Ik ben een alarmist.

Van jongs af aan was ik een pessimist. Als kind wist ik altijd zeker dat het binnenkort ging regenen, ook al gaf het weer(bericht) daar geen aanleiding toe. Dat werd binnen de familie zelfs een ‘running gag’. En later wist ik prettige situaties vaak met mijn sombere stemming of voorgevoelens te versjteren. Maar na mijn veertigste veranderde dat. Mijn vertrouwen in het leven en mijn gevoelens van eigenwaarde namen toe. En tegelijkertijd werd mijn pessimistische grondhouding getransformeerd. Nog steeds ben ik van nature geen optimist, maar ik zou me nu eerder een realist noemen, al blijft het oude imago mij tot op de huidige dag wel aankleven.

Maar. . .

Zoals ik het zie wordt de mensheid in toenemende mate van waarschijnlijkheid door drie grote rampen essentieel bedreigd: een atoomoorlog*), nieuwe (en wellicht nog veel gevaarlijker en ontwrichtender) pandemieën en de klimaatverandering . Het helpt daarbij niet dat onze democratie ook gevaar loopt. Is dat nu pessimisme? Of is dat alleen maar niet mijn kop in het zand steken?

Langzamerhand beginnen heden ten dage onze politici, het bedrijfsleven en het publiek zich van deze scenario’s bewust te worden. Maar de consequenties daarvan lijken nog niet echt tot iedereen door te dringen. Anders zou dat wel zichtbaar worden in een urgentie van strategie en maatregelen waarvan voorshands nog weinig is gebleken. Ook wil men de werkelijkheid nog niet echt onder ogen zien. (Zo worden er nog steeds atoomonderzeeërs gereed gehouden die kruisraketten met atoomkoppen kunnen afvuren, en gaat men nog steeds uit van een klimaatscenario van 1,5 graad temperatuurstijging, terwijl we afstevenen op 4 graden of meer.)

Dat is ook best wel begrijpelijk. Als we de consequenties van deze toekomstbeelden werkelijk tot ons door laten dringen kunnen we al gauw iedere hoop en levensvreugde, en daarmee onze vitaliteit verliezen. Deze denkbeelden werken verlammend. En daar heeft natuurlijk niemand wat aan. We kunnen alleen maar met het bewustzijn van deze doemscenario’s leven als we daarnaast een visie ontwikkelen van een stralende toekomst, die eveneens bereikbaar kan zijn, en waarin een plaats is voor datgene of diegene(n) die groter is(zijn) dan wij. Zij die me de laatste jaren gevolgd hebben weten dat ik dat gedaan heb en daarover heb gepubliceerd.**) Een dergelijke visie stuurt, samen met de doemscenario’s, je handelen en voedt je hoop. Zo houd ik het leven. Het kan me dan niet schelen weggezet te worden als ‘alarmist’. Sterker nog, ik draag dit epitheton met ere en waardigheid en ben er zelfs trots op. Liever een alarmist dan een struisvogel.

Voor niets gaat de zon op

Eén gedachte op “Ik ben een alarmist.

  1. Jan Paul Van Soest

    Je mag daar – helaas – nog een vierde aan toevoegen, de ongekende achteruitgang van biodiversiteit en ecosystemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *