Het licht zien.

Het is het licht dat ons het meest beangstigt.
(vrij naar: Marianne Williamson, Nelson Mandela)

Waarom bereiken we niet het bewustzijnsniveau dat nodig is voor de genezing van de wereld?

Dat heeft te maken met ons besef van identiteit. Waaraan ontlenen we onze identiteit? Die ontlenen we onder meer aan onze rollen, beroepen, opleiding, bezittingen, gewoontes, leefwijze, opvattingen, denkpatronen, geslacht, etniciteit, onze geschiedenis en ons persoonlijke verleden, ons lichaam, enzovoort – kortom aan alles wat ons dagelijks bestaan vorm geeft. Dat geheel omvat en doordringt ons als een veilige haven, een thuis waarin we wonen. Behalve onze identiteit ontlenen we daaraan ook ons gevoel van uniek zijn en ons ik-bewustzijn; dat wil zeggen het bewustzijn van ons unieke zelf. Maar dat is niet het bewustzijn van ons ware zelf*). Het is juist dat laatste bewustzijn dat ons totaal-bewustzijn zal brengen naar het niveau van wat ik in het vorige blog ‘het licht zien’ heb genoemd.

Om dat niveau van bewustzijn te bereiken zullen we alles waaraan we onze identiteit ontlenen moeten loslaten. Dat is door alle grote spirituele meesters gezegd, en hen navolgend heb ik dat ook al herhaaldelijk beschreven. Ja, ja, ik weet het wel, maar kan ik dat ook in praktijk brengen? Er zijn zoveel zaken waaraan ik gehecht ben. Nemen we als voorbeeld een categorie uit de bovenstaande opsomming: bezit. Als ik me voorstel dat ik enkele van mijn meest dierbare bezittingen zou verliezen (mijn huis bijvoorbeeld), dan besef ik hoezeer ik aan die bezittingen nog gehecht ben. En hoezeer mijn identiteit nog aan mijn huis vastzit. En dat is maar een van de honderden, duizenden zaken die vorm geven aan mijn identiteit. Let op het woord ‘vorm’. Het geeft aan dat onze identiteit voor een belangrijk deel vastzit aan het materiële niveau van ons bestaan. Het spirituele niveau daarentegen is vormloos.

Het is mij nog niet gelukt om werkelijk los te komen van alles wat mijn leven vorm geeft, en dat achter me te laten. Vandaar dat ook ik ben blijven steken op het zesde niveau van bewustzijn, zoals ik dat in het vorige blog beschreven heb (al heb ik in korte momenten het zevende niveau, een ik-loos gewaar zijn, kunnen ervaren, zoals velen met mij **). Maar wat niet is kan komen – wellicht op mijn sterfbed. Maar hopelijk komt het eerder voor een deel van de mensheid; anders staat het er met onze planeet niet zo best voor. Maar hierop vooruit lopend kunnen we anders omgaan met licht, zodat het vloeibaar blijft en niet materialiseert (zie mijn blog van 12 mei j.l.). Daarmee bereiden we ons voor op ons vermogen het licht en daarmee de oorspong-van-alles te ervaren.

VOLGENDE TWEE WEKEN GEEN BLOGS, WANT DAN BEN IK OP VAKANTIE.

Vaak was ik alleen met mijn ziel. Ik trad als zuivere substantie mijn ware zelf binnen, en wendde mij af van al het uiterlijke naar wat innerlijk is. Ik werd zuiver weten, zowel de wetende als de gewetene. Hoe verwonderd was ik schoonheid en pracht in mijn eigen zelf te aanschouwen en te herkennen dat ik een deel van de verheven Goddelijke Wereld ben, begiftigd zelfs met scheppend leven! In deze ontdekking van het zelf, werd ik boven de wereld van de zintuigen uitgetild, zelfs boven de geestenwereld, tot aan het Goddelijke, waar ik een zo prachtig Licht gewaar werd dat geen mond dit zou kunnen uitdrukken of geen oor verstaan.(Aristoteles)

*) Het onderscheid daartussen heb ik in het kort uitgewerkt in mijn blog van 14 mei 2020. Ik ben daar echter wat makkelijk heengelopen over hoe moeilijk het is dat ware zelf te ervaren, en hoe zelden dat voorkomt.

**) Laatstelijk nog afgelopen zondag – zie voor een beschrijving van de context: https://www.annavanpraag.nl/2022/06/requiem/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *