Tag archieven: schoonheid

Zie de gele bladeren vallen. . .

Ineens herkende ik de geur – een geur uit mijn jeugd, als we met een schoolreisje in de herfst naar het mastbos in Breda gingen, om materiaal te verzamelen voor de herfsttafel in de klas. In het bos:een geur van ratte bladeren en paddestoelen, met daaronder de geur van naaldbomen. Nostalgie. Ik ervoer het op de ’s Gravelandse buitenplaatsen. In dit blog moet je de geur er bij denken, evenals het herfstliedje, dat we zongen op school en dat ik helaas niet op You Tube kon vinden:

Zie de gele bladeren vallen;
met de zomer is het gedaan.
Het gehuil van wind en regen
kondigt ons de winter aan.

Verder is dit een blog van beelden. Beauty is in the eye of the beholder. . .

Waarom het heelal geschapen is.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Beauty lies in the eyes of the beholder.

Een roosvenster in de Notre-Dame van Parijs. In de gotische bouwkunst werd licht beschouwd als de ultieme vorm van schoonheid.

Waarom zou het heelal geschapen zijn als alles uiteindelijk weer vergaat? Een eerste antwoord op die vraag is: schoonheid. Met het heelal wordt schoonheid geschapen. Maar wacht even, is dat zo? Is schoonheid wel een eigenschap van iets materieels? Of bestaat het alleen maar bij de gratie van de waarnemer? Is het een interactie tussen een voorwerp (hoe klein of hoe groot ook) en het bewustzijn van de persoon die het waarneemt? Persoonlijk geloof ik het laatste, ook al geloof ik tegelijkertijd dat schoonheid een absolute kwaliteit of waarde is; een van de grondslagen van de schepping. Geen schoonheid zonder bewustzijn!

Ha! Een bruggetje voor een tweede reden voor de schepping van het heelal. Met het scheppen van het heelal worden ook condities geschapen voor de manifestatie van het bewustzijn. Het kan heel wel zijn dat er al bewustzijn (geest) is voordat de kosmos is geschapen, maar dat was waarschijnlijk niet gekoppeld aan een materiële manifestatie. Je zou dus ook kunnen zeggen, niet gekoppeld aan ervaring zoals wij dat kennen. Door de schepping van het heelal krijgt ook het bewustzijn een heel specifieke vorm, als je dat tenminste zeggen kan van zoiets niet-materieels als een geestelijk proces. Het bewustzijn krijgt een nieuwe inhoud: beleving, en de mogelijkheid zich uit te drukken in een materiële context: communicatie, creatie.

Het is waarschijnlijk dat met het vergaan van alles wat materieel geschapen is het daarbij geschapen bewustzijn niet verloren gaat. (De wetenschap, in het bijzonder de natuurkunde en de astronomie, zegt hier voor zover ik weet niets over.) Daarmee is een doel van de schepping, in het bijzonder de evolutie, duidelijk geworden: het scheppen van nieuwe dimensies en mogelijkheden voor het bewustzijn. Dit is ook het gezichtspunt van Teilhard de Chardin, opgeschreven in Het Verschijnsel Mens (vertaling uit 1958). Het zou ook zo kunnen zijn dat de schepper zelf precies om deze reden de kosmos geschapen heeft. De schepper heeft weet van alle kwaliteiten van het bestaan, maar weten is iets anders dan beleven. De schepper mag dan weten wat liefde is, misschien zelf liefde zijn, en weten wat het kwade is, misschien zelfs zelf het kwaad zijn (Jes.45:7), maar daarmee heb je het nog niet ervaren. Derhalve heeft de schepper wezens geschapen, om middels hen die ervaring op te doen. Dat is in elk geval wat God(?) zelf zegt. (Neale Donald Walsch, Conversations with God, Book I, 1995).

Dit is nu al het derde blog dat op de schepper uitloopt. Tijd om hier eens iets naders over te zeggen. Maar dat moet wachten tot de volgende keer.

Onstuitbaar lijkt het. . .

Een paar weken geleden (op 18 augustus) heb ik een blog geschreven over hoe we geteisterd kunnen worden door negatieve zelfbeelden, en over wat we daaraan kunnen doen. Daarbij heb ik laten zien dat het transformatieproces van die zelfbeelden ondersteund kan worden door het dichten van haiku’s.

