Categoriearchief: Politiek

Code Rood II

Het fascisme, als het ooit terugkeert, zal het zich ongetwijfeld aandienen in het gewaad van het antifascisme (Jacques Presser *)

Onze democratie is in gevaar. Acuut is het gevaar in Amerika, met name als de democraten de verkiezingen in november verliezen. Het is nu al zo dat ‘de grote leugen’ (de verkiezingen van 2020 zijn Trump ontstolen) aangehangen wordt door een groot deel van de Amerikanen (in elk geval door de helft van de replublikeinse kiezers. Hoeveel democraten en partijlozen die leugen aanhangen is me niet bekend). Maar ernstiger is dat veruit de meeste republikeinen alles in het werk stellen om te voorkomen dat gekleurde mensen gaan stemmen: gerrymandering, wetgeving die registratie van kiezers bemoeilijkt en plannen om kiezers bij de stembureau’s te intimideren of zelfs te molesteren. Vooruitstrevende kandidaten (voor het congres, de senaat, als gouverneur of voor de staatsparlementen) worden met alle mogelijke middelen belaagd: bedreigingen, ook van familieleden, scheldkanonades in de sociale’ media, enz.) en dat geldt ook voor de ‘secretaries of state’ die in elke staat de verkiezingsuitslag moeten vaststellen. In 10 staten worden ze onder druk gezet om de uitslag hoe dan ook in het voordeel van de republikeinen vast te stellen, ongeacht de werkelijke resultaten. Door de rechterlijke macht wordt hier vooralsnog niet tegen opgetreden. In juni verschijnt het rapport van de commissie die de bestorming van het Capitool begin 2021 onderzoekt – of dit veel gevolgen zal hebben wordt betwijfeld.

Als de Amerikaans democratie zou vallen is het maar de vraag of de Europese democratieën het in de wereld zullen volhouden. Nu al worden deze van binnenuit bedreigd en van buitenaf aangevallen. Éen voorbeeld: Frank Westerman laat in NRC Magazine (Mei 2022) zien hoe in Servië de hele bevolking als een man (en een groot aantal vrouwen) achter Poetin staat: ‘die immers het fascistische westen bestrijdt’. Met betrekking tot de klimaatcrisis, waar ik sinds de tachtiger jaren pessimistisch over was, is mij vaak alarmisme verweten. Dat zou me nu weer kunnen overkomen, maar dan ik ben in goed gezelschap.(Zie Humanity Rising op You Tube, afleveringen 462 t/m 466).

Als de democratieën zouden vallen is het onmogelijk de problemen van deze tijd aan te pakken. Hannah Arendt, geciteerd door Tamara de Waal in ‘De Groene’ van vorige week, stelt dat de kern van de totalitaire ideologie is: ‘Alles is mogelijk’. Dit klinkt als een positief credo (daarom is het totalitarisme zo aantrekkelijk: ‘Ik, de leider, los alle problemen voor je op’), maar er is weinig zo gevaarlijk als dit uitgangspunt. Het betekent in de praktijk vooral dat alles verwoest kan worden (zie Hitler, Stalin, Poetin, en Ki bij de Oeigoeren, enzovoort).

Deze gedachtengang zette mij aan het denken. Is er iets wat ik kan doen om het tij te keren? Ik besef wel dat ik als burger mede verantwoordelijk ben voor de samenleving die we creëren. Hoe deze verantwoordelijkheid ten volle waar te maken? Daar ben ik nog niet uit.

*) Presser zei dat bij mijn weten al eind veertiger jaren. Wonderlijk vooruitziende blik: zie Milosevic en Poetin)

Hoogmoed

Is dit een blog van een knorrige oude man die zegt dat vroeg alles beter was? Lees dit blog en oordeel zelf.

In mijn jeugd werd me geleerd dat we in een begenadigd, superieur land(je) leefden. Er kwam geen echte armoede in voor (in elk geval geen honger). We hadden een van de beste gezondheidszorgstelsels ter wereld (nou ja. . . er waren wat wachtlijsten, en het onderscheid fonds/particulier was ook niet ideaal, maar dat was bijzaak). We hadden de beste bedrijven ter wereld, die leidend waren op hun terrein, en een goed personeelsbeleid hadden (Shell, Unilever, Hoogovens, KLM , NS, Stork, Philips, en later Daf/VDL, DSM en ASML). We hadden een prima post- en girodienst. Een efficiënte en humane belastingdienst, een van de beste ter wereld. Een uitstekend OV systeem. Ons onderwijsstelsel werd superieur geacht, en inderdaad scoorde onze jeugd op internationale lijstjes heel goed. We hadden de beste waterstaat en de meest efficiënte landbouw. We waren leidend in de wereldhandel en op verschillende wetenschapsgebieden. In verschillende sporten bereikten we de wereldtop: zwemmen, schaatsen, voetbal, judo, hockey, korfbal. . . waarin een klein land groot kan zijn! Het leidde tot een natuurlijk gevoel van nationale superioriteit.

Toen kwamen er wat barstjes in dat beeld. Het begong met de domme, rampzalige en misdadige oorlog in Indonesië. Daarover heen kwam de watersnoodramp in 1953 – was onze waterlinie wel zo goed? (maar dat leidde uiteindelijk tot een opnieuw superieur nieuw deltaplan). Toen kwam Sebrenica. En later het bombardement op Hawija. En sindsdien is het eigenlijk alleen maar slechter gegaan.

Nog steeds zijn we in een aantal zaken kampioen.Zo zijn we een van de meest efficiente belasting paradijzen ter wereld voor het witwassen van geld en het ontduiken van belastingen. We hebben de leidende rol in de drugscriminaliteit van Italië overgenomen. We zijn intussen recordhouder als het gaat om de tijd die we nodig hebben voor het vormen van een wettige regering. We hebben de meest hardvochtige en onrechtvaardige belastingdienst ter wereld (niet corrupt, dat is waar). Onze Raad van State is de belastingdienst daarin gevolgd. In Europa heeft Nederland dankzij Ruttes opstelling ten aanzien van het Corona herstelfonds en de migratieproblematiek de reputatie gekregen van het meest onbarmhartige land. Op klimaatgebied is Nederland in Europa het slechtste jongetje van de klas. In een aantal andere zaken behoren we thans tot de grauwe middelmaat: onderwijs, gezondheidszorg, defensie (we kunnen geen enkele missie meer aannemen), openbare orde, rechterlijke macht, OV. Maar we zijn nog steeds een van de rijkste landen ter wereld, en ASML, DSM en VDL bestaan nog.

Op de oorzaken van dit verval wil ik hier niet ingaan (lees het artikel van Mathieu Segers in De Groene Amsterdammer van 17 november, dat als inspiratie diende voor dit blog). Hier wil ik alleen benadrukken dat het gevoel van superioriteit dat we hadden over Nederland, en dat afstraalde op onszelf als Nederlander (een superieur mensensoort) met het verval van Nederland niet verdwenen is. Maar daar is nu geen basis meer voor (zo die er al ooit was), en dan ontaardt dit gevoel van superioriteit in hoogmoed. Rutte geeft ons daarin het voorbeeld: hij heeft in alle opzichten als regeringsleider gefaald (behalve in het overleven), en is niettemin van mening dat hij de beste persoon is om de problemen op te lossen. Kennelijk volgen we hem daarin als burger en kiezer.

Ik heb me natuurlijk afgevraagd wat mijn eigen rol in dit alles is. Ik ben en voel me een Nederlander en ben graag trots op mijn land. Ik vind het mooi als het Wilhelmus gespeeld wordt en de vlag wordt gehesen. Dat is eigenlijk heel vreemd, want ik waardeer patriottisme, laat staan chauvinisme, niet positief. Maar kennelijk maakt het deel uit van mijn persoonlijkheid. Ben ik dan ook hoogmoedig? Misschien wel, maar in alle eerlijkheid meen ik te mogen zeggen dat mijn hoogmoed niet voortkomt uit mijn patriottisme. Maar het is goed om waakzaam te blijven, want hoogmoed komt inderdaad vaak voor de val.

Bart Jan van Ettekoven, de hoogste bestuursrechter van het land. Van Ettekoven is diep door het stof gegaan over het falen van de Raad van State in een interview in Trouw d.d. 20 november. De foto straalt niettemin een (te?) grote mate van zelfverzekerdheid uit. Ik vond het een goede illustratie van ons zelfbeeld als Nederlander. (Beeld Werry Crone)

Tot elke prijs.

I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat.
(Winston Churchill)

Naar aanleiding van een aantal artikelen in De Groene Amsterdammer en NRC van vorige week kom ik te spreken over het volgende.

Volgens mij hebben veel politici geen flauw idee van de werkelijkheid, de context waarin ze beleid moeten voeren. Althans ze geven daarvan geen blijk in hun publieke optreden. Ik geef drie voorbeelden. Het eerste op het gebied van klimaat. Hier ken ik maar twee politici van wie ik vermoed dat ze weten waarover ze praten: Bas Eickhout (europarlementariër) en Esther Ouwehand (2e kamerlid). Over Frans Timmermans twijfel ik. Het plan dat hij namens de Europese Commissie lanceert, hoe radicaal ook, gaat lang niet ver genoeg om het klimaatprobleem werkelijk aan te pakken, terwijl hij dat wel beweert. Maar misschien weet hij wel beter, maar denkt hij alleen op deze manier nog voldoende te bereiken. Ik geloof daar niet in, maar dat terzijde. Wetenschappers worden wanhopig van alle politici die hun waarschuwingen niet serieus nemen (hoofdredactioneel commentaar en artikel van Jaap Tielbeke in De Groene). “Je zou Rutte wel eens wat klimaatangst willen toewensen.” (Jurriën Hamer in Trouw van Dinsdag)

Een tweede voorbeeld ligt op het gebied van de migratieproblematiek. Politici denken dat criminele netwerken van mensensmokkelaars de oversteek over zee in stand houden. Maar althans op de oversteek van West-Afrika naar de Canarische eilanden is daar geen sprake van. De migratiegolf wordt door de bevolking van Gambia en Senegal spontaan georganiseerd – daar komt geen crimineel aan te pas. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor overteek over de Middellandse Zee. (artikel van Lex Rietman in De Groene)

Een derde voorbeeld ligt op het gebied van de misdaadbestrijding, met name de bestrijding van de grote drugskartels. Waar je geen politicus over hoort is dat Nederland intussen ‘het rottende hart’ op dat gebied in Europa is, en dat dit komt door het financiële en fiscale systeem systeem dat we in stand houden op de Zuidas. Ondanks enkele beperkte maatregelen kan je Nederland op één lijn stellen met de beruchte belastingparadijzen. Dat maakt het mogelijk om alle zwart verdiende gelden door drugshandel hier moeiteloos wit te wassen. Onze politie doet verdienstelijk werk op dit gebied, maar met ons huidige financiële en fiscale stelsel is het dweilen met een aantal kranen open. De moorden op Martin Kok, Derk Wiersum, Peter R. de Vries en de broer van Nabil N. zijn slechts het topje van de ijsberg. (artikel van de gerenommeerde Italiaanse misdaad journalist Roberto Silviano in Opinie en Debat van NRC van afgelopen zaterdag en van Emile Kolthoff in De Groene).

