Het oog van de meester.

Ik las gisteren twee artikelen: in Trouw over de obscene rijkdom van de super-rijken in Londen, en in De Groene Amsterdammer (van Henk van Houtem) over de vreselijke armoede in de wereld.

De rijken in Londen komen daar vanuit de hele wereld, omdat ze geen strobreed in de weg wordt gelegd, fiscaal of anderszins. Ze bezitten per persoon honderden miljoenen  of miljarden, leven in huizen die eveneens tientallen of honderden miljoenen kosten, hebben een zeer extravagant koopgedrag: auto’s van 200.ooo pond en meer, horloges tot 150.000 pond, afhaalmaaltijden van 300 pond, en zo voorts en zo verder.

Tegelijkertijd moet 1 miljard mensen nog leven van minder dan 1 dollar per dag, 3 miljard komt niet boven de 2,5 dollar uit. Iedere dag sterven er 22.000 kinderen door honger en ondervoeding. Voor minder dan één procent van het bedrag dat we jaarlijk mondiaal aan wapens uitgeven, kunnen alle kinderen op de wereld onderwijs ontvangen. En zo voort, ik kan nog wel meer cijfers geven maar ze zeggen ons toch niets meer. We doen er ook niets aan.

Deze toestand roept allerlei gevoelens bij me op: woede, verbijstering, onmacht, schuldgevoel, ja wat al niet. Ik probeer er niet over te oordelen, maar begrijpen doe ik het niet echt. Ik kan als psycholoog wel allerlei zogenaamde verklaringen aanvoeren, maar nog steeds begrijp ik er niets van. Tegelijkertijd weet ik dat de economische en ecologische crisis niet kan worden opgelost als dit probleem niet ook wordt aangepakt. En ook dat deze extreme inkomens verschillen een bron zijn van sociale instabiliteit.

Ik geloof niet dat het helpt als ik de hele dag bij de de zojuist beschreven gevoelens stil blijf staan, zo ik dat al zou kunnen. De samenleving is niet echt geholpen met mijn woede, verslagenheid en somberheid. In tegendeel, ik denk dat het goed is, voor mezelf en de wereld, om te genieten van wat er is, van de rijkdom en de schoonheid van het leven, en mijn vreugde daarover uit te stralen. Maar af en toe te blijven stilstaan bij dit onrecht en het echt tot me te laten doordringen, dat lijkt me wel goed. Patch Adams (de oprichter van Cliniclowns) zei me eens: je kunt niet de hele dag je volle aandacht geven aan het verdriet en de ellende van de anderen – dan word je zelf aangetast. Doe het echter wel 1 minuut per dag – dat zal je vanzelf in beweging brengen. En, voeg ik daar aan toe, dan zal je volgen wat je hand en je hart te doen vindt. En dat geeft hoop, ongeacht het effect van je handelen, zoals Havel al zei.

De mens, ik dus, kan verschrikkelijk veel schade aanrichten, aan elkaar en aan de wereld. Maar diep in ons allen, in iedereen, leeft altijd de kracht van het leven zelf, van de evolutie (als tegenpool van de entropie, de chaos) die zich kan openbaren in vitaliteit, creativiteit en liefde. Ik noem dat de meester in onszelf. Laten we op hem of haar, in onszelf en anderen, het oog gericht houden.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *