Gaat kunstmatige intelligentie (KI) ons overheersen?
In een vorig blog (21 december) heb ik gesteld dat het antwoord op deze vraag mede afhangt van hoe we de mens zien: als een elektrochemisch systeem van algoritmen, of als een beest met geest, om Troelstra even te citeren.
In het eerste geval is een uiteindelijke overheersing door zelflerende systemen, zoals die nu al ontwikkeld worden door Google en Amazon, erg waarschijnlijk. Het is in dat geval namelijk heel gemakkelijk om een verbinding te maken tussen mens en machine (het virtuele systeem), door elementen van dat systeem in de mens te implanteren. In feite gebeurt dat nu al in de medische praktijk. Zo worden automaatjes geïmplanteerd, die bij suikerpatiënten de insuline afgifte reguleren, of pacemakers, die de hartritmes regelen. Het is een kleine moeite om die implantaten te verbinden met een virtueel systeem, dat dan vervolgens meer kan regelen dan hetgeen waarvoor die implantaten bedoeld zijn. Zo zullen er ook hersenimplantaten beschikbaar komen, die gestoorde hersenfuncties, als gevolg van een beroerte of herseninfarct, kunnen overnemen. De volgende stap is dan dat ook meer gecompliceerde stoornissen, zoals Alzheimer, Parkinson of Multiple Sclerose op die manier kunnen worden verholpen. En als laatste niet ondenkbare mogelijkheid kunnen meer mentale hersenfuncties, zoals de gewetens- of wilsfunctie door implantaten worden aangestuurd. Dit is echter zo’n complex proces, dat dit alleen maar zal kunnen als die implantaten met een groot zelflerend systeem zijn verbonden. Voor die mensen is dan de overheersing door KI een feit. En het zou kunnen zijn dat dit zo ‘perfect’ werkt, dat niet alleen zieke mensen, maar ook gezonde mensen op dit soort systemen kunnen worden aangesloten. Het is denkbaar dat daar massaal gebruik van wordt gemaakt. De mensen hebben volgens deze visie immers geen vrije wil, dus als gezien wordt dat de systemen op het eerst gezicht effectiever en succesvoller zijn dan het per definitie beperkte menselijk brein, dan is de ‘keuze’ snel gemaakt. We gaan dan leven in een wereld die overheerst wordt door ‘cyborgs’ (cybernetic organisms): humanoïde robotten, oftewel de posthumane mens, de homo mechanicus.*)
Dit alles zou ook nog kunnen gebeuren via het ‘internet der dingen’. Er worden dan gadgets in je huis of in je auto geplaatst, die behalve datgene doen wat ze moeten doen (thermostaat, zelfsturende auto, enz.) ook opnemen wat er in je huis of in je auto gebeurt. Deze gegevens worden dan weer opgenomen door de zelflerende systemen, die op die manier nog weer meer over je te weten kunnen komen. Vervolgens kunnen vanuit die ‘dingen’ ook weer instructies gestuurd worden naar je hersenen – al zal dat nog vrij lastig zijn als er in je hersenen of elders in je lichaam niet een ‘ontvangsttoestel’ is geplaatst.
Als de mens echter een ‘beest met geest’ is met een vrije wil, dan ligt de zaak wat gecompliceerder. Weliswaar kan ook in dat geval de route van geest via hersenen naar bewustzijn en gedrag geblokkeerd worden door een virtueel systeem, maar dan wordt daar wel bewust voor gekozen. En het is heel wel denkbaar dat een aanzienlijk aantal mensen daar dan niet voor kiest. Zij zien dan willens en wetens af van de voordelen die aansluiting op het virtuele netwerk biedt, omdat ze niet door het netwerk gedomineerd willen worden. Zelfs is het denkbaar dat deze mensen op een bewuste wijze gebruik kunnen maken van KI, terwijl ze zelf meester blijven. Deze mensen zijn dan geen cyborg maar een verbeterde versie van de humane mens: de homo spiritus.**)
Welke kant zal het opgaan, en wat zullen in beide gevallen de consequenties zijn? Daarover in het volgende blog.
*) De term is van Dorien Pessers, Afscheidscollege op de VU, 7 juli 2017, zie De Groene Amsterdammer, 7 september 2017.
**) Yuval Noah Harari gebruikt hier de term: Homo Deus, de mens als scheppende God. Zie zijn boek met die titel, 2017.
mooi artikel, dank je wel.
Dies sind wirklich beeindruckende Impressum Blogging.
Dinge hierr Sie haben einoge anggenehm berührt. Jedee Art und Weise haltfen Wrinting.