Er zijn waarschijnlijk moeiteloos meer voorbeelden te bedenken, bijvoorbeeld op het gebied van de stikstofproblematiek, het windmolenbeleid, de aardbevingsschade in Groningen, kernenergie, tot voor kort de kinder- en jeugdzorg, CO2 opslag onder de grond, de situatie bij defensie, en zo meer en zo verder. Soms denk je: zouden ze nu echt niet beter weten, of doen ze maar aslof? Hoe dit zij, we kunnen geen vertrouwen in onze politici verwachten als ze zo duidelijk en zo vaak de plank mis slaan. Er zijn natuurlijk ook wel enkele politicic die op hun terreinen wel op de hoogte zijn (Pieter Omtzigt, Renske Leijten en wellicht enkele anderen) maar ze vormen de minderheid.

Ik geloof niet in leiders die de werkelijkheid ontkennen, of voor het publiek verdoezelen, en ik denk dat ik dat gemeen heb met het overgrote deel van de bevolking. Juist het beestje bij de naam noemen kan mensen danig motiveren. Een beroemd voorbeeld uit de geschiedenis is de rede van Churchill bij de aanvang van de tweede wereldoorlog; zie het citaat hierboven. Maar hij voegde er een visie aan toe – alleen dan motiveert het: You ask, what is our aim? I can answer in one word: Victory. Victory at all costs—Victory in spite of all terror—Victory, however long and hard the road may be, for without victory there is no survival. Wat is het doel in onze tijd, bijvoorbeeld in relatie met de klimaatontwrichting? Ik zou eveneens zeggen: de overwinning tot elke prijs, hoe lang en moeilijk de weg ook moge zijn, want daarzonder there is no survival. Overwinning in dit geval betekent niet dat we de klimaatverandering hebben overwonnen, maar dat we onszelf hebben overwonnen en individueel en collectief hebben gedaan wat werkelijk nodig is, en de prijs vrijwillig hebben betaald, zoals de Britten deden in de tweede wereldoorlog. Ik laat het aan ieders fantasie over wat die prijs zal zijn.

Im Westen nichts Neues

All that is necessary for the triumph of evil is that good people do nothing (tatoeage op de rechterschouder van Peter R. de Vries)

Wat een maand hebben we achter de rug. Een hittegolf in West Amerika en Canada, die aan een miljardzeedieren en honderden mensen het leven heeft gekost (o.a. in Vancouver en Phoenix), ten gevolge waarvan het stadje Lytton voor 90 % is afgebrand. De zalm in de Sacramento rivier is ten gevolge van de hitte ten dode opgeschreven. Verder zorgt de extreme droogte in Californië voor mislukte oogsten en nieuwe bosbranden. Ook in Pakistan mislukt de oogst. De tropische storm Elsa, die ongebruikelijk vroeg in het storm seizoen kwam, heeft begin juli voor de eerste doden gezorgd en veroorzaakte medio juli overstromingen in New York. En tenslotte uitzonderlijke stortregens en Duitsland, Oostenrijk, België en Zuid Limburg, met alleen in Duitsland al bijna tweehonderd doden. Dit is nog maar een fractie van wat er dagelijks plaats vindt. Al deze verschijnselen worden met grote waarschijnlijkheid toegeschreven aan de klimaatverandering. Zelfs ‘onze’ weerman Peter Kuipers Munneke, die altijd uiterst voorzichtig is geweest met het afleiden van extreme weersverschijnselen uit de opwarming van de aarde, is nu toch ook van mening dat de opwarming de meest voor de hand liggende verklaring biedt.

Te midden van deze door de mens veroorzaakte natuurverschijnselen verschenen deze maand twee belangrijke stukken: een uitgelekt IPCC rapport, waarover ik op 1 juli heb geschreven, en waarop ik nu niet verder inga, en de beleidsvoorstellen van de Europese Commissie, gepresenteerd door Frans Timmermans. Bijzonder knap hoe Timmermans het voor elkaar heeft gekregen dat de gehele Europese zich achter zijn voorstellen opstelt.

De reacties op zijn voorstellen waren volstrekt voorspelbaar. Vrijwel niemand is het met zijn voorstellen eens. De reacties vallen in vier groepen uiteen. De eerste groep, voornamelijk bestaand uit een groot deel van het bedrijfsleven en een aantal lidstaten vinden dat het allemaal veel te ver en te snel gaat (zouden hun leiders niet weten wat er werkelijk aan de hand is met het klimaat? Dat zou vreemd zijn, omdat we de gevolgen van de klimaatcrisis – pas bij 1,2 ˚opwarming! – de afgelopen maand met eigen ogen hebben kunnen aanschouwen. Als men echter wel op de hoogte is, dan is hun reactie wat mij betreft kwaadaardig – zie het citaat van Peter R. de Vries hierboven. Ik vraag me wel eens af wat ze aan hun kinderen/tieners antwoorden als die aan de ontbijttafel vragen: “Papa, wat doe jij eigenlijk tegen de opwarming van de aarde?”). De tweede groep, vooral bestaand uit natuurorganisaties, deskundigen en actieve burgers die zich in het klimaatprobleem verdiept hebben, vinden dat het te weinig is en niet ver genoeg gaat. De derde groep staat er in principe wel achter, mits er op hun eigen terrein maar uitzonderingen worden gemaakt (bij elkaar zijn dat ongeveer alle terreinen die zich denken laten). De vierde groep zal het allemaal een zorg zijn. Dat zijn de onverschilligen, of zij die het allemaal boven de pet gaat. Misschien zijn er ook wel mensen en organisaties die de voorstellen zonder meer onderschrijven (bijvoorbeeld de slachtoffers van de overstromingsrampen), maar hun reacties heb ik nog niet vernomen.

