De Findhorn Community in Schotland is geheel gebaseerd op leiding vanuit wat ze noemen de ‘Subtle Worlds’, of zoals Danaan Parry het omschreef: ’the elemental kingdom, which guides and nurtures the plants and the trees’. Daarmee wordt bedoeld de wereld van engelen en ‘deva’s (dat is een sanskriet woord voor ‘stralenden’) die de natuur, waarvan wij zelf deel uit maken, bestuurt. Het bestaan van die wereld is wetenschappelijk niet aangetoond, en wordt dan ook van uit materialistische en sceptische hoek bestreden, maar niet valt te ontkennen dat zij die zich er door hebben laten leiden opmerkelijke resultaten hebben geboekt (zie bijv: https://www.findhorn.org/aboutus/vision/founding-principles/ Zelf heb ik nooit direct contact gehad met deze wereld, en ik kan het bestaan ervan dan ook niet met zekerheid bevestigen, al geloof ik er wel in.
Ik zou het echter wel mooi vinden als ik in dit stadium van mijn leven direct contact met die wereld zou kunnen ervaren. Toen ik dan ook begin juli deelnam aan het Planetary Game in Findhorn (zie mijn blog van 28 juli) had ik de volgende intentie: uit te vinden hoe ik mijn relatie met de subtiele werelden kon versterken. Ik kwam echter tot de conclusie dat dit waarschijnlijk voor mij niet is weggelegd. Ik bevind me daarbij in goed gezelschap. Peter Caddy, een van de grondleggers van de Findhorn Community, had ook geen direct contact met die werelden, maar liet zich leiden door zijn eigen intuïtie en de ‘guidance’ van zijn vrouw Eileen en hun vriendin en huisgenote Dorothy Maclean.
Ik kreeg echter wel een andere aanwijzing uit het spel, met name bij de afsluitende ‘next step procedure’ (een aanwijzing voor hoe je de resultaten van het spel verder in je leven kunt toepassen). De inzicht kaart die ik daarbij kreeg was: ‘Je werkt samen met de krachten (‘forces’) van de natuur.’ Sindsdien worstel ik met de vraag wat die krachten van de natuur eigenlijk zijn, hoe ik ze kan herkennen, en hoe je daarmee kunt samenwerken. Veel verder dan de wel erg algemene begrippen voor natuurkrachten als leven en dood, scheppingskracht, de drang tot voorplanting, vrouwelijke en mannelijke energie (yin en yang) kom ik voorshands nog niet, laat staan dat ik helder krijg hoe ik daarmee kan samenwerken. Maar misschien wordt veeleer bedoeld dat ik samen moet werken met de identiteiten uit het ‘elemental kingdom’, ook al ervaar ik hen niet rechtstreeks. Wat dat in de praktijk zou betekenen is me echter nog een raadsel.
Ik vind het wel interessant dat ik na een leven dat ik heb gewijd aan mijn persoonlijke en spirituele ontwikkeling toch nog weer geconfronteerd wordt met zulke fundamentele vragen. Mijn persoonlijke ‘angel to go’ was trouwens ‘openness’, door mij opgevat als openheid van geest. Tja. . . er valt dus nog veel te leren.