Geschokt door de levenden in plaats van door de doden.

Ik twijfelde, maar laat ik me nu toch ook maar voegen in het koor van reacties op de aanslag op Charlie Hebdo (en de supermarkt). Ik ben verbaasd door de enorme reactie die deze aanslag oproept: massale demonstraties, wereldwijde commentaren van iedereen die er toe doet of niet toe doet. Ik zelf was namelijk niet zo geschokt door de aanslag, al is die natuurlijk vreselijk voor de nabestaanden, en ook bedreigend voor vele andere journalisten en cartoonisten, met name hen die kritisch over de Islam schrijven of tekenen. Ik was niet zo geschokt want ik verwacht een dergelijke aanslag al jaren – en er zullen nog vele volgen. Trouwens, dat verwachtte Charlie Hebdo – een weinig populair blad, dat meer scherp dan humoristisch was, overigens niet alleen ten aanzien van moslims – zelf ook, en  (over)moed kun je hen dus niet ontzeggen. Verder vinden er vrijwel wekelijks dergelijke aanslagen plaats over de hele wereld, waar we schouderophalend aan voorbijgaan. Ook valt het aantal slachtoffers in het niet bij de miljoenen doden die dagelijks vallen onder terreur, oorlog, ziekte, armoede en natuurrampen in de wereld (denk alleen maar aan de vluchtelingen die regelmatig omkomen in hun poging Europa te bereiken). Ik was dus niet zo geschokt. Ik vrees dat ik met deze enigszins gevoelloze reactie velen voor het hoofd stoot, maar het is niet anders.

Wat me daarentegen wel schokte was de reactie van enkele omstanders, Parijse scholieren. Ik citeer Trouw van donderdag: ‘Wat gebeurd is is natuurlijk niet goed. Maar: “Je mag geen religie beledigen, dat kan je niet doen”, zegt Nionsondy (16) beslist. ” Charlie Hebdo kan kritiek hebben, maar er zijn grenzen. Omdat zij zich niet aan die grenzen hebben gehouden is gebeurd wat er is gebeurd.” Nikosondy, van Afrikaanse origine, is moslim. Haar joodse klasgenote Reina Ben-David is het helemaal met haar klasgenote eens’. Ergo: wat er gebeurd is eigenlijk de schuld van Charlie Hebdo zelf. Soortelijke geluiden hoorde je na de aanslag op het World Trade Center, en te onzent na de moord op Theo van Gogh.

Ik vrees dat er in de Wereld honderdduizenden, misschien wel miljoenen, ouderen en jongeren, zijn die zo denken (al zijn er natuurlijk ook vele anderen die niet zo denken). Ook in ons land. Deze miljoenen vormen tezamen het klimaat waarin het zaad van het terrorisme kan gedijen. Ik had me dat onvoldoende gerealiseerd – vandaar mijn geschoktheid door de de reactie van de Parijse scholieren. Ik zie ineens helder in dat onze democratie en rechtsstaat, met zijn recht op vrije meningsuiting, wel eens zijn langste tijd zou kunnen hebben gehad. (Zie in dit verband de interessante roman ‘Soumission’ (Onderwerping) van Michel Houellebecq).

Als we deze trend zouden willen keren is de enige weg, zoals ik het zie, het onderwijs. Durven leraren de discussie hierover in hun klassen aan te zwengelen? Durven zij de vraag aan de orde te stellen, of hun leerlingen vinden dat felle kritiek op, en satire en cartoons over het Christendom,  het Jodendom, de staat Israël, of gewoon de  politiek ook verboden moeten worden? En of ze, als die kritiek of spot er toch komt, ook aanslagen op kerken, moskeeën, synagogen, krantenredacties of het parlement vergoelijkt moeten worden?

Ik vrees dat een leraar die dit openlijk aan de orde zal stellen het niet makkelijk gaat krijgen. En ik vrees dat die dan niet door zijn management gesteund gaat worden. Of, als het management dat wel zou doen, dat dan weer niet door zijn bestuur of de overheid gesteund zou worden.

We leven in een laf klimaat. Het is tamelijk makkelijk om onze afschuw uit te spreken over een aanslag zoals deze – want wie, behalve enkele extremisten,  kan daar nu voor zijn? Die afschuw wordt zelfs uitgesproken door staatshoofden en politici uit landen die het zelf met de persvrijheid niet zo nauw nemen (o.a. Hongarije, Turkije, Rusland). Het is ook makkelijk  om strengere grenscontroles, en striktere veiligheidsmaatregelen, kortom om meer repressie te eisen; een beweging in de richting van wat ik elders de ‘security state’ heb genoemd. Maar geef mij dan maar de reactie van onze voormalige premier Kok, die naar aanleiding van de aanslagen op het WTC in New York de vurige wens uitsprak dat de VS hierop “waardig zouden reageren”, wat, zoals we nu weten, helaas niet gebeurd is. Daarvan plukken we nu de wrange vruchten.

Maar het aan de orde stellen van wat er werkelijk in deze samenleving aan de hand is, daarover een open dialoog voeren en daar uiteindelijk stelling in nemen, vergt moed en respect voor de waarheid van de ander, ook al zijn we het daar niet mee eens. De vorige eeuw en het vorige decennium hebben ons geleerd wat er gebeurt als dat gesprek onvoldoende diepgaand wordt gevoerd.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *