Geen enkel organisme of systeem kan eindeloos doorgroeien met een zeker percentage. Althans niet als we groei definiëren in materiële en kwantitatieve zin. Dat geldt voor planten, dieren, mensen, organisaties, samenlevingen. Een groei van een zeker percentage op percentage wordt uiteindelijk een cumulatieve groei, zo leert een eenvoudig wiskundig model ons. De bomen groeien dus niet tot in de hemel. Daarom is bijvoorbeeld een bedrijfsdoel als: ieder jaar een winststijging van x % onzinnig en tot mislukken gedoemd.
Dit eenvoudige inzicht is al geformuleerd door economen als Adam Smith, John Stuart Mills en John Maynard Keynes, de grondleggers van de moderne economie. Maar de boodschap schijnt tot de hedendaagse politici en economen nog niet te zijn doorgedrongen.
Onze economische groei zal dus ophouden, maar waarschijnlijk nog eerder dan doordat ons economisch systeem op wiskundige gronden uit de bocht vliegt. Dat komt, zoals destijds al door de Club van Rome voorspeld, door de grenzen aan de groei die de planeet ons oplegt (het opraken van grondstoffen, waarschijnlijk sneller dan we ze kunnen recyclen, de opwarming van de aarde, de toenemende schaarste van landbouwgrond door de bevolkingsgroei, de toenemende welvaart, de klimaatverandering, en verkeerd gebruik van de landbouwgrond: monoculturen, overbemesting en pesticiden). Volgens Paul Gilding zal de groei een dezer dagen stagneren, maar ook als het nog wat langer duurt: het komt nu wel heel dichtbij. Marc Craney, het hoofd van de Britse Centrale Bank heeft tegen de BBC verklaard dat er slechts twee opties zijn: of we transformeren de economie gecontroleerd (en snel!), of het financieel-economisch systeem zal binnenkort bezwijken. Maar ook deze waarheid is nog niet tot de politici en de meeste economen doorgedrongen. Ik zie althans nog geen enkele visie over hoe we een steady state economy kunnen bereiken. Het gaat nog steeds om groei, groei, groei.
Als we nog enige controle zouden willen houden over het proces waarbij de groei tot een einde komt, zouden we eens kunnen beginnen met private instellingen (banken) het recht tot geldschepping weer te ontnemen. Het is onze stadhouder Willem III die in 1688 als koning Willem III van Engeland het privilege van geldschepping door het centrale gezag – toen in Engeland de koning – uit handen gaf. Hij moest wel: het was een voorwaarde waaronder hem de troon werd aangeboden. Sindsdien is een aanzienlijk deel van de geldschepping in particuliere handen, en vindt het plaats met een winstoogmerk. Te overwegen ware dit privilege opnieuw bij de overheid te leggen, en wel bij een van de politici onafhankelijk orgaan zonder winstoogmerk. We zagen eerder dat geldschepping de groei van het BBP bevordert – het beperken van de geldhoeveelheid remt het af. Bovendien zou een dergelijke centrale geldschepping bij kunnen dragen tot meer financiële stabiliteit.
Een heel andere maatregel om de groei af te remmen is om wettelijk en door internationale overeenkomsten de prijs per uitgestoten ton CO2 emissierechten te verhogen van de huidige € 5 per ton (marktprijs) naar bijvoorbeeld € 30 per ton (gereguleerde prijs), dan wel de uitstoot van CO2 substantieel te belasten. En er zijn wel meer maatregelen denkbaar, die je kan afleiden aan de in het vorige blog beschreven pogingen om de groei van het BBP juist te bevorderen. Maar dergelijke maatregelen zouden natuurlijk nooit genomen worden zonder een volslagen omslag in het denken over wat de gewenste economie is – met name bij politici.
Maar hoe dan ook, gecontroleerd of ongecontroleerd en abrupt: de economische groei zal stoppen. Echter, een systeem of organisme dat niet kan groeien gaat dood. Groeien komt van het Middelnederlandse gro(e)yen, dat groenen, groen worden betekent. Groeien kan geassocieerd worden met het groen in de natuur: gras, planten, bladeren aan de bomen. Groeien is een symptoom van vitaliteit, levenskracht. Dus als we niet economisch kunnen groeien, dan zullen we iets anders moeten verzinnen. De vraag is dus: hoe kan de samenleving groeien zonder economische groei? En wat is groei dan eigenlijk? Deze vragen komen in het zesde blog aan de orde. Maar eerst zal ik nog aandacht besteden aan twee andere vragen: is groene groei of een circulaire economie niet een goed alternatief? en: Hoe lossen we het werkloosheidsprobleem op als we het niet kunnen doen door economische groei?
Wordt vervolgd.