Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.
Niemand is ooit arm geworden door te geven (Anne Frank).
We gaan door met deze serie blogs alsof er niets aan de hand is; verkiezingen en zo. (De ‘klimaatpartijen’ hebben tezamen 37 zetels behaald, 25 %. Commentaar overbodig).
Een tweede manier om de bewustzijnsrevolutie te kenschetsen die nodig is om als mensheid de klimaatontwrichting te overleven laat zich omschrijven als een beweging van overleven naar samen-leven, of meeleven. (de eerste manier vindt u in mijn vorige blog)
Voor bijna alle mensen is 90 % van ons denken, handelen en spreken op meer of minder subtiele wijze gericht op ons eigenbelang. Dat is volstrekt begrijpelijk voor hen die in kommervolle omstandigheden leven, maar dat is voor de meerderheid van de mensen in het Westen niet het geval. (Moeite hebben om rond te komen bij een hoge hypotheek of een onverantwoord uitgavenpatroon reken ik niet tot kommervolle omstandigheden). Het loont de moeite om eens bij onszelf na te gaan hoeveel van onze communicatie en ons handelen gericht is op hoe we daar beter van worden. Ik heb dat bij mezelf eens geanalyseerd, en ik schrok daarvan. Ik noem deze manier van leven de overlevingsmodus. Die is diep in ons wezen ingesleten, deels een gevolg van de evolutie, deels een uitvloeisel van onze cultuur: survival of the fittest, struggle for life. Je kunt bij kleine kinderen zien hoe die overlevingsmodus ons natuurlijk is aangeboren: zij zijn voornamelijk bezig met het bevredigen van hun eigen behoeften. Ook kun je bij hen deze overlevingsmodus zien in de vorm van een natuurlijk narcisme: verrukking over hun eigen lijfje of delen daarvan, of hun eigen spiegelbeeld. Deze survival modus blijft een belangrijke rol spelen als we volwassen worden, al neemt het daar natuurlijk een andere, vaak verkapte, vorm aan. Omdat de overlevingsmodus een natuurlijke eigenschap is past het niet daar een moreel oordeel aan te verbinden.
Er leeft in ons ook een andere modus: dat is de behoefte aan samenwerking, aan altruïsme, aan zorgen voor een ander, meeleven, liefde geven. Ik omschrijf die modus met het woord samen(-)leven. Ook deze modus is geworteld in onze biologische en culturele ‘make-up’. En ook deze modus kun je bij kleine kinderen (vaak iets ouder) waarnemen: het willen geven van een kusje, of een tekening, of de ouder een plezier willen doen. We hebben, als we zijn opgegroeid, het vermogen om in onze communicatie en in ons handelen tussen beide modi te kiezen; een van deze modi tot onze overheersende stijl van leven te maken.
In onze samenleving overheerst op alle niveau’s de overlevingsmodus verre (hoewel we bij de pandemie ook de andere kant naar voren hebben zien komen). De bewustzijnstransformatie die we nodig hebben is een overgang van het individuele overleven naar samenleven. Van egocentrisch naar ecocentrisch. Het kan je dan schelen hoe het met de ander(en) en met de natuur gaat. Caroline Myss verwoordt het heel mooi: de overgang van the love for power naar the power of love. We onderschatten vaak hoe groot de kracht en de macht is van onze liefde. Nog anders geformuleerd: het gaat om de overgang van gericht zijn op krijgen (wat levert het me op?) naar gericht zijn op geven. Geven brengt je dichter bij het Licht en maakt je sterker.
Krijgen levert bevrediging, voldaanheid op; geven voldoening en innerlijke vrede. (Terzijde: We dienen er dan wel voor te waken dat we de ander niet afhankelijk maken van onze gift. Het gaat er juist om dat hij of zij sterker wordt – niet zwakker. Het is van belang dat hij/zij ook de kans krijgt/pakt om te geven.)
Anders dan bij de bewustzijnstransformatie in het vorige blog, die we konden bevorderen door gerichte aandacht, gaat het in dit geval om een radicale keuze – radicaal, want niet beperkt tot een enkel terrein. Kiezen we voor omschakelen naar een samenlevingsmodus, of blijven we in onze overlevingsmodus steken? Vanuit het klimaatprobleem bezien mag ik toch hopen dat een groot deel van de mensheid kiest voor het eerste. Anders ziet het er voor onze wereld somber uit.
Volgende week onderzoeken we de vijfde dimensie.