Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen
Panta rhei – alles stroomt. (Plato, naar Heraclitus; en vele anderen)
Tot ongeveer 1930 werd het heelal gezien als een statisch geheel. Weliswaar weten we natuurlijk al heel lang dat hemellichamen bewegen, maar het heelal werd dan gezien als een soort gigantisch uurwerk (wellicht een keer geconstrueerd en op gang gebracht door een schepper), en dat uurwerk zelf was niet veranderlijk. Zelfs de relativiteitstheorieën van Einstein brachten in dat beeld geen wijziging, al legden deze wel de fundamenten voor de oerknal theorie, die later (1931) door Lemaître werd gepubliceerd. Hij poneerde tevens dat het heelal sindsdien steeds uitdijt. Zijn hypothesen zijn later empirisch bevestigd, met name door de ontdekking en waarneming van de kosmische achtergrondstraling, de nagloed van de oerknal.*)
Dit maakt het mogelijk de ontwikkeling van het heelal te zien als een evolutie, analoog aan zoals we het leven op aarde als een evolutie kunnen zien. Er is een parallel tussen de ontwikkeling van de evolutie van het heelal en de ontwikkeling van het leven op aarde. De atmosferische condities op aarde hebben zich ontwikkeld binnen een nauwe bandbreedte wat temperatuur, zuurstofgehalte, en externe gevaren betreft, zodat de ontwikkeling van leven mogelijk werd.**) Toeval? Evenzo hebben de condities in het heelal de ontwikkkeling van sterren en planeten mogelijk gemaakt; met name de variaties in de achtergrondstraling. Citaat:
Als de variaties in de achtergrondstraling bijvoorbeeld ietwat kleiner waren geweest, waren ze te zwak opdat er sterren en sterrenstelsels uit zouden kunnen ontstaan. Als ze daarentegen een tienduizendste van een graad groter waren geweest, dan zou er uit de hete oersoep een heelal met uitsluitend enorme zwarte gaten zijn voortgekomen. Beide scenario’s leiden tot een steriel heelal zonder biologische complexiteit. Een ander voorbeeld van het ‘biofiele’ karakter van ons heelal betreft de vorming van koolstof in sterren, wat berust op een bijzonder delicate verhouding van de elektromagnetische tot de nucleaire krachten. Ook de samenstelling van het heelal, het aantal dimensies en zelfs de initiële graad van expansie wijzen er allemaal op dat we ons in een merkwaardig biofiele kosmos bevinden. Het is alsof de natuurwetten en de oerknal ontworpen zijn, opdat er miljarden jaren later complexe fysische, chemische en biologische structuren zouden ontstaan. (Thomas Hertog,*)
Dit alles roep natuurlijk de vraag op naar de oorsprong van het heelal zoals wij dat kennen. Is er een schepper? En zo ja, wat zou dan de aard daarvan zijn? Daarover een van de volgende keren meer.
*) Een bijzonder heldere beschrijving van de ontwikkeling van de wetenschappelijke theorieën over het heelal vindt u op https://www.kuleuven.be/emeritiforum/em/Forumgesprekken/2013-2014/240414/lessenxxi2014hertog.pdf
**) Een overzicht van de condities waardoor de ontwikkeling van leven op aarde mogelijk werd vindt u op: https://www.nationalgeographic.nl/6-dingen-die-het-leven-op-aarde-mogelijk-maken