Categoriearchief: Spiritualiteit

Vrienden worden met de duisternis

The seed stirs in the earth. (Danaan Parry, Essene Book of Days, seizoensfocus)

Deze periode van afdaling in onze eigen duisternis is nodig om ons licht te vinden (Brigit Anna McNeill).

Ik was van plan om in dit blog mijn onderzoek naar de ziel voort te zetten, maar stel dat even uit tot na nieuwjaar. Vandaag wil ik het hebben over Kerstmis in een duistere tijd.

Kerstmis wordt in het algemeen gezien als een feest van licht, in elk geval als de terugkeer van het licht. Maar het valt niet mee om dat te vieren in deze inktzwarte Corona tijd. Een tijd van beperkt familie bezoek, van het afgelast worden van alle kunstmanifestaties (en voor hoe lang?), een tijd van financiële zorgen van zzp’ers en ondernemers die door Corona worden getroffen en onvoldoende worden gecompenseerd, van overbelast en burnedout zorgpersoneel, van scholieren en studenten die weer thuis zitten, van mensen die ziek zijn, of soms zelfs in levensgevaar, van mensen die rouwen om geliefden die ze in het afgelopen jaar verloren hebben, enzovoort – u kunt het zelf wel aanvullen.

Kerstmis zou eigenlijk altijd een feest moeten zijn van enerzijds bezinning en contemplatie, anderzijds van viering en vreugde, met samen zingen, lekker eten, en zo voorts. De laatste decennia is echter de bezinning op de achtergrond geraakt en is kerstmis meer en meer een feest geworden van inhoudsloos plezier – met uitzondering overigens van de kerst(nacht)diensten in de kerken. Deze kerst biedt echter een uitgelezen kans om die bezinning weer een meer centrale plaats te geven. De seizoensfocus van voor de winterzonnewende – Outer darkness calls for nourishment within – moet eigenlijk nog even verlengd worden tot na nieuwjaar, al is het nieuwe focus (zie citaat hierboven) ook niet verkeerd.

Voor vele mensen voelt een inkeer naar binnen als een reis naar het onbekende donker. Voor sommigen is dat prettig, maar anderen zijn bang in het donker. Maar in ons innerlijk donker is niets wat ons kan bedreigen. Soms stuiten we op onze schaduw, pijn of verdriet, maar dat gaat voorbij en laat ons verrijkt achter.

Daarom is dit een goede tijd om vriendschap te sluiten met onze binnenste duisternis. Misschien lukt het dan ook makkelijker om vrienden te sluiten met de duisternis om ons heen. Als we dat doen zullen we ervaren dat ook in die duisternis altijd een lichtpunt is te ontwaren. Zoals het ook onverwachts prachtig weer werd aan het begin van afgelopen week temidden van de sombere dagen ervoor en erna. Er is altijd nog heel veel om dankbaar voor te zijn. Zo kan Kerstmis toch nog een feest worden van licht in de duisternis.

Volgende week schrijf ik in verband met vakantie geen blog, maar in het nieuwe jaar zal ik verder gaan met mijn onderzoek naar de ziel: het zaadje in ons binnenste, dat zich roert in de aarde. Januari zal in mijn blogs ook nog een maand zijn van ziels- en zelfonderzoek waarna we gesterkt de blik weer naar buiten kunnen richten. Intussen, ondanks alles, wens ik u goede kerstdagen en een gezegend 2022.

Zielkunde

Als we geboren worden komen we op de wereld met ons (nog onvolgroeide) lichaam, met ons nog onontwikkelde bewustzijn, met de blauwdruk van onze persoonlijkheid, en met onze ziel (ik grijp hier terug op mijn blogs van 11-25 november). Metaforisch gesproken kun je de ziel vergelijken met onze wortel: het geworteld zijn in onze voorgeschiedenis, geboortegrond en in de aarde als geheel. Het is de plaats waarmee we met Gaia in directe verbinding staan. Ik heb gezegd dat de ziel onze diepste identiteit representeert. Niettemin raken we het contact met onze ziel, en daarmee met die identiteit, vaak kwijt als we opgroeien.We gaan ons dan identificeren met de inhoud van ons bewustzijn, waaronder zelfbeelden; ons ik-bewustzijn.

Dit bewustzijn werkt als een sluier, die onze ziel verhult. Zo raken we het het contact met onze ziel kwijt en daarmee dus ook het contact met onze geworteldheid. Dit heeft twee gevolgen: onze identiteit wordt wankel, wat zich kan uiten in een niet meer weten wie we zijn. Daarmee is het fundament in onze persoon weggevallen en worden we onder de oppervlakte onzeker, ook al kunnen we ons krachtig voordoen. Het tweede gevolg kan zijn dat we het bestaan van de ziel gaan ontkennen. Dit is zelfs een geliefd tijdverdrijf geworden onder materialistische wetenschappers, die niets moeten hebben van een niet meetbare werkelijkheid.

Maar zelfs als we nog wel in een ziel geloven, en nog wel enig contact met haar hebben loont het de moeite de ziel nader te onderzoeken. Hoe doen we dat?

In de eerste plaats door de sluiers, onze zelfbeelden te onderzoeken. Ik heb zelf weer eens gekeken naar de zelfbeelden die ik als kind had ontwikkeld, en welke daarvan nu nog invloed hebben. Daarnaast zijn er in de loop van mijn leven ook nog wel zelfbeelden bijgekomen. Zelfbeelden kunnen negatief of positief zijn, maar altijd begrenzen en kleuren ze de wijze waarop we de wereld om ons heen waarnemen. Om het iets concreter te maken geef ik enkele zelfbeelden van mezelf. Negatief: ik ben iemand met een sombere kant, en heb de neiging me superieur te voelen aan de ‘ander’. Positief: ik hecht sterk aan mijn eigen autonomie en heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Beide soorten zelfbeelden begrenzen de ruimte om me heen omdat ze het me moeilijk maken om open en zonder (voor)oordeel in de wereld te staan, zonder de neiging daar meteen op te reageren.

Hoe meer we ons van onze zelfbeelden bewust worden – en dat kan door de tijd te nemen aandachtig naar onze denk- en gedragspatronen te schouwen, nu en in het verleden – hoe meer we ze kunnen relativeren, en we ervoor kunnen kiezen ons leven er niet meer door te laten overheersen. We kunnen ze dan als het ware af en toe parkeren. Dan ervaren we meer innerlijke ruimte en openheid – en dat is een goede conditie om de blik eens direct te richten op onze ziel. Daarover een volgende keer.

Wakker worden.

In mijn blog van 18 november maakte ik onderscheid tussen twee aspecten van onze identiteitsbeleving: het ik-bewustzijn en het diepere identiteits-bewustzijn dat we ontlenen aan onze ziel. Daarom was ik gefrappeerd door een commentaar van Kathy Tyler (http://Findhorn.org) dat ik hier graag weergeef:

Een groot deel van onze identiteit is gevormd door onze ouders, leraren, vrienden, en hoe wij willen dat anderen ons zien. We hebben dit als ons referentiepunt van wie we zijn; de persoon die we onszelf normaal gesproken menen te zijn – gepreoccupeerd met zijn doelen, angsten, verlangens, en problemen.
Onder de oppervlakte ligt een diep en groot authentiek Zelf, maar zijn aanwezigheid wordt meestal versluierd door het lawaai van het kleinere ‘ik’ met zijn behoeften en eisen. Deze verwarring tussen het kleine zelf en het grotere Zelf is een kernillusie van de menselijke conditie, en het doorprikken van deze fata morgana is waar ontwaken om draait.

Zij schrijft dit in het commentaar op de Engel voor december: Awakening: ontwaken. (Innerlinks, de beheerder van het Transformatiespel, kiest iedere maand een Engel van de maand, zie voor het hele commentaar: https://www.facebook.com/joy.drake.90/posts/4398890450208401). Ik zie hierin een uitnodiging om de ziel verder te onderzoeken. Ik ben daar op 11 november al mee begonnen, en zal er volgende week mee verder gaan.

De gift van de oorsprong

Dit blog is het laatste deel van een serie die op 12 augustus is begonnen

En wat dacht je van het ervaren van de oorsprong door levendigheid, trilling, energie, ruimte, diepte te voelen IN het lichaam, op momenten van ge-waar-zijn, al dan niet in meditatie of yogahouding, of een moment van aandacht in het NU (Nanda, yogalerares, als reactie op mijn blog van 21 oktober, https://yoganandavanpraag.com).

Het vijfde aspect van ons als individu is onze persoonlijkheid. Het is de ordenende structuur, het referentiekader waarin de andere elementen hun plaats vinden dat ons door de oorsprong gegeven is. De persoonlijkheid is uniek voor elk van ons, zoals ook onze vingerafdruk uniek is, en we ontlenen er dan ook ons gevoel van uniciteit, van eigenheid aan.

Vanuit de psychologie is vaak geprobeerd de persoonlijkheid in typen te vangen. Zo onderscheidt Freud een orale, een anale en een fallische persoonlijkheidsstructuur. Jung onderscheidt tussen introversie en extraversie. Hippocrates onderscheidde tussen sanguinische, cholerische, flegmatische en melancholische temperamenten. Lowen beschrijft de schizoïde, orale, masochistische, hysterische, fallisch-narcistische en psychopathische karakterstructuur. Kretschmer onderscheidde tussen het pyknische, leptosome en atletische type. Soms proberen we onze persoonlijkheid te vangen in horoscopen. En zo voort en zo verder. Geen van deze typologieën dekt de hele werkelijkheid. Het zijn modellen die ons kunnen helpen inzicht te krijgen in iemands persoonlijkheid, zolang we maar niet de fout maken iemand in een hokje te stoppen. Dat dit niet kan ontdekken we als we onszelf in in een type proberen te vangen. Zij beschrijven allemaal een deel van de persoonlijkheid: karakter of temperament. Met uitzondering van de horoscopen zijn ze een product van nature (genen) en nurture (opvoeding en conditionering). De persoonlijkheid is echter een directe gift van de oorsprong.
Er is een typologie die de spirituele oorsprong van de persoonlijkheid in de beschrijvingen betrekt, en ook ons gedrag en de intra-persoonlijke interconnectie tussen de verschillende typen beschrijft. Ik doel hier op het enneagram. Voor een meer gedetailleerde beschrijving daarvan verwijs ik naar Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Enneagram) en A.H. Almaas en Helen Palmer.
Als het je bestemming is om na je fysieke overlijden voort te bestaan, dan is het je ziel die samen met je persoonlijkheid doorgaat. De andere elementen van je individualiteit gaan in grotere gehelen op: je lichaam in de aarde; je bewustzijn in de noösfeer (Vernadski, Teilhard de Chardin); het non-lokale bewustzijnsveld. De gedachten afstemmer trekt zich dan terug. Dit zijn natuurlijk maar vermoedens – zeker weten kunnen we het nooit. Ik denk daar in een later blog nog eens op terug te komen.

Met deze beschrijving van de persoonlijkheid wil ik deze serie over het heelal en de oorsprong van alles voorlopig afsluiten. Het was een ware pelgrimsreis. Niet alle vragen die ik op 12 augustus heb gesteld zijn aan de orde gekomen, maar volgens mij zijn we een heel eind gekomen. Het loont de moeite die vragen in dat blog er nog eens op na te slaan en bij wijze van evaluatie te kijken tot welke inzichten ze intussen leiden.
Het onderzoek heeft ons laten zien hoe alles met alles is verstrengeld (David Bohm). Ik spreek de wens uit dat deze serie u heeft geholpen uw spirituele bewustzijn te verdiepen, want dat is wat de wereld nodig heeft. Volgens David Bohm zal dit diepere bewustzijn het ons mogelijk maken diepgaande veranderingen door te maken. In elk geval heeft dit onderzoek mijzelf weer een stapje verder gebracht. En daarmee keer ik terug naar de wereld van alledag in blijvend ontzag voor het mysterie van het bestaan, dat we kunnen ervaren in de wereld om ons heen en in onszelf, als we daar onze onverdeelde aandacht op richten (zie het citaat van Nanda hierboven). De komende advents- en kersttijd is daar een bij uitstek geschikt seizoen voor.

Een beest met geest.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Wat is de mens? Een beest met geest (Pieter Jelles Troelstra)

Dit blog is een direct vervolg op het vorige, dat ik begon met een beschrijving van hoe wij als individu, als afspiegeling van het heelal, in elkaar zitten.

