De Nederlandse politiek maakt zich erg druk over de noodzaak tot belastingherziening. Een vereenvoudiging en verlaging van de inkomstenbelasting zou de economie stimuleren. Dat moet natuurlijk juist niet gebeuren, maar ik kan wel enkele andere voordelen van belastingherziening zien, niet de minste waarvan is dat het zou kunnen bijdragen tot de grote kentering, waarover ik eerder heb gesproken (zie het voor-vorige blog).
Men zegt dat er voor een belastingherziening geld nodig is, en daaraan zou het nu juist ontbreken. Dat zou niet zo zijn, als we niet zouden besluiten tot belastingverlaging maar tot verhoging, tegelijkertijd met een verschuiving van de directe naar de indirecte belastingen. Het effect daarvan op de economie zou waarschijnlijk neutraal zijn, omdat het zou leiden tot een verschuiving van bestedingen van de particuliere sector naar de overheidssector. Hier een aantal suggesties.
Eerstens zou men de symbiotische relatie kunnen verbreken tussen politici, ambtenaren en ict-bedrijven, die er voor zorgt dat vrijwel alle ict projecten bij de overheid mislukken of veel duurder uitpakken dan begroot. Dat zou € 5 miljard kunnen opleveren. De reactie van minister Blok op het onlangs uitgebrachte rapport-Elias laat echter zien dat dit niet zal gebeuren – het rapport dringt er ook trouwens niet op aan.
De directe of verkapte subsidies op fossiele brandstoffen zouden met onmiddellijke ingang kunnen worden afgeschaft, hetgeen eveneens € 5 miljard kan opleveren. Het geld dat dit oplevert zou kunnen worden geïnvesteerd in de ontwikkkeling van duurzame energiebronnen. Het zou er toe kunnen bijdragen dat we onze achterstand in het gebruik van duurzame energie zouden kunnen inlopen (In Europa komt 15 % van de energie uit duurzame bronnen – in Nederland is dit nog geen 5 %; NRC/Handelsblad van 19 februari).
Een geleidelijke totale afschaffing van de hypotheekrenteaftrek levert € 10 miljard op (prof. Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus-universiteit, in P+, jaargang 13, nummer 3).
Een veel radicalere ingreep zou zijn een substantiële belasting op grondstoffen en fossiele energie in te voeren. Dat kan, afhankelijk van hoe ver men durft te gaan, miljarden opleveren. Dat zou leiden tot een verhoging van de indirecte belastingdruk, en daar durven maar weinig politici voor te pleiten. Begrijpelijk als we denken aan alle ’tea parties’ uit heden en verleden.
Een verhoging van het btw tarief tot 25 % zou, samen met de afschaffing van het 6 % tarief € 25 miljard opveren (Prof. Kavelaars).
Afschaffing van alle toeslagen en aftrekposten, behalve de huursubsidie en de zorgtoeslag (omdat die voorzien in centrale levensbehoeften), levert natuurlijk ook een aanzienlijk bedrag op (prof. Arnoud Boot op BNR nieuwsradio, 10/9/2014).
Er zijn nog wel meer bronnen van geld (een verhoging van de vermogensbelasting op topvermogens bijvoorbeeld, of een reële belastingdruk voor multinationals, of het annuleren van de aanschaf van de langzamerhand onbruikbaar wordende Joint Strike Fighter, terwijl een vereenvoudiging van het belastingstelsel op den duur ook nog geld zou opleveren) maar hier laat ik het maar bij. Wat zouden de economische effecten zijn van een dergelijk radicale ingreep? Je hoeft geen econoom te zijn om dat te kunnen bedenken, een beetje gezond verstand volstaat.
Het zou de ontwikkeling van een circulaire economie bevorderen, en zodoende bijdrage tot het reduceren van de klimaatproblematiek. Het zou de balans tussen consumptie en de investering in ‘commons’ (collectieve goederen) verschuiven ten gunste van het laatste. En het zou de positie van de overheid versterken, en als zodanig een belangrijk tegengif zijn tegen de mogelijkheid van een financiële en maatschappelijke ontwrichting.
Maar de zojuist voorgestelde maatregelen zullen, ook al zou het gepaard kunnen gaan met een substantiële verlaging van de inkomstenbelasting, op aanzienlijke weerstand stuiten, zowel bij belanghebbenden als bij de bevolking in het algemeen. Daarom kan een dergelijke belastingherziening alleen maar worden gerealiseerd, als het ingekaderd is in een inspirerende toekomstvisie. Mensen willen, zo geloof ik, best (veel) belasting betalen, als het hen maar duidelijk wordt dat ze er veel voor terug krijgen. Weerstand tegen belasting betalen vindt zijn oorzaak – behalve in ideologie – in een gevoel dat de overheid niet levert in verhouding tot onze bijdrage.
Aan ons de taak om gezamenlijk die toekomstvisie te ontwikkelen en uit te dragen, zodat er draagvlak ontstaat voor een wezenlijke transitie naar een waardige samenleving. Wie weet zullen er dan enkele politici opstaan die de kracht, de wijsheid en de moed hebben om dergelijke ingrepen te bepleiten.