MEER, MEER, MEER. . . SCHULDEN *)

Het schijnt dat ik me vergist heb. Ik heb voorspeld dat de volgende economische crisis dit jaar jaar zou plaats vinden, maar deskundigen voorspellen die pas voor volgend jaar. Wie weet vergissen zij zich niet, dat zou zo maar kunnen.

We weten het nog allemaal: in 2008 was de gemiddelde hypotheekschuld in Nederland veel te hoog. Na de crisis kwamen veel huishoudens ‘onder water’ te staan: de woning werd minder waard dan de hypotheekschuld. Dat leidde tot een stagnatie op de huizenmarkt, verdere waarde dalingen van de woningen, veel persoonlijk leed en uiteindelijk een trager herstel van de economie. Het leidde er ook toe dat de overheid eindelijk omging: eindelijk werd er iets gedaan aan verlaging van de hypotheekrente aftrek, nadat hiervoor jarenlang gepleit was door economen van velerlei politieke signatuur (en door de linkse politieke partijen). Maar wel mondjesmaat: aanvankelijk met 0,5 % per jaar, maar vanaf 2020 met 3 % per jaar, tot de maximale aftrek van 37,05 % is bereikt. (Let op die 0,05 % – we moeten wel precies blijven!). Allen voor de hoogste belastingschijf, dat dan weer wel – diegene met een lager belastingtarief mogen zich nog steeds in de schulden bijven steken.

So far so good. Maar wat schetst mijn verbazing als ik zie dat meneer Blok ( u kent hem wel: van buitenlandse, lees economische zaken) in China blijkt te pleiten voor het aantrekken van Chinees kapitaal – voor de hypotheekmarkt. En als ik de regering zie pleiten bij de pensioenfondsen en buitenlandse investeringsfondsen voor meer investeringen – in de hypotheekmarkt. Ze wilde daar zelfs een speciale Nationale Hypotheek Instelling voor oprichten, maar daar stak de EU een stokje voor (verboden staatssteun). Het hoeft dus niet te verbazen dat de totale hypotheekschuld thans is opgelopen tot 702 miljard euro, dat is 136 miljard meer dan in 2008, en ruim 90 miljard meer dan in 2009. Zo is met effect bevorderd dat de volgende crisis in Nederland weer dieper zal zijn dan elders.

Nu kunnen die cijfers mij eigenlijk niet veel schelen, en ik ben ook geen voorstander van economische groei. Maar wat dit verhaal volgens mij illustreert, is de volstrekte ongerijmdheid van het overheidsbeleid. En dat intrigeert me. Hoe kan het zijn dat bestuurders, die toch in het algemeen niet volslagen achterlijk zijn, willens en wetens maatregelen poneren die ronduit strijdig zijn met hun eigen beleidsdoelstellingen. (Er zijn hiervan wel meer voorbeelden te bedenken, maar dat voert voor dit blog te ver. Wellicht later daarover meer) Er zijn wel psychologische verklaringen hiervoor . . . maar die bevredigen mij niet. As u het antwoord weet, houd ik me aanbevolen.

*) Met dank aan Karin Kuijpers, Thomas Muntz en Tim Staal, in De Groene Amsterdammer van 28-2-2019

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *