We zitten nu in de adventstijd. Advent komt van adventus: de komst. De komst van wie of wat? Van Kerstmis, van Jezus, van vrede?
Ik ben niet godsdienstig maar het bijbelverhaal bevat voor mij wonderschone, inspirerende metaforen; zowel van het goede als van het kwade. Bij Kerstmis denk ik dan aan drie symbolen: geboorte, licht en doop. Maar voor ik daar op inga, eerst iets over de adventstijd. De tijd van de donkere dagen voor Kerstmis. Een tijd van duisternis. Duisternis wordt vaak gezien al iets negatiefs, de afwezigheid van licht, een tijd van somberheid en een tijd van het kwaad. Maar het is ook een tijd van inkeer, bezinning. Om met The Essene Book of Days te spreken: Outer darkness calls for nourishment within.
Zo heb ik me dezer dagen eens bezonnen op wat voor mij de betekenis van Kerstmis is. En dan komen er drie begrippen naar boven: licht, geboorte en doop. Over elk van die begrippen een enkel woord.
Natuurlijk is kerstmis in de eerste plaats een feest van de terugkeer van het licht. Het is in die zin een voortzetting van de oude, voor-christelijke, tradities van de midwinterfeesten. Het lengen van de dagen staat dan voor levenskracht: The seed stirs in the earth. In die zin is Kerstmis voor mij een feest van vertrouwen: het leven overwint altijd! Het gras breekt zelfs door het asfalt, of het plaveisel.
Dan heeft de christelijke traditie kerstmis gemaakt tot het feest van de geboorte van Jezus. Dat is opmerkelijk, want Jezus is vrijkwel zeker niet in de winter geboren (dan zijn er immers geen herders in het veld!). Waarschijnlijk is hij bovendien niet in Bethlehem geboren maar in Nazareth. Het geboorteverhaal zoals wij dat kennen is later toegevoegd, zoals dat vaak bij uitzonderlijke personen gebeurt. Het thema van de geboorte onderstreept dan de betekenis van deze persoon. Voor mij staat geboorte voor een nieuw begin, en voor een beloftevolle toekomst. In deze tijd, waarin de toekomst van het leven op deze planeet op het spel staat, is dat voor mij een hoopvolle boodschap.
Maat het Kerstverhaal eindigt wat mij betreft niet ten tijde van de geboorte van Jezus. Als Jezus geboren wordt is hij nog niet meer dan een gewoon mensenkind, met weliswaar een groot talent voor contact met de bovenwereld, maar die gevoeligheid moet dan nog ontwikkeld worden. Op twaalfjarige leeftijd blijkt hij daarbij zover gevorderd te zijn (zijn bezoek en achterblijven in de tempel), dat we kunnen speken van een mysticus en een profeet. Hij raakt dan achttien jaren buiten beeld, om ten slotte op zijn dertigste gedoopt te worden door Johannes de Doper. Dan daalt de heilige geest (de Christus geest) in hem neer, en kun je zeggen dat hij volledige verlichting bereikt. Dit feit wordt in de Kerk gevierd op 6 januari (epifanie, verschijning), en daar pas eindigt wat mij betreft het kerstverhaal. (Het verhaal gaat verder, maar dat is meer iets voor Pasen) Zoals Jezus ons leert is contact met het hogere, de onzichtbare wereld, iets wat alle mensen kunnen bereiken. Het is juist aan dat contact dat het in deze wereld ontbreekt, en dat mijns inziens tot rampzalige gevolgen leidt. Kerstmis leert ons echter dat dit niet noodzakelijkerwijs zo hoeft te zijn. Dan is misschien de echte vrede op aarde mogelijk, en vinden we een uitweg uit onze impasse.
In verband met kerstmis volgende week geen blog.