Categoriearchief: Spiritualiteit

De oorsprong van alles: perfect en voltooid?

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. (Matth. 5:48)

Men zegt wel dat de oorspong volmaakt is. Maar wat is volmaakt? Ik zie ten minste twee betekenissen.1. Perfect: het kan niet beter, subliem, prachtig. 2. Voltooid, af, er kan niets meer aan toegevoegd worden. Merk op dat de eerste betekenis een waardeoordeel inhoudt. Dat is niet zo voor de tweede betekenis: die beschrijft een al dan niet juist waargenomen feitelijke toestand.

Of de oorsprong volmaakt is in de eerste betekenis van het woord is een kwestie van persoonlijk oordeel. Je kan er voor kiezen om een oorsprong die ook de bron is van de holocaust of martelingen of natuurrampen niet volmaakt te noemen. In de Christelijke traditie wordt de oorsprong echter ook in de eerste betekenis van het woord volmaakt genoemd, zoals blijkt uit bovenstaand citaat. Dat citaat staat in de context van de beroemde beschouwing over de liefde (“heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen”). Volmaaktheid wordt hier dus gelijk gesteld aan volmaakte liefde, liefde zonder aanzien des persoons. De oorspong is dan dus wel, maar het heelal in deze zin dus duidelijk niet volmaakt. Wel kan men stellen dat de oorsprong als schepper gemotiveerd wordt volmaaktheid in het heelal te scheppen (Dit is dan een ander motief voor de schepping dan ik in mijn blog van 2 september heb genoemd). Hoe men in het Christendom (en in andere vergelijkbare godsdienstige systemen) er in slaagt deze volmaakte liefde van de oorsprong te verbinden met het kwaad in de wereld blijft een onopgeloste kwestie, die in het mysterie van de oorsprong verborgen ligt.

In de tweede hierboven genoemde betekenis van volmaaktheid moet de oorsprong wel volmaakt zijn. Immers, alles wat geschapen is en in eeuwigheid nog geschapen zal worden ligt in potentie al in de oorsprong verborgen – anders zou die het niet kunnen scheppen. Maar het is wel duidelijk dat het heelal als zodanig niet af is. Er komen nog steeds nieuwe manifestaties bij, en dat zal naar ik aanneem wel eindeloos doorgaan. Al zou het kunnen zijn dat er een stukje in het heelal is dat wel voltooid is: de lokatie van de oorsprong (wat vele godsdiensten het ‘paradijs’ noemen), maar daarover later meer. Ik ben overigens wel blij om vast te stellen dat wij mensen hier op aarde nooit volmaakt zullen worden, want je moet er toch niet aan denken dat er geen groeipotentie meer zou zijn. . .

Sinds ik ben begonnen me voor deze blogs te verdiepen in de aard van het heelal en de oorsprong daarvan komt er steeds meer materiaal beschikbaar. Aanvankelijk dacht ik aan vier, vijf blogs genoeg te hebben, maar dit blog is al het negende, en ik denk dat er nog minstens vier, vijf volgen. Het project loopt volledig uit de hand. Eens zal er wel een eind aan komen. Voorlopig ga ik nog maar even door. Volgende week wil ik het met u hebben over de volgende eigenschap van de oorsprong: schepper van meerdere universa.

3 = 1

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

‘Ik ben de zee’, zei de golf, en vloeide weg en was de zee (Aadt Jonker).

In veel spirituele en godsdienstige tradities wordt de oorspong van alles als een triade gezien: een drie-eenheid. Ik noem enkele voorbeelden.

In het Egypte tijdens de periode van de Romeinse overheersing was de triade Osiris (vader-koning)-Isis (moeder)-Horus(zoon) erg populair.
Bij het Hindoeïsme kennen we de triade Brahma, Vishnoe, Shiva. In de meest letterlijke zin genomen is in deze beide voorbeelden niet sprake van een drie-eenheid, omdat sprake is van afzonderlijke goden. Anderzijds kunnen deze goden wel degelijk als een drie-eenheid worden gezien, omdat ze drie functies vervullen die alle aan de oorsprong worden toegeschreven. In het Egyptische voorbeeld is dat respectievelijk heersen, zorgen en incarneren (namelijk in de farao als zonnegod). Bij het Hindoeïsme is dat scheppen (Brahma), onderhouden (Vishnoe) en vernietigen en daardoor zuiveren en ruimte maken voor iets nieuws (Shiva).

Het is wel goed om bij die laatste functie even stil te staan. Zoals we eerder gezien hebben is er in de schepping ook een voortdurend vergaan van het materieel geschapene gaande (2e wet van de thermodynamica). Bij levende materie doet dat verschijnsel zich voor als doodgaan. Ik heb eerder de vraag opgeworpen of bij mensen met de dood ook het bewustzijn sterft. Daarover zijn de geleerden en theologen het nooit eens geworden (en zullen dat waarschijnlijk ook nooit worden). En natuurlijk weet ik dat ook niet, maar ik heb er wel vermoedens over. Ik geloof, na veel studie en op intuïtieve gronden, dat het bij mensen als volgt in elkaar zit. Wat er na de dood gebeurt hangt er van af of er in het leven bewust of onbewust verbinding is gemaakt met de goddelijke inwoning (waarover later meer). Is dat niet het geval dan gaat met de dood ook het bewustzijn verloren; het verdwijnt in het niets. Maar anders zijn er twee mogelijkheden: het bewustzijn overleeft al dan niet gekoppeld aan de identiteit van de gestorvene. Als de identiteit zelf niet overleeft dan vloeit het bewustzijn terug in de oersoep van het ongedifferentieerde bewustzijn (zie als metafoor het citaat hierboven). Maar als de identiteit mede overleeft begint deze aan een post-mortale reis, waarover ik eveneens in volgende blogs nog kom te spreken. Het zou kunnen zijn dat de beslissing om tussen deze twee mogelijkheden te kiezen aan onszelf wordt overgelaten.

Terug naar de drie-eenheid. De ons meest bekende Drie-eenheid is natuurlijk de Christelijke: Vader, Zoon en Heilige Geest. Er zijn vele theologische studies verschenen, en debatten gevoerd, over de afzonderlijk functies van deze drie. Bijvoorbeeld: God de Vader is de schepper, de Zoon is de geïncarneerde God die de kloof tussen mensheid en God de Vader tracht te dichten, en de Heilige Geest werkt binnen in ons. Dit is maar één gezichtspunt. Binnen het Christendom heeft men elkaar te vuur en te zwaard over elkaars opvattingen bestreden. Persoonlijk geloof ik dat dit allemaal niet ter zake doet, want het is volgens mij met de Drie-eenheid net zo gesteld als wat ik in het vorige blog gezegd heb met betrekking tot de eenheid van de oorsprong in het algemeen. Citaat: ‘Dat betekent dat alle elementen [van de oorsprong] zodanig met elkaar samenhangen, dat ze alle met alle andere verbonden zijn en samenwerken.’ En het betekent naar mijn mening ook dat de oorsprong in elk aspect aanwezig is – ja, dat elk aspect kan gelden als pars pro toto. Elk deel kan staan voor het geheel. Dat geldt dus ook voor de Drie-eenheid: de Vader , de Zoon en de Heilige Geest zijn elk de HELE oorsprong. De oorsprong kan tegelijkertijd drie en één zijn.

In mijn volgende blog stel ik een andere eigenschap van de oorsprong aan de orde: Volmaaktheid.

Eenheid in verscheidenheid

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

 Hoor Israël, De HERE is onze God; de HERE is één! (Deut. 6:4)

Wij kunnen niet iets scheppen of creëren wat niet al in potentie in ons aanwezig is. Scheppen is iets manifesteren, zichtbaar maken, dat als kiem in onze geest verborgen ligt. Het lijkt misschien of we iets nieuws creëren, maar in feite is het scheppingsproces niet iets maken dat er nog niet is, maar het doen overgaan van de ene zijns-toestand (energieniveau) in een andere.*)

Dat geldt ook voor het scheppingsproces van het heelal. Ik kan dat illustreren aan de theorie van de oerknal. Waarschijnlijk is het ons bekende universum niet ontstaan uit een singulariteit (een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid), maar toch wel uit een punt dat daar heel dichtbij kwam. In dat punt was alles wat in dit universum ontstaan is en nog zal ontstaan al in potentie aanwezig. Dit geldt voor al het grote en al het kleine, en alles daartussenin. Het is wonderlijk om te bedenken dat de mogelijkheid van communicatie die wij nu op dit moment met elkaar hebben in dat punt dus al bestond.