In mijn laatste blog heb ik laten zien dat we nog veel meer gekweld kunnen worden door negatieve beleden over de toekomst van onze wereld, en hoe de daaruit voortkomende angst meedogenloos geëxploiteerd kan worden door populistische volksmenners. Daarom is het van belang dat we ook die beelden kunnen transformeren. En opnieuw: het helpt niet om onze sombere toekomstverwachtingen weg te drukken. Die verwachtingen zijn realistisch, getuige bijvoorbeeld ook een artikel in De Groene Amsterdammer van vorige week (“Klimaatdepressie onder wetenschappers”). Het heeft nooit zin om dan maar weg te kijken. Van het ontkennen van de realiteit is nog nooit iemand beter geworden. (zie ‘De kunst van het moedige leven’ in De Aarde heeft koorts, ons boek uit 2008).

bijbel14Maar als we ons zouden beperken tot deze sombere toekomstbeelden slaat de schrik ons om het hart. Dat kan verlammend werken. Dus zullen we naast deze beelden aandacht moeten geven aan andere denkbeelden, die ook realistisch zijn, en die ergens in ons bewustzijn klaar liggen. En opnieuw kan het helpen, als we die denkbeelden hebben gevonden, ze te versterken met behulp van haiku’s (Over haiku’s: zie mijn blog van 18 augustus). Ik geef weer enkele voorbeelden:

  • Pure destructie
  • bedreigt onze wereld, maar
  • schoonheid is eeuwig

 

  • Regenwoud verbrand:
  • vele dieren gestorven.
  • Ooit komt het terug.

 

  • Onstuitbaar lijkt het:
  • klimaatveranderingen
  • Toch spreek ik me uit.

 

Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Als de haiku’s niet helpen is het in elk geval leuk om ze te maken. Veel plezier!

 

 

Het feest van het Licht.

Ik had u een vrolijk blog beloofd voor de Kerst. Maar wat is vrolijk? Denken we daarbij aan oppervlakkig plezier en entertainment, of mikken we op de diepe vreugde van het Licht?

Kerstmis schijnt het feest te zijn van de terugkeer (of, in Christelijke termen: de komst) van het licht, maar wat is licht? In de oude natuurgodsdiensten werd altijd het zonnewendefeest gevierd, in onze streken het Joelfeest. Daarbij lag het accent op de terugkeer van de zon (fysiek licht). Maar geen zonnewendefeest zonder  aandacht voor de duisternis. Niet het negatieve beeld van  duisternis dat heden ten dage domineert, maar het beeld van de vruchtbare duisternis, waarin onze intuïtieve en creative krachten zich bevinden. ‘Het zaad roert zich in de aarde’, zoals het Essene Book of Days het poëtisch omschrijft. Dus ook het oude Joelfeest bevatte al een mystieke component.

Tegenwoordig schrijven we aan het licht zelf ook allerlei mystieke eigenschappen toe. Dit zogenaamde Grote Licht openbaart zich in de ‘kleine’ lichten, de plekken waar en de momenten waarin het leven ‘licht’ is: ‘de lente, mimosa, de merel, Mozart, de liefde, de wijn, het oog van vrienden, de dans.’ *) En in de vrijmetselarij zeggen we : in wijsheid, kracht en schoonheid.

images

Maar wat ìs dan dat Grote of Heldere Licht? Voor pseudo-Dyonysius was het de godheid zelf, maar binnen de Christelijke theologie is het meer een kracht die van God uitgaat: ‘het leven was het licht der mensen’ (Joh. 1:5) en ‘Ik ben het licht der wereld’ (Jezus in Joh. 8:12) en natuurlijk Genesis: ‘Daar zij licht!’ (al kan dat als natuurlijk licht geïnterpreteerd worden). In het boeddhisme, wordt het Licht daarentegen niet aan een Godheid verbonden.

