Categoriearchief: Politiek

Onze stem verheffen.

Information about the emergency situation of the Hope Flowers School in Bethlehem: see my blog of January 10,  De Ster van Bethlehem. (Dutch. Translation possible via Google translate)

Er is een schrijnend gebrek aan leiderschap in de wereld. Met deze woorden opende ik in 1996 mijn major opus Spiritueel Leiderschap), dat uit mijn zorg daarover voortkwam. Het is nu 2019, 23 jaar later en er is nog weinig veranderd. Tenminste, als we Trump, Salvini, Kaczyński, Poetin, Erdogan, Scholz, Kurz, Bolsonaro, Johnson, Modi, Farage, Wilders, Baudet en vele anderen buiten beschouwing laten. In de woorden van Caspar Thomas (De Groene Amsterdammer, 24-1 2019):  “Wat deze leiders bindt, is een minachting voor onafhankelijke instituties en machtsbeperking.” Het zijn de zogenaamde sterke mannen (geen vrouwen!), die in de loop van de geschiedenis altijd een grote aantrekkingskracht op de bevolking hebben gehad. (Ik schreef daarover eerder in een blog in juni 2018)

Als ik het heb over het gebrek aan leiderschap, dan bedoel ik uiteraard een ander soort leiderschap: humaan, visionair, eerlijk en met liefde voor de planeet. En dan moet ik mijn opmerking meteen nuanceren. Dat soort leiderschap bestaat wel, maar openbaart zich helaas nauwelijks in de nationale en internationale politiek (behalve misschien op lokaal niveau). Daardoor ontstaat er een vacuüm, waarin de bovengenoemde “sterke” mannen veel van wat ons lief is kapot maken.

Als we kijken naar Nederland, dan konstateren we dat Wilders en Baudet samen tussen 20 en 25 % in de peilingen scoren. Als dat bij de verkiezingen zo blijft, dan hebben ze straks 30 of meer kamerzetels. Nog lang geen meerderheid, maar hun invloed is niettemin nu al groot. We zien dat de VVD en het CDA in hun taalgebruik, en soms ook wat betreft de inhoud van hun boodschap al vaak hun oren naar deze heren laten hangen. Zij brengen daarmee de democratie in gevaar.

Zoals, volgens Caspar Thomas, Havel gezegd schijnt te hebben: een democratie kan niet voortbestaan zonder een elite die bereid is het voor haar op te nemen. En Caspar Thomas: “Dat is de grote paradox: democratie vraagt om sterk leiderschap. De democratie heet in crisis te zijn, maar wat werkelijk in crisis is, is het vertrouwen in de democratische leiders.” Uit onderzoek van het SCP blijkt dat het vertrouwen in de democratie vele malen grote is dan het vertrouwen in politici.

Wat we als burgers kunnen doen: blijvend onze stem verheffen tegen de ondermijnende activiteiten van de ‘valse’ leiders en hun volgelingen. En uitdragen wat een mooier perspectief zou kunnen zijn. Misschien ontstaat er daadoor een klimaat waaruit het liefdevolle leiderschap ook aan de top doorbreekt.

En misschien is kenmerkend voor deze tijd van transformatie, dat dat niet één man of vrouw is, maar een team van mannen en vrouwen dat de toekomst van onze planneet werkelijk ter harte gaat, en bereid is daarvoor offers te brengen en te vragen.

Heldhaftig, vastberaden, barmhartig?

Information about the emergency situation of the Hope Flowers School in Bethlehem: see my last blog, january 10. 

Onze overheid saboteert doelbewust die maatregelen die een wezenijk effect sorteren op het gebied van klimaat, immigratie, maatschappelijke tegenstellingen, sociale ongelijkheid en de vermenging van boven- en onderwereld. Dat komt omdat er één doelstelling centraal staat, waar alle andere doelstellingen voor moeten wijken: economische groei, en daaruit afgeleid: bevoordeling van het bedrijfsleven. Dat bedrijfsleven, althans het grootbedrijf, draagt evenmin bij tot de oplossingen van de genoemde problemen.