Uit het voorgaande is de conclusie te trekken dat in de oorsprong van het heelal alles wat geschapen is en nog zal worden geschapen al als potentieel aanwezig is. Dat betekent dat de oorsprong een welhaast oneindige verscheidenheid kent. Ik zeg ‘welhaast’, want met het begrip ‘oneindigheid’ moeten we voorzichtig zijn. Strikt genomen weten we niet of er naast dit heelal en alles wat daar uit voortvloeit niet nog een andere werkelijkheid bestaat of zal bestaan – en als we daar geen deel van uitmaken zullen we dat ook nooit weten. Maar als we ons beperken tot ons eigen heelal – later zal ik onderscheid gaan maken tussen heelal en universum – dan is de verscheidenheid van alles wat er is toch onafzienbaar. We vinden al die onderscheiden in de oorsprong terug: mannelijk-vrouwelijk-onzijdig, materieel-spiritueel, persoonlijk-onpersoonlijk, goed-slecht, deeltjes-relaties, enz. U kunt dit zelf naar believen eindeloos aanvullen.

Toch is de oorsprong van alles een eenheid. Dat betekent dat alle elementen zodanig met elkaar samenhangen, dat ze alle met alle andere verbonden zijn en samenwerken. Je zou het kunnen vergelijken met ons eigen lichaam en geest: daarin is ook een grote verscheidenheid waar te nemen maar onmiskenbaar hangt alles in ons lichaam en onze geest met elkaar samen. Als de oorspong geen eenheid zou zijn, dan zou dat betekenen dat sommige elementen los van elkaar zouden kunnen functioneren, en dan was de oorsprong dus niet meer de oorsprong van alles (want dan zou elk element een oorsprong van iets kunnen zijn). Of dat element zou dan door de oorsprong zijn geschapen, maar dan was het geen deel van de oorsprong meer, maar van de schepping. De eenheid van de oorsprong is dus net zo’n noodzakelijke eigenschap als de eeuwigheid die ik in het vorige blog ter sprake bracht.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel, maar ik geef toe dat het allemaal wat verwarrend lijkt. Dat komt ervan als je de pretentie hebt om over het mysterie te praten. En het wordt nog erger, want in het volgende blog zal ik nog een mysterieus kenmerk van de oorsprong ter sprake brengen: De oorsprong lijkt een Drieëenheid te zijn. Hoe kan de oorsprong nu drie en één tegelijk zijn?

*) Voor hen die het boek Spiritueel Leiderschap kennen verwijs ik naar mijn uitvoerige uiteenzetting hierover op pag. 38 e.v. Ook wordt hier dieper op ingegaan door Aadt Jonker in zijn boekje Ik ben de Zee (2005), pag 39 e.v. Dit bijzonder lezenswaardige boekje, geschreven als brieven aan Carl Jung over reïncarnatie, is nog te verkrijgen voor de somma van € 11 via de uitgeverij Gopher. Zeer aanbevolen.

Het mysterie van de eeuwigheid.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Mijn serie over het heelal leidt tot de conclusie dat het uiterst waarschijnlijk is dat aan het heelal een Schepper of een scheppende kracht ten grondslag ligt. In mijn vorige blog heb ik een aantal voor de hand liggende kenmerken van die Schepper, die ik daar heb aangeduid met de term ‘oorsprong’, genoemd. In dit blog ga ik in op het eerste van die kenmerken: Eeuwigheid.

De oorsprong van alles is eeuwig. Dat betekent dat de oorsprong niet alleen oneindig lang zal bestaan, maar ook al oneindig lang heeft bestaan. Het eerste kunnen we ons met enige moeite nog wel voorstellen, maar dat iets altijd al bestaan heeft kunnen we ons nauwelijks indenken. Ons denken is zo geprogrammeerd dat we ons van elk verschijnsel, proces of object, altijd een begin en een oorzaak aannemen. Het ontstaat altijd ergens uit. De oorsprong heeft echter geen begin en is een oorzaak uit zichzelf (causa sui of causa prima). Hij is er altijd geweest. Ware dat niet zo, dan zou er achter de schijnbare oorsprong een diepere oorsprong (oorzaak) liggen, waarmee de schijnbare oorsprong zelf een onderdeel zou zijn geworden van de schepping (Thomas van Aquino, Aristoteles). De diepere oorsprong zou dan de ‘echte’ oorsprong zijn.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel want beter kan ik het niet uitleggen. Ik vat het even samen. We kunnen uit de eeuwigheid van de oorsprong twee conclusies trekken: de oorsprong, God als u dat liever wilt, is een mysterie (daarom valt dit kenmerk zo moeilijk uit te leggen), en God moet dus wel eeuwig zijn. De oorsprong is een mysterie omdat hij altijd bestaan heeft, wat we niet kunnen begrijpen. En hij moet wel eeuwig zijn, omdat hij anders niet de oorsprong van alles zou zijn – en we waren juist naar die oorsprong op zoek. In tegenstelling tot sommige andere kenmerken, die ik later zal bespreken, is eeuwigheid dus een noodzakelijk, logisch te verdedigen, kenmerk van de Schepper van alles. Daarom is de keuze van de aanduiding ‘Eeuwige’ in het Jodendom voor de oorsprong, JAHWEH, zo gek nog niet.

Dat is wel genoeg voor vandaag. Als dit blog onderdeel zou zijn van een langer artikel, zou ik aanraden hier even te pauzeren om dit enigma tot u door te laten dringen. Want ook de volgende kenmerken van de oorsprong roepen allerlei vragen op, en dan zou dat alleen maar tot verwarring kunnen leiden. En we doen dit onderzoek niet om verward te worden, maar om helderheid te verkrijgen en het wonder te ervaren.
Volgende keer zal het gaan over de Eenheid van de oorsprong.

Dichter bij het mysterie.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Veel mensen die niet in God geloven zeggen wel, na beschouwing van de natuur en de kosmos: er moet toch iets zijn, waaruit alles is voortgekomen. Maar ze kunnen dat ‘iets’ niet specificeren. Dit is onbevredigend en ook gemakzuchtig. Dit ‘ietsisme’ blokkeert de spirituele ontwikkeling en is ook niet nodig. Er over dit ‘iets’ best veel te zeggen, maar daar moet je wel wat moeite voordoen: tijd nemen om aandachtig te schouwen en te contempleren. Ik zal daar in dit blog wat aanzetten voor geven, maar eerst wat terminologische verheldering vooraf.

Als we het hebben over de Schepper, gebruiken we daarvoor allerlei namen: Essentie, (oer)Intelligentie, God, Allah, Brahma, Aanwezigheid, Bron (of oerbron), Eeuwige, Jehova, Opperbouwmeester, enz; u kunt zelf wel uitbreiden. Dat heeft bezwaren, omdat met elk van die woorden door de cultuur bepaalde beelden en betekenissen meekomen die afbreuk doen aan het wezen en de totaliteit van het ‘iets’. Vandaar dat de (Hebreeuwse) bijbel dan ook voorschrijft dat we JAHWEH geen naam moeten geven en niet moeten afbeelden (Ex. 3:14, en 20:4 en 7). Wat dan wel? The Urantia Book (zie mijn blog van 12 augustus) kiest voor het aantrekkelijke ‘First Source and Center‘. Ik heb gekozen voor de term ‘oorsprong’, dat een begin aanduidt waaraan niets voorafgaat (in tegenstelling tot het woord ‘bron’. Een bron is altijd een bron van iets, dat via de bron naar buiten komt – water, olie of gas, inzichten of wat dan ook – dat bestaat voorafgaand aan de bron. Een bron is een kanaal). Soms gebruik ik uit gewoonte toch het woord ‘God’, maar dan bedoel ik dus ‘oorsprong’.

Wat zijn nu de kenmerken van die oorsprong? In dit blog zet ik de een aantal voor de hand liggende kenmerken even op een rijtje, en werk dat in latere blogs verder uit.

  • Eeuwig, tijdloos
  • Een alomvattend geheel, dus NIET: uitsluitend lichamelijk of spiritueel, mannelijk of vrouwelijk of onzijdig, persoonlijk of onpersoonlijk, goed of slecht, enzovoort. Hij is dat alles tegelijk (ik spreek van hij omdat het woord oorsprong mannelijk is). Tegelijkertijd een drieëenheid.
  • Volmaakt.
  • Schepper van meerdere universa.
  • Geen vaste verschijningsvorm, maar wel de mogelijkheid alle denkbare en ondenkbarere gestalten aan te nemen.
  • Kenbaar. De oorsprong kan wel gekend en beleefd, maar niet begrepen worden. Hij manifesteert zich in de universa: als Wet (waaronder zwaartekracht), heilige geometrie, innerlijke aanwezigheid, openbaring, in gebed en mogelijk ook in sterfelijke vorm.

Op elk van die kenmerken ga ik in volgende blogs nader in. Intussen kan u er alvast eens over nadenken.

Waarom het heelal geschapen is.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Beauty lies in the eyes of the beholder.

Een roosvenster in de Notre-Dame van Parijs. In de gotische bouwkunst werd licht beschouwd als de ultieme vorm van schoonheid.

Waarom zou het heelal geschapen zijn als alles uiteindelijk weer vergaat? Een eerste antwoord op die vraag is: schoonheid. Met het heelal wordt schoonheid geschapen. Maar wacht even, is dat zo? Is schoonheid wel een eigenschap van iets materieels? Of bestaat het alleen maar bij de gratie van de waarnemer? Is het een interactie tussen een voorwerp (hoe klein of hoe groot ook) en het bewustzijn van de persoon die het waarneemt? Persoonlijk geloof ik het laatste, ook al geloof ik tegelijkertijd dat schoonheid een absolute kwaliteit of waarde is; een van de grondslagen van de schepping. Geen schoonheid zonder bewustzijn!

Ha! Een bruggetje voor een tweede reden voor de schepping van het heelal. Met het scheppen van het heelal worden ook condities geschapen voor de manifestatie van het bewustzijn. Het kan heel wel zijn dat er al bewustzijn (geest) is voordat de kosmos is geschapen, maar dat was waarschijnlijk niet gekoppeld aan een materiële manifestatie. Je zou dus ook kunnen zeggen, niet gekoppeld aan ervaring zoals wij dat kennen. Door de schepping van het heelal krijgt ook het bewustzijn een heel specifieke vorm, als je dat tenminste zeggen kan van zoiets niet-materieels als een geestelijk proces. Het bewustzijn krijgt een nieuwe inhoud: beleving, en de mogelijkheid zich uit te drukken in een materiële context: communicatie, creatie.

Het is waarschijnlijk dat met het vergaan van alles wat materieel geschapen is het daarbij geschapen bewustzijn niet verloren gaat. (De wetenschap, in het bijzonder de natuurkunde en de astronomie, zegt hier voor zover ik weet niets over.) Daarmee is een doel van de schepping, in het bijzonder de evolutie, duidelijk geworden: het scheppen van nieuwe dimensies en mogelijkheden voor het bewustzijn. Dit is ook het gezichtspunt van Teilhard de Chardin, opgeschreven in Het Verschijnsel Mens (vertaling uit 1958). Het zou ook zo kunnen zijn dat de schepper zelf precies om deze reden de kosmos geschapen heeft. De schepper heeft weet van alle kwaliteiten van het bestaan, maar weten is iets anders dan beleven. De schepper mag dan weten wat liefde is, misschien zelf liefde zijn, en weten wat het kwade is, misschien zelfs zelf het kwaad zijn (Jes.45:7), maar daarmee heb je het nog niet ervaren. Derhalve heeft de schepper wezens geschapen, om middels hen die ervaring op te doen. Dat is in elk geval wat God(?) zelf zegt. (Neale Donald Walsch, Conversations with God, Book I, 1995).

Dit is nu al het derde blog dat op de schepper uitloopt. Tijd om hier eens iets naders over te zeggen. Maar dat moet wachten tot de volgende keer.

Waarheen? Waartoe?

(Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen)

We zetten in dit blog ons onderzoek naar het heelal voort.

