Categoriearchief: Spiritualiteit

Ik-Gaia heb kanker.

Gaia is ziek. Een van haar organen leidt aan een gevaarlijke virus-pandemie, die haar hele welzijn bedreigt. Maar er is een meer ernstige chronische ziekte. Die kan ik het beste metaforisch beschrijven als kanker. Bij kanker zijn er cellen in tenminste één orgaan die niet normaal groeien en afsterven, maar die voortwoekeren ten koste van hun omgeving, en uiteindelijk ten koste van het hele organisme.

Het orgaan van Gaia waarin de kanker woekert is de mensheid. Deze woekert voort ten koste van de gezondheid van het geheel: andere organen, ecosystemen, biodiversiteit, en onderlinge destructiviteit van de cellen van dit orgaan (de mensen); en uiteindelijk wordt het orgaan zelf door zichzelf bedreigt. De metafoor gaat in die zin mank dat Gaia het wel zal overleven, maar niet dan na ernstige schade en gewondheid.

Als we nu willen oefenen met onze nieuwe identiteit – ik ben Gaia – dan zit er niets anders op dan te zeggen: ik heb kanker. Nu blijkt hoe moeilijk het is die nieuwe identiteit onder de huid te krijgen. Maar het loont de moeite om het minstens als oefening maar eens te proberen. Dan ervaren we pijn en angst, en dat brengt ons in beweging. Het levert meteen al een aantal inzichten op over hoe we die kanker te lijf kunnen gaan door na te gaan hoe we dat met onszelf als individu zouden doen. Dat is natuurlijk makkelijker te bedenken als je zelf ook kanker hebt of hebt gehad, maar anders kun je het je misschien ook wel inleven.

Ik behoor tot de bevoorrechte groep die inderdaad kanker heeft gehad, en er volledig van is genezen. Als ik er over nadenk wat die genezing bewerkstelligd heeft, dan kom ik op drie factoren: medische en psychisch-sociale ondersteuning (operatie, bestraling, natuurgeneeskunde, informatie, bemoediging), geestelijke oefening (geleide fantasieën volgens de methoden van Simonton en Siegel*, meditatie, het ontwikkelen van vertrouwen) en de voorzienigheid zelf, die me met genezende levenskracht heeft gezegend.

In het volgende blog zal ik beschrijven hoe we ons die factoren bij mij-Gaia kunnen voorstellen.

*) O. Carl Simonton e.a., Op weg naar herstel, 1983; Bernie S. Siegel, Lessen van wonderbaarlijke patiënten, 1987. Zie ook: Caroline Myss, Anatomy of the Spirit, 1996; ook vertaald.

Ik ben Gaia – II

(Het is handig om voorafgaand aan dit blog eerst het vorige blog te lezen, als je dit niet al gedaan hebt)

Hoe kunnen we onze nieuwe identiteit – Ik ben Gaia – onder onze huid krijgen?

Dan moeten we ons in de eerste plaats afvragen of we het concept van Gaia onderschrijven: Gaia is één levend organisme, waar alle leven op aarde, inclusief wijzelf, deel van uitmaakt, plus alle natuurkundige en chemische processen op en onder het land, in de zee, in het binnenste der aarde, en in de atmosfeer. Ook de zogenaamde ‘dode’ natuur (die overigens vaak minder dood is dan we denken) behoort daartoe. Als we dat idee van Gaia als één organisme accepteren moeten we nog een stap verder gaan: Gaia heeft net als wij bewustzijn waarvan ons bewustzijn deel uitmaakt. Als we van deze these niet overtuigd zijn, zullen we ons hierin door middel van literatuur (een goede introductie is een van de boeken van James Lovelock), of door middel van cursussen (https://marcsiepman.nl/aanbod/, of http://Findhorn.org), of via internet moeten verdiepen. Maar vooral loont het om over deze vraag te mediteren, thuis, of buiten in de vrije natuur.

Mocht de uitkomst van dit onderzoek er toe leiden dat je de Gaia these niet kunt onderschrijven dan eindigt hier jouw streven om een Gaia-identiteit te verwerven, want je kunt je niet identificeren met iets dat geen eenheid is en geen bewustzijn heeft. Maar anders kunnen we nu de volgende stap maken: onze Gaia-identiteit ontwikkelen. Hoe doen we dat? Dat kunnen we leren van hoe we onze ik-identiteit ontwikkelden (zie mijn vorige blog). We kunnen in de eerste plaats onze negatieve kernovertuigingen omtrent Gaia – bijvoorbeeld: deze wereld is een tranendal waarin wreedheid domineert – transformeren. In de tweede plaats kunnen we ook voor onze Gaia-identiteit de archetypen uitvinden en toedelen aan de verschillende astrologische tijdvakken. En in de derde plaats: we kunnen ook voor Gaia onze visie ontwikkelen en onze bestemming ontdekken. Net als het geval was bij het ontwikkelen van onze ik-identiteit is het echter van belang tegelijkertijd de huidige realiteit, in dit geval de toestand waarin Gaia zich nu bevindt, ten volle onder ogen te zien – anders is je visie gebaseerd op drijfzand.

Gaia

Dit is allemaal wel heel makkelijk gezegd, maar ik denk dat het maanden, misschien jaren, misschien levenslang duurt voordat dit allemaal leidt tot een Gaia-identiteit. Het vraagt aandacht, tijd en bovenal oefening: uitspraken bedenken die beginnen met ‘Ik, Gaia . . . ‘ Het is echter noodzakelijk dat we deze uitdaging aangaan, want daarzonder is een hoger niveau van ons collectieve bewustzijn heel lastig te bereiken. Ik denk dat tenminste 40 % van de wereldbevolking deze quantum sprong zal moeten maken, willen we het als mensheid redden op deze planeet – uiteraard is deze persoonlijke mening niet gebaseerd op enig wetenschappelijk bewijs.

In mijn volgende blog zal ik een voorbeeld uitwerken waarin ik zal laten zien hoe moeilijk het soms is om een zin te beginnen met ‘Ik, Gaia. . . ‘ Dat blog verschijnt pas over twee weken, want ik ga eerst een week op vakantie.

Ik ben Gaia

Jarenlang heb ik gedacht dat de manier om betekenis te geven aan je leven was om uit te vinden wat je bestemming – of missie, opdracht, sacred contract, hogere levensdoel – is en daar dan naar te leven. Zodoende vind je dan ook je zelfwaardering, levensvervulling, voldoening en je identiteit:  ik ben, ik besta. Maar in deze periode van bewustzijnstransformatie en paradigmaverschuiving (die al in 1945 is ingezet, en thans in een stroomversnelling lijkt te komen) is dat niet meer voldoende. We dienen eenheidsbewustzijn te ontwikkelen. Het verstandelijk weten dat we allemaal deel uitmaken van een groter geheel is nu bij de meeste mensen – zeker bij de lezers van dit blog – wel doorgedrongen. Maar dat verstandelijke inzicht is nog iets anders dan dat eenheidsbewustzijn in al je vezels doorvoelen. We dienen te transformeren van  ik ben naar ik ben Gaia.

Hoe ontwikkelen we nu die nieuwe identiteit? Wel, op analoge manier zoals we de ik-identiteit ontwikkel(d)en. Ter herinnering: dat kan/kon op verschillende manieren. Een manier is om antwoord te vinden op vragen als : wie of wat ben ik, en waar ga ik naar toe? Deze tweede vraag is nauw verwant aan de vraag naar onze bestemming. Voor sommige mensen is het antwoord op die vraag al vroeg in hun leven volstrekt helder, maar voor de meesten van ons is het vinden van onze bestemming een hele zoektocht, een echte queeste of pelgrimsreis. In mijn jarenlange praktijk als therapeut en coach heb ik vele hulpmiddelen aangedragen om die reis te volbrengen. Ik noem er een drietal: 1. het ontdekken en transformeren van je negatieve, vaak onbewuste kernovertuigingen, 2. het uitvinden wat de archetypen zijn die je persoonlijkheid karakteriseren, en hoe ze in de verschillende domeinen van je bestaan een rol spelen*), en 3. het ontwikkelen van je levensvisie (te onderscheiden in een zijnvisie – wie wil ik zijn – en een doenvisie – wat wil ik in dit leven doen – ; beide te formuleren alsof die visies reeds bereikt zijn (affirmaties). Als je er tegelijkertijd in slaagt de werkelijkheid – zowel wie je bent als wat er om je heen gebeurt – onder ogen te zien gaan die visies voor je werken: je wordt er door geïnspireerd en je krijgt de wind mee.

Het voert te ver om deze en andere hulpmiddelen hier uit te werken, daarvoor zijn er andere media. Het spreekt vanzelf dat ik die hulpmiddelen ook voor mezelf heb toegepast. Dat leidde er toe dat ik steeds dichter kwam bij mijn uiteindelijke bestemming. Die heb ik in de loop van mijn leven steeds duidelijker kunnen formuleren: van ‘zoeker’ via ‘onderzoeker, ziener, leraar, leermeester’ naar uiteindelijk de bestemming die ik het beste kan formuleren als een zen-metafoor: ‘het putten van water en het hakken van hout’. Evenzovele stations op mijn levensreis. Mijn volgende bestemming lijkt me de dood, maar dat is geen levensbestemmming meer. Dit is uiteraard mijn persoonlijke reis, die van jullie ziet er waarschijnlijk weer heel anders uit.

In mijn volgende blog ga ik er op in hoe we op vergelijkbare wijze onze Gaia-identiteit kunnen ontwikkelen.

Richting? Keuze?

*) Caroline Myss, Sacred contracts, 2001

Mysterie

Vorige week vermeldde ik in een voetnoot bij mijn blog dat mijn broer is overleden. Bij hem heeft zich inmiddels mijn ex gevoegd, met wie ik 28 jaar intensief heb samengeleefd, voordat we in 1988 in goede harmonie uit elkaar gingen. Een etmaal lang heeft ze samen met mijn broer in het mortuarium op de ‘Nieuwe Ooster’ gelegen.

Mijn broer Wouter is ruim 76 jaar in mijn leven geweest. Ik ging twee wekelijks bij hem op de koffie en zal dat missen. Dit blog is niet de plaats voor een rouwrede, zoals ik die op de crematie gehouden heb. Voor wie wil zien hoe ik en anderen Wouter karakteriseren: de video-opname van de crematie is nog 25 dagen te zien op http://www.uitvaartmeekijken.com, naam: praag, inlogcode: K9GNB59K.

Hun overlijden confronteert me andermaal met het mysterie van de dood. Op mijn 80e verjaardag heb ik daar het volgende over geschreven: Wat is er na dit leven? In de vrijmetselarij speken we over sterven als ingaan in het Eeuwige Oosten. In onze tempel (werkplaats) onderscheiden we windrichtingen; het Westen staat dan voor de profane wereld van alledag, met zijn hectiek, verdeeldheid en verwarring. Het Oosten staat voor de spirituele wereld. Het opschrift op de muur in het Oosten luidt: Des Wetens End. En zo is het. We weten niet waar we naar toe gaan. Blijft onze identiteit als afzonderlijke entiteit voortbestaan, of gaan we op in een ongedifferentieerd bewustzijn? Ik weet het niet.

Dat mysterie is door hun overlijden weer wat dichterbij gekomen maar een mysterie blijft het.

De zoektocht naar waarheid, slot

Je kunt met logica slechts waarheid vinden als je zonder haar al waarheid had gevonden – G.K. Chesterton

Zo zijn we dan gekomen aan het slot van onze zoektocht naar waarheid. Tussen de regels door heb ik wat van mijn eigen waarheden laten zien, maar het accent lag toch op de manieren waarop we waarheid kunnen vinden: op het proces van waarheidsvinding. Ik heb me daarbij vooral gericht hoe we de waarheid van het heden kunnen vinden. Ik heb daarbij drie bronnen onderscheiden: onze eigen innerlijk weten (intuïtie), onze directe of indirecte waarneming (bijvoorbeeld door de wetenschap), en informatie vanuit boeken, artikelen en de (sociale) media. Zijdelings heb ik ook de kunst als bron genoemd. Het belang daarvan wil ik echter nu nog eens onderstrepen: Kunst kan een waarheidsbeleving tonen die aan het logische denken voorbij gaat: ze kan ons laten voelen dat er meer is in de realiteit dan wij in woorden kunnen vatten. *) Een andere bron die ik bijna geheel buiten beschouwing heb gelaten is de waarheid die via wijsheidsliteratuur, historische en filosofische boeken uit het verleden tot ons kan komen (zie bijvoorbeeld de wet van Hermes Trismegistus die ik in het vorige blog genoemd heb). Daarop ingaan zou een paar nieuwe blogs op zich vergen.

Waarom is het zoeken naar waarheid zo van belang? In de eerste plaats is het zoeken naar waarheid een uiting van de levenskracht zelf, zoals onder meer liefde, agressie, sex en creativiteit dat ook zijn. Je kunt dat al zien aan kleine kinderen: die onderzoeken hun fysieke omgeving, zijn van nature nieuwsgierig en gaan door een fase van ‘waarom-vragen’ heen (vaak tot gek wordens toe van de ouders of opvoeders). En die levenskracht moeten we niet onderdrukken.

Maar minstens zo belangrijk, zoals het spreekwoord luidt: waarheid maakt je vrij. Democratie en vrijheid is gebaseerd op het spreken van de waarheid; misschien nog wel beter geformuleerd: op waarachtigheid. Omgekeerd, waar de leugen regeert is het met de vrijheid snel gedaan. Daarom is het zo van belang dat we nepnieuws en complottheorieën aan de kaak stellen. Maar we kunnen dat niet uitsluitend doen door ‘factchecking’ of redelijke argumentatie. We kunnen het vooral doen door zelf waarachtig te zijn en ons van daaruit uit te spreken. Waarachtigheid is een waarde die heel nauw verbonden is met (zelf)respect. “Wanneer de leugen regeert, is waarachtig zijn een revolutionaire daad.” **) En wie waarachtig is weet ook dat hij de absolute waarheid niet in pacht heeft en dat er altijd ruimte is en moet zijn voor twijfel.

Hoe is de leugen, het nepnieuws, de complottheorie te herkennen? Dat begint met een vaag gevoel van twijfel: is dit wel zo? Daarna moeten we op onderzoek uitgaan: met wie of wat is dit bericht gelinkt, wat is de bron? Meestal blijkt dan al gauw dat de bron in verbinding staat met dubieuze of omstreden personen of websites, of met complottheorieën die zo onwaarschijnlijk of aantoonbaar onjuist zijn dat elk weldenkend mens ze naast zich neerlegt (zoals: De Corona-crisis is veroorzaakt door Bill Gates; of de gezondheidsschade van vaccinaties is veel groter dan de gezondheidswinst).

En tenslotte: het belang van fatsoen. Woorden zijn nooit alleen maar woorden – ze hebben een effect. Wie politici altijd uitscheldt voor zakkenvullers of leugenaars draagt er toe bij dat ze dat ook worden, want wat moet je anders als je toch al zo gezien wordt? Woordgebruik heeft een morele dimensie. Treden we elkaar met respect of met minachting tegemoet? Van het antwoord op deze vraag zou de toekomst van onze samenleving wel eens af kunnen hangen.

Dit blog was grotendeels geschreven voordat mijn broer deze week overleed. Daarom publiceer ik het nu toch maar. Volgende week ga ik nader in op wat zijn overlijden voor mij betekent – het voelt goed daar even de tijd voor te nemen.

*) Alexandra van Ditmar in Trouw, 12 juni 2020

**) Aliçia Gescinska in NRC, 6/7 juni 2020

De zoektocht naar waarheid, deel VI

Als we de kosmos op ons in laten werken stuiten we op vele raadsels. Ik noem er een paar: wat is er buiten ons heelal? Is er ander leven in dit universum, en hoe zou dat er uit zien? En kunnen we daar mee in contact komen – en hoe dan? Wat ging er vooraf aan de ‘big bang’? En hoe stellen we ons die ‘big bang’ eigenlijk voor – kan er een heelal ontstaan uit een oneindig klein punt? Wat is eeuwigheid, wat is onneindigheid? Is evolutie onderhevig aan de tweede wet van de thermodynamica, of werken die processen in een soort balans of strijd met elkaar? Wat is zwarte materie, en zwarte energie? Wat zit er achter de zwarte gaten? Bestaan er ‘onzichtbare werelden’ en waar zijn die dan? Of zijn die non-lokaal? En misschien nog wel het grootste mysterie van alles: is het ontwikkelingsproces na de big bang te beschrijven als een proces van oorzaak en gevolg, louter gebaseerd op toeval, of ligt er aan dit alles een ‘grand design’ ten grondslag? Raadsels, raadsels, raadsels.

Je zou kunnen zeggen dat het zoeken naar waarheid in de kosmos daarom nooit tot een resultaat kan leiden. Maar zo is het niet. Bestudering van de kosmos kan op twee manieren: door de wetenschap en door ‘schouwing’; op ons in laten werken. De wetenschap – kosmologie, astrologie, natuurkunde – leidt tot de ontdekking van natuurwetten, die tijdelijk, of binnen een bepaalde context een waarheid opleveren. Zo waren een tijdlang de Newtoniaanse wetten van de klassieke mechanica de ‘laatste’ waarheid, totdat de relativiteitstheorie van Einstein, en de quantum-theorie van Max Planck aantoonden dat die wetten alleen maar gelden binnen een beperkte context. Deze nieuwe theorieën hebben nu de status van een laatste waarheid, maar algemeen wordt aangenomen dat ook deze theorieën niet de ‘algemene theorie van alles’ representeren. Om te beginnen zijn ze onderling strijdig. Ze stellen ons voor door het verstand niet te bevatten mysteriën. En bovendien wordt nu wel algemeen aangenomen dat de natuurwetten slechts geldig zijn na de ‘big bang’. Wat er daarvoor en daarbuiten aan wetten gold en geldt: dat weten we niet.

Schouwing – bijvoorbeeld een sterrenhemel op je laten inwerken -leidt tot het intuïtief ontdekken van de mystieke of spirituele wetten. Ik noem er een paar:

  • De wet van de zon, dat is de wet van onbeperkte energie. Deze wet houdt in dat energie in oneindige hoeveelheid beschikbaar is. Je kunt deze wet derhalve ook de wet van de overvloed noemen. . . . Het gaat hierbij niet alleen om fysieke, maar ook om alle vormen van geestelijke energie.
  • De wet van Hermes Trismegistos: zo boven, zo beneden. Die houdt in dat we het grote weerspiegeld zien in het kleine; de kosmos in de mens en zelfs in de micro-wereld van de quantummechanica.
  • De wet van het ongelimiteerde potentieel. Deze wet houdt in dat er geen grenzen zijn aan wat de mensheid kan scheppen. De mensheid is een manifestatie van de scheppende Intelligentie die deze wereld heeft geschapen en nog steeds schept.*)

Deze schouwing kan alleen maar tot esoterische kennis leiden, tot een voor iemand persoonlijk geldende waarheid, niet tot de ‘objectieve’ waarheid van de natuurwetten.

Je kunt je afvragen waarom we zoeken naar kosmische waarheden. en of dat enige zin heeft. Op deze vraag kom ik in mijn volgende blog, de slotbeschouwing in deze serie ‘De zoektocht naar waarheid’, terug.

*) Meer uitgebreid heb ik over spirituele wetten geschreven in mijn boeken Voor niets gaat de zon op (2012), pg, 137 en Op weg naar jezelf (2015), pg. 148

De zoektocht naar waarheid, deel V

Een winde bij mijn raam schenkt me meer voldoening dan abstracte redeneringen in boeken‘ (Walt Whitman). Anders dan bij de samenleving kunnen we met de natuur wel in direct contact komen, omdat de natuur zowel in het detail als in het geheel volledig aanwezig is. Een ons open stellen voor de natuur levert bijna altijd een emotionele ervaring op: van ontroering, schoonheid, verwondering, soms ook van afkeer. Niet zelden beleven we de natuur als een in wezen onbegrijpelijk mysterie.

Maar als we de waarheid omtrent de natuur te weten willen komen kunnen we toch niet buiten abstracte informatie. De meeste mensen kunnen niet in directe zin waarnemen dat de biodiversiteit op de wereld ernstig achteruit gaat, of dat er een fatale klimaatcrisis aan de gang is, of hoe de evolutie in elkaar zit. En daarmee sluiten we op de zelfde problemen die ik in mijn vorige blog in verband met de betrouwbaarheid van informatie heb besproken. De wetenschap kan ons daarbij te hulp komen. Maar ook dan moeten we leren onderscheid te maken tussen echte wetenschap en als wetenschap vermomde onzin (bijvoorbeeld van wetenschappers die schrijven over een ander terrein dan waarop ze deskundig zijn, maar wel hun wetenschappelijk autoriteit gebruiken).

Als we diep in het mysterie van de natuur duiken dan kan het zijn dat we gaan zien, en tenslotte ervaren, dat alles op de wereld één is. Dat is een waarheid die je op verschillend niveau kan duiden. Dat in de fysieke natuur alles op en om deze wereld met alles samenhangt (de Gaia hypothese van Lovelock) wordt door de wetenschap intussen wel algemeen aanvaard. Op een dieper niveau kan je echter gaan geloven dat de aarde zelf, inclusief de fysieke natuur en de mensheid die daar deel van uit maakt, één levend organisme is, dat ademt, waarneemt (ook via de ruimtevaart zichzelf kan waarnemen, als het ware in de spiegel kan kijken), en bewustzijn en identiteit (ziel) heeft. Dit inzicht is niet door de traditionele wetenschap bevestigd, maar is niettemin de overtuiging van vele spirituele leraren over de hele wereld en het kan uw persoonlijke waarheid worden. De mensheid is dan een levend orgaan in dit organisme, en wij zijn te zien als de cellen van dat orgaan. Dit orgaan is thans ziek (niet alleen Covid-19, maar ook de op kanker lijkende woekering waarmee dit orgaan alle andere levende organen van Gaia, en daarmee uiteindelijk zichzelf, bedreigt). Daarmee kun je Gaia zelf als ziek beschouwen, ook al zal ze het, wellicht in verminkte vorm, wel overleven.

Aarde en maan vanuit de ruimte

Nu we wat dieper in het mysterie de natuur zijn doorgedrongen rijst er een interessante vraag: bestaat er een ‘overlighting intelligence’ van planten en dieren? Het bestaan ervan is niet wetenschappelijk bewezen, maar sterke aanwijzingen vinden we onder meer in de geschiedenis en het werk van de Findhorn organisatie en David Spangler (https://www.findhorn.org/about-us/ en https://lorian.org). De laatste stelt dat dergelijke ‘intelligenties’ ook bestaat bij de niet-levende natuur en door mensen gemaakte voorwerpen en apparaten. Ik ken weldenkende en op zichzelf verstandige en nuchtere mensen die met deze ‘intelligenties’ direct contact ervaren, maar zelf heb ik die ervaring niet. In de wetenschappelijke onderzoeken naar BDE’s (bijna doodservaringen) vinden we ook aanwijzingen voor het bestaan van een non-fysieke realiteit. Het is goed voor deze ‘onzichtbare werelden’ open te staan bij ons zoeken naar waarheid in de natuur. (Ik heb daar eerder over geschreven in oktober 2018)

Hiermee zijn we de grenzen van Gaia overschreden. In mijn volgende blog ga ik daar verder op door.

De zoektocht naar waarheid, deel III

Mensen leven in groepsverband. Dat is al zo lang als de mensheid bestaat. Vroeger was er het stamverband. In de landbouwrevolutie ontstond de familie (meer uitgebreid dan het huidige gezin). Daarna de buurt- of dorpsgemeenschap, het hof (graafschap, hertogdom), het klooster, de stad, de natie, de vereniging, de organisatie. En waarschijnlijk vergeet ik nog het een en ander; zeker in landen buiten het Westen.

Al deze collectiviteiten kunnen een bron zijn van waarheid. Algemene kennis over deze organismen kunnen we vinden in de wetenschap: geschiedenis, sociologie, psychologie, organisatieleer, enzovoort. Maar we kunnen ook direct contact maken met de in onze omgeving bestaande collectiviteiten waarvan we al dan niet deel uitmaken, en dat kan ook heel leerzaam zijn.

Aan al deze vormen van groepvorming kunnen we een structuur en een cultuur onderscheiden. De structuur is het netwerk van formele en informele relaties, de cultuur de wijze van met elkaar omgaan en de normen en waarden die daaraan ten grondslag liggen. Ten dele zijn deze structuur en cultuur direct waar te nemen, maar er zijn ook meer verborgen aspecten, en het vereist nauwlettende waarneming, en soms nader onderzoek om die te zien. Denk aan ‘geheime’ bondjes binnen families of organisatie, of aan een onderhuids conflict in families of teams dat gemaskeerd kan worden door oppervlakkige vriendelijkheid. Er zijn vele voorbeelden te bedenken. Als je er eenmaal oog voor krijgt kan je het aanvoelen.

Onder deze cultuur en structuur bevindt zich een diepere laag: de ziel of identiteit van een groep of organisatie. Ik heb daar in januari en februari uitvoerig over geschreven, dus ik wou er nu maar kort over zijn. De identiteit of de ziel kan expliciet geformuleerd zijn, in de vorm van een beginsel of een motto, maar ook een meer verborgen leven leiden als een gevoel van trots om bij de familie, groep of organisatie te behoren. Hieruit blijkt dat de groepsidentiteit een onderdeel is van de persoonlijke identiteit, en alleen al daarom al is het goed om die groepsidentiteit te onderzoeken.

We kunnen concluderen dat er aan groep of organisatie veel valt af te zien. Waarom is het van belang daar aandacht aan te besteden? Waarom zouden we ook hier de waarheid van ‘wat is’ willen onderzoeken? Dat is van belang om ook in deze context schijn en leugen te ontmaskeren, en ook omdat we alleen op die manier ook enige afstand kunnen nemen van de groepsverbanden waartoe we behoren. En dat is weer nodig om in vrijheid de wezenlijke keuzes in ons leven te maken.

De zoektocht naar waarheid, deel II

In onze zoektocht naar Waarheid (zie de vorige twee blogs) besteed ik vandaag aandacht aan de tweede kolom uit bovenstaande matrix. De waarheid is ook te vinden in het contact met de ander. Een voorwaarde daarvoor is dat je echt wilt luisteren en echt wilt zien. Kunnen en willen we luisteren zonder meteen te reageren? Kunnen we luisteren zonder iets te willen bereiken? Kunnen we door de woorden heen, middels toon en expressie van de ander, contact krijgen met de achterliggende gemoedsbeweging? Met andere woorden: kunnen we luisteren uit echte interesse in wie die ander is? En kunnen we kijken zonder dat een voorafgaand beeld van die ander schuift tussen wat we zien en wie die ander werkelijk is? Kunnen we in het gelaat en de motoriek van de ander zijn/haar essentie zien? Met andere woorden: kunnen we en willen we zien zonder oordeel vooraf?

Al we tot dit alles bereid en in staat zijn – dat valt overigens door oefening te leren – kunnen we de ander echt leren kennen. En dat werpt ook weer een licht op onszelf. Het unieke zelf van de ander, het geheel van zijn/haar eigenschappen, roept vrijwel altijd een innerlijke reactie op: van sympathie of antipathie, hoe licht ook. Dat heeft alles te maken met soortgelijke eigenschappen, openlijk of verborgen, in onszelf. De ander is wat dat betreft onze beste leermeester, met name als die bij ons een heftige negatieve reactie oproept. Dat verwijst dan meestal naar onverwerkte ervaringen in onszelf, die als belemmeringen kunnen werken voor de vervulling van ons leven.

Dit alles gezegd zijnde is het ook goed om ons te realiseren dat de ander , als wijzelf, ook uniek is, en dus altijd anders dan wijzelf. Wij kunnen en moeten de ander niet willen vangen in een door ons vooropgezet denkkader (Levinas*). Dan kan het zijn dat we de uniciteit van de ander echt gaan ervaren. Als we helemaal open met de ander contact kunnen maken, dan kan het gebeuren dat we verbinding maken met haar/zijn ware zelf, en daarmee met ons eigen ware zelf (zie vorige blog). Dan kan er tussen ons en de ander liefde en eenheid ontstaan. Dat kan in een vaste relatie, maar ook tussen vrienden, familieleden of, bij momenten, in andere contacten.

Zo zien we dat het het contact met de ander naast het contact met onszelf ook een bron van waarheid kan zijn. In het volgende blog kom ik te spreken over de derde kolom in het schema.

*) Joachim Duyndam & Marcel Poorthuis, Levinas, 2003, en http://www.duyndam.demon.nl/gelaat.pdf

De zoektocht naar waarheid, deel I

In mijn vorige blog stelt ik dat onze opdracht in dit leven het zoeken naar waarheid is. Maar wat is waarheid?

Zoals ik zie het zie komt waarheid in tien hapklare brokken, die je kunt ordenen op twee dimensies: materieel-spiritueel (of: zichtbaar-onzichtbaar), en op de dimensie micro-meso-macro. Ik heb dit weergegeven in onderstaande matrix, die bestaat uit tien cellen.

Laat ik op elk van die cellen wat nader ingaan. (Dat is natuurlijk veel te veel materiaal voor dit blog, dus dat moet in een paar afleveringen). Maar eerst iets over de dimensies. De dimensie materieel-spiritueel komt overeen met datgene wat we met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen (materieel), en datgene wat we alleen maar kunnen kennen door intuïtie of openbaring ( innerlijk weten). De dimensie meso-macro is een in de organsatiewetenschap heel gebruikelijke indeling. Onder micro verstaan we alles wat één of twee individuen betreft, meso is het niveau van organismen die uit meer mensen bestaan (teams, de organisatie), en macro slaat dan op de samenleving als geheel, wat ik heb uitgebreid tot de wereld en het universum.

Dan nu de cellen. De cellen in de eerste kolom slaan op zelfonderzoek. Zoeken naar waarheid in deze cellen is zoeken naar het antwoord op vragen als: Wie ben ik, wat is mijn missie hier op aarde, wat is mijn bestemming, waar ga ik naar toe? Dit onderzoek, als het oprecht en zonder zelfmisleiding en oordeel wordt uitgevoerd, leidt tot zelfkennis en zelfinzicht, en uiteindelijk in de regel tot zelfwaardering en levensvreugde. Als we ons beperken tot zelfobservatie, inclusief de observatie van ons gedrag, dan vinden we uiteindelijk ons unieke zelf: ons unieke lichaam (vingerafdruk, iris, gelaat), onze unieke gift die we te geven hebben aan de wereld (ons stukje van de planetaire puzzel), onze opdracht. We stuiten dan ook op onze pijn, blokkades en weerstanden; struikelblokken op ons levenspad. We leren zodoende datgene kennen wat we onze persoonlijkheid of ons karakter noemen. Gaan we meer de spirituele weg op (meditatie, numineuze ervaringen), dan komen we uiteindelijk uit bij ons ware zelf: ons diepste zijn waarin we allemaal gelijk zijn.*) Dit openbaart zich aan ons als leegte, als het besef dat we geleid en gedragen worden, en als het contact met ons oorspronkelijke weten: dat wat we altijd al geweten hebben voorafgaande aan de kennis en de normen en waarden die ons zijn aangeleerd. Het is onze innerlijke gids, ons oer-geweten (wat Kant het a priori noemde), de bron en het fundament van ons bestaan.

Het bereiken van zelfinzicht is een voorwaarde voor verdere waarheidsvinding, want het maakt dat je de moed vindt en in staat bent om onbevooroordeeld te blijven kijken. Je benadert dan de werkelijkheid in plaats van deze mooier of just lelijker te maken dan die is. Wordt vervolgd.

*) Marc Gafni, Your Unique Self, 2012