Twee voorbeelden om deze stelling te ondersteunen. Waarom voeren we niet een fatsoenlijke CO2 heffing in, zoals het Verenigd Koninkrijk, Finland, Frankrijk, Ierland en Zwitserland, maar wachten we tot de EU met Sint Juttemis een vaag compromis sluit? En waarom propageren we elektrische auto’s (voor de meer welgestelden) terwijl we niet echt een oplossing hebben voor hoe we alle electriciteit duurzaam moeten opwekken om al die auto’s te laten rijden? Laat staan dat we een oplossing hebben voor de schadelijke sociale en milieueffecten die het gevolg zijn van de productie van deze auto’s (als u de gruwelijke details wil weten; zie mijn tijdlijn op Facebook: https://www.facebook.com/erik.vanpraag

Ik ga deze bovenstaande drastische stelling hier niet verder onderbouwen. Iedereen kan zich hierover een mening vormen op grond van alle berichten die in de media zijn te vinden. Wat ik echter wil onderstrepen is dat ook de politieke partijen, misschien met uitzondering van de Partij voor de Dieren, het laten afweten. Geen van hen durft het fundamentele vraagstuk aan de orde te stellen: hoe kunnen we een humane wereld scheppen met tegelijkertijd economische krimp? Een geweldige uitdaging, die moed en creativiteit vereist. En uiteindelijk slaat dat natuurlijk terug op ons burgers: wij creëren onze regering en onze politieke partijen.

Vastberaden? Jazeker, maar wel de verkeerde kant op. Heldhaftig: hier en daar zien we helden, maar dat is zeker geen mainstream (al komen er meer. . . ). Barmhartig, daarin schieten we als collectief volledig te kort. Hetgeen ons natuurlijk niet hoeft te verhinderen op individueel niveau barmhartigheid te beoefenen.

4229

Een leugen die vaak genoeg verteld wordt, wordt op de duur zelf waarheid. (Lenin)

4229, dat is volgens de Washington Post het aantal leugens dat Trump de laatse anderhalf jaar gedebiteerd heeft via Twitter en (campagne) speeches. Interessant. Zou hij ze zelf allemaal geloven, of zou hij weten dat hij liegt? En zijn medewerkers, die er ook rustig op los liegen?  Ik heb werkelijk geen idee.

Nog interessanter is dat volgens Bas den Hond (Trouw, 11 augustus) driekwart van de Republikeinen gelooft dat hij de waarheid spreekt. Als je dat extrapoleert naar de hele bevolking van de VS komt dat neer op een derde van de bevolking, waarschijnlijk meer, want er zijn natuurlijk ook nog partijlozen en democraten die hem geloven. Zijn populariteit bij de Republikeinen  schommelt trouwens rond de 90 %, bij de bevolking als geheel rond de 40 %. Het lijkt me dan ook vrij waarschijnlijk dat de Republikeinen de congresverkiezingen van dit najaar gaan winnen.

Deze cijfers zijn niet zonder precedent in de geschiedenis. Het lijkt me dat Stalin, zeker tijdens de oorlog, deze cijfers op zijn minst evenaarde. Dat was zeker ook met Hitler het geval. En heden ten dage komen leiders als Erdogan, Jaczynski, Poetin, Orban en Salvini ook aardig in de buurt. Deze leiders zijn ook niet in hun eerste leugens gestikt, maar zij hanteren een andere methode dan Trump: zij werken met repressie en bespelen de media. Zij leggen minder de nadruk op afzonderlijke leugens, maar scheppen een vertekend wereldbeeld. (Hitler had daarvoor een meester manipulator in dienst: Joseph Goebbels, zijn minister voor propaganda). Ook deze leiders hadden en hebben massale aanhang onder hun bevolkingen.

Je vraag je af of dit soort dingen ook in Nederland zou kunnen gebeuren. Als je kijkt naar de ‘leiders’ die enigszins met de genoemde heren te vergelijken zijn, dan ziet het er voor hen niet bemoedigend uit. Mussert kwam nooit verder dan 8 % van de kiezers, Hans Janmaat, boer Koekoek en Henk Krol bleven daar nog ver onder. Van Thierry Baudet moeten we nog maar zien hoe ver hij komt. De enige die op enig succes kan bogen is Geert Wilders, maar ook hij is tot dusverre niet verder gekomen dan een krappe 17 % van de kiezers. (Hij is trouwens ook de eerste politicus die zich persoonlijk bedient van Twitter – dezelfde methodiek als Trump, maar op veel bescheidener schaal.) De kans dat de massale verwording van de samenleving zoals die nu in de VS plaats vindt bij ons ook plaats zou vinden lijkt dus niet zo groot.

Kunnen we dus rustig gaan slapen? Dat nu ook weer niet. In de eerste plaats niet, omdat er bijna geen politicus is die niet op zijn tijd de waarheid verdraait, of zelfs gewoon liegt. Daarvan hebben we in de afgelopen tijd enige voorbeelden gezien, en dat is alleen maar wat er aan het licht is gekomen. De ‘ruis’ die bovendien veroorzaakt wordt door de meer extremistische elementen in de politieke en in de samenleving maakt het moeilijker om de politieke en maatschappelijke dialoog te voeren over de dingen die er werkelijk toe doen: klimaatbeleid, technologische ontwikkelingen, asielbeleid, en sociale ongelijkheid. Laten we dus waakzaam blijven, de werkelijkheid onder ogen zien zoals die is,  en onze stem verheffen als de waarheid geweld wordt aangedaan.

 

 

 

Klimaatverandering en vlierbessenjam (II).

Ik geef het op, en ga mijn leven wijden aan het maken van vlierbessenjam uit eigen tuin (Jan Paul van Soest)

Dit schreef Jan Paul van Soest vijf jaar geleden in een blog van mij (23 september 2013). Wij vieren dit jaar een treurig lustrum. Tien jaar geleden kwam ons boek uit, De aarde heeft koorts,  – geschreven samen met Judy McAllister – waarin wij een mogelijk scenario schetsten van 4 graden mondiale opwarming, en de rampzalige gevolgen daarvan. We waren echter in een opzicht toen wat te optimistisch: we onderschatten de ernst van de zeespiegelstijging. Maar overigens kon je ons geen optimisme verwijten, eerder realisme. We achtten toen nog een opwarming van twee graden mogelijk, als de wereldgemeenschap alles op alles zou zetten om een hogere opwarming te voorkomen. Wij achtten dat mogelijk, maar op grond van wetenschappelijke bevindingen zowel van natuurkundige als van sociologisch/psycholgische aard niet erg waarschijnlijk. (De huidige burgemeester van Amsterdam noemde dat toen in het boek alarmistisch). Helaas hebben wij gelijk gekregen, zoals we vijf jaar later vaststelden aan de hand van de toen meest recente gegevens (zie mijn blog van 26 juni 2013). Vijf jaar geleden dus – een tweede lustrum.

Sindsdien heeft Jan Paul nog een tweede boek geschreven: De Twijfelbrigade, waarin hij de welbewuste, systematische en af en toe zelfs kwaadaardige ontkenning van het klimaatprobleem aan de orde stelt. Hijzelf daarover: “Een mengsel van verontwaardiging en verwondering over klimaatscepsis en klimaatsceptici was de aanleiding om dit boek te schrijven.”

Maar daar wil ik het vandaag eigenlijk niet over hebben – dat weten we nu wel. Wat mij veel meer verbaast en verontrust is de verdoezeling van de problematiek door weldenkende en goed bedoelende (?) mensen. Zo wordt er uitgegaan van een fictie dat het nog mogelijk is de opwarming tot twee graden te beperken, en de gevolgen van de opwarming binnen de perken te houden. Een van de aspecten van  deze verdoezeling is dat we ons land zouden kunnen redden – maar daar is geen sprake van. En eigenlijk weet iedereen die enigszins op de hoogte is dat wel. Zoals ik me al eerder afvroeg, zijn de betrokkenen nu zo dom of is het welbewuste misleiding?

Gelukkig weten ze wel beter bij het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek  van de Universiteit van Utrecht. U kent vast wel die aardige Peter Kuipers Munneke, die ons een paar keer per week na het achtuursjournaal vertelt welk weer we de komende dagen hebben te verwachten. Als je hem zo ziet zou je niet verwachten dat daar een gerenommeerde wetenschapper achter schuilt, die nog moedig is ook. In NRC/Handelsblad van 13 juli  schrijft hij een gedegen artikel onder de kop: De vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér. Een jaar geleden hield het KNMI nog rekening met 1,20 meter zeespiegelstijging aan het eind van deze eeuw; nu wordt een stijging van 2 meter niet uitgesloten. Niet heel waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. En uiteindelijk zal het gaan naar een zeespiegelstijging van 15 meter, maar waneer, dat weten we niet (zoals L. Meijer, onze vertegenwoordiger bij het IPCC, al zei in 2017). Citaat van Peter Kuipers: ‘Het jaar 2100, 2400 of 4000 als houdbaarheidsdatum voor Nederland. Hier stelt de natuurwetenschap een interessante, filosofische vraag aan de politiek. Voor wie moet je nog klimaatbeleid maken? Voor wie de dijken ophogen? Voor de komende drie generaties? Voor de komende tien? Hoe lang moet de arm van je beleid zijn?’

En daar zou ik de volgende vraag aan willen toevoegen: hoe belangrijk is het dat je het grote publiek hiermee confronteert, in plaats van zoals nu gebeurt te stellen dat het allemaal nog wel mee zal vallen? In elk geval kun je niet verwachten dat mensen vrijwillig pijnlijke maatregelen gaan nemen, geld gaan uitgeven (dat wellicht niet wordt terugverdiend), of windmolens in hun achtertuin zullen tolereren, als de ernst van de problemen voortdurend wordt verdoezeld.

 

Our strong leaders.

More and more nowadays we are governed by a sort of leaders for whom public applause and/or personal power is more important than anything. They all perform a show, and succeed in labeling every act as a success, even if that is damaging their countries. President Trump is a wonderful example. He is meeting Kim – success! -, is giving away America’s right to do military manoeuvres in the Yellow and Japanese Seas without getting anything in return – successful negotiations! – , is placing children of immigrants in custody – successful immigration policy! – is letting them free after protests – see how empathic he is; success! – , is lowering taxes, thus giving the economy a boast, and raising the budget deficit and damaging the economy in the long run; success! -, is setting import tariffs – America first! fighting unemployment, improving economy, success!, – and is getting export tariffs in  return – trade battle, loosing jobs, damaging the economy, success! -,  is brutalizing Merkel, Xi Jinping – see how undaunted I am, success! – , and so on and so forth. The same is true for European leaders: Salvini (no freemasons in the government; cf Mussolini!), Erdogan, Scholz (I close the German border for immigrants), Kurz (I close the Austrian border for immigrants), Orban (no immigrants in Hungary) etc. They all have in common that they have no compassion and no idea about what is on the long term beneficial for their countries. That is not their interest. Their interest is just showing how decisive and energetic they are, no matter what are the consequences of their deeds. And they succeed: many citizens see them as strong, stout and powerful. At last we have leaders who at least do something. They remind me of another book: Watership Down, in which General Woundwort is exactly the kind of leader I am talking about.*)

We have seen this before in history, and also then the majority of the population was deluded by disguise and false promises, with terrible results.

What as citizens, who see through this facade, can we do? Being aware, speaking up and supporting those leaders who do not fall in this trap. Not becoming cynics. And hoping for the best.

*) As far as I am concerned, the novel Watership Down, by Richard Adams, is by far the best book about leadership I know. A must read for anyone who wants to be leader or manager.

Amsterdam als ‘fearless city’.

Heeft u afgelopen zondag Buitenhof gezien? Een curieuze uitzending. Eerst minister Wiebes, die uitging van een imaginaire realiteit betreffende de opwarming van de aarde – hij dacht dat 2 graden, en zelfs 1,5 graden opwarming nog een realistisch scenario was – en daarna een gesprek met Jason Moore, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Birmingham, en Willem Schinkel, hoogleraar sociale theorie aan de Erasmus universiteit,  die de realiteit onverbloemd benoemden. Wat Wiebes betreft: zou die nu echt niet weten wat er werkelijk gaande is? Met andere woorden: is hij nou zo dom, of is hij een leugenaar? Ik laat het oordeel graag over aan u en aan hemzelf.

