Mag het een onsje minder zijn? (minder, minder, minder)

  • demonisering en scheldpartijen,
  • geloof in complottheorieën,
  • extreme radicalisering,
  • indoctrinatie,
  • polarisatie
  • openlijk en verkapt racisme, nieuwe verzuiling
  • hufterigheid in de omgangsvormen
  • ‘gesprekken’ tussen doven,

de wereld is er niet leuker op geworden de laatste twintig jaar. Of was het vroeger eigenlijk net zo? In elk geval lijkt het tegenwoordig veel zichtbaarder geworden, met name in de (sociale) media en in het onderwijs. Op 1 februari is er een rapport uitgekomen: Twee werelden, twee werkelijkheden (Margalith Kleijwegt, in opdracht van minister Bussenmaker – goed initiatief trouwens), dat de situatie in het onderwijs beschrijft. Daar word je niet vrolijk van. Alle bovengenoemde processen vinden daar in extremis plaats, niet overal natuurlijk, maar toch wel wijdverbreid (met name in het MBO niveau 1, 2 en 3, maar ook wel elders). Veel docenten kunnen die situatie eigenlijk niet goed hanteren, en worden vaak onvoldoende gesteund door hun directies en collega’s. Ook zijn ze vaak niet open naar elkaar toe, omdat ze zich vaak ervoor generen de situatie niet onder controle te hebben.

Vanuit jongeren en werklozen wordt dit proces nog versterkt door de sombere toekomstperspectieven. Dat betreft zowel hun persoonlijke situatie (kans op werk en hun positie in de samenleving), als de samenleving als geheel. Op dit laatste punt kan ik overigens, evenals vele docenten, met hen meevoelen. De toekomst ziet er dreigend uit, en het lijkt niet dat onze leiders daaraan iets willen of kunnen doen.

Als we willen dat het klimaat in onze samenleving verbetert, dan zullen we bij onszelf te rad moeten gaan. In de eerste plaats: kunnen we onze (voor)oordelen, hoe terecht misschien ook, eens onderzoeken en dan even parkeren, zodat we de ander beter kunnen zien en begrijpen. Dat op zich is al een hele opgave, die je hele leven lang kan duren. Vervolgens dienen we ons te realiseren dat we de ander(en) niet kunnen veranderen. Ze kunnen alleen zichzelf veranderen, als ze dat zouden willen. Druk uitoefenen werkt averechts. Jongeren en volwassenen met rotsvaste overtuigingen die er zijn ingehamerd staan niet open voor redelijke argumenten. Die moet je dan ook niet proberen op te dringen. Uit ervaring weet ik dat dat heel moeilijk is, omdat we er emotioneel bij betrokken zijn.

Wat het moeilijk maakt iets aan de verbetering van het sociaal-culturele klimaat in Nederland te doen is dat we opgesloten zitten in onze eigen ethnische of religieuze groep. Hoezo ontzuiling? Nederland kent thans meer zuilen dan ooit, die onderling slechts sporadisch contact hebben. En als dat soms fysiek wel zo is (zoals hier en daar in het onderwijs), dan blijven de groepen gescheiden van elkaar opereren. Soort zoekt soort.

Als we in de gelukkige omstandigheid verkeren dat we ‘onze vijanden’ daadwerkelijk  ‘life’  ontmoeten kunnen we een paar dingen doen: echt luisteren (wat beweegt de ander?), duidelijk onze eigen gevoelens en meningen geven, ZONDER OORDEEL EN ZONDER DIE AAN DE ANDER TE WILLEN OPDRINGEN, en, misschien nog wel het belangrijkste van alles: voorleven wat we ‘prediken’. Ook dat laatste is een levenslange opgave. Wat overigens ook nog wel eens wil helpen is kwaadaardigheid pareren met humor, zoals minister Asscher heeft gedaan (zie zijn facebookpagina). Dan blijkt het soms niet eens kwaadaardigheid.

En verder mogen we ons gelukkig prijzen dat in onze samenleving geweld van binnenuit nog weinig plaats vindt. En dat er nog steeds veel vriendelijkheid is. Laten we bidden dat dat zo blijft, en intussen door ons eigen gedrag daartoe bijdragen. Dat valt niet altijd mee, maar vaak lukt dat. Dan zijn er kleine en grote wondertjes mogelijk.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *