werkelijke klimaatkosten mee te nemen in de berekeningen, of om er het openbaar vervoer mee te stimuleren), of de files zou laten bestaan, of de hypotheekrente of de pensioenen wilde aanpakken (zoals het CDA in 2004) kon wel inpakken. Pas recentelijk zien we hierbij iets van een kentering, mede door het knappe optreden van Samson. Anderzijds laat de opkomst van de ouderen partij zien, dat het naakte eigenbelang nog steeds een belangrijke stem heeft in de samenleving. (Terzijde, de tweede man van die partij, Jan Nagel, heeft een lange historie van uitsluitend gericht zijn op macht en deelbelangen). In die zin voegt deze partij zich bij VVD, SP, en PVV.

Wat doen we met dit soort zaken als we achteraf zien dat er een volkomen verkeerd beleid is gevoerd? Dan stellen we een parlementaire enquete of een commissie in (Van Traa over opsporingsmethoden, Dijsselboem over het onderwijs, De Wit over het financiële stelsel, enzovoort). Misschien leren we daar iets van, maar de verantwoordelijken komen daar altijd mee weg. Omdat niemand verantwoordelijk is, is iedereen verantwoordelijk. Op zijn best wordt er een al dan niet oprecht sorry gemompeld – en daarmee is het afgedaan (niet dus). Zouden we niet veeleer een soort waarheidscommissies moeten instellen? Volgens Achterhuis (Trouw 11 februari) hebben we daar de cultuur niet voor. Waarheidscommissies zijn gericht op vergeving en verzoening (nadat de waarheid openlijk en eerlijk door alle betrokkenen, daders en gedupeerden is besproken). Onze cultuur daarentegen is gericht op genoegdoening en soms zelfs wraak. Dat is een uitvloeisel, de negatieve kant zeg maar, van de neoliberale ideologie die hier nog steeds opgeld doet. De werkwijze en uitkomst van een waarheidscommissie zou hier niet worden begrepen, aldus Achterhuis.

Misschien is dat wat al te somber. Ik zou het experiment wel eens willen meemaken, bijvoorbeeld rond de SNS bank. Er zijn hier natuurlijk ook mensen die liever verzoening dan genoegdoening willen. En misschien zouden dat er wel wel meer worden als we op deze manier met het recente verleden zouden omgaan. Welke politicus neemt deze uitdaging op?

 

 

De top van de apenrots.

“Is EZ met nieuwe en overhaaste wetgeving decentrale energie aan frustreren en het SER-traject de pas aan het afsnijden? Lijkt er wel op.” Zie hier een tweet van Herman Wijffels van een paar dagen geleden. Herman is niet zo scheutig met het rondzenden van tweets, en ook niet met het doen van vergaande uitspraken, dus als hij dat doet is hij waarschijnlijk boos en is er wel wat aan de hand. Wat?

Het blijkt dat het Ministerie van Econmische Zaken inderdaad al een ontwerp voor een nieuwe energiewet, waarin het decentraal opwekken en eventueel terugleveren van energie aan het centrale net wordt geregeld, gestuurd heeft aan de Eerste en Tweede Kamer. Uit dit ontwerp blijkt dat, ondanks alle mooie woorden over decentrale energieopwekking in het regeerakkoord, decentale energieopwekking door middel van deze wet zo moeilijk wordt gemaakt, dat daar in de praktijk weinig van terecht zal komen. En dat terwijl de SER op verzoek van datzelfde ministerie bezig is  een advies op te stellen over  het ernegiebeleid van de (nabije) toekomst, dat, gezien alle consultaties, zal uitlopen op een krachtig pleidooi voor duurzame en decentrale energieopwekking. Dat advies zou over een paar maanden het licht zien. Je zou dus kunnen zeggen dat de SER rechts wordt gepasseerd door dit zogenaamd centrum-linkse kabinet. Anders gezegd, dit SER-advies komt dit kabinet niet uit, en wordt op deze manier irrelevant gemaakt. (En passant wordt hiermee de verdere uitholling van de betekenis van de SER voortgezet)

Dit hoeft ons niet te verbazen. In de achtereenvolgende kabinetten Balkenende is onder de bezielende leiding van CDA en VVD en in het bijzonder D’66 minister Laurens Jan Brinkorst, en met instemming van de kamer, een energiepolitiek ontwikkeld waarbij twee principes voorop stonden: energiezekerheid (zekerheid van voldoende beschikbaarheid en levering) en  goedkope energie (dit laatste vooral onder druk van de industriële lobby, met name VNO-NCW). Het milieu en duurzaamheid werd daaraan ondergeschikt gemaakt en speelde bij de besluitvorming geen noemenswaardige rol. (zoveel voor het groene imago van D’66!) Ten gevolge van dit beleid zitten we nu met een gasrotonde, drie kolencentrales, en de economische onmogelijkheid de aardgaswinning uit Slochteren te temporiseren. En met een overschot aan energie. Zoals Duitsland de exporteur is van groene stroom, en Frankrijk van kernenergie, zo zijn en worden wij de exporteur van door kolen opgewekte energie, en een doorvoerland voor kolen en goedkoop vanuit Amerika ingevoerd schaliegas. Bij een dergelijke overvloed van door fossiele bronnen aangeleverde energie kunnen we natuurlijk niet nog een extra bron van energie gebruiken

Ik vraag me steeds af, wanneer politieke en industriële leiders dit soort beleid ontwikkelen (of het nu gaat om ministers, ondernemers, of topmannen van banken), wat bezielt deze mensen nu? Ik zie ze niet als misdadigers, hoe misdadig hun beleid ook is. Ik vermoed dat ze ‘deliberately inconsciously’  hun blikveld vernauwen, zodat ze beslissingen nemen waarvan ze de consequenties op lange termijn niet meer overzien. Dat noemen we hoogmoed. Om met Albert Camus te spreken : “De waarheid verblindt, evenals het licht. De leugen daarentegen is een fraaie avondschemer die elk voorwerp goed doet uitkomen.”

En wat ze motiveert? Ik denk eerlijk gezegd niet dat het geld is, of begeerte, maar wel hun (welicht vaak onbewuste) behoefte om uit te blinken, verder te plassen dan hun collega’s en vanaf de top van de apenrots de wereld te controleren. Allemaal heel invoelbare motieven (met name voor mannen), maar je mag toch van leiders verwachten dat ze voldoende zelfinzicht ontwikkelen om deze motieven in toom te houden? Quod non.

Het doet me denken aan een uitspraak van Friedrich Nietschze: : ” Maar het is met de mens als met de bomen. Hoe meer hij naar de hoogte en naar het licht wil, des te sterker streven zijn wortels naar de aarde, nederwaarts in het donkere, het diepe – in het boze.”  Of je vliegt te hoog, zoals Icarus, zodat je vleugels verbranden en je neerstort.  Maar wat het donkere  betreft, het diepe is natuurlijk niet alleen maar de plaats van het boze: het is ook de plaats van onze gewondheid, onze ziel en de vruchtbare aarde-kracht. Geen bewustzijn van licht zonder duisternis. “Herein lies the peace of God.”

De val van Icarus (Peter Paul Rubens)

 

 

Wat er aan de hand is.

Als je weet dat gemiddeld 49 % van ons bbp (bruto binnenlands product) in Europa uitgegeven wordt aan collectieve voorzieningen, hoeveel denk je dan dat dat in Amerika is? Het antwoord staat onderaan deze blog – eerst even raden.

De Verenigde Staten  zitten heel anders in elkaar dan Europa. De helft van de federale inkomstenbelasting  (20 % gemiddeld) wordt weer teruggegeven aan de staten naar verhouding van hun inwonersaantal. Dat betekent dat arme staten in verhouding meer ontvangen dan ze afdragen, en omgekeerd. Het betekent ook dat de helft van  de inkomstenbelasting ten goede komt aan de federale overheid (10 % van het bbp). Dat heeft onder andere als consequentie dat er in de VS een stabiliteitsfactor is ingebouwd in hun economisch systeem, omdat armere staten met behulp van dit systeem hun economie gaande kunnen houden.

Als je dat vergelijkt met Europa. Slechts 1 % van ons gezamenlijk bbp wordt door het Centrale Europa uitgegeven. Een structurele herverdeling van middelen, zo dat armere landen meer krijgen vindt bij ons niet systematisch plaats, anders dan via zogenaamde structuur fondsen en speciale subsidies. Van een federaal Europa is dus in het geheel geen sprake, laat staan van een stabilisator.

Waarom is het interessant dit te weten? Wel, voor mij persoonlijk zie ik graag wat er werkelijk in de wereld aan de hand is. Niet alleen op het niveau van de bevolking(en) maar ook op het niveau van het bestuur. Ik wil me daarbij niet laten leiden door verkeerde voorstellingen van zaken in mijn hoofd. Zo ben ik wel eens geneigd het stroperige ge-onderhandel in Europa te vergelijken met het al evenmin efficiënt verlopende proces rond de Amerikaanse begrotingsonderhandelingen. Maar feitelijk zijn de processen onvergelijkbaar. Het gaat om volslagen andere orden van grootte. Het plaatst ook het verzet tegen ‘Europa’ in een ander licht. In de VS bestaat dit verzet tegen het federale systeem niet. Er is wel een beweging voor een afslanking van de staat, maar merkwaardigerwijs juist in die staten die van dit systeem, het meeste profiteren

Onder ogen zien wat er in de wereld aan de hand is maakt me vaak somber, en soms juist heel blij, maar in elk geval brengt het me in beweging en doorbreekt het mijn gevoelens van machteloosheid.

Een paar andere weetjes. Wij komen in  Nederland zoveel technici tekort, vooral van hoger niveau, dat verschillende projecten die aan technische ondernemingen zijn aangeboden niet meer kunnen worden uitgevoerd, en naar het buitenland verdwijnen. Opdrachten kunnen soms niet meer worden aangenomen. Aan de andere kant hebben we een werkloosheid van 6 % (in Europa gemiddeld 12 %!) die nog verder zal gaan oplopen, vooral onder mensen met een mbo opleiding, en met name onder de jongeren en de ouderen.

Wat we nodig hebben, naast technici: onderwijzers, leraren, mensen in de  verzorgende beroepen, maar onvoldoende mensen kiezen deze opleidingen. Moeten mensen dan maar opleidingen gaan volgen die niet hun eerste keus zijn?  Dat lijkt me ook niet zo’n goed idee. Ik heb met politici gemeen dat ik soms ook niet weet hoe het verder moet. Maar anders dan politici geloof ik niet dat als we geen oplossing weten voor een probleem, dat we dan maar moeten doen alsof het er niet is. In tegendeel: als een probleem makkelijk oplosbaar was, dan was het al opgelost, of was er eigenlijk geen probleem. Maar als we geen oplossing weten, is het in elk geval een intellectuele uitdaging!

Van reactie (probleem oplossen, wat ons niet lukt) moeten we naar naar creatie (een nieuwe situatie scheppen), het is al eerder  gezegd. De ‘c’ moet naar een andere plaats.  ‘It all depends on how you ‘c’ it.’ Zou het creëren van een inspirerende toekomstvisie helpen? Dat is in elk geval wat ik zelf heb gedaan. Misschien zet dat anderen aan het denken, en kan het een bijdrage zijn voor het omzeilen van alle bovengenoemde problemen, maar ik elk geval neemt het bij mezelf de verlamming weg (met name als ik er ook over communiceer), en geeft me een wenkend perspectief. Volgens mij is dat ook goed voor mijn gezondheid. Daarom dus. . .

 

In de VS wordt 40 % van het bbp besteed aan collectieve uitgaven. Het is lager dan in Europe, maar niet zoveel lager als ik had gedacht.

Wat betreft de gegevens in deze blog: met dank aan Maarten Schinkel, Marike Stellinga en Ariane Kleijwegt,. (NRC/Handelsblad)

 

 

 

A dignified future.

If we want to solve the economical and ecological problems of our time we have to change our frame of reference, so I wrote last week. Instead of reacting we have to create. It all depends on how you ‘c‘ it. And what is it we want to create? Nothing less than a new society. I call it a dignified world.

If we want to create that we have to start with the values that should form the basis of such a society. I am choosing four: respect, freedom, openness and compassion. Respect includes respect for life, for the mystery, for others, for self, for animals, nature. It also includes wonder, awe: that everything is as it is, respect for beauty. And of course tolerance: seeing the family of men as my brothers and sisters. Freedom includes the awareness that the consequences of our decisions and actions come back to us: the law of karma. Openness implies an attitude of observing and listening; wanting to know (you) . It also includes the courage to sustain the gaze when something is difficult, to receive feedback, and to say what it is that needs to be said. Compassion in fact is the natural effect of the mentioned values.

Let’s now turn to our economic problems. In our new society we need a new economic system. I call this system a considerate economy. That should have four characteristics. It should be a  common economy, it should be a solar economy, it should be a sober economy and it should be a fair economy. These characteristics can be deduced from the values I mentioned. Let me elaborate a bit on this.

A common economy is an economy that is owned by us all, not just be a small group. This in my opinion implies that all common goods – land, water, the sea and the oceans, nature, fresh air, raw materials, resources – should be public property, not privately owned. With a solar economy I mean an economy that is based completely on sustainable energy. A sober economy is a pure economy, which doesn’t mean a miserable economy, on the contrary. It means an economy that is not based on scarcity but on abundance. And last but not least, the considerate economy is a fair economy: no fraud, no cheating, no exploitation and extortion.

If individually and collectively we could base our policies and actions on these principles, a complete economic and ecological transition would take place. This may seem far out, but it can be done. It requires a lot of open communication on all levels: micro, meso and macro. Actually, I don’t think we have much choice left anymore. If we don’t choose for a considerate economy, in the end it will result in the total collapse of our human system. But I am hoping and  trusting that when push comes to shelf, we will choose for our own survival. (although the debating culture in the American Congress is not encouraging. Maybe the need is still not high enough!)

The impossible dilemma between cutting expenditure  at the one hand and investing at the other is only solvable within this new perspective. In this blog it all sounds deceptively simple, but that is due to the fact that I have to be very condensed in this blog. For Dutch readers, it is all elaborated about in my latest book: The sun is shining freely for everyone – a blueprint for a dignified world. And for the English speaking readers: trust me, I am not as naive as you might think. Think about it, and you may find your own way and your own contribution to a better world. The time of transformation is NOW.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Happy New Year!

This will be my first blog in English. My theme for today: crisis and hope.

When I read the papers last week I am not getting happy. Joris Luyendijk, who reported from the City of London last year, arrives at the conclusion that since the outbreak of the financial crisis NOTHING has changed in the City. Quote: “My idea behind journalism in a democracy is: people should know this! Then the politicians come under pressure, and they will deal with the wrong. But the more I see and understand of the financial sector, the more I wonder if this is true. The sector has become immune for unveiling. And national politicians who stay within the boundaries of the financial system can can in their ‘second career’ count on life changing rewards.. . . [then he goes on with describing some examples of terrible atrocities that go on and on]  . . . I really don’t see how we get out of this without substantial damage.” And Anneleen Kenis and Mattias Lievens just wrote a book in which they show that notwithstanding many developments towards sustainability, it is all too little and too late (and also a lot of window dressing).

I think that one of the problems of this time is that both politicians and business people underestimate the deep interconnectedness of economy, politics and ecology. Changes that really could make a difference should take place in all three domains at the same time. An example: as long as one tries to solve the economical problem within the economic frame of reference  that is operative, there is virtually no solution. As Einstein said: You cannot solve a problem with the same means with which you created it. And that is exactly what politics try to do. One of the main causes of the financial crisis is the separation of the financial sector from politics, which made it possible to create endless debts. And how are we trying to solve the crisis? Either by creating more debts, or by cutting back public expenditure and thus stopping economic growth. Both roads are a dead alley

Economic growth is the only way we know to reach some desirable goals: full employment, reducing poverty, diminishing income discrepancies, and so on. But economic growth is not possible anymore for several reasons. One, we are running out of the earth’s resources, and two, no  organic system , like the economic system, can grow infinitely (as among others Adam Smith, Stuart Mills and John Maynard Keynes already stated).

So for the present economical and ecological crisis there is no solution within the existing belief systems. This is a somber message for the end of the year. But there is hope, and  it is implicit in what I just said. There is no solution within the existing frame of reference indeed, but we can change this frame. How? That will be the subject for the next blog, so that we can start the year with an optimistic note.

In the mean time I wish you a peaceful New Years Eve, and let us realize: no one can predict the future. It can be bad, but also good or even fantastic. We simply don’t know. Happy New Year!

Wat de toekomst brengen moge., . .

Wat de toekomst brengen moge,
Mij geleidt een milde hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land. (vrij naar Jacqueline E. van der Waals)

Zou het zo zijn? Zouden we geleid worden naar een zegenrijke toekomst? Dan wel niet door een oude heer met een baard, maar dan wel door de Bron van alles en de subtiele werelden?  Ik mag het toch hopen als ik de media van de afgelopen week voorbij zie komen:

– incompetente en overbetaalde bestuurders met grote ego’s, die sjoemelen en meer denken aan hun eigenbelang dan aan dat van de zaak waarvoor ze staan, en zo onnoemelijke persoonlijke en zakelijke schade aanrichten,

– een economie, die maar niet wil herstellen, met name niet in Nederland, en waardoor het onmogelijke dilemma tussen bezuinigen en stimuleren steeds onmogelijker wordt,

–  voetbalgeweld, dat ondanks alle mooie woorden waarschijnlijk nog tot in lengte van dagen door zal gaan,

– een volslagen mislukte klimaatconferentie in Doha, niet onverwacht, maar toch,

– een Israel, dat, niet gehinderd door wie dan ook, opnieuw het volkenrecht volledig aan zijn laars lapt.

Enzovoort. Het is heel moeilijk om bij zoveel domheid, en soms zelfs kwaadaardigheid, hoop en vertrouwen te houden in de toekomst. Maar de waarheid is natuurlijk, dat we de toekomst niet kennen. Er kunnen rampen gebeuren maar ook wonderen.

Er is een spreekwoord dat luidt: God geeft de noten maar hij kraakt ze niet. Met andere woorden: ja het leven wil ons geven wat we nodig hebben, maar we moeten daar wel wat voor doen. De ‘invisible hand’ (Adam Smith) zal ons niet leiden, die leidt hoogstens de markt (en zelfs dat niet als we die niet reguleren), maar misschien is er wel kosmische hulp aanwezig.

Maar of dat nu wel zo is of niet, de grootste troost ontleen ik toch aan wat ik daarnet zei: we weten niet wat de toekomst zal brengen. Dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid ervoor, maar het is wel goed om te beseffen dat we de uitkomst van die verantwoordelijkheid niet in de hand hebben. De toekomst is als een onmetelijke oceaan. Dat doet me denken aan het woord van Thich Nhat Hanh: op het moment dat de golf – dat ben ik en dat ben jij – zich realiseert dat hij water is, verdwijnt alle angst.