Moore en Ginkel stelden beiden dat onze redding, zij het niet zonder veel leed en schade, nog mogelijk is als we overgaan tot een volstrekt andere manier van politiek en economie bedrijven. Met andere woorden: als we inzien dat het einde van het kapitalisme, of neo-liberalisme, het is maar hoe je het noemen wilt, nu toch echt nabij is. Dat betekent een zeer grondig overheidsingrijpen, nationaal en mondiaal. Moore was optimistisch, want hij achtte dat mogelijk, en noemde als voorbeeld het ingrijpen van de Amerikaanse overheid na Pearl Harbor. Maar dat was in een acute noodsituatie, die overigens concreter en tegelijkertijd minder bedreigend was dan de situatie waar we ons nu in bevinden. Ik leid daar uit af dat een dergelijk ingrijpen pas zal plaats vinden als de eerste steden in zee verdwijnen, of als een acute voedselschaarste de hele wereld bedreigt. Maar dat het einde van het neo-linberalisme nabij is, is niets nieuws. Daar zijn weldenkende mensen het al geruime tijd over eens.

Des te interessanter is de reactie van onze premier op het coalitieakkoord in Amsterdam. Daar staan o.a. enkele begrijpelijke en concrete doelen in: betaalbaar wonen, goed openbaar vervoer, grondige aanpak van de luchtverontreiniging, aanpak van het massatoerisme. Het akkoord is ook helder over de maatregelen waarmee men dat denkt te bereiken. Onze premier liet echter weten bijzonder ongelukkig te zijn met het akkoord. De stad was ‘verloren gegaan aan ‘links’. Een onthullende terminologie. De premier liet zich  kennen als een diehard aanhanger van het neo-liberalinsme, dat ons  in zulke ernstige problemen heeft gebracht.

Mijn verwachting is dat het Amsterdamse gemeentebestuur het nog moeilijk gaat krijgen. Niet alleen zal het veel weerstand ondervinden van plaatselijk gevestigde belangen (bijvoorbeeld woningbouwverenigingen), maar ook zal Den Haag alles op alles zetten om de uitvoering van dit coalitieakkoord onmogelijk te maken. Daarbij zal het principe van de gemeentelijk autonomie (Thorbecke) onder druk komen te staan. Het coalitieakkoord is immers de eerste aanval op het neoliberalisme  die het niet laat bij woorden maar komt met daden.

Om sterker te  staan zal Amsterdam zich aansluiten bij het Fearless Cities-netwerk: een netwerk van andere Europese steden die zich verzetten tegen de neo-liberale dogma’s. En dat sluit weer aan bij een ontwikkeling, waarbij de macht vande centrale overheden afbrokkelt en verschuift in twee richtingen: enerzijds naar de steden, en anderzijds naar internationale organen. Wen er maar aan.

Uitbuiting in Nederland – terug naar de 19e eeuw

Ik ben best een progressieve man, maar ben niettemin behept met het virus van nationalistisch chauvinisme. Ik vind het leuk als we winnen op sporttournooien en ben geraakt als dan het Wilhelmus klinkt. Ik vind het mooi als er op Koningsdag en in het buitenland Nederlandse vlaggen waaien. En ik ben graag trots op ons land, met name op het feit dat we een democratie en een rechtsstaat zijn. En ik zou ook wel trots willen zijn op onze politici en mijn medeburgers die hen kiezen. Maar dat laatste wordt me wel erg moeilijk gemaakt.

Ik wil het nu even niet hebben over ons erbarmelijk klimaat- en energiebeleid, maar voor nu over de arbeidsomstandigheden van grote groepen Nederlanders en andere ingezetenen. Wij zijn een rijk land met een bloeiende, groeiende economie, maar grote groepen profiteren daar niet van, zoals we allemaal wel weten. De lonen van de laagste inkomensgroepen en de verdiensten van grote groepen flexwerkers worden verhoudingsgewijs steeds lager, en de vermogens van de rijken en welgestelden groeien, terwijl de minvermogenden steeds armer worden en moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. In een artikel van Mirjam de Rijk in De Groene Amsterdammer van 1 maart j.l. wordt bijzonder helder uiteen gezet met welke maatregelen, wetten en particuliere besluiten dit allemaal wordt gerealiseerd. We leven echt in een ouderwets kapitalistische maatschappij. Het is wat minder zichtbaar, omdat het algehele welvaartspeil veel hoger is dan aan het eind van de 19e eeuw en met name de relatieve welstand van de middengroepen en – nog steeds –  de uitkeringen de armoede verdoezelen. Maar we gaan steeds meer naar Amerikaanse toestanden, waarbij het met één gezinsinkomen niet meer mogelijk is deel te nemen aan essentiële sociale en culturele activiteiten of met vakantie te gaan.

