. . . het werd al lichter, alle duisters braken
en ik zag liefde als de levenswet.
Henriette Roland Holst-van der Schalk (1869-1952)
Twee weken geleden besprak ik de universele kosmische wet: de wet van Eenheid. Deze week komt een tweede belangrijke wet aan de orde: de wet van Leven. Die luidt dat alle leven in de kosmos zich voltrekt in drie fasen: groeien, bloeien en vrucht dragen. Bloeien en vrucht in letterlijke of symbolische zin: het tot volledige ontwikkeling komen en als organisme zijn specifieke bijdrage leveren aan de omgeving/wereld.
Voor de meest eenvoudige organismen is dit proces volledig afhankelijk van de omgevingscondities. Hoe complexer het organisme echter wordt, hoe meer het zelf tot die condities kan bijdragen. Voor de mens, als een van de meest complexe organismen, gaat dat zover dat het zelf tot op grote hoogte zijn groeiconditie kan bepalen. Daarbij speelt zijn bewustzijn, met name zijn keuzevrijheid een rol: een mens kan invloed uitoefenen op de bijdrage die hij levert. Daarbij komt het er op aan dat hij uitvindt wat zijn unieke bijdrage kan zijn. Het is zijn bestemming die unieke bijdrage te leveren; dat is in feite de concrete manifestatie van zijn vermogen tot liefhebben, zijn creatieve aandeel in de schepping. Als hij daarentegen probeert een andere bijdrage te leveren en daarmee het voortbrengen van zijn unieke vrucht belemmert, dan handelt hij tegen de levenswet in, met alle nadelige gevolgen voor hemzelf en de wereld. Dat is verspilling van energie; dat noemen we zonde. Zonde is dus de tegenpool van liefde en creativiteit. Als je probeert een goede dokter te worden, terwijl je eigenlijke talent en bestemming ligt bij architect, schrijver of loodgieter, dan komt daar als regel weinig van terecht.
Sommige mensen vinden hun eigen bestemming vanzelf, op natuurlijke wijze, zonder er enige moeite voor te hoeven doen, en leiden zo een vervuld en bevredigend leven. Maar vele anderen kost het meer moeite. Voor hen gaat het er om hun stukje te vinden van de planetaire puzzel, of in andere woorden, hun levensopdracht. Ik heb daarover uitvoerig geschreven in mijn blogs van 23 juli 2015, 16 juli 2020 en 25 februari 2021, alle op deze website te vinden; dus ik wou het daar nu maar bij laten.*) Laat ik besluiten met mijn overtuiging dat als een groot deel van de mensheid, zeg ten minste 30 %, er in slaagt hun unieke bijdrage te vinden en te geven, het met de mensheid nog goed kan aflopen ondanks het gevaar waarin we ons bevinden.
*) Ik heb hierover ook al veel eerder uitvoerig geschreven in mijn boeken: Spiritueel Leiderschap, 2008, pag. 246-249, en Op weg naar jezelf. . . een pelgrimsreis in zeven etappes, 2015, pag. 58-78.