Uit het vorige blog kunnen we al drie conclusie trekken:

  • het heelal is niet statisch maar dynamisch,
  • het heelal laat zich beschrijven als een ontwikkeling, een evolutionair proces,
  • en het is waarschijnlijk dat het heelal geschapen is.

Uit deze conclusies kunnen we een vierde conclusie logisch afleiden, namelijk dat het heelal een begin heeft. Maar heeft het ook een einde? Volgens de tweede wet van de thermodynamica wel. Die tweede wet luidt dat

  • warmte van nature stroomt van warme naar koude gebieden en nooit spontaan van koud naar warm,
  • en dat arbeid wel volledig in warmte, maar omgekeerd warmte nooit volledig in arbeid kan worden omgezet (dit feit werd met name ontdekt bij de ontwikkeling van de stoommachine)

Een goed voorbeeld is het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals het verbanden van een blok hout. Hout heeft een structuur, die in vele jaren of zelfs eeuwen gevormd is, maar als je het verbrand hebt houd je alleen maar ongestructureerde as, rookgassen en warmte over. De tweede wet zegt dat op die manier uiteindelijk alle vormen (sterren, planeten, en alles wat zich daarop en daarin bevindt) in het heelal zullen vergaan, maar dat is in een zo ver verwijderde toekomst dat we ons de termijn waarop dat gebeurt eigenlijk niet kunnen voorstellen. Deze eindtoestand wordt in de natuurkunde aangeduid met de term entropie: afwezigheid van structuur (orde). De entropie van het heelal neemt dus toe. Dat is vreemd als je er over nadenkt: het lijkt of er twee krachten in ons heelal werkzaam zijn die elkaar in feite tegenwerken: de ontwikkeling van steeds complexere vormen (evolutie), en het verdwijnen van die vormen (toename van entropie).

Als we de kosmos kunnen zien als een evolutie, dan is er dus een richting aan te geven aan de ontwikkeling van die kosmos. Dan stroomt de tijd één kant op. Dat roept vragen op als: waartoe is die kosmos eigenlijk geschapen? Is er een doel? Van wie dan? Die vragen klemmen te meer als we bedenken dat uiteindelijk al het geschapene weer verloren gaat. Food for thought. Wordt vervolgd.

Toenemende entropie van links naar rechts

Een biofiel heelal

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Panta rhei – alles stroomt. (Plato, naar Heraclitus; en vele anderen)

Tot ongeveer 1930 werd het heelal gezien als een statisch geheel. Weliswaar weten we natuurlijk al heel lang dat hemellichamen bewegen, maar het heelal werd dan gezien als een soort gigantisch uurwerk (wellicht een keer geconstrueerd en op gang gebracht door een schepper), en dat uurwerk zelf was niet veranderlijk. Zelfs de relativiteitstheorieën van Einstein brachten in dat beeld geen wijziging, al legden deze wel de fundamenten voor de oerknal theorie, die later (1931) door Lemaître werd gepubliceerd. Hij poneerde tevens dat het heelal sindsdien steeds uitdijt. Zijn hypothesen zijn later empirisch bevestigd, met name door de ontdekking en waarneming van de kosmische achtergrondstraling, de nagloed van de oerknal.*)

Dit maakt het mogelijk de ontwikkeling van het heelal te zien als een evolutie, analoog aan zoals we het leven op aarde als een evolutie kunnen zien. Er is een parallel tussen de ontwikkeling van de evolutie van het heelal en de ontwikkeling van het leven op aarde. De atmosferische condities op aarde hebben zich ontwikkeld binnen een nauwe bandbreedte wat temperatuur, zuurstofgehalte, en externe gevaren betreft, zodat de ontwikkeling van leven mogelijk werd.**) Toeval? Evenzo hebben de condities in het heelal de ontwikkkeling van sterren en planeten mogelijk gemaakt; met name de variaties in de achtergrondstraling. Citaat:

Als de variaties in de achtergrondstraling bijvoorbeeld ietwat kleiner waren geweest, waren ze te zwak opdat er sterren en sterrenstelsels uit zouden kunnen ontstaan. Als ze daarentegen een tienduizendste van een graad groter waren geweest, dan zou er uit de hete oersoep een heelal met uitsluitend enorme zwarte gaten zijn voortgekomen. Beide scenario’s leiden tot een steriel heelal zonder biologische complexiteit. Een ander voorbeeld van het ‘biofiele’ karakter van ons heelal betreft de vorming van koolstof in sterren, wat berust op een bijzonder delicate verhouding van de elektromagnetische tot de nucleaire krachten. Ook de samenstelling van het heelal, het aantal dimensies en zelfs de initiële graad van expansie wijzen er allemaal op dat we ons in een merkwaardig biofiele kosmos bevinden. Het is alsof de natuurwetten en de oerknal ontworpen zijn, opdat er miljarden jaren later complexe fysische, chemische en biologische structuren zouden ontstaan. (Thomas Hertog,*)

Dit alles roep natuurlijk de vraag op naar de oorsprong van het heelal zoals wij dat kennen. Is er een schepper? En zo ja, wat zou dan de aard daarvan zijn? Daarover een van de volgende keren meer.

Afbeelding van de temperatuurfluctuaties van de achtergrondstraling in het heelal

*) Een bijzonder heldere beschrijving van de ontwikkeling van de wetenschappelijke theorieën over het heelal vindt u op https://www.kuleuven.be/emeritiforum/em/Forumgesprekken/2013-2014/240414/lessenxxi2014hertog.pdf

**) Een overzicht van de condities waardoor de ontwikkeling van leven op aarde mogelijk werd vindt u op: https://www.nationalgeographic.nl/6-dingen-die-het-leven-op-aarde-mogelijk-maken

Ondoorgrondelijk

Quod est inferius est sicut quod est superius
(Wat lager is, is zoals het hoger is, Tabula Smaragdina)

Ik ben de laatste jaren gefascineerd door de kosmos. Waarom is het belangrijk de kosmos te bestuderen? Daarvoor zijn verschillende redenen:

  • het lagere is gelijk aan het hogere. Onze binnenwereld heeft dezelfde structuur en processen als het universum. Dat wordt gesteld door veel spirituele tradities, waaronder de Hermetische (zie citaat hierboven). Bestudering van de kosmos verdiept het zelfinzicht, voorwaarde voor een vrij en verantwoordelijk bestaan.
  • bestudering van de kosmos brengt ons in contact met het mysterie, dat aan de wereld en ons leven ten grondslag ligt. Het verdiept ons spiritueel bewustzijn en helpt ons om aan ons leven zin te geven.
  • het bevredigt onze natuurlijke honger naar kennis en onze nieuwgierigheid. Bestudering van de kosmos is gewoon leuk.

Daarom ga ik voorlopig maar eens even voorbij aan alle hectiek om me heen, en doe ik in de komende weken voornamelijk verslag over mijn onderzoek in de wereld van het grote. Zoveel nieuws gebeurt er hier ten slotte niet.(Terzijde: ik ben verbaasd over de ophef over het nieuwe klimaatrapport. De essentie daarvan is al jaren bekend) Enkele zaken die aan de orde zullen komen: Waar komt dit universum vandaan, en waar gaat het naar toe? Wat is de aard van de processen in ons universum? Zijn er meer universa? Is er meer leven in het heelal dan alleen op onze aarde? Wat bestaat er buiten het heelal? Wat is het verschil tussen oneindig en eeuwig? Welke consequentie heeft de aard van het heelal voor de structuur van onze persoon? Wat is de relatie tussen wat we weten van het heelal en de vigerende godsdiensten? Hoe kunnen we in relatie met het universum het al dan niet overleven van de mensheid duiden? Enzovoort. Misschien komen er al doende nog veel meer vragen aan de orde, want mijn onderzoek is een werk in uitvoering, waaraan ik u uitnodig deel te nemen. Ja, er zullen antwoorden op vragen komen, maar elk antwoord is aan twijfel onderhevig en zal ook weer nieuwe vragen oproepen. Dit alles zou een uitermate pretentieus project zijn, ware het niet dat ik me ervan bewust ben dat de ultieme kennis over het heelal niet mogelijk is – en dat ik dus al weet dat ik niet verder zal komen dan een armzalig stamelen. Maar het blijft een boeiend en, naar ik hoop ook voor u, inspirerend avontuur.

Bronnen die ik in elk geval zal raadplegen zijn het werk van Teilhard de Chardin, in het bijzonder zijn boek Het verschijnsel mens, en The Urantia Book (1955). Meer informatie over dit boek kunt u vinden op https://en.wikipedia.org/wiki/The_Urantia_Book. U kunt zich desgewenst hierover van tevoren inlezen. Bedenk echter wel dat ik lang niet alles wat in The Urantia Book staat voor waar aanneem. Zo is het vaak strijdig met wat er in de hedendaagse wetenschap bekend is, en geeft het een discutabele presentatie van de bijbel en het leven van Jezus. Maar inspirerend vind ik het wel. Ik zie The Urantia Book meer als een spel van de geest.

Naar andere bronnen zal ik t.z.t. in de tekst refereren. Wordt vevolgd.

Dankbaarheid, mysterie, wijsheid

In mijn vorige blog schreef ik over de heilzame werking van dankbaarheid voor jezelf en de wereld, maar er rijzen wel wat vragen. Wie of wat ben je dankbaar en wie is het die dankbaar is. En wat is dankbaarheid eigenlijk?

Om met de laatste vraag te beginnen: dankbaarheid gaat met gevoelens gepaard maar is zelf geen gevoel. Wat is het dan wel? Een reactie, een houding, een geestesgesteldheid? Het is een karaktertrek die verwant is aan andere karaktertrekken, zoals barmhartigheid en verantwoordelijkheid, die bij ons allemaal in potentie aanwezig zijn en die we al dan niet kunnen ontwikkelen. Samen geven ze het tamelijk abstracte begrip ‘ziel’ meer inhoud. Misschien is het niet van belang dit alles te weten, maar het is wel leuk er eens over na te denken. Dat leidt bijna vanzelf tot de vraag: wie is het die dankbaar is? Dan komen we tot het inzicht dat dankbaarheid onze hele persoonlijkheid omvat. En tot de klassieke vraag, waarmee elke spirituele zoektocht begint: wie is die persoonlijkheid; wie ben ik? Maar op dat raadsel ga ik in dit blog niet verder in.

Daarentegen stel ik de andere vraag: – wie of wat ben je dankbaar? – nu wel aan de orde. Wie ben ik dankbaar voor al het goede in mijn leven, en voor alle uitdagingen die het leven me stelt en gesteld heeft? Mijn ouders? Gaia? God (maar ik geloof niet zo aan een persoonlijke God als ‘first source and center’ *). Het leven zelf dan? Ik voel wel wat voor al die mogelijkheden tegelijkertijd, maar erg duidelijk is het me niet. Wat ik wel weet is, dat ik me tegenwoordig geborgen en gedragen voel ( vroeger, in de eerste helft van mijn leven, was dat minder). Maar misschien is dat niet door één instantie, maar door een collectiviteit, die ik lokaliseer ergens in de onzichtbare, subtiele werelden. Het woord ‘lokaliseer’ is eigenlijk niet goed gekozen, want ik heb geen idee waar die collectiviteit zich bevindt.

Eigenlijk loopt ook deze vraag – wie ik dankbaar ben – dus op een niet opgelost raadsel uit. Als ik dat wat minder banaal wil zeggen: op het mysterie dat aan dit bestaan ten grondslag ligt. Ik denk dat het goed is als we ons van tijd tot tijd van dit mysterie bewust zijn, in verwondering en ontzag, en beseffen dat niet alles logisch, wetenschappelijk te verklaren is. Dat zeg ik als wetenschapper, die wetenschapsmethodologie als specialiteit had, en groot vertrouwen had en heeft in de wetenschap. Maar ons beperken tot de empirische wetenschap als bron van kennis leidt zeker niet tot wijsheid. Sterker nog, dat staat de ontwikkeling van wijsheid in de weg, terwijl wijsheid, zoals ik in mei betoogde, juist is wat we elk voor onszelf, en als collectiviteit meer dan wat dan ook in de wereld nodig hebben.

Het heelal

*) Een term uit The Urantia Book, 1955. Een kosmologie, ook in vertaling verkrijgbaar. Misschien kom ik hier later nog eens over te schrijven.