Maar dit valt allemaal in het niet als we onze blik richten op de duizenden (honderdduizenden?) legale en illegale arbeidsmigranten die werken in bedrijfstakken als de tuinbouw, bouw, horeca, of als au pair. De arbeidsomstandigheden (lonen, huisvesting, veiligheid, en zo meer) tarten werkelijk elke beschrijving. Gelukkig is het wel beschreven, en wel opnieuw in de onvolprezen Groene van 22 maart j.l. Lees het en huiver (https://www.groene.nl/artikel/ik-had-mijn-eigen-huid-in-mijn-handen ). Mocht u het meer literair willen hebben: lees over de misstanden in de boeken van Charles Dickens en u heeft een vergelijkbaar beeld. De arbeidsinspectie laat dit passeren, en het openbaar ministerie kan niet veel doen zonder aangiften – die de betrokkenen niet kunnen doen, omdat ze geen geld hebben voor het aanspannen van een procedure en bovendien in dat geval hun laatste restje inkomen en onderdak (hoe primitief ook) kwijtraken; of, in het geval van illegaliteit,  worden vast- of uitgezet.

Dit alles zou allemaal makkelijk te voorkomen zijn bij een ander politiek klimaat en beleid. (Ook dat is magnifiek beschreven door Mirjam de Rijk in De Groene van 12 april). Maar de politici van de gevestigde politieke partijen (ook D’66, ook de PvdA die zijn wortels de afgelopen twintig jaar heeft verloochend), en ook een aantal van de extreem-rechtse partijen, hebben andere prioriteiten: groei, groei, groei, en vervolgens groei (laat de markt zijn werk doen). We kunnen hen moeilijk iets verwijten, want we kiezen ze zelf. Hoe dat werkt beschreef ik al in mijn blog van 5 april.

Nee ik ben niet trots op Nederland. En dan heb ik het nog niet eens over hoe we onze medeburgers van buitenlandse afkomst segregeren en discrimineren. Of over ons vluchtelingenbeleid. Ik ben trots op het Concertgebouw(orkest), de opera, ons ballet, onze waterwerken, onze spoorwegen en ja, toch nog wel op wat we ondanks alles hier aan zekerheid en veiligheid hebben gecreëerd. Allemaal zaken waar ik persoonlijk weinig tot niets aan heb bijgedragen. Dus waarom ik er eigenlijk trots op ben zou ik niet weten. Het zal mijn identiteit wel wezen. . . ?

 

©Afbeelding: Kamagurka, De Groene Amsterdammer, 1 maart 2018

 

 

 

 

Twee weken later.

Het is nu twee weken later. Tijd om eens met enige afstand te kijken naar de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen.

Opvallend is dat alle partijen – met uitzondering van de PVV en de SP –  de uitslag als een overwinning presenteerden. Maar in feite waren er van de landelijke partijen maar drie  overwinnaars: GroenLinks, de Partij van de Dieren en Denk. En zelfs van GL kun je zeggen dat het resultaat niet veel beter was dan bij de kamerverkiezingen van vorig jaar. De echte winnaars waren de lokale partijen.

Maar interessanter is het om te kijken naar de globale verdeling conservatief-progressief. En dan zie je wat je altijd ziet: globaal gesproken hebben de conservatieven de meerderheid, in een verhouding die al sinds de opkomst van de sociaal-democratie ongeveer constant is: conservatief ongeveer 55-60 %, progressief ongeveer 40-45 procent. Dit is niet een uitsluitend Nederlands fenomeen; het doet zich in de hele geïndustrialiseerde wereld voor. Er zijn in de geschiedenis enkele incidentele uitzonderingen geweest op deze regelmatigheid, maar voor zover ik kan nagaan werd de bovengenoemde verhouding steeds weer snel hersteld. Terug naar Nederland: ook bij de raadsverkiezingen geldt die verhouding: de winst van GL en PvdD werd gecompenseerd door het verlies van SP en PvdA. In Nederland, en ook in sommige andere landen, wordt het beeld enigszins vertroebeld door een typische middenpartij als D’66, die op cultureel en bestuurlijk gebied als progressief kan gelden, maar op sociaal economisch gebied als conservatief-liberaal moet worden gezien. (Er zijn trouwens her en der ook wel partijen in opkomst die niet zo makkelijk in de dichotomie links-rechts zijn te plaatsen, zoals bijvoorbeeld de vijf sterren beweging in Italië. Een interessante vraag is of dat de partijen van de toekomst worden – maar dat terzijde).

Waar zou die voorkeur voor het conservatisme vandaan komen? Om een antwoord op die vraag te vinden zullen we bij onszelf te rade moeten gaan. Voor zover ik kan nagaan, leven er twee zielen in onze borst: een conservatieve en een progressieve. De conservatieve ziel hangt naar voorspelbaarheid en veiligheid, en kenmerkt zich door een zekere nostalgie naar een geïdealiseerd verleden. De progressieve ziel verlangt naar  een rechtvaardiger, eerlijker en meer zorgzame maatschappij, en is gericht op de toekomst. Maar de toekomst is onzeker, en vaak moet je bovendien voor die ideale toekomst het een en ander opgeven (bijvoorbeeld door meer belasting te betalen).

Ik herken deze beide kanten in mezelf, en ik denk dat velen dat met mij zullen herkennen. Ik kan dus moeilijk anderen verwijten maken omdat ze stemgedrag vertonen dat me niet bevalt. Het enige waar ik me wel tegen kan verzetten is onverdraagzaamheid en racisme – behalve als dat ook van mijn kant tot onverdraagzaamheid leidt, want dan drijf ik de duivel uit met Beëlzebub. In mijn vorige blog heb ik gepleit voor een leiderschap gebaseerd op eenheidsbewustzijn. Ik hoop dat in de toekomst de partijen die dat soort leiderschap voortbrengen en de waarden van verdraagzaamheid en broederschap/zusterschap niet alleen met woorden, maar ook met daden en hun stijl van communicatie in praktijk brengen, de boventoon gaan voeren. Wat mij betreft zijn die waarden zelfs nog belangrijker dan de waarden vrijheid en gelijkheid.

 

 

 

Healing the Planet (II)

In my blog of February 28 I said that in in order to heal the planet – us – we need new leadership. I then promised to specify more in detail what I meant by this.

The leadership we need I call spiritual leadership. In my book about this I described that as a leadership that (quote):

  • is based on unity of minds. In other words a realisation of a connection between myself and another, myself and the world. . . . What I do with myself, I do with the surroundings and what I do with the other I also do with myself. It is also the awareness that the other may be different to myself but then again not really. This has significant consequences in the way in which I communicate with the other.
  • is based on vision. . . an image of that which I want to create, possibly together with others, which is fed through my desires, my aim in life, my actual talents etc. It is therefore something from the person as a whole, from the mind, body and soul and not only something intellectual such as an aim.
  •  is based on honesty. With this I mean: facing up to reality in a direct manner. This concerns both the external reality and the reality within ourselves. This is not always easy. We have the tendency to perceive both the external and internal world in a more positive light (or even more negative) than it actually is. It takes courage in order to take an honest look at the world around us and to look inside ourselves without guilt, anger, disapproval or judgment.

I also wrote: . . . spiritual leadership has nothing to do with gurus or sects or such like. It is a form of leadership which can occur anywhere, from the top to the bottom, in the business sector, in the government, in education and in the health care sector, in the arts and in the church, with men and women, with young and old and yes, even in politics.

So the first step is to develop this leadership in ourselves by growing our own awareness and taking responsibility. But in order to heal the planet we also need guides or leaders who are capable of mobilizing multitudes, creating a mass movement; and at the same time have the characteristics I mentioned above.

What can we do to promote this kind of leadership? Two things. In the first place we can support this kind of leadership wherever we see it developing, even if it is only in an early stage of development. We can do this through voting, joining a movement or mass demonstration, making conscious choices in our behavior as consumer or citizen, etc. The second way is avoiding any consent or endorsement with (political or commercial) actions that are damaging the planet, or even actively protesting against it by any form of nonviolent action, like – again – participating in a public demonstrating, signing petitions (Amnesty International, Greenpeace, Avaaz) or just speaking up when necessary, even among friends, etc.

We can support our action by daily prayer: for the healing of the planet and for the wellbeing and success of the leaders we endorse. Anyway: if we care for our our planet (including ourselves and our family and offspring) we should move, both inwardly and externally, and not sit on our hands and wait. Because again: our planet is ill, even though we don’t feel it. Be aware! In the spirit of the resurrection, let’s heal and celebrate life! Happy Easter!

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker

 

 

Mannen en het klimaat

Dezer dagen werd ik geattendeerd op een YouTube bericht van Fox News: Tucker: Something ominous is happening to men in America:

https://www.youtube.com/watch?v=LrhHkQhglig&feature=share

Nu ben ik geen fan van het door de gebroeders Koch gefinancierde Fox News, maar Tucker staat wel bekend als een serieuze onderzoeksjournalist. Het filmpje laat zien hoe de mannelijke populatie in America op dramatische wijze in verval is geraakt, vergeleken met vrouwen. Dit is te zien op allerlei terreinen: onderwijs (meer uitval van jongens), gezondheid (kortere levensduur, obesitas, verminderde vruchtbaarheid), zelfs op het gebied van carrière – in tegenstelling tot wat op grond van onheldere statistieken algemeen gedacht wordt (ook in America). Het loont zeker de moeite dit filmpje even te bekijken: het is hilarisch als het niet ook zo ernstig was.

Men zegt dat wat in America gebeurt hier vijftig jaar later ook gebeurt. In die uitspaak zit veel waars, al is de termijn tegenwoordig veel korter – eerder tien jaar. Niet dat we America in ieder opzicht letterlijk imiteren, maar  in dit geval zie ik enkele trends die in dezelfde richting wijzen (zonder dit met cijfers hard te kunnen maken). Des te interessanter dat hier – en in Amerika- mannen nog steeds domineren in de samenleving.

Wat dat betreft vond ik de afgelopen campagne voor de  gemeenteraadsverkiezingen onthullend. Deze campagne werd gedomineerd door mannen, zowel lokaal als landelijk. Ik heb natuurlijk lang niet alles gezien, maar het geneuzel en gereutel, de scheldpartijen en de verdachtmakingen waren meestentijds niet om aan te zien en te horen. Van wat ik gezien heb vielen me eigenlijk maar vijf politici in gunstige zin op: Lilian Marijnisse, Barbara Kathmann (PvdA, Rotterdam), Kees van der Staaij, Jesse Klaver en Vincent Karremans (VVD Rotterdam). Zij waren volgens mij de enigen die persoonlijke betrokkenheid paarden aan fatsoen en helderheid van argumenten met een hoog waarheidsgehalte. (Ik kan natuurlijk enkelen over het hoofd hebben gezien). Toch nog drie mannen – dus we hoeven niet te wanhopen.

Opvallend afwezig in de debatten was de klimaat problematiek, terwijl dat toch de grootste uitdaging is waar onze samenleving voor staat en gemeenten heel veel kunnen doen op dat gebied. Ten dele ligt dat aan de media. Zo vond bijvoorbeeld de NOS het niet nodig dat thema in het slotdebat te agenderen. Voor de NOS redactie bestaat het probleem kennelijk niet. Merkwaardig. Overigens zijn de enige partijen die een ruime voldoende scoren (B op een schaal van A – F; vergelijk het energielabel) op hun klimaatbeleid GroenLinks en de Partij voor de Dieren; zie https://kiesklimaat.nl/location/Amsterdam voor Amsterdam. Landelijk komt daar de ChristenUnie bij:  https://kiesklimaat.nl/milieukeur_partijen. Die partijen hebben het goed gedaan; dat geeft de burger moed. Ben benieuwd wat u gestemd hebt.

En wat de mannen betreft: de enige conclusie kan zijn dat we het zouden kunnen doen met een samenleving zonder mannen. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van de voortplanting (zie mijn blog van 15 februari) zijn ze daar in elk geval niet meer voor nodig. Maar ik vermoed dat het manlijk geslacht toch nog te taai is om onmiddellijk uit te sterven. En eerlijk is eerlijk, een samenleving met mannen EN vrouwen lijkt me leuker dan een met alleen vrouwen.