Mensen die een bijna doods ervaring (BDE) hebben doorgemaakt rapporteren dat zij dit Licht daadwerkelijk ervaren hebben. De grote vraag is echter of we dat Licht al gewoon hier en nu kunnen ervaren, bij leven en welzijn. Zij die een BDE hebben doorgemaakt beweren over het algemeen stellig van wel, en ook het Boeddhisme en het Hindoeïsme stellen dat je al hier op aarde samadhi, het nirwana dan wel satori kan bereiken. Er zijn echter maar weinig mensen die dit is gegeven. Zelf ben ik nooit verder gekomen dan een diepe eenheidsbeleving, prachtig en ontroerend, maar geen directe ervaring van licht (die ik overigens wel heb gehad tijden een geleide meditatie – maar dat kan ook een illusie zijn geweest).

Daarom denk dat ik zelf en de meesten van ons het zullen moeten doen met de kleine lichten, waarvan hierboven sprake was. Maar klein hoeft niet te betekenen: gering. Zij vormen de vreugdevolle lichtheid van het bestaan. Mijn kerstwens voor u: een vrolijk en licht kerstfeest!

 

*) Uit: Han Fortmann, Oosterse Renaissance, waarop dit blog is geïnspireerd.

 

Schoonheid overwint alles.

In mijn blog van drie november zei ik dat een van de dingen die we kunnen doen om te komen tot een waardige wereld het zoeken en scheppen van schoonheid is. Ik maakte de afgelopen dagen een aantal voorbeelden daarvan mee.

In de eerste plaats zong ik mee met de Vespers van Rachmaninoff bij het Nederlands Concertkoor. Dat is een schitterend werk, dat mooi door het koor werd uitgevoerd. Een heerlijke ervaring. Vele luisteraars waren onder de indruk en werden geraakt, soms zelfs tot tranen toe. Een reactie van een van hen: “Bedankt voor het sublieme concert. Staat de menselijke stem het Absolute niet het meest nabij?”

Van heel andere orde was de voorstelling van Mylou Frencken en Pieter Tiddens: de Rouw Revue, oftewel, Hoe besta je na? Ik vond het een schitterende voorstelling. Bijzonder was de balans tussen humor en ernst, ontroering en bijtende spot. Een aantal scenes staan op mijn netvlies gegrift, werkelijk prachtig. Dat is voor mij ook pure schoonheid.

Verder las ik in De Groene Amsterdammer een reportage over Marjan Minnsesma, de directeur van Urgenda. Zij ziet zonder omwegen de klimaatproblematiek waar we voor staan onder ogen en verdoezelt niets. Citaat: ” Ze herhaalt nu al jaren dat we met een rotvaart op een ravijn afrijden, maar onze voet nog niet eens op de rem hebben. Het is een delicate balans, in hoeverre je mensen bang moet maken en ze moet inspireren. Ze gelooft nog steeds dat we de omslag kunnen maken, ze wil niet cynisch worden. Maar ze heeft wel steeds meer haast.”  Ze laat ze zich niet uit het veld slaan door alle tegenslagen die ze al heeft moeten incasseren. Ik vind haar werkkracht, maar vooral ook haar veerkracht indrukwekkend. Dat iemand haar hele leven in dienst stelt van de overleving van de mensheid is voor mij een uiting van liefde. Je moet de mensheid dan wel lief hebben – wat zou het je anders kunnen schelen?

Dit zijn drie verschillende ervaringen die ik alle drie ervaar als het scheppen van schoonheid. Zo lang wij mensen nog deze creatieve kracht ten toon spreiden geloof ik niet in de ondergang van de mensheid. We zullen het heel moeilijk krijgen, maar pulchritudo vincit omnia (schoonheid overwint alles). 

De bal is magisch.

Ik open nooit mijn computer en mijn mobiele telefoon op zondag – laat er een dag zijn waarop ik niet verzeil in de hectiek van de soms boze buitenwereld. Maar vandaag maak ik een uitzondering. Mijn blog over het WK voetbal moet er nu uit. Het moet er uit als poepen. En het wordt een lang blog. Voetbalhaters – wend u af.

Normaal kijk ik ook al graag voetbal. Ik kan enorm geboeid zijn door de schoonheid van spelpatronen, door het vakmanschap van spelers of trainers, en door alle intermenselijke processen die zichtbaar of onderhuids een rol spelen. Kijken naar voetbal is een van de weinige activiteiten (nou ja, activiteiten) die voor mij net zo werken als zingen in het koor, skiën, paardrijden en vakantie. Ik laat me er in meeslepen., zelfs bij de wedstrijdjes van mijn kleinzoons. Het is een lichte vorm van verslaving.  Mezelf kennende is dat vreemd, ik ben verder niet zo gevoelig voor verslaving.

Verder vind ik het leuk om over voetballen te denken en te praten. Het is net de samenleving als geheel, maar dan geconcentreerd in een beperkte tijd en ruimte. Dus kun je er heel veel in zien. Dat bevredigt mijn nieuwsgierigheid.

Maar nu naar de kern van de zaak: het WK. Er is heel veel over te zeggen – ik moet me noodgedwongen beperken. Eerst iets over mijn eigen reactie. Waarom laat ik me beïnvloeden door de uitslag van de wedstrijden? Waarom komt mijn ‘neurose’ haarscherp naar voren tijdens de wedstrijden: mijn wat pessimistische, soms bijna cynische instelling, mijn ‘betweterigheid’, mijn oordelen, mijn partijdigheid, mijn verslaving. Waarom vind ik het jammer als Frankrijk en België verliezen? Waarom ben ik, net als iedereen , opgewonden vrolijk als “we” winnen en voel ik me verslagen als “we” verliezen? Waarom ben ik “we”? Waarom vind ik dat überhaupt belangrijk? Mijn verstand zegt me dat het niets betekent in het licht van de eeuwigheid, en dat er wel heel wat belangrijker zaken zijn op de wereld. Maar misschien heeft mijn verstand wel ongelijk. En net als bij iedereen is het mijn tribale kant die overneemt: ik behoor tot de stam die Holland heet.

Het is misschien wel daarom dat de resultaten op een WK belangrijk blijken voor een land. Bij winst is (bijna) het hele land in een feestroes, bij verlies het hele land in rouw. Bekend is dat dit zelfs kan doorwerken in de economie: vertrouwen in de economie, ja zelfs in de politiek neemt toe bij winst, en af bij (vooral vroegtijdig) verlies. Waarmee maar weer is aangetoond hoe belangrijk de tribale bron van onze kracht en macht is voor ons welbevinden en ons identificatieproces. (Voor hen die bekend zijn met The Edge: het eerste niveau, het eerste chakra)

Wat ik ook boeiend vind is dat dit hele WK zich afspeelt in een context van corruptie, omkoping en extreme armoede, maar dat je daar tijdens de wedstrijden zelf en de commentaren daarop verder niets van merkt. We hebben allemaal behoefte aan een droom. Het leven is een spel, en het spel is het leven, zoals ik al vaker heb gezegd. (Samen met Jan Paul van Soest heb ik daar zelfs een boek over geschreven). Dat is een opwekkende gedachte, want dat betekent dat we grote invloed hebben op ons leven ongeacht de omstandigheden.

Maar laat ik nu toch eens concreet worden. Weer hebben de landen met een grote voetbaltraditie, die vrijwel altijd bij ieder WK een centrale rol spelen, de laatste vier bereikt: Brazilië, Argentinië, Duitsland en Nederland. Ja, Nederland. Opmerkelijk.

Van Gaal is een bijzondere man. Hij steekt zijn hoofd boven het maaiveld uit, en doet dat op zijn bekende stekelige manier. Dus moest bij vele journalisten zijn kop eraf. Maar hij kan ons veel leren over leiderschap. Systeem is bij hem dienend, niet overheersend. Ik heb nog nooit een coach gezien die tijdens de wedstrijd, als het even niet goed gaat, niet alleen spelers wisselt, maar ook het spelsysteem, waarbij alle spelers meteen weten wat in het nieuwe systeem hun plaats, taak  en functie is. Hij is begonnen met 5-3-2, toen kwam 4-3-3, toen kwam (tegen Mexico, op het laatst) 3-3-4 en in de laatste wedstrijd leek het wel 3-2-2-3. (Merk op dat hij daar volstrekt onhelder over was voorafgaande aan de wedstrijd – misschien uit tactiek om de tegenstander niet wijzer te maken). Maar uiteindelijk werd het systeem overstegen. Op een gegeven moment liep Robben links, Depay rechts en Sneijder, Kuyt en Blind overal. Interessant. In de laatste minuut voor de strafschoppen werd de keeper gewisseld: de beste man moet de juiste taak krijgen; dat geldt voor Cillisen, voor Krul, voor Kuyt, voor het hele team. Geluk dwing je af – zo heet dat. Van Gaal laat zien dat leiding niet zonder management kan. Geen coach maakt zoveel aantekeningen. Van Gaal laat zien dat leiderschap niet zonder team kan: eerst zijn eigen ‘management’-team – waarin Danny Blind, Patrick Kluivert en Frans Hoek een cruciale rol spelen, en dan zijn spelersteam. Hoe dat laatste team zich ontwikkeld heeft doet mij denken aan hoe groepsvorming kan plaats vinden tijdens diepgaande trainingen of conferenties over persoonlijke groei. Het kan niet anders dan dat Van Gaal het spontane groepsproces zijn werk heeft laten doen, waarbij de leider er alleen maar voor hoeft te waken dat negatieve invloeden (van binnenuit of van buitenaf) geen kans krijgen. Nou ja, alleen maar, dat vraagt best een scherpe blik en krachtig, natuurlijk gezag, En wat compassie is nooit weg natuurlijk. Ik zie Van Gaal’s defensieve houding naar de pers als een uiting van het willen beschermen van de groep. Ik zei het al: er valt veel van hem te leren over leiderschap.

Ik moet het hier helaas bij laten. Er is nog zoveel meer te zien en te vertellen. Maak je eigen verhaal maar, samen met honderden miljoenen Nederlanders en burgers uit andere landen. Er is meer te zien dan je ziet. En of we Argentinië zullen verslaan? Volgens mij hebben “we” een goede kans. Duitsland  is een ander verhaal. Als zij winnen van Brazilië  tenminste. We zullen zien.

 

“Ik houd niet van militaire oplossingen – ze beklijven niet”

Mijn dochter, schoonzoon en hun kinderen maakten een paar jaar geleden een wereldreis en een van de laatste landen waar ze door heen kwamen was Syrië. Nu hebben ze natuurlijk wel het een en ander van die reis verteld (en een heel klein stukje hebben we meegereisd), maar het was zoveel, dat ik het meeste ben vergeten. Maar hun indruk van Syrië staat me nog haarscherp voor de geest: hoe getroffen ze ware door de aardigheid en de gastvrijheid van de mensen, en door de hoogstaande cultuur van het land.

En dat is ook de indruk die ik krijg als via de media ‘gewone’ Syriërs aan het woord komen. Aardige, redelijke, en cultureel hoogstaande mensen (dat laatste geldt zeker ook voor de ‘gewone’ man of vrouw). Hoe valt dat te rijmen met wat daar gebeurt?

Natuurlijk was – en is – het regime van Assad een misdadig regime. Maar bedacht moet worden dat dit regime slechts steunde op een deel van een minderheid, de alewieten. En dat daar aanvankelijk niet tegen in opstand gekomen was – daar zouden wij, die ons in de 2e wereldoorlog  in overgrote meerderheid  gedwee bij de Duitse terreur neerlegden, geen oordeel over moeten hebben. En toen het verzet uiteindelijk begon, vreedzaam, is het gekaapt door extremisten, die voor een niet onbelangrijk deel van buiten Syrië kwamen. Wreedheid tegenover wreedheid, geweld tegenover geweld. De overgrote meerderheid van de bevolking – sunnieten, sjiieten christenen, zelfs een deel van de alewieten, en verder alle ondogmatische, bijna seculiere geesten – wil dit niet en is slachtoffer. Het is me overigens volstrekt duidelijk dat degenen medeplichtig waren aan de misdaden van het Assad-regime en ervan geprofiteerd hebben (voornamelijk alewieten), het regime met hand en tand verdedigen. Als het regime valt, zijn ze hun leven niet zeker .

Natuurlijk zijn alle doden, gemartelden en gewonden vreselijk. Maar wat mij, op afstand, misschien nog wel meer raakt bij al die vermoorde Arabische lentes, is hoe tussen de misdadige dictaturen en de niets ontziende terroristen (Al Nusra, ISIS, de Taliban) de schoonheid en de spiritualiteit van hele culturen en volken gemangeld en platgetrapt wordt. En hoe gewone mensen, zoals ikzelf, daarbij een waardig leven vrijwel onmogelijk wordt gemaakt.

kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.

