In mijn vorige blog stelt ik dat onze opdracht in dit leven het zoeken naar waarheid is. Maar wat is waarheid?
Zoals ik zie het zie komt waarheid in tien hapklare brokken, die je kunt ordenen op twee dimensies: materieel-spiritueel (of: zichtbaar-onzichtbaar), en op de dimensie micro-meso-macro. Ik heb dit weergegeven in onderstaande matrix, die bestaat uit tien cellen.
Laat ik op elk van die cellen wat nader ingaan. (Dat is natuurlijk veel te veel materiaal voor dit blog, dus dat moet in een paar afleveringen). Maar eerst iets over de dimensies. De dimensie materieel-spiritueel komt overeen met datgene wat we met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen (materieel), en datgene wat we alleen maar kunnen kennen door intuïtie of openbaring ( innerlijk weten). De dimensie meso-macro is een in de organsatiewetenschap heel gebruikelijke indeling. Onder micro verstaan we alles wat één of twee individuen betreft, meso is het niveau van organismen die uit meer mensen bestaan (teams, de organisatie), en macro slaat dan op de samenleving als geheel, wat ik heb uitgebreid tot de wereld en het universum.
Dan nu de cellen. De cellen in de eerste kolom slaan op zelfonderzoek. Zoeken naar waarheid in deze cellen is zoeken naar het antwoord op vragen als: Wie ben ik, wat is mijn missie hier op aarde, wat is mijn bestemming, waar ga ik naar toe? Dit onderzoek, als het oprecht en zonder zelfmisleiding en oordeel wordt uitgevoerd, leidt tot zelfkennis en zelfinzicht, en uiteindelijk in de regel tot zelfwaardering en levensvreugde. Als we ons beperken tot zelfobservatie, inclusief de observatie van ons gedrag, dan vinden we uiteindelijk ons unieke zelf: ons unieke lichaam (vingerafdruk, iris, gelaat), onze unieke gift die we te geven hebben aan de wereld (ons stukje van de planetaire puzzel), onze opdracht. We stuiten dan ook op onze pijn, blokkades en weerstanden; struikelblokken op ons levenspad. We leren zodoende datgene kennen wat we onze persoonlijkheid of ons karakter noemen. Gaan we meer de spirituele weg op (meditatie, numineuze ervaringen), dan komen we uiteindelijk uit bij ons ware zelf: ons diepste zijn waarin we allemaal gelijk zijn.*) Dit openbaart zich aan ons als leegte, als het besef dat we geleid en gedragen worden, en als het contact met ons oorspronkelijke weten: dat wat we altijd al geweten hebben voorafgaande aan de kennis en de normen en waarden die ons zijn aangeleerd. Het is onze innerlijke gids, ons oer-geweten (wat Kant het a priori noemde), de bron en het fundament van ons bestaan.
Het bereiken van zelfinzicht is een voorwaarde voor verdere waarheidsvinding, want het maakt dat je de moed vindt en in staat bent om onbevooroordeeld te blijven kijken. Je benadert dan de werkelijkheid in plaats van deze mooier of just lelijker te maken dan die is. Wordt vervolgd.
*) Marc Gafni, Your Unique Self, 2012