Het derde cluster binnen onze persoon is het bewustzijnscentrum. Dat is de plaats waar alle signalen van onze buitenwereld en uit onze binnenwereld samenkomen. Het wordt vaak aangeduid met de termen verstand, rede, psyche of geest, maar geen van die termen dekt de lading helemaal. (Het Engels kent de term ‘mind’, dat past beter; zie Google Translate voor alle betekenissen van het woord ‘mind’.) Het is de zetel van onze waarnemer, van ons redelijk vermogen, van ons geheugen en van onze kiezer (dus van de vrije wil). Het is een geweldig ontvang- en afstemmingsmechanisme. Signalen vanuit ons lichaam, onze ziel, het non lokale bewustzijnsveld waarvan we deel uitmaken, de gedachten afstemmer en de buitenwereld komen hier binnen en worden omgesmeed tot een samenhangend beeld. Daarom kunnen we lichamelijke en zintuigelijke gewaarwording, archetypen, gevoelens, gedachten, verlangens, begeerten, opvattingen, stemmingen, inspiratie, intuïtie, liefde en eenheidsbeleving ervaren. Ook worden we ons er bewust van onze grenzen en van de buitenwereld. In het bewustzijn liggen ook onze herinneringen, onze levenservaring, en onze aangeleerde normen en de manier waarop we de werkelijkheid waarnemen opgeslagen. Vandaar dat we onze identiteit soms ontlenen aan ons bewustzijn – we noemen dat ons ik-bewustzijn. Die ontlenen we overigens ook aan onze waarnemer en onze kiezer. Dat staat naast onze diepere identiteitsbeleving waarvan in het vorige blog sprake was (bij de ziel, daar noemde we dat ons ‘zelf’). Dat inderdaad van twee verschillende identiteitsbelevingen sprake is blijkt bij voorbeeld uit de uitdrukking ”Ik was mezelf niet”.
Het bewustzijn kan zich, evenals onze ziel, in ons leven ontwikkelen naar een hoger niveau van complexiteit; dat kan zich openbaren als wijsheid.
Sommige neurologen en hersenwetenschappers stellen het bewustzijn gelijk aan hersenactiviteit, maar dat is een grotesk misverstand. De hersenen zijn, samen met andere lichaamsdelen, het fysieke apparaat dat bewustzijn mogelijk maakt, maar het is niet meer dan een gigantische neurotransmitter, die de binnenkomende signalen vertaalt in beleving, en die gewaarwording omzet in waarneming.

Het vierde persoonscluster is de gedachten afstemmer, die ik in mijn blog van 21 oktober heb geïntroduceerd. Het is ons directe contact met de oorsprong. Deze wordt eveneens vaak met de term geest aangeduid, maar ook in dit geval klopt dat niet helemaal, omdat de term geest ook het bewustzijn omvat – zoals we hierboven hebben gezien. Het Engels gebruikt de term ‘spirit’; in christelijke kring wordt soms de term ‘inwoning van de heilige geest’ gebruikt. Voor hen die het transformatiespel kennen: deze afstemmer staat gelijk aan wat we daar noemen het spirituele niveau. Inspiratie, intuïtie, ons diepste geweten, onze innerlijke leiding, onze universele liefde, ons eenheidsbewustzijn, en onze verlichte inzichten, die zich alle in ons bewustzijn openbaren, worden van hieruit aangestuurd. De gedachten afstemmer kan een gevoel van beschermd-en-gedragen-worden oproepen, een gevoel van veiligheid. Als je er goed mee in contact staat verzacht het ook de in het lichaam gewortelde doodsangst.

Nu we met de beschrijving van onze persoon zo ver gekomen zijn kan het niet anders of er overvalt ons een diep gevoel van verwondering, ontzag bijna. Wat is dit een ongelooflijk complex en diepgaand systeem! Zijn wij dat? Ja dat zijn wij. En hoe houden we daarin het overzicht? Hoe komt het dat we niet verdwalen in onze eigen persoon? Daarvoor zorgt het vijfde persoonscluster, dat ik volgende week aan de orde zal stellen.

Lichaam en ziel

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

De ziel is wat we ervaren als we tot de kern van ons wezen komen (vrij naar Thomas Moore)

De Oorsprong van God en de Oorsprong van de ziel zijn een en de zelfde (Meester Eckhart)

Na ons (in)directe contact met de oorsprong van alles keren we nu terug naar onszelf als individu. We zijn een afspiegeling van de oorsprong en van het heelal. Ook wij bestaan uit miljarden eenheden; op onze schaal atomen genoemd (6,7 x 1027 om precies te zijn), en ook wij bestaan uit verschillende aspecten; spirituele en materiële. Om de atoomkernen cirkelen electronen, zoals planeten om de sterren. En ook wij vormen een eenheid, door de oorsprong geschapen.

Binnen die eenheid zijn vijf clusters te onderscheiden, aspecten van ons individuele zijn. Die clusters zijn alle beschreven vanuit verschillende invalshoeken: wetenschap (psychologie), dichtkunst, literatuur, filosofie, theologie en spirituele tradities. Dit zijn ze:

  • ons lichaam
  • onze ziel
  • ons bewustzijnscentrum (rede, ‘mind’)
  • onze gedachten afstemmer
  • onze persoonlijkheidsstructuur

Ik zal in dit en in de volgende blogs kort op elk van deze aspecten ingaan. Allereerst het lichaam.

Het lichaam is de plaats waar de levensenergie bij ons binnenkomt. De levenskracht komt na de conceptie bij ons binnen via de moeder, aanvankelijk direct, dan via de navelstreng. Bij geboren lichamen komt de levenskracht binnen in een aantal varianten: als energie in voedsel en zuurstof, en ‘onverpakt’ via het ki-centrum (boeddhisme), dat zich in de buik bevindt, ongeveer 4 cm onder de navel, hara in de Japanse traditie. Van daaruit wordt de levenskracht gedistribueerd via de chakra’s. Elk chakra geeft de energie een eigen kleur en kwaliteit mee, die in het bewustzijn kan worden herkend en ervaren (daar kom ik in het volgende blog op terug). Zodoende zijn de chakra’s ook de kracht centra van ons lichaam.

Dan de ziel. Het bestaan van onze ziel is omstreden, omdat het bestaan van de ziel niet volgens de methoden van de traditionele wetenschap kan worden aangetoond. Maar niettemin is het begrip ziel voor zeer veel filosofen, schrijvers, kunstenaars, spirituele leraren, een levende realiteit. De substantie van de ziel is noch spiritueel/geestelijk, noch materieel/fysiek, maar iets daartussenin. Het Urantia Book gebruikt de term morontial; verwant met ons woord mores, zeden. De ziel is ons zedelijk lichaam, dat wat ons mens maakt. De ziel openbaart zich in ons bewustzijn als onze diepste identiteit: ons zelf. Het woord ‘ziel’ wordt in de bijbel veelvuldig gebruikt, ter onderscheiding van zowel lichaam als geest, en het begrip leeft ook in het Hindoeïsme. Voor Jung is de ziel de anima, onze diepste vrouwelijke identiteit die in iedereen leeft, zoals de animus de ‘mannelijke’ geest is. Tevens is de ziel de bron van onze persoonlijke archetypen*), die zich in in ons bewustzijn en ons gedrag manifesteren. De ziel kan zich door ervaring ontwikkelen en dan samen met onze persoonlijkheidsstructuur onsterfelijkheid bereiken (zie mijn blog van 30 september).

Alleen al over de ziel zou een serie blogs zijn te schrijven, maar dat zou voor nu te ver voeren. Er is heel veel over te vinden op internet, onder andere bij ‘citaten over de ziel’. Volgende week ga ik verder met de andere aspecten van het individu.

*) Patronen van oeroude herkomst; zie Caroline Myss, Archetypen en Sacred Contracts. In dat laatste boek ook een verhelderend hoofdstuk over chakra’s.

Indirect contact met de oorsprong.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Ik ben de oorsprong (Krishna in de Bhagavad Gita, hoofdstuk X, vers 2)

Krishna en Arjuna

Ik ken maar twee geschriften waarin de incarnatie (menswording) van de oorsprong wordt beschreven: de Bhagavad Gita en de bijbel. In het eerste geval gaat het om Krishna, die beschreven wordt als de incarnatie van Vishnoe op aarde, maar zichzelf de oorsprong noemt (zie citaat hierboven). In het tweede geval gaat het om Jezus, die zichzelf niet de oorsprong noemt maar er in het evangelie van Johannes zeer dicht bij komt: hij begint een zevental uitspraken met de woorden ‘Ik ben’; dezelfde woorden die God gebruikt in antwoord op Mozes als die vraagt naar zijn naam (Exodus 3:14). Binnen en buiten het Christendom is de discussie over of Jezus alleen mens was, of een zoon van God, en daarmee God zelf, of beide tegelijk nooit uitgewoed. Het is goed te bedenken dat de oorsprong waarschijnlijk naast de schepselen in het waarneembare heelal talloze schepselen heeft geschapen in de onzichtbare werelden, onder wie wellicht zonen. Mijn persoonlijk vermoeden (gebaseerd op The Unrantia Book) is dat Jezus als Christus de incarnatie was van één van deze zonen. Dat impliceert dat volgens deze visie Jezus niet de Zoon is uit de drie-eenheid, die een aspect is van de oorsprong (zie mijn blog van 30 september), maar wel verwant is aan de oorsprong.

Hoe dit zij, zelfs als Krishna en Jezus incarnaties zouden zijn van de oorsprong, dan kunnen we toch geen direct contact met ze krijgen, omdat we niet in dezelfde tijd leven als zij. We kunnen ze alleen maar indirect kennen middels de overlevering. Wel kan bestudering van hun levens en de nagelaten teksten ons helpen in contact te komen met onze gedachten afstemmer, waarvan in het blog van twee weken geleden sprake was.

Er zijn in deze tijd vele spiritueel geïnspireerde mensen die ons eveneens met ons eigen weten in contact kunnen brengen. Ik denk daarbij aan guru’s, leraren, verlichte geesten. Wel is het belangrijk bij hen te onderscheiden tussen hen die werkelijk vanuit een dieper weten spreken, of ‘valse profeten’ die dat wel pretenderen, maar het niet waar maken. Het is alleen je innerlijke gids, je intuïtie, die dit onderscheid kan maken. Zelf heb ik veel te danken aan Krishnamurti, Caroline Myss, Jane Roberts (Seth), de Findhorn Community, Fritz Perls, Richard Bach en vele, vele anderen. Met een verlichte meester, Alexander Smit, heb ik direct persoonlijk contact gehad in een satsang (vraag- en antwoordsessie); dat heeft mij tot twee keer toe een wezenlijk persoonlijk inzicht opgeleverd.

Dat is een mooi bruggetje naar het volgende blog. Zo boven, zo beneden. In het volgende blog keren we vanuit het heelal terug naar onze eigen persoonlijkheid. Wat heeft de oorsprong ons te zeggen over de structuur van ons zelf als individu?

Transformatie van negatieve gevoelens.

Hoop is ergens voor werken omdat het goed is,
Niet alleen omdat het kans van slagen heeft
.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme
Evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
Ongeacht de afloop, het resultaat.

(Václav Havel)

Op 21 september 2012 schreef ik mijn eerste blog. Dat was mijn trouwdag, en ook de dag van de vrede. Je zou kunnen zeggen dat deze dag mijn levensmotto symboliseerde: harmonie in mijn persoonlijk leven en in de wereld als geheel. In mijn persoonlijke relaties was dat toen in hoge mate gerealiseerd – helaas was dat in de wijde wereld minder het geval.

Ik ben die blogs begonnen omdat de wereld om me heen allerlei gevoelens bij me opriep waar ik eigenlijk geen raad mee wist: teleurstelling, verontwaardiging, machteloosheid. Ik kon zeker de schoonheid en de edelmoedigheid waarnemen die er ook was, maar in de wereld als geheel ging het niet de goede kant op. Ik hoef dat uiteraard niet verder toe te lichten – want dat was en is bij mijn lezers algemeen bekend. We waren daar allemaal verantwoordelijk voor: de politiek, het bedrijfsleven, de burgers (consumenten, kiezers). En intussen zat ik dus met die ‘negatieve’ gevoelens. Ik wilde niet als een mopperend, cynisch, onaangenaam mens door het leven gaan, en ook geen gevoelens opzouten die dan tot wrok en destructie zouden leiden.

Zo kwam ik dan tot het schrijven van die blogs: het leek me een creatieve manier om die gevoelens te transformeren tot een bijdrage waar misschien mijn lezers iets aan zouden kunnen hebben, en die in elk geval mezelf bevrijdde van de wanhoop. Daarbij liet ik me inspireren door het bovenstaande citaat van Havel. En ik moet zeggen, dat heeft inderdaad zo gewerkt. Bovendien bleek ik het schrijven van blogs gewoon leuk te vinden: het is een sport om genuanceerde gedachten of gecompliceerde analyses in vier-vijf alinea’s samen te vatten.

Intussen is dit het vijfhonderdste blog in het begin van het tiende jaar! Dat betekent dus meer dan 55 blogs per jaar – waaruit moge blijken dat ik er in het begin soms meer dan één per week schreef. En hoeveel lezers heb ik? Dat is moeilijk te zeggen. Er worden per maand zo’n 25.000 bezoeken geregistreerd, maar daar zit een hoop spam bij. Ik schat (in het wilde weg) dat 16.000 bezoekers een reëel beeld geeft. Als die gemiddeld 2,5 keer per maand de website bezoeken heb ik meer dan 6000 lezers. Dat is meer dan de oplage van elk van mijn boeken (op één na: Spiritueel Leiderschap). Maar al deze getallen zijn een slag om de arm.

In het begin besteedde ik het meeste aandacht aan wat er in de samenleving gebeurde – later kwam er meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en spiritualiteit.

Hoe lang zal ik nog met deze blogs doorgaan? Ik ben er altijd goed in geweest om op te houden met activiteiten als het tijdstip daar was, om op tijd te stoppen. Je moet op het feestje weggaan als het nog leuk is. Dat moment is nog niet aangebroken, maar dat zou zomaar kunnen komen: volgende maand, volgend jaar, of bij mijn dood. De toekomst zal het leren. Volgende week zal ik, bij leven en welzijn, mijn serie over het heelal weer voortzetten.

