Onwetendheid is de moeder der hoogmoed. (Erasmus)
U kent waarschijnlijk wel de mythe van Icarus. Die de raad van zijn vader in de wind sloeg, en met zijn in was gezette vleugels te hoog naar de zon vliegt, zodat de was smelt en hij te pletter stort (zie Wikipedia). In de oudheid was dit een populaire mythe die hoogmoed (hubris) aan de kaak stelde.
Maar u kent waarschijnlijk niet de organisatie van die naam: International Cooperation for Animal Research Using Space, afgekort ICARUS. Een organisatie die zich bezig houdt met het onderzoeken van ecosystemen (via minieme cameratjes), met het doel die ecosystemen voor ons te laten werken. Ik ben enigszins bijgelovig, dus ik zou een organisatie die zich dit ten doel stelt nooit zo noemen. Het is de goden verzoeken. Er wordt van vele kanten gewaarschuwd voor het knutselen aan ecosystemen, omdat alle technische ingrepen die we ooit hebben gedaan altijd naast de positieve ook negatieve gevolgen blijken te hebben. Dat geldt in het bijzonder voor ingrepen in de natuur. Hoogmoed komt voor de val! We kunnen de klimaat catastrofe echt niet op deze schijnbaar gemakkelijke manier oplossen – daarvoor is toch echt een bewustzijnsomslag nodig. Maar die is niet te bereiken als we niet bereid zijn er iets (misschien zelfs wel veel) voor op te geven en geestelijk risico te nemen.
Er zijn ook hedendaagse Icarussen in ons midden. Trump is misschien nog wel het opvallendste voorbeeld. En met hem stijgen ook de cryptomunten Bitcoin en Doge tot astronomische hoogten. Ik ontleen mijn hoop echter aan het feit dat we leven in een wereld van tegenstellingen. Alles wat stijgt daalt ook weer, hetzij geleidelijk hetzij door een val, of het nu Elon Musk is, Hitler, Assad of de tulpenmanie. Het is bij mijn weten nog nooit vertoond dat iets of iemand die tot grote hoogte stijgen niet ook weer neerdalen op de aarde. We weten echter niet van te voren wanneer en op welke wijze. Dat daarbij grote schade kan optreden is wel waarschijnlijk, maar uiteindelijk ontstaat er wel weer een balans, voor zolang als het duurt. Ik zal het wellicht niet meer meemaken, maar mijn kinderen of kleinkinderen misschien wel.