Dat zijn de woorden van Leo Vroman, die vorige week is overleden. Mooier kan ik het niet zeggen. Maar praktischer zijn misschien nog de woorden van de Syrische generaal (van het regeringsleger!), die als kop staan boven deze blog (bron: De Groene Amsterdammer). Ook dat had ik niet beter kunnen formuleren. En daarom sta ik achter Masterpeace en steun ik de Hope Flowers School in Bethlehem. Jullie ook?

 

Mooi!

In NRC/Handelsblad van 2 november staat een interessant artikel van Paul Scheffer over zijn grootvader, Hugo Wolf. Hugo Wolf was humanist, en vertoonde een voor humanisten kenmerkende eigenschap. Hij was vol vertrouwen over wat mensen individueel vermochten, over het menselijk potentieel. In mijn eigen woorden: op individueel niveau zijn we een stralend kosmisch wonder, dat tot grote dingen in staat is en schoonheid kan scheppen.

Maar collectief brengen we er weinig van terecht. We hebben een samenleving gecreëerd gebaseerd op de neoliberale ideologie waarin eigenbelang de hoogste waarde is en waarin wij-zij denken de boventoon voert. De gevolgen daarvan zijn vreselijk: een ecologische, economische, culturele en sociale crisis die we maar niet willen oplossen

Dat is niet nieuw. In het hele historische bestaan van de mensheid brengen we er eigenlijk maar weinig van terecht. We hebben grootse dingen geschapen: landbouw, techniek , kunst; en veel tot stand gebracht op het gebied van democratie en mensenrechten. Niettemin brengen we er als samenleving weinig van terecht. Humaniteit en broederschap hebben steeds moeten wijken voor discriminatie, racisme, geweld, onderdrukking, en tenslotte uitputting van de aarde. Hugo Wolf zag wat dat betreft in de geschiedenis van de mensen weinig vooruitgang, en was pessimistisch over hoe dat in de toekomst zou gaan. Daarmee leefde Wolf met een merkwaardige hybride geesteshouding: enerzijds een grenzeloos geloof in de mogelijkheden van de individuele mens, anderzijds een pessimisme over waar we als collectief naar toe gaan.

Machiavelli heeft daar vanuit een heel andere invalshoek al over geschreven. Hij onderscheidt twee soorten moraal. Enerzijds op, individueel  niveau de ons bekende humanistische ethiek: ga met anderen om zoals je zou willen dat zij  met jou omgaan. Maar op collectief niveau werkt dat volgens Machiavelli helemaal niet. Als het er om gaat om het collectieve welzijn te dienen, dan leidt onderscheid tussen wat goed is en wat verkeerd alleen maar tot een ‘het doel heiligt de middelen’- moraal. In plaats daarvan pleit Machiavelli  in (Il Principe) voor een leiderschap van onverschrokkenheid, intuïtief weten wat er op een bepaald moment gedaan moet worden en dan ook de moed hebben om dat te doen. Dat is dus geen ethiek maar karakter. (Zie hierover Frank Ankersmit in zijn uitstekende artikel over Machiavelli in De Groene Amsterdammer van 28 november j.l.). En juist omdat dit soort leiderschap zo schaars is komt er van het collectieve heil niet zo veel terecht.

Hoe dit zij, ik herken deze tweestrijdigheid tussen vertrouwen en pessimisme in mijn vader (al was die er een meester in zijn pessimisme te verhullen achter een van zijn lijfspreuken: “het is niet realistisch niet te hopen”), en ook in mijzelf. Ook ik heb een onverwoestbaar vertrouwen in de mogelijkheden van individuele mensen (en, moet ik daaraan toevoegen, in de mogelijkheden van goed geleide en veilige groepen), maar ben er somber over wat we daarvan op macroniveau realiseren. En ook ik heb er moeite mee mijn pessimisme niet de overhand te laten krijgen.