02-05-2012. Een pastelversie van “The Scream”, door de Noorse schilder Edvard Munch, wordt op een veiling verkocht voor $ 119.922.500

Persoonlijk contact met de oorsprong.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

God is Law (Caroline Myss)

Kunnen we in direct contact komen met de oorsprong van alles? Ja, dat kan, en dat is makkelijker dan je zou denken als je er voor open staat en weet hoe de oorsprong zich manifesteert. Daarover gaat dit blog.

In de eerste plaats openbaart de oorsprong zich in de kosmische wetten. Die zijn er in twee soorten: natuurkundige wetten en mystieke wetten. Voorbeelden van de natuurkundige wetten kennen we allemaal wel: de wet van de zwaartekracht (ontdekt door Newton en verder uitgewerkt door Einstein), de wet van behoud van energie, de wet van de entropie (zie blog van 26 augustus), massa ≈ energie (e = mc2), het broeikaseffect (in feite een combinatie van warmte- en stralingswetten), de wetten van het electro-magnetisme, enzovoort – u kan er zelf nog wel een aantal bij bedenken. Voorbeelden van mystieke wetten zijn: de hermetische wet (zo boven, zo beneden), de wet van karma (de gevolgen van je daden komen altijd bij je terug), de wet van synchroniciteit, enz., ook door uzelf verder te bedenken. Het verschil tussen de natuurkundige en de mystieke wetten is dat de eerste gaan over materiële en meetbare zaken en door de klassieke wetenschap objectief zijn vast te stellen. De mystieke wetten zijn alleen door subjectieve evidentie te bevestigen. Overigens wordt dit onderscheid door de quantum mechanica enigszins minder scherp.

Als u zich in een of meer van deze wetten verdiept en zich realiseert dat ze uit de oorsprong voorkomen dan wordt het duidelijk hoe bijzonder en prachtig dit universum in elkaar zit. Dat kan leiden tot diepe gemoedsbewegingen van verwondering en ontzag, en tot een beleving van verbinding met het al, en daarmee met de oorsprong (eenheidsbewustzijn). Niettemin is dit contact met de oorsprong nog voornamelijk cerebraal.

Dat geldt niet voor de tweede weg naar contact met de oorsprong. Deze loopt via de ‘goddelijke inwoning’. In vele tradities en godsdiensten wordt gesteld dat de oorsprong (vaak aangeduid met God, Geest, Eeuwige) in ons persoonlijk vertegenwoordigd is. Het is een element in ons bewustzijn (terzijde: het is een interessante vraag in welk andere bewustzijnseenheden in dit heelal dat ook zo is). Dit is verstandelijk moeilijk te begrijpen. Hoe kan zo iets alomvattends als de oneindige en eeuwige oorsprong toch persoonlijk in ieder van ons aanwezig zijn? Toch lijkt dit zo te zijn. Weer een diep mysterie. De christenen spreken in dit verband van de heilige geest. Een meer seculiere naam is innerlijke gids, of de bron van mijn oeroude kennis, een weten en geweten dat aan de genetische structuur en onze conditionering (opvoeding) vooraf gaat. Het is de bron van mijn inspiratie (letterlijk: inblazing) en intuïtie (letterlijk: naar binnen kijken). Soms ook ervaren als een besef van gedragen of geleid worden (het Engelse ‘grace‘ geeft dat goed weer). Het Urantia Book spreekt van de ‘thought adjuster‘, door mij vertaald als gedachten afstemmer (de gedachten worden afgestemd op de oorsprong en zijn bouwplan). Het contact met deze manifestatie van de oorsprong is veel persoonlijker en intiemer dan het contact via de wetten en kan bevorderd worden door innerlijk schouwen, meditatie, er voor open te staan en door gebed. Ik kom er later in deze serie op terug, maar zal eerst over twee weken andere meer indirecte contactmogelijkheden met de oorsprong aan de orde stellen. (volgende week onderbreek ik deze serie voor een week om even stil te staan bij het feit dat ik dan mijn vijfhonderdste blog publiceer).

Symbolische verbeelding van de zeven universele wetten door Len Zoetemeijer

Bijna onvoorstelbaar.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Is ons met het blote oog of middels instrumenten waarneembare universum het enige universum dat er is? Daar wordt in de natuurkunde en kosmologie verschillend over gedacht.