Het antwoord van Timmermans op al deze reacties: “Het is nu eenmaal zo dat we een wettelijke doelstelling hebben van 55 % minder uitstoot in 2030. . . We hebben geen keus als we de doelstelling willen halen. Je kunt er niets van afknabbelen. Je kunt er hooguit iets anders instoppen.” Op zichzelf is dat natuurlijk een valide argument, maar redelijke argumenten sorteren op dit terrein (en ook op andere terreinen trouwens) weinig effect; dat heeft het verleden wel bewezen. Ik vraag me af waarom hij niet zegt: “Als we nog enige kans willen maken de 3˚opwarming met alle rampzaligheid van dien te vermijden dan is dit pakket wel het minste wat we kunnen doen.” Zou hij dat niet weten, of denkt hij door dit feit te verhullen meer te bereiken?

Zelf heb ik ook de neiging mijn schouders op te halen. Voor mij is het allemaal oud nieuws, en zoals ik zei: de reacties zijn volstrekt voorspelbaar. Ik ben in het verleden vaak weggezet als doemdenker of alarmist, maar zelf heb ik me altijd meer gezien als realist. (De lezer oordele zelf). En ik denk dat je als politicus en als burger er altijd beter aan doet bij elk probleem de feiten onder ogen te zien – ook al kan dat op korte termijn mensen afschrikken. Op langere termijn word je dan echter geloofwaardiger en invloedrijker. Vandaar dat ik het ook niet bij schouderophalen wil laten. Ik zal me blijven uitspreken. Per slot van rekening weten we natuurlijk niet met zekerheid wat de toekomst brengen zal. De toekomst heeft er altijd tegelijkertijd rampzalig en prachtig uitgezien – dat is nu niet anders. Weshalve we ook in ons bewustzijn lelijkheid en schoonheid, goedheid en het kwade, treurigheid en vreugde naast elkaar kunnen laten bestaan.

Quo usque tandem?

Waar was de kamer? Waar waren de kiezers?

Ach, waren alle menschen wijs en wilden daarbij wel, de aerd waer haer een Paradijs! Nu isse meest een hel. (Dirk Camphuysen)

Er is de laatste tijd veel – terechte – kritiek op Rutte, op zijn kabinet, op het toeslagenbeleid en het Coronabeleid van de regering. Er is zoveel over geschreven dat ik er eigenlijk aan voorbij had willen gaan – maar nu heb ik toch besloten het in een wat breder perspectief te plaatsen. Er is namelijk wel wat meer aan de hand. Maar om daar iets zinnigs over te zeggen heb ik deze keer een wat langer blog nodig (bijna 1000 woorden!). Mijn excuses daarvoor.

Laten we beginnen met eens een (onvolledige) lijst te maken van wat er allemaal is misgegaan tijdens de kabinetten Kok I en II, Balkenende I-IV en Rutte I-III.

  • het omarmen van de neo-liberale ideologie: het primaat van economische groei en de heilzame werking van de gedereguleerde markt wat geleid heeft tot een vergroting van de kloof tussen arm en rijk, en tot een onherstelbare milieuschade
  • de onderschatting van de klimaatproblematiek en daardoor een volstrekt ontoereikend klimaatbeleid
  • het laten bouwen van nieuwe kolencentrales in 2015 en 2016, toen kolencentrales allang uitgefaseerd moesten worden. Dat gaat de belastingbetaler nu miljarden aan schadevergoeding kosten, als ze weer moeten sluiten
  • de onverstandige en overmatige bezuinigingen na de kredietcrisis van 2008 (tegen het advies van veel gezaghebbende economen in)
  • een onderschatting van de betekenis van cultuur voor onze samenleving
  • het over de schutting gooien naar de gemeenten van veel rijkstaken op het gebied van zorg, soiale voorzieningen en ruimtelijke ordening (natuur, woningbouw) en tegelijkertijd verwachten en eisen dat de taken voor veel minder geld toch goed uitgevoerd konden/moesten worden
  • het laten ontstaan en gedeeltelijk creëren van een volstrekt verziekte woningmarkt (zie ook mijn blog van vorige week)
  • een mislukt arbeidsmarkt beleid, resulterend in het ‘flexwerkers-probleem’
  • een ongecoördineerd en grotendeels mislukt bezuinigingsbeleid bij defensie
  • idem bij de belastingdienst, en door een te ruimhartig ontslagvergoedingen beleid te veel competente ambtenaren laten vertrekken, waardoor een van de beste belastingdiensten ter wereld zich ontwikkelde tot een zeer middelmatig functionerende dienst
  • het gebruiken van schijnbaar gerecycelde grond voor dijkaanleg en bouwrijp maken van gronden, waardoor nu tientallen landbouw- en natuurgebieden in Nederland ernstig en wellicht onherstelbaar vervuild zijn
  • een onbarmhartige immigratie politiek, een hardvochtige IND en het afschaffen van de discretionaire bevoegdheid van de minister
  • een keiharde fraude wet, en de daaruit voortvloeiende toeslagaffaire. Uit de deze week vrijgegeven notulen blijkt bovendien een nare mentaliteit: voorkomen van reputatieschade en proberen de zaak klein te houden gaat boven het nemen van verantwoordelijkheid en medegevoel met de gedupeerden.
  • een droevige (niet-)afwikkeling van de aardbevingsschade in Groningen
  • een aanvankelijk redelijk goed crisisbeleid aangaande de pandemie dat ontaardt in willekeur, onoverzichtelijkheid en gebrek aan vertrouwen. Een weinig doortastend beleid aangaande het vliegverkeer en de daarmee samenhangende quarantaine maatregelen leidt to een ‘dweilen met de kraan open’ (Marion Koopmans in Trouw)
  • een volkomen falend stikstofbeleid
  • halfslachtige maatregelen tegen onfatsoenlijke belastingconstructies van multinationals
  • een volstrekt onvoldoende budget voor de controlerende rol van de 2e kamer (die namelijk deskundigen moet kunnen raadplegen om die rol goed te kunnen vervullen).
  • enzovoort, enzovoort, enzovoort – u kunt de lijst zelf moeiteloos aanvullen.

U ziet, de voorliggende lastige vraagstukken zijn slechts kosmetisch behandeld. De kern van de problemen is niet benoemd noch aangepakt.

Hebben die achtereenvolgende kabinetten dan niets goed gedaan? Het enige dat ik kan bedenken is de cultuuromslag die de kabinetten Kok hebben bewerkstelligd op het gebied van euthanasie en homohuwelijk, alsmede het saneren van de volledig uit de hand gelopen WAO. En natuurlijk het sluiten van het Groningse gasveld door een latere regering. Maar verder schiet me niets te binnen (wat natuurlijk niet betekent dat er niet meer kan zijn). Tekenend is dat dit kabinet geen voorstellen weet te verzinnen voor het Europese Corona herstelfonds (Nederland heeft recht op 5,4 miljard euro).

Hoe komt het dat een ooit goed functionerend land zo afzakt? Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te voeren, en dat is in de afgelopen maanden dan ook al veelvuldig gedaan. Ik noem: de bestuursstijl (waaronder de ‘Rutte-doctrine’; alles binnenkamers bedisselen) – zie ook het eerste punt hierboven; de rol van de Tweede Kamer, die zich meer bemoeit met (details van de) wetgeving dan bezig is de wetgever te controleren, en de leden waarvan lijden aan scoringsdrift voor de bühne; een ‘debat’ cultuur die meer en meer op de man speelt in plaats van serieus in te gaan op onderwerpen (zowel in de politiek als in de samenleving als geheel); een gebrek aan strategische visie bij onze bestuurders; een gebrek aan moed en verantwoordelijkheid nemen bij onze bestuurders; een bevolking die het bovengenoemde regeringsbeleid bij de verkiezingen beloont, of anders zijn stem geeft aan populistische partijen met niet werkende oplossingen (elk land krijgt de leiding die het verdient); enzovoort. Ook dit lijstje kunt u moeiteloos aanvullen, en dat verklaart allemaal niets. Ik denk dat deze analyses alle lijden aan een zekere mate van oppervlakkigheid en dat het allemaal wat dieper ligt.

Hoe lang zal dit nog doorgaan (quo usque tandem)? Uit de afhandeling van de toeslagenaffaire blijkt dat er totnutoe nog niets geleerd is. Opnieuw wordt er niet geluisterd naar adviezen vanuit de organisatie en wordt het personeel zodanig onder druk gezet dat het wegloopt. Opnieuw zijn er beloftes gedaan die niet waargemaakt kunnen worden omdat er geen rekening is gehouden met uitvoeringsproblemen. Opnieuw wordt de wet overtreden.*) Uit dit alles blijkt incompetentie bij de politici. Ik zie die competentie eerlijk gezegd ook niet bij die politici die nu niet aan de knoppen zitten. Dit land lijkt onregeerbaar geworden. Wat ik mis, bij onze managers (leiders wil ik ze niet noemen), mijn medeburgers en bij mezelf, is wijsheid. Maar wat is wijsheid? En hoe bevorderen we die? Daarover een volgende keer.

*) Zie voorpagina Trouw van vandaag.

Ik worstel en kom niet boven.

Bij de laatste verkiezingen waren aanvankelijk bijna 10 % van de poststemmen ongeldig. Nadat er de hand werd gelicht met de formele regels, zonder dat de anonimiteit van de stemmers in gevaar kwam, bleef er twee tot drie procent ongeldige stemmen over.*) Ik heb zelf per post gestemd, en naar mijn beste weten zat ik niet bij die 10 %. Ik vond de schriftelijke instructie uitermate helder: in eenvoudige bewoordingen, en stap voor stap, en elke stap typografisch duidelijk van de volgende stap onderscheiden. Hoe kan het dan fout gaan, zou je denken.

Iets anders. Als je in Nederland als asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt (in het jargon: je wordt dan statushouder) wordt je een woning toegewezen. Dan moet je talloze formulieren doorlezen of invullen: huurcontract, verklaring dat je de huur zult betalen, aanvraag uitkering, aanvraag energie en water, aanvraag zorgverzekering, aanvraag stadspas, aanvraag lening, verklaring dat je de lening zult terugbetalen, machtiging aan de gemeente om bepaalde bedragen in te houden op je uitkering, enzovoort. Sommige formulieren beslaan wel vijf pagina’s. Dat invullen gaat eigenlijk altijd goed, omdat de gemeenteambtenaren dat grotendeels voor je doen, en het dan met je doornemen om te kijken of het klopt. Ik ben daar als woonvrijwilliger van Vluchtelingenwerk bij aanwezig, en zie hoe ingewikkeld dat allemaal is. Er zou geen sprake van zijn dat dit allemaal goed zou gaan als de gemeenteambtenaren je daar niet bij zouden helpen; en zelfs dan is soms nog een nadere uitleg van een (telefonische ) tolk of van de woonvrijwilliger nodig.

Voor mij is het op grond van deze twee ervaringen volstrekt duidelijk geworden waarom er zoveel fouten worden gemaakt bij het invullen van aanvragen voor bijstand of toeslagen: huurtoeslag, zorgtoeslag, toeslag kinderopvang, kinderbijslag. Er staat een – voor mij! – duidelijke instructie op de website van de belastingdienst, inclusief verwijsadressen waar je hulp kunt krijgen. Maar die toelichting is voor die mensen die hem nodig hebben te ingewikkeld. Dus worden er fouten gemaakt, en dan word je in dit land aangeklaagd voor fraude. Maar in dit land is 15 % van de bevolking laaggeletterd, en dan heb ik het nog niet over de tallozen die onze taal onvoldoende meester zijn. Zij kunnen die formulieren niet foutloos invullen. Overigens worden ook de formulieren die vluchtelingen bij aankomst moeten invullen vaak verkeerd ingevuld, wat kan leiden tot een ten onrechte afwijzen van de asielaanvraag. Daar is vaak dan niets meer aan te doen.

Deze concrete problemen zijn op korte termijn op te lossen door als standaardprocedure in te voeren dat alle formulieren aan de balie ten stadhuize moeten worden ingevuld. Dat kost natuurlijk geld, en dat zal dus niet gebeuren (alsof alle correcties en rechtszaken geen geld kosten. . ). Maar structureel is hier een ander probleem aan de orde. Hoe bereiken we deze onderste laag van de samenleving, zodat ze meedenken over de koers van waar we met deze wereld naar toe willen? Dat lijkt me een voorwaarde voor het goed functioneren van de democratie. Zelf worstel ik ook met dit probleem. Mijn blogs, artikelen en boeken worden voornamelijk gelezen door mensen die het in grote lijnen met me eens zijn; de anderen kan ik niet bereiken, laat staan de laag opgeleiden in deze samenleving.

Uitermate onbevredigend. Voor adviezen ter zake houd ik me aanbevolen.

© https://nl.aliexpress.com/i/4001069802013.html

*) Bij nader onderzoek, gepubliceerd op 9 april, bleek nog 6 % van de poststemmen ongeldig te zijn – dat is gelijk aan één kamerzetel. Het is niet erg waarschijnlijk dat de uitslag van de verkiezingen hierdoor radicaal beïnvloed is – hoewel dat misschien wel zo zou kunnen zijn met betrekking tot voorkeursstemmen.

De kracht van Trump

De klimaat crisis bestaat niet, de pandemie is geen probleem (een soort griepje), en ik heb de verkiezingen gewonnen. Zie daar een paar van de meest opvallende leugens van de (gaande?) president van Amerika. Maar hij heeft er in zijn ambstermijn duizenden meer gedebiteerd (22.000 volgens de Washington Post). Toch vertoonden de verkiezingen in de VS geen ‘landslide’. Hoe kon dat? Er zijn veel verschillende analyses over verschenen – ik pik de belangrijkste conclusies daar uit (met dank aan o.a. Coen Nij Bijvank en Eelco Bosch van Rosenthal (Nieuwsuur).

In de eerste plaats was Trump een van de meest effectieve presidenten sinds F.D. Roosevelt. Ik noem even op: Hij heeft een nieuw (trouwens vrijwel ongewijzigd) handelsakkoord gesloten met Canada en Mexico, hij kreeg voor elkaar dat de Nato-landen meer gingen betalen, hij heeft de invoerrechten op sommige producten uit China en Europa verhoogd, hij heeft voorkomen dat ASML zijn machine aan China verkocht (de zaak hangt nog, maar de desbetreffende machine is intussen aan een ander land geleverd), hij heeft nieuwe boringen in natuurgebieden toegestaan (en gaat dat de komende weken op grote schaal opnieuw doen), hij heeft op ruime schaal vergunningen verstrekt voor nieuwe oliewinning uit schalie structuren, hij heeft de belastingen drastisch verlaagd (waarvan met name rijken, welgestelden en het grote bedrijfsleven profiteerden), hij heeft honderden milieuregels teruggedraaid (tot groot genoegen van direct belanghebbenden), hij is uit een aantal internationale verdragen gestapt, of heeft de bijdrage daaraan verlaagd, hij heeft een hard en redelijk succesvol beleid gevoerd tegenover migranten, hij heeft honderden rechters benoemd, onder wie drie in het hooggerechtshof, en de economie stond er voor de Coronacrisis goed voor (de verbetering was overigens al onder Obama begonnen). Dus de eerste reden waarom zoveel mensen op Trump hebben gestemd is omdat ze van zijn bewind voordeel hadden, of dat althans dachten (soms terecht, soms ten onrechte). Voor dezen was het dus een rationele beslissing.

© Het Nieuwsblad

Een tweede reden waarom zoveel mensen op Trump hebben gestemd was dat er een overeenkomst bestaat tussen het denksysteem van het populisme en denkwijzen binnen dogmatische en fundamentalistische godsdiensten (evangelische christenen, pinksterbeweging, orthodoxe protestanten, enz.). In beide gevallen gaat het om een gesloten denksysteem, dat weinig openheid biedt voor alternatieve denkbeelden, en waarin sterk gedacht wordt in termen van goed/fout, zwart/wit en wij/zij. Mensen die hun hele leven getraind zijn in dergelijke denksystemen, kunnen niet op een andere, meer flexibele manier denken en redeneren. Bovendien verschaft dit denksysteem veiligheid: het maakt de wereld overzichtelijk (terwijl die eigenlijk complex is), het creëert een gemeenschap van gelijkgezinden, en geeft de voldoening aan de goede kant te staan en de waarheid in pacht te hebben. In de VS is het aandeel van deze Christenen in de bevolking naar bekend zeer groot; zij zijn daardoor ontvankelijk voor de manier van denken van de Trump en de ultra-rechtse Republikeinen. Zij herkennen hun eigen manier van denken in dat van de populisten – dat geeft vertrouwen. Omgekeerd schrikt het meer complexe wereldbeeld van links-progressief hen af. (Daar komt nog bij dat vanuit die hoek vaak enigszins op hen neer gekeken wordt. Ook al wordt dat niet expliciet gezegd, toch klinkt het vaak mee in de toon van de linkse elite. Denk aan het beruchte ‘deplorables’ van Hillary Clinton).

Er is nog een meer fundamentele reden waarom het Trumpisme nog niet echt verslagen is – maar daarover een volgende keer.

Hoe kun je het land bezitten?

Diegenen die me al wat langer kennen weten dat ik al jaren voorstander ben van het afschaffen van particulier grondbezit. Ik ben natuurlijk lang niet de enige, en ook niet bepaald de eerste die dit standpunt inneemt. Ik sta daarmee in een lange spirituele traditie. Beroemd is bijvoorbeeld de rede die het stamhoofd van de native Suquamish hield in 1854, toen gouverneur Stevens hem aanbood zijn land te kopen (zie het fragment uit die toespraak hierboven). Voor hem was het land waarin en waarop hij leefde zijn moeder – en je moeder kun je natuurlijk niet bezitten. Ook in de Joods-Christelijke traditie bestaat het idee dat je het land, de grond niet kunt bezitten. Zie bijvoorbeeld Lev. 25 vs. 23. ‘Het land zal niet voor altijd verkocht worden, want het land is van Mij, en gij zijt vreemdelingen en bijwoners bij Mij’ (God). In de Joodse traditie is daar het idee van het Jubeljaar uit voortgekomen: in ieder 50e jaar wordt het land gelost en opnieuw verdeeld (ook een bijbels voorschrift trouwens*). En in Christelijke kring heeft het idee van ‘rentmeesterschap’ opgeld gedaan (in het bijzonder sinds Kuyper). Een rentmeester bezit het land niet maar beheert het. Ook het idee van de ‘commons’ (meent, gemeynt of marke) is een stap in de richting van collectief grondbezit: gemeenschappelijk land dat van iedereen is en door iedereen gebruikt kan worden.

Helaas worden deze ideeën vandaag de dag nauwelijks meer in praktijk gebracht. Grond is een commercieel goed geworden, onderhevig aan de wetten van een ongereguleerde markt, en daardoor ook onderhevig aan speculatie. Dat heeft bijzonder ernstige consequenties. De grond is te duur geworden voor een verantwoorde sociale woningbouw en voor de ontwikkeling van een duurzame landbouw (zie voor een uitvoerige toelichting betreffende de landbouw de bijlage en de links onderaan dit blog*). Het laatste kabinet dat daar wat aan heeft willen doen was het kabinet Den Uyl in 1977. Dat diende een wetsontwerp in tegen grondspeculatie dat twee elementen bevatte: 1. bij onteigening zou niet de waarde in het economisch verkeer vergoed worden maar de gebruikswaarde van de grond; en 2. de gemeenten zouden een voorkeursrecht krijgen bij grondaankoop. Zoals men ziet: een verbetering van de situatie, maar toch: een zeer gematigd wetsontwerp, nog ver verwijderd van nationalisering van het grondbezit. Dit wetsontwerp was niettemin te radicaal voor de christen-democratie en de VVD, waarop het kabinet Den Uyl viel. Deze feiten zijn vandaag de dag weinig bekend. Maar het is goed om te weten welke stromingen in Nederland verantwoordelijk zijn voor de ongehoorde grondspeculaties van deze tijd.

En dat terwijl een oplossing zo voor de hand ligt. We hebben in Nederland een uitstekend werkend stelsel van erfpacht. Als we alle grond geleidelijk zouden nationaliseren en dan weer in erfpacht zouden uitgeven is het probleem in een klap opgelost. (Er moet dan wel een oplossing gevonden voor de aflossing van de torenhoge schulden die veel boeren nu bij voornamelijk de Rabobank hebben, zie hieronder*. Maar waar een wil is, is een weg.) Dat vraagt een visie die volstrekt strijdig is met de heersende economische moraal, die nog steeds de markt en het bezit centraal stelt. Veel mooie worden worden gesproken om dat te veranderen, maar het blijft voorshands voornamelijk bij woorden. De trend is in andere richting. Een voorbeeld: de gemeente Amsterdam die traditioneel de grond in erfpacht uitgaf, heeft nu het stelsel van eeuwigdurende erfpacht ingevoerd: een stap in de richting van particulier grondbezit. En zelfs de meest radicale partij op dit gebied, GroenLinks, besteed hier in zijn zojuist uitgekomen concept verkiezingsprogamma nauwelijks aandacht aan. Ze wil een gemeentelijk heffing invoeren op de waardestijging van de grond als die een bouwbestemming krijgt. Dat is symptoombestrijding maar pakt het probleem niet bij de (landbouw)wortel aan.

Wat zou het mooi zijn als onze politici, en wij allen, elkaar zouden vinden in het idee van de grond als ‘commons’, zoals bijvoorbeeld ook de lucht en het water. Dan zouden waarden als solidariteit, rentmeesterschap, respect voor Moeder aarde, en zorg voor elkaar ineens inhoud krijgen en echt leidend worden. Welke politieke partij zou dit durven te agenderen? Een dergelijke partij zou onmiddellijk mijn stem krijgen (als ze tenminste verder geen schadelijke onzin verkoopt).

Informatie over Bregje Hamelynck, zie https://transitiecoalitievoedsel.nl/denk-mee-met-bregje-hamelynck/ .

Zie ook:

  • Zie: Martin Buber, Het geloof der profeten, 1950/1972

Pappen en nathouden

Ik rotzooi maar wat aan (Karel Appel)

Vanaf het tweede paarse kabinet voert onze regering eigenlijk geen beleid meer. Grote problemen werden niet echt aangepakt met uitzondering van het pensioenprobleem (als in de komende tijd tenminste de nieuwe pensioenwet wordt aangenomen) en de wijziging van het zorgstelsel in 2006 – want dat zijn de enige problemen die een grote meerderheid van ons volk echt interesseren. Dit proces van pappen en nathouden werd nog versterkt door de kredietcrisis uit 2008, die de regering, tegen het advies van een gezaghebbende meerderheid van economen in, te lijf ging met bezuinigingen in plaats van investeringen. Men liet zich meedrijven op de neo-liberale wind die in de wereld was gaan overheersen – en ging vervolgens over tot de orde van de dag. Dat heet: op de winkel passen. Daardoor is Nederland afgezakt van een land dat in menig opzicht in de wereld voorop liep tot een land in de middenmoot of lager.

Dit weten we natuurlijk allemaal, maar het is toch wel interessant om nog eens even de beleidsterreinen op een rijtje te zetten waarop daardoor ernstige problemen zijn ontstaan. In willekeurige volgorde: landbouw en natuur (o.a. het stikstofbeleid), migratie- en vluchtelingenbeleid, belastingbeleid ( de toeslagenaffaire – 26.000 gedupeerden – , en het blijven faciliteren van belastingontwijking door multi-nationals), klimaatbeleid (Nederland loopt ver achter bij Duitsland en Frankrijk), cultuur, hoger onderwijs (heeft 1 mlrd. nodig), zorgstelsel, defensie, politie en rechterlijke macht, vergoeding aardbevingsschade, en zo valt er waarschijnlijk nog wel meer te bedenken. Ook gaat dit proces nog steeds door. Zie bijvoorbeeld het non-stikstofbeleid van minister Schouten (waarbij in feite alleen die varkensstallen worden gesaneerd die juist geen probleem opleveren en wederom onjuiste boekhoudkundige trucs worden toegepast), of het gebrek aan het nemen van politieke verantwoordelijkheid rond de besteding van het nieuwe groeifonds. Zelfs op Coronagebied gaan we dit nu zien: verklaringen dat het wel goed zit (bijvoorbeeld met de testcapaciteit) worden beschouwd als echt beleid maar worden achterhaald door de feiten. De schrik slaat je om het hart.

Was dit allemaal onvermijdelijk? Zijn deze probleemgebieden te moeilijk om daarop echt een verschil te kunnen maken? Dat geloof ik toch niet. Maar waar het aan ontbreekt is aan visie en moed. Visie: een stip op de horizon van waar we met zijn allen naar toe willen, die inspirerend werkt voor de burger (en de kiezer!), en die resulteert in een strategie voor de lange termijn. We hebben daarvan één voorbeeld in Nederland dat de bezuinigingen heeft overleefd: het waterbeleid en het aangepaste deltaplan. En in Europa doet Timmermans een moedige poging op het terrein van klimaatbeleid. Het is interessant dat dit plan zo sterk is, dat het de Coronacrisis lijkt te overleven.

En ja, moed. Het zou fijn zijn als onze politici de moed zouden kunnen opbrengen om eigen idealen en inspirerende toekomstbeelden naar voren te brengen, om daarmee de bevolking te bezielen, in plaats van de oren te laten hangen naar de waan van de dag. Dat geldt voor de regering, maar evenzeer voor de kamerleden. En voor ons natuurlijk. Het lijkt goed voor onszelf EN de samenleving te zijn als we af en toe eens zeggen wat we te zeggen hebben en dan te doen wat ons hart te doen vindt.

Waarom wist ik dit niet?

In december 2018 heeft Nederland tezamen met 155 andere landen het zogenaamde Global Compact for Safe, Orderly and Regular Migration getekend. In de desbetreffende vergadering van de VN stemden vijf landen tegen, waaronder de VS en Israël, en twaalf landen onthielden zich van stemming. Uiteindelijk werd het pact door negen EU-lidstaten niet onderschreven. Meer dan 50 landen, waaronder Nederland, verduidelijkten hun standpunt met een zogenaamde interpretatieve nota, in het algemeen met de strekking het pact af te zwakken.

Van dit alles heb ik tot voor kort niets geweten. Dat zegt natuurlijk iets over mezelf (onoplettendheid, gebrek aan aandacht voor wat mijns inziens een van de belangrijkste problemen van deze tijd is), maar het zegt toch ook wel iets over de leidende Nederlandse politici, die – uit angst voor zetelverlies aan de populistische partijen? – liefst zo weinig mogelijk aandacht besteden aan, en voorlichting geven over de migratieproblematiek, en er niet in geslaagd zijn een beleid en strategie te ontwikkelen gebaseerd op solidariteit en humaniteit. Dat werd weer pijnlijk duidelijk bij het recente Moria-handeltje. En in de troonrede wordt met geen woord over de vluchtelingenproblematiek gerept. Citaat: ‘In het jaar van 75 jaar Verenigde Naties domineert steeds vaker het nationale eigenbelang.’ Zou de regering zich nu werkelijk niet realiseren dat dit ook op ons eigen land slaat? Wat is dit: domheid, onverschilligheid, zelfgenoegzaamheid? (zie de foto op de voorpagina van Trouw van woensdag j.l.)

Het pact dat ik hierboven noemde staat vol van prachtige doelstellingen, die, indien nagestreefd, werkelijk verschil zouden maken in de wereldwijde migratie- en vluchtelingen problematiek. Een overzicht daarvan vind je bij Wikipedia, onder het lemma VN-Migratiepact. Dit pact is geen verdrag maar een intentieverklaring. Dat geeft ieder land de mogelijkheid hier weinig of niets mee te doen. En dat is helaas de praktijk, en Nederland is daarop geen uitzondering. Ik geloof overigens niet dat dit beleid de instemming heeft van de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Ik leid dat af uit de aanbiedingen van ca. 100 gemeenten om, dwars tegen het landelijk beleid in, meer vluchtelingen, in het bijzonder kinderen, op te nemen, en daar al 8 miljoen euro voor beschikbaar hebben gesteld; en uit het protest in de achterbannen van CDA, D’66 en CU tegen de Moria-deal.

Zoals altijd vind ik het betrekkelijk goedkoop om het te laten bij kritiek op de politiek – al doe ik dat graag en heeft het zeker zijn nut – zonder ook stil te staan bij onze medeplichtigheid aan dit beleid. Wij leven tenslotte in een democratie waarin het mogelijk is door stemmen, meningsuiting, vrijwilligerswerk en financiële bijdragen ons steentje bij te dragen. Ik geloof niet dat het zinnig is te verdrinken in een zelf-afbrekend schuldgevoel, maar ik voel me er wel ongemakkelijk over. In elk geval wil ik er in mijn eigen leven regelmatig bij stil staan, en mijn gedrag daar mede door laten bepalen.