Ik heb een ander tegengif dan mijn vader, al ben ik het met zijn uitspraak niet oneens. En dat is het opzoeken van schoonheid. Schoonheid kunnen we overal aantreffen: in de natuur, in de kunst, in de realiteit, zelfs in de lelijke kanten daarvan. Wetende dat het bestaan van tegenstellingen het wezenskenmerk zijn van dit leven, en dat niets kan bestaan zonder zijn tegenpool, weet ik dat in iedere lelijkheid ook schoonheid schuilt. Dat is meer dan geloof, dat is een weten dat op ervaring is gestoeld. En daarom heb ik er een rotsvast vertrouwen in dat schoonheid in al zijn verschijningsvormen (ontroering, liefde, broederschap, vrede, eerbied, moed) altijd zal overleven zo lang er nog mensen bestaan, wat er ook gebeurt. Het is alleen maar nodig me dat af en toe te herinneren, als ik het weer eens vergeten ben.

Klimaatverandering en vlierbessenjam.

Zowel in Trouw als in NRC/Handelsblad verschenen dit weekend artikelen van de gerenommeerde wetenschapsjournalisten Joep Engels en Karel Knip met de strekking dat het met de opwarming van de aarde voorshands meevalt. Zondagavond kijk ik vervolgens naar het programma “Klimaatjagers” (VPRO, Nederland 2) waaruit blijkt dat het helemaal niet meevalt. Maar die programma’s eindigen steevast met de boodschap dat we de ernstigste gevolgen van de uit de opwarming van de Aarde nog kunnen voorkomen. Ik dacht van niet, maar wat moet ik geloven?

Graag citeer ik uit de mail die mijn goede vriend Jan Paul van Soest, een van de meest ter zake kundigen die ik ken,  naar aanleiding hiervan aan me schreef:

Hi Erik,

Ik ben een beetje teneergeslagen geworden dit weekend door zoveel materiaal dat langs de rand van de waarheid schuurt. . .  Weet dat volgende weekend het volgende rapport van het IPCC verschijnt, dat naar ik verwacht wel gebalanceerd is.

De essentie is dat de accumulatie van warmte op aarde gewoon doorgaat, maar de warmte komt nu vooral in de oceanen meer dan in de atmosfeer terecht. Dat is niet zo verwonderlijk gezien de zeer veel hogere warmtecapaciteit van de oceanen dan van de lucht.

In de NRC van vandaag, met als Hele Pagina Katernkop “De Ramp die niet kwam” (jawel) gaat ook Karel Knip ‘erring on the side of least drama’: “De modellen die het broeikaseffect voorspellen,hadden niet voorzien dat het op aarde al twaalf jaar niet meer warmer wordt. Alle waarschuwingen voor de rampen die klimaatverandering zal veroorzaken, zijn nog veel dubieuzer”.

Ik geef het op, en ga mijn leven wijden aan het maken van vlierbessenjam uit eigen tuin.

Ik heb hier weinig aan toe te voegen. Alleen dit: wat is het toch dat integere journalisten zo tendentieus doet schrijven? Behoefte om mensen gerust te stellen waar eigenlijk ‘wake up calls’ nodig zijn? Focus op de korte termijn  en het onvermogen om, net als politici, over de horizon van vier jaar heen te kijken? Onvermogen om zelf de verdrietige waarheid onder ogen te zien? Bang om voor alarmistisch versleten te worden? En de kranten: misschien bang om abonnees te verliezen?

Over duurzaamheid gesproken: van verstoppertje spelen met de waarheid is nog nooit iemand duurzaam gelukkig geworden. In tegendeel, als we de waarheid onder ogen zien, hoe verontrustend ook, komen er creatieve krachten in ons vrij die het leven weer leefbaar maken en uiteindelijk leiden tot oog voor schoonheid. Geloof het of niet.

En wat de vlierbessenjam betreft, in mijn leven is mijn vrouw degeen die de jam maakt. Daar hoef ik alleen maar van te genieten.

 

 

Wijsheid, kracht en schoonheid.

Een paar weken geleden maakte  mijn dochter Anna een lijstje van ‘ de tien boeken die haar leven veranderden’, en nodigde ons via haar blog uit hetzelfde te doen. Onder de kerstboom heb ik daarover eens nagedacht, en er kwam al ras een interessante conclusie boven drijven. De boeken die mijn leven het meest beïnvloedden zijn meestal non-fictie boeken (bij Anna was het allemaal fictie). Voor wat het waard is komt hier mijn lijstje:

1. F. Perls, Gestalt Therapy verabtim. Zijn manier van denken heeft echt mijn leven veranderd. Met name kreeg ik een volslagen andere kijk op wat mijn verantwoordelijkheid is en wat de jouwe.

2. Osho (destijds: Baghwan Shree Rajneesh): The way of the white cloud. Mijn eerste inwijding in de wereld van spiritualiteit (althans, na een voorafgaande Buddhistische retraite)

3.  J. Krishnamurti: Laat het verleden los (Freedom of the Known). Dit boek stond zo loodrecht op mijn op dat moment nog bestaande denkwereld, dat ik elke zin twee, drie keer moest lezen voordat ik de portee ervan snapte. Terwijl het toch zeer eenvoudige zinnen waren. Een alinea, of hooguit een bladzij, was voor een dag wel voldoende, anders zou ik er toch maar over heen lezen. Nu lees ik het boek in drie uur uit, en is het een grondslag voor mijn leraar zijn. Over verandering gesproken!

4. En hier komt mijn eerste fictie boek, of liever boekenreeks: De kinderen van nr. 67, van Lisa Tetzner. Deze jeugdboeken beschrijven de lotgevallen van kinderen die omstreeks 1930 in Berlijn leven, en daarna uitzwerven over de hele wereld (op één na). Dit heeft me veel inzicht gegeven over wat er in de wereld aan de hand was en is (als kind al), en mijn maarschappelijke betrokkenheid zeer bevorderd. Hier is de basis gelegd voor mijn gevoeligheid voor het rapport van de Club van Rome (zie punt 6)

5. Een Nieuwe Morgen van David Wechsler heeft me in het begin van mijn tienerjaren nog dieper geraakt en dat proces nog verdiept. Moeilijk te vinden op internet maar wel bij boekwinkeltjes.nl. Er is ook nog een film van gemaakt: Sie fanden eine Heimat, van Leopold Lindtberg, uit 1953. Ik herinner me dat we die gezien hebben in Kunstmin in Dordrecht. Op de dag voor Kerst, in een bijna uitgestorven bioscoop.

6. Mag een rapport meedoen? Het rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de Groei, uit 1972 heeft mijn leven diepgaand beïnvloed. Mijn hele leven en werken sindsdien is gericht geweest op het bevorderen van het maatschappelijk bewustzijn van mezelf en anderen. Een echte wake-up- call.

7. Waterschapsheuvel van Richard Adams heeft me veel geleerd over leiderschap, en is jarenlang de basis geweest van mijn advieswerk, training en coachen, en van mijn magnum opus:  Spiritueel Leiderschap.

8. De Tao Te Tjing van Lao Tse heeft me binnen gevoerd in de wereld van de mystiek (opnieuw: afgezien van retraites), en was een andere grondslag voor mijn boek Spiritueel Leiderschap.

9.,10 en 11, ex aequo,: The nature of personal reality van Jane Roberts, The path of least resistance van Robert Fritz, en Empowewrmet van Gershon en Straub.over onze  creatieve kracht en -macht, de wet van manifestatie, de derde pijler van mijn boek.

En teslotte, hors concours, want ik heb mijn maximum overschreden (maar daar trek ik me niets van aan): Caroline Myss, Anatomy of the Spirit, dat een belangrijke theoretische grondslag vormt voor The Edge en met name de Heart Sutra Club.

Dit zijn niet de boeken die me het meest ontroerd hebben, maar wel de boeken die me het meest hebben beïnvloed. Naar aanleiding van deze exercitie ben ik ook eens gaan denken over wat me in het leven het meest geraakt heeft (boeken, muziek, ervaringen), en wat keerpunten waren in mijn leven. Leuk om te doen! Maar daarover misschien eens een andere keer, als ik even niets anders weet te schrijven.

Ik moge besluiten met jullie een gelukkig 2013 toe te wensen, waarin je veel geraakt en beïnvloed wordt, en waarin je geleid wordt door wijsheid, kracht en schoonheid.