De klimaat crisis bestaat niet, de pandemie is geen probleem (een soort griepje), en ik heb de verkiezingen gewonnen. Zie daar een paar van de meest opvallende leugens van de (gaande?) president van Amerika. Maar hij heeft er in zijn ambstermijn duizenden meer gedebiteerd (22.000 volgens de Washington Post). Toch vertoonden de verkiezingen in de VS geen ‘landslide’. Hoe kon dat? Er zijn veel verschillende analyses over verschenen – ik pik de belangrijkste conclusies daar uit (met dank aan o.a. Coen Nij Bijvank en Eelco Bosch van Rosenthal (Nieuwsuur).
In de eerste plaats was Trump een van de meest effectieve presidenten sinds F.D. Roosevelt. Ik noem even op: Hij heeft een nieuw (trouwens vrijwel ongewijzigd) handelsakkoord gesloten met Canada en Mexico, hij kreeg voor elkaar dat de Nato-landen meer gingen betalen, hij heeft de invoerrechten op sommige producten uit China en Europa verhoogd, hij heeft voorkomen dat ASML zijn machine aan China verkocht (de zaak hangt nog, maar de desbetreffende machine is intussen aan een ander land geleverd), hij heeft nieuwe boringen in natuurgebieden toegestaan (en gaat dat de komende weken op grote schaal opnieuw doen), hij heeft op ruime schaal vergunningen verstrekt voor nieuwe oliewinning uit schalie structuren, hij heeft de belastingen drastisch verlaagd (waarvan met name rijken, welgestelden en het grote bedrijfsleven profiteerden), hij heeft honderden milieuregels teruggedraaid (tot groot genoegen van direct belanghebbenden), hij is uit een aantal internationale verdragen gestapt, of heeft de bijdrage daaraan verlaagd, hij heeft een hard en redelijk succesvol beleid gevoerd tegenover migranten, hij heeft honderden rechters benoemd, onder wie drie in het hooggerechtshof, en de economie stond er voor de Coronacrisis goed voor (de verbetering was overigens al onder Obama begonnen). Dus de eerste reden waarom zoveel mensen op Trump hebben gestemd is omdat ze van zijn bewind voordeel hadden, of dat althans dachten (soms terecht, soms ten onrechte). Voor dezen was het dus een rationele beslissing.
Een tweede reden waarom zoveel mensen op Trump hebben gestemd was dat er een overeenkomst bestaat tussen het denksysteem van het populisme en denkwijzen binnen dogmatische en fundamentalistische godsdiensten (evangelische christenen, pinksterbeweging, orthodoxe protestanten, enz.). In beide gevallen gaat het om een gesloten denksysteem, dat weinig openheid biedt voor alternatieve denkbeelden, en waarin sterk gedacht wordt in termen van goed/fout, zwart/wit en wij/zij. Mensen die hun hele leven getraind zijn in dergelijke denksystemen, kunnen niet op een andere, meer flexibele manier denken en redeneren. Bovendien verschaft dit denksysteem veiligheid: het maakt de wereld overzichtelijk (terwijl die eigenlijk complex is), het creëert een gemeenschap van gelijkgezinden, en geeft de voldoening aan de goede kant te staan en de waarheid in pacht te hebben. In de VS is het aandeel van deze Christenen in de bevolking naar bekend zeer groot; zij zijn daardoor ontvankelijk voor de manier van denken van de Trump en de ultra-rechtse Republikeinen. Zij herkennen hun eigen manier van denken in dat van de populisten – dat geeft vertrouwen. Omgekeerd schrikt het meer complexe wereldbeeld van links-progressief hen af. (Daar komt nog bij dat vanuit die hoek vaak enigszins op hen neer gekeken wordt. Ook al wordt dat niet expliciet gezegd, toch klinkt het vaak mee in de toon van de linkse elite. Denk aan het beruchte ‘deplorables’ van Hillary Clinton).
Er is nog een meer fundamentele reden waarom het Trumpisme nog niet echt verslagen is – maar daarover een volgende keer.