Zoals ik in mijn blog van 19 augustus heb uiteengezet moeten de natuurkundige condities op een planeet heel specifiek op elkaar zijn afgesteld wil er leven op een planeet mogelijk zijn. Niettemin neemt men heden ten dage aan dat er in een universum, waarin zich honderden miljarden planeten bevinden, het uiterst onwaarschijnlijk is dat er niet nog meerdere planeten zijn waarop leven mogelijk en zelfs realiteit is. Evenzo kan men stellen dat het in de onmetelijke kosmische ruimte uiterst onwaarschijnlijk is dat daarin slechts één biofiel universum is ontstaan, temeer daar het ons bekende universum, hoewel nog steeds uitdijend, ruimtelijk begrensd is. De meerderheid van de kosmologen gaat uit van het bestaan van ontelbare universa naast het onze (tezamen multiversum geheten), hoewel er ook kosmologen zijn die een kleiner aantal of in het geheel geen parallel universum poneren. Hoe we ons zo’n multiversum ruimtelijk moeten indenken gaat mijn voorstellingsvermogen te boven.

Zelf ga ik uit van de werkhypothese dat er naast ons waarneembare universum nog zes andere soortgelijke universa bevinden, roterend om een centraal volmaakt universum dat de zetel bevat van de oorsprong. Er kunnen later meer universa geschapen worden, maar voorshands zijn er dus zeven plus het centrale andersoortige universum. Interessant aan deze these is dat de oorsprong dus een ruimtelijke plek heeft. Wij kunnen deze universa (nog) niet direct waarnemen – de afstanden zijn te groot. Het centrale gedeelte van ons eigen universum kunnen we wel waarnemen: dat is de melkweg. Vanaf nu zal ik trachten de termen universum en heelal niet meer door elkaar te gebruiken. Het woord universum beperk ik dan voor de acht genoemde universa, terwijl ik het woord heelal zal gebruiken voor de totale ruimte waarin die universa zijn ontstaan en waarin wellicht weer nieuwe universa zullen ontstaan. Hoe kom ik aan deze ideeën?

Mijn ideeën over de universa en de oorsprong daarvan zijn, behalve op mijn innerlijk weten en openbaringen (waarover later meer), gebaseerd op vele schriftelijke bronnen, met name op geschriften die duidelijk geïnspireerd zijn vanuit een boven-natuurlijke werkelijkheid. Hoewel aan deze geschriften een ‘hogere’ waarheid ten grondslag ligt, zijn ze toch allemaal opgeschreven (en vaak later bewerkt) door mensen. Dat betekent dat de ‘hogere’ waarheid nooit ongefilterd tot ons komt. Deze geschriften bevatten allemaal menselijke ruis. Daarom maak ik geen onderscheid tussen de oude wijsheidsgeschriften onderling, en tussen die geschriften en een aantal andere in trance of door een spirituele gids geschreven boeken. Boeken die me in de loop van mijn leven bijzonder geïnspireerd hebben zijn (onder vele, vele, andere): de bijbel, de Bhagavad Gita, de Seth-boeken (Jane Roberts), de Tao te Tjing (Lao Tse), Jonathan Livingstone Seagull (Richard Bach), Conversations with God (Neale Walsh), Laat het verleden los (Krishnamurti) en recentelijk: The Urantia Book. Temidden van de parels van wijsheid bevatten al deze schrifturen ook metaforen die je niet letterlijk hoeft te nemen, en soms zelfs zaken die niet waar zijn. Het is dus van belang ze altijd ook kritisch te bekijken.

De werkhypothese waarvan hierboven sprake was komt uit The Urantia Book, dat me de laatste tijd zeer heeft geboeid en dat mede de aanzet was tot het schrijven van deze serie blogs. Niettemin staan er in Urantia een aantal feitelijke onwaarheden, feiten die overeenkomen met de stand van de wetenschap uit de tijd waarin Urantia werd geschreven (de twintiger jaren), maar die door de moderne wetenschap zijn achterhaald. Urantia zegt daar zelf over:

Wij weten heel goed dat, terwijl de historische feiten en religieuze waarheden van deze serie openbaringspresentaties zullen blijven staan in de archieven van de komende eeuwen, binnen een paar jaren veel van onze verklaringen met betrekking tot de natuurwetenschappen zullen moeten worden herzien als gevolg van aanvullende wetenschappelijke ontwikkelingen en nieuwe ontdekkingen. Deze nieuwe ontwikkelingen voorzien wij zelfs nu al, maar het is ons verboden dergelijke door mensen nog niet ontdekte feiten in de openbaringsverslagen op te nemen. Laat het duidelijk zijn dat openbaringen niet noodzakelijkerwijs geïnspireerd zijn. De kosmologie van deze openbaringen is niet geïnspireerd.

Misschien kom ik later nog eens op Urantia terug*). Maar eerst volgende week: hoe kan de oorsprong zich aan ons openbaren, anders dan indirect middels geschriften?

*) Voor wie voordien al meer willen weten over het Urantia Book, verwijs ik weer naar https://en.wikipedia.org/wiki/